Gepubliceerd: 14 juni 2023
Indiener(s): Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: huisvesting organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36379-2.html
ID: 36379-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is in de Woningwet een grondslag op te nemen voor het verwerken van het burgerservicenummer van woningzoekenden door toegelaten instellingen en woonruimteverdelers in verband met het uitvoeren van een digitale inkomenstoets ten behoeve van het voorkomen van fouten, het tegengaan van onrechtmatigheden en het verlagen van de uitvoeringslasten voor toegelaten instellingen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, worden in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepalingen ingevoegd:

burgerservicenummer:

burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;

woonruimteverdeler:

een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap als bedoeld in artikel 64 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 175 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarmee de toegelaten instelling een verbinding heeft als bedoeld in artikel 21, eerste lid, die voor toegelaten instellingen werkzaamheden verricht ten behoeve van het registreren van inschrijvingen van woningzoekenden en het verdelen van woongelegenheden;

B

In artikel 30, elfde lid, wordt «het negende lid» telkens vervangen door «het tiende lid».

C

In artikel 36, eerste lid, wordt «afdelingen 7, 8, 10 en 16» vervangen door «afdelingen 7 tot en met 10 en 16».

D

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de verklaring, bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. onderdeel a komt te luiden:

  • a. het assurance-rapport, bedoeld in artikel 37, derde lid;

b. onderdeel b komt te luiden:

  • b. het accountantsverslag, bedoeld in artikel 393, vierde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

E

Aan artikel 46 worden zeven leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Op verzoek van de toegelaten instelling of een woonruimteverdeler, wijst Onze Minister deze toegelaten instelling of woonruimteverdeler aan ten behoeve van het toepassen van een digitale procedure voor de inkomensvaststelling, bedoeld in het tweede lid.

  • 5. De overeenkomstig het vierde lid aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler verzoekt een woningzoekende en de overige meerderjarige personen die deel uitmaken van diens huishouden om in te stemmen met een digitale procedure voor de inkomensvaststelling, bedoeld in het tweede lid, waarbij het inkomensgegeven digitaal wordt verstrekt aan de aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler en het burgerservicenummer van de woningzoekende en van de overige meerderjarige personen die deel uitmaken van diens huishouden wordt verwerkt door de aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler, ten behoeve van de registratie van de inschrijving van die woningzoekende en ten behoeve van de inkomensvaststelling, bedoeld in het tweede lid. Ten behoeve van het verkrijgen van de instemming van de woningzoekende verstrekt de aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler daaraan voorafgaand informatie over de te volgen digitale procedure en de daarbij behorende gegevensverwerkingen, die de woningzoekende nodig heeft om daarover een afgewogen beslissing te nemen. Als de woningzoekende instemt, is de aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler verplicht de digitale procedure voor de inkomensvaststelling toe te passen.

  • 6. De woningzoekende en de overige meerderjarige personen die deel uitmaken van diens huishouden kunnen de instemming, bedoeld in het vijfde lid, op ieder moment intrekken, waarna de overeenkomstig het vierde lid aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler onverwijld de digitale procedure voor de inkomensvaststelling beëindigt en de daartoe verkregen gegevens verwijdert.

  • 7. Indien de woningzoekende en de overige meerderjarige personen die deel uitmaken van diens huishouden instemmen met het verzoek, bedoeld in het vijfde lid, raadpleegt de overeenkomstig het vierde lid aangewezen instelling of woonruimteverdeler het nummerregister en de voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen b en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer teneinde het burgerservicenummer van de woningzoekende vast te stellen.

  • 8. De overeenkomstig het vierde lid aangewezen toegelaten instelling of woonruimteverdeler beëindigt de verwerking van het burgerservicenummer ten behoeve van de registratie van de inschrijving van de woningzoekende onverwijld nadat de woningzoekende is uitgeschreven.

  • 9. De overeenkomstig het vierde lid aangewezen toegelaten instelling beëindigt de verwerking van het burgerservicenummer ten behoeve van de inkomensvaststelling, bedoeld in het tweede lid, in ieder geval binnen drie jaar gerekend vanaf de dag dat de inkomensvaststelling heeft plaatsgevonden.

  • 10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de verwerking van het burgerservicenummer, als bedoeld in het vijfde en het zevende lid.

F

Aan artikel 48, eerste lid, wordt toegevoegd «Artikel 46, vierde tot en met negende lid, alsmede hetgeen bepaald is bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 48, tiende lid, is van overeenkomstige toepassing op de inkomenstoets die noodzakelijk is om te voldoen aan dit lid.»

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,