Kamerstuk 36360-V-1

Jaarverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken 2022

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2022

Gepubliceerd: 17 mei 2023
Indiener(s): Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-V-1.html
ID: 36360-V-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 12.900,4

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 1.338,6

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Buitenlandse Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • b. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • c. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • d. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • e. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Buitenlandse Zaken,W.B.Hoekstra

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Inleiding In deze leeswijzer wordt de indeling en opbouw van het jaarverslag voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken toegelicht. In die gevallen, waarin afwijkingen van de Rijksbegrotingsvoorschriften voorkomen, wordt dit beschreven.

Het jaarverslag 2022 vormt in principe een spiegel van de memorie van toelichting zoals deze op Prinsjesdag 2021 aan de Kamer is aangeboden.

De jaarverslagen van Buitenlandse Zaken (BZ) en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) dienen in nauwe samenhang te worden bezien. De inzet op het Nederlandse buitenlandbeleid komt tot uitdrukking in de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Door deze bundeling wordt de onderlinge samenhang geïllustreerd en samenwerking en afstemming binnen de betrokken ministeries bevorderd.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar dit jaarverslag spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Focusonderwerp De Tweede Kamer heeft als focusonderwerp van de Algemene Rekenkamer voor het Jaarverslag 2022 aangewezen «terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces» (beroep op artikel 2.27, tweede lid, Comptabiliteitswet (CW)). Hierop wordt ingegaan onder bijlage 6 en in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Beleidsverslag Het beleidsverslag begint met de beleidsprioriteiten van Buitenlandse Zaken waarbij thematisch wordt ingegaan op de belangrijkste resultaten die bereikt zijn in 2022. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin de realisatie van de periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, de openbaarheidsparagraaf, een overzicht risicoregelingen, een budgettair overzicht Oekraïne en een overzicht COVID-19 steunmaatregelen.

Vervolgens wordt op hoofdlijnen ingegaan op de algemene doelstelling, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en de beleidsconclusies. In de beleidsconclusies is per artikel aangegeven welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden in de uitvoering van het beleid en welke beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden als gevolg van in 2022 afgerond evaluatieonderzoek. Daarbij wordt met name ingegaan op beleidsdoorlichtingen. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren zijn – daar waar zinvol en haalbaar – naast en in de teksten bij de beleidsartikelen opgenomen, om de voortgang op de doelstellingen van het beleidsprogramma te laten zien.

Budgettaire gevolgen van beleid en toelichting In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de opmerkelijke verschillen tussen de begroting en de realisatie 2022 opgenomen. Voor de uitgaven worden ondergrenzen gehanteerd zoals vermeld in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023. Bij de verplichtingen en ontvangsten is een afwijking groter dan 10% op artikelniveau toegelicht. Waar nodig is verwezen naar de eerste of tweede suppletoire begroting.

In de budgettaire tabellen in het jaarverslag is geen onderscheid gemaakt tussen decommitteringen op oude en nieuwe verplichtingen. Alle decommitteringen worden ten gunste van de begroting gebracht.

Departementale verantwoordingsstaat en saldibalans Verschillen in de totalen tussen de verantwoordingsstaat en de saldibalans zijn het gevolg van afrondingen.

Overige onderdelen van het beleidsverslag Na de beleidsprioriteiten en beleidsartikelen volgen de niet-beleidsartikelen. Het artikel 5 is het onderdeel «Geheim». Dit artikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is. Artikel 6 «Nog onverdeeld» bevat de reservering voor loon- en prijsstijgingen en niet voorziene tegenvallers binnen de HGIS. Ten slotte worden op artikel 7 de apparaatsuitgaven verantwoord. In de bedrijfsvoeringsparagraaf worden de belangrijkste tekortkomingen en risico's in het begrotingsjaar benoemd. Verder wordt aandacht besteed aan de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en worden de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering besproken. Het jaarverslag wordt afgesloten met de jaarrekening van Buitenlandse Zaken en zeven bijlagen: 1) Toezichtsrelaties RWT's en ZBO's 2) moties en toezeggingen, 3) afgerond evaluatie- en overig onderzoek, 4) externe inhuur, 5) sanctiebeleid en malversaties, 6) beroep op artikel 2.27, tweede lid, CW (focusonderwerp) en 7) de lijst van afkortingen.

Bedrijfsvoeringsparagraaf In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van de opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringparagraaf in het departementaal jaarverslag wijkt af van de bepaling van de Rijksbegrotingsvoorschriften dat in het jaarverslag integraal verantwoording wordt afgelegd over de bedrijfsvoering. Bij de splitsing van de begroting in 2013 in het begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken en het begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn in navolging van een verzoek van de Algemene Rekenkamer de verantwoordelijkheden van de ministers ten aanzien van de bedrijfsvoering expliciet vastgelegd. De minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering, met uitzondering van de procesmatige beheersing van de activiteitencyclus. De belangrijkste reden voor deze splitsing is dat het merendeel van de projecten en programma's in het kader van ontwikkelingssamenwerking worden uitgevoerd. Daarnaast is de huidige opzet van het activiteitenbeheer gestoeld op de afspraken die de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking met de Tweede Kamer in 1998 heeft gemaakt over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van besteding van middelen (Kamerstukken 1997–1998 25 860, nr. 2). Het is daarom dat het voorschottenbeleid en -beheer in het onderdeel financieel en materieelbeheer in de bedrijfsvoeringsparagraaf van hoofdstuk XVII zijn opgenomen.

Groeiparagraaf

  • Er is, naast het al bestaande overzicht COVID-19 steunmaatregelen, een vergelijkbaar overzicht opgenomen met de uitgaven voor de maatregelen ter ondersteuning van Oekraïne.

  • Het aantal onderwerpen in de Bedrijfsvoeringsparagraaf is sterk ingekort, en in de sectie «Misbruik en oneigenlijk gebruik en fraude en corruptie» is dit jaar voor het eerst aandacht gegeven aan interne fraude.

  • Er is een nieuwe bijlage toegevoegd, namelijk een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de aangenomen moties en gedane toezeggingen (Bijlage 2).

HGIS-jaarverslagDe Nederlandse uitgaven voor buitenlands beleid, die op verschillende departementale begrotingen staan, zijn gebundeld in de Homogene Groep Internationale Samenwerking. In aanvulling op de departementale jaarverslagen geeft het HGIS-jaarverslag een integraal overzicht van de besteding van middelen voor buitenlands beleid. Samen met de jaarverslagen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelings samenwerking, wordt het HGIS-jaarverslag 2022 aangeboden aan het parlement.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast. Verder werkt het ministerie van Buitenlandse Zaken met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op de ontvangsten artikelonderdelen van beleidsartikel 2, 3, 4, 5 en 7 met uitzondering van ontvangsten zijnde restituties van Official Development Assistance (ODA)-programma’s die op beleidsartikel 5 van de begroting van BHOS worden verantwoord.

Controleverklaring en auditrapport In het kader van de wettelijke controletaak voert de Auditdienst Rijk (ADR) jaarlijks onderzoek uit naar:

a. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016;

b. de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in de artikelen 1.1 en 2.31 van de Comptabiliteitswet 2016.

Daarnaast voert de Auditdienst Rijk onderzoek uit naar het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk.

Over de belangrijkste bevindingen van deze onderzoeken en van eventuele onderzoeken naar overige aspecten van de bedrijfsvoering brengt de ADR verslag uit in het jaarlijkse auditrapport waarin zowel hoofdstuk V als XVII zijn opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsprioriteiten

Met dit jaarverslag wordt teruggekeken op het in 2022 voorgenomen buitenlandbeleid, de daarbij gestelde ambities en waar mogelijk de behaalde resultaten.

Nederland en de wereld in 2022Het Nederlandse buitenlandbeleid heeft als doel de landsbelangen te beschermen, Nederlandse burgers in het buitenland te ondersteunen, en de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. De geopolitieke context waarbinnen Nederland tracht deze doelstellingen te realiseren is in 2022 harder en complexer geworden. Door schuivende geopolitieke machtsverhoudingen, groeiende instabiliteit en grotere strategische afhankelijkheden is een grimmiger speelveld ontstaan.

De wereld was begin 2022 reeds een onrustige plek. Zo waren de COVID-19-pandemie en de gevolgen ervan nog niet voorbij toen de wereld werd geconfronteerd met de Russische invasie van Oekraïne. Oorlog is daarmee na vele jaren van afwezigheid weer terug op het Europese continent. Dit had en heeft directe gevolgen voor Nederland, de Europese Unie (EU), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de rest van de wereld. Sinds het einde van de 20ste eeuw is het nog niet voorgekomen dat het buitenland zo onmiddellijk van invloed is op het binnenland en het dagelijks leven van de Nederlanders.

Dit geopolitieke kantelmoment heeft geleid tot een aantal besluiten die tot voor kort onmogelijk werden geacht. Er werd omvangrijke politieke, militaire, economische, financiële, humanitaire en culturele steun aan Oekraïne geleverd. Deze steun werd bekrachtigd tijdens de bezoeken van de Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Defensie aan Oekraïne. Eind 2022 werd besloten tot een reservering van EUR 2,5 miljard voor het verlengen van deze steun. In EU-verband werden negen santiepaketten aangenomen. De Europese afhankelijkheid van Russische energie is in 2022 voor het overgrote deel afgebouwd en neemt in 2023 snel nog verder af. Nederland heeft een leidende rol genomen op het gebied van het versterken van waarheidsvinding en gerechtigheid in Oekraïne, en zet zich zo in overleg met Oekraïne en het Internationaal Strafhof (ICC) in voor strafrechtelijke vervolging van begane misdaden.

Het afgelopen jaar heeft het kabinet een geïntegreerde visie aan de Kamer gestuurd ten aanzien van de open strategische autonomie (OSA) van de EU. Daarbij blijft samenwerking met bondgenoten en partners het uitgangspunt. Het is van groot belang de trans-Atlantische relatie te bestendigen, juist in deze tijd van existentiële dreigingen. De samenwerking met de Verenigde Staten (VS) blijft van onverminderd belang voor veiligheid op het Europese continent en de NAVO is de hoeksteen van onze collectieve verdediging. Dit neemt niet weg dat Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen voor de eigen veiligheid en de behartiging van Europese veiligheidsbelangen.

2022 leverde ook hogere migratiestromen naar Europa op. Voor Nederland blijft het een prioriteit om de buitengrenzen van zowel de EU als van het Koninkrijk der Nederlanden te versterken, in gezamenlijkheid met EU-lidstaten meer grip te krijgen op irreguliere migratie en secundaire migratiestromen binnen de EU tegen te gaan.

De ontwikkelingen in Oekraïne benadrukken de grotere tektonische verschuivingen die reeds in de wereld plaatsvonden. Hiervoor is effectieve internationale en multilaterale samenwerking nodig. Het is daarbij belangrijk te blijven investeren in relaties en samenwerking met de landen in Zuid-Amerika, Azië en Afrika en een betrouwbare partner te zijn, om te voorkomen dat deze landen meegaan in het narratief van landen als Rusland.

Relaties met geopolitieke mogendhedenIn een multipolaire wereld met een verschuivende machtsbalans is het meer dan ooit van belang dat Nederland gezamenlijk optrekt met gelijkgezinden. De VS is een onmisbare partner voor het behoud van de Nederlandse en Europese vrede, veiligheid en welvaart. De samenwerking met de VS, alsook met Canada en het Verenigd Koninkrijk (VK), is in het licht van de oorlog in Oekraïne nog intensiever en zichtbaarder geworden. Zo werkt Nederland zeer nauw met hen samen bij alle vormen van steun aan Oekraïne, waaronder wapenleveranties en sancties.

Als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne zijn de bilaterale betrekkingen met Rusland beperkt tot het minimaal noodzakelijke. Deze werden tevens negatief beïnvloed door het uitwijzen van zeventien medewerkers van de Russische ambassade en handelsvertegenwoordiging wegens heimelijke activiteiten als inlichtingenofficier. In reactie hierop wees Rusland vijftien Nederlandse diplomaten uit. Het isoleren van Rusland in verschillende internationale fora en het ‘ontvlechten’ van de relaties en afhankelijkheden vanwege de Russische agressie tegen Oekraïne bepaalden verder het beleid in 2022.

Het kabinet blijft onverminderd streven naar waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17. Afgelopen jaar werden drie individuen door de Nederlandse rechter in de strafzaak veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor het doen verongelukken van vlucht MH17 en de moord op de 298 inzittenden, alsook het betalen van schadevergoeding aan de nabestaanden (zie meest recente update over MH17). Daarnaast heeft Nederland met Australië een klacht ingediend tegen Rusland bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). De zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de rol van Rusland bij het neerhalen van vlucht MH17 liep in 2022 door.

De relatie met China kende een voortzetting van de verschuiving in de balans tussen openheid en beschermen, zoals beschreven in de China-notitie van 2019. Hierbij komt steeds meer nadruk te liggen op het beschermen van onze waarden en belangen en onze veiligheid. Ook (geo)politiek is China een belangrijke speler waartoe we ons moeten verhouden. In 2022 memoreerden China en Nederland vijftig jaar diplomatieke betrekkingen. Minister-president Rutte sprak met president Xi Jinping tijdens de G20-top in Bali onder andere over mogelijkheden tot samenwerking op klimaat en in de bilaterale economische betrekkingen, maar ook over mensenrechten en de Russische invasie van Oekraïne. Nederland organiseerde consultaties met de klimaatgezanten van China en Europese partners om klimaatsamenwerking verder te brengen. In de Mensenrechtenraad nam Nederland het voortouw tot een gezamenlijke verklaring van 47 landen over de mensenrechtensituatie in China, en Xinjiang in het bijzonder.

Ook in breder multilateraal kader werkte de Russische invasie in Oekraïne door. Zo is de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) verder verlamd en gezien het Russische vetorecht niet bij machte om een grove schending van het internationaal recht te veroordelen. Het onderstreepte het belang om in breder dan alleen EU-verband op te treden, zoals met het VK, Zwitserland, Noorwegen, de VS en Canada, maar in toenemende ook met partners in de Indo-Pacific zoals Australië, India, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea. Het in december 2022 verschenen beleidskader Mondiaal Multilateralisme biedt de strategische kaders voor het Koninkrijk om de komende jaren samen met een zo groot mogelijke groep van gelijkgezinde landen en nieuwe partners invloed uit te oefenen op het veranderende multilaterale systeem, zodat het ook in de toekomst de vruchten kan blijven plukken van multilaterale samenwerking.

In 2022 is het belang van de Global Gateway, de EU connectiviteitstrategie, gepresenteerd. Global Gateway beoogt in de periode 2021-2027 EUR 300 miljard aan investeringen te mobiliseren met een duidelijke merknaam en een politiek narratief. Voor Nederland hebben de regio’s Afrika, Indo-Pacific en het Europees Nabuurschap prioriteit.

Regionale ontwikkelingenDoor meerdere terroristische aanslagen in Israël, raketbeschietingen uit Gaza, uitbreiding van het Israëlische nederzettingenbeleid en het hoogste aantal Palestijnse slachtoffers sinds de laatste intifada, bleef ook in 2022 de situatie volatiel met weinig toenadering tussen beide partijen. Nederland heeft in 2022 verder geïnvesteerd in de goede relaties met zowel Israël als de Palestijnse Autoriteiten. Zowel de Minister van Buitenlandse Zaken als de Minister-President hebben in 2022 een bezoek gebracht aan Israël en de Palestijnse gebieden. Doel van de bezoeken was de bevestiging van deze goede relaties en het voortzetten van de samenwerking onder andere via de trilaterale werkgroepen op het gebied van energie, water en handel, hetgeen aan beide kanten is gebeurd. In oktober vond voor het eerst in tien jaar een Associatieraad plaats tussen de EU en Israël.

De algemene en mensenrechtensituatie in Iran gaf vanaf half september 2022 aanleiding tot grote zorg vanwege het gewelddadige optreden tegen protestanten sinds de dood van Mahsa Amini op 16 september 2022 en de executies van jonge demonstranten. Mede op Nederlands initiatief heeft de EU een reeks mensenrechtensancties opgelegd en steunt het kabinet de VN fact finding missie om mensenrechtenschendingen te onderzoeken. De EU heeft Iran ook sancties opgelegd voor de levering van Unmanned Aerial Vehicles aan Rusland die worden gebruikt in Oekraïne.

In het afgelopen jaar is ingezet op het verder verstevigen van de relaties met Noord-Afrika vanwege de gedeelde en urgente belangen, onder meer op het gebied van het tegengaan van irreguliere migratie. Specifiek ten aanzien van Marokko geldt dat er afgelopen jaar vanuit beide landen duidelijke inzet is geweest om resultaten te boeken op prioritaire thema’s zoals migratie, justitie en politie, handel en cultuur. Verschillende hoogambtelijke en expertmissies hebben de samenwerking versterkt.

Nederland heeft ook het afgelopen jaar middels humanitaire hulp getracht de immense humanitaire noden in Syrië te verlichten. Ten aanzien van het conflict bleef de Nederlandse inzet en focus, ook in EU-verband, onverminderd gericht op een politieke oplossing. Speciale aandacht ging daarbij uit naar accountability. Nederland nam met Canada het initiatief om Syrië aansprakelijk te stellen voor ernstige mensenrechtenschendingen, alsook in de verschillende Mensenrechtenraadresoluties waar Nederland als lid van de Syrië-kerngroep aan meeschreef. Voorts publiceerde de Commissie van onderzoek naar het Non Lethal Assistance (NLA)-programma in Syrië haar eindrapport. De kabinetsreactie op onderzoek NLA-programma in Syrië werd op 20 december 2022 naar de Tweede Kamer verstuurd.

In het afgelopen jaar bleef het kabinet in Irak inzetten op de geïntegreerde benadering, inclusief multilaterale inzet (VN, NAVO, EU). Dit om grondoorzaken van het (hernieuwde) conflict aan te pakken, irreguliere migratie tegen te gaan en een bijdrage te leveren aan het creëren van duurzame en legitieme stabiliteit in Irak en de autonome Koerdische regio.

Ook voor het conflict in Jemen bleef een duurzame en inclusieve vrede het uitgangspunt. Voor het vinden van een oplossing voor de Safer-tanker werd in mei door Nederland en de VN als co-host een succesvolle donorconferentie gehouden. In september werd in New York aangekondigd dat voldoende middelen voor de start van de operatie zijn opgehaald.

Het EU Strategisch Partnerschap met de Golf, dat in mei 2022 werd gepresenteerd en met Raadconclusies werd verwelkomd, heeft geleid tot verdere verdieping van de samenwerking tussen de EU en de leden van de Gulf Cooperation Council op het gebied van regionale veiligheid, klimaat en energietransitie en mensenrechten.

De Russische agressie in Oekraïne onderstreept voorts het belang van het onderhouden van partnerschappen met veel landen in de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische regio. In dit kader nam de Minister van Buitenlandse Zaken in oktober deel aan de EU-CELAC (Community of Latin American and Caribbean States) ministeriële bijeenkomst in Buenos Aires. Daarbij sprak hij bilateraal met zijn collega’s uit El Salvador, Guatemala, Chili, Peru, Ecuador, Bolivia, Colombia, Panama, Paraguay en Suriname.

Het ministerie bleef zich verder in interdepartementaal verband inspannen om grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en internationale ondermijning te adresseren. Hierbij lag de focus op Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk), vanwege de belangrijke rol die de regio inneemt in de wereldwijde criminele handel en productie van drugs.

De economische, humanitaire en politieke situatie in Venezuela, het grootste buurland van het Koninkrijk, bleef in 2022 uiterst zorgwekkend. Het Koninkrijk speelde een centrale rol in het coördineren van de steun van de internationale gemeenschap voor een Venezolaanse oplossing voor de politieke crisis.

De hernieuwde samenwerking met Suriname is in 2022 bestendigd, onder andere door het werkbezoek van de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in september 2022. Tijdens dit bezoek is ook aangekondigd dat het Makandra programma, dat technische overheidssamenwerking financiert en faciliteert, is opgehoogd met EUR 4 miljoen. Tijdens de presentatie van de kabinetsreactie op het rapport Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden op 19 december heeft de Minister-President namens de regering excuses uitgesproken voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.

Op 17 februari 2022 bood het kabinet diepe excuses aan voor het structurele, extreme geweld van Nederlandse zijde in de jaren 1945-1949 in Indonesië, naar aanleiding van de publicatie van de resultaten van het gezamenlijke onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950, van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Op 14 december 2022 volgde een tweede, uitgebreidere kabinetsreactie waarin ook de eerste uitkomsten van het maatschappelijk debat over de resultaten van het onderzoeksprogramma zijn meegenomen.

De contacten met India zijn over de hele linie verder versterkt in 2022, waarin Nederland en India 75 jaar diplomatieke betrekkingen vierden. Hoogtepunten waren de succesvolle deelname van Minister Hoekstra aan de Raisina Dialoog en het inkomende Staatsbezoek van president Kovind in april en de uitnodiging van India aan Nederland voor de G20 onder Indiaas voorzitterschap.

Ook in 2022 richtten de Nederlandse Indo-Pacific Leidraad en de EU-strategie voor Samenwerking in de Indo-Pacific zich op versterking van de samenwerking met partners in Azië om de Nederlandse en Europese belangen op economisch, politiek en veiligheidsgebied beter te kunnen behartigen in deze belangrijkste mondiale groeiregio. 

Nederland heeft in 2022 de samenwerking met de Association of South East Asian Nations (ASEAN) en Zuidoost-Azië verder versterkt. Nederland trad op 3 augustus 2022 toe tot het Southeast Asia Treaty of Amity and Cooperation, een stap naar een meer strategisch partnerschap met ASEAN. Op 14 december vond de eerste EU-ASEAN Top plaats in Brussel, waaraan Minister-President Rutte deelnam. In het najaar tilden Nederland en Zuid-Korea tijdens bezoeken van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President aan Seoul de bilaterale relatie naar een hoger plan in de vorm van een Strategisch Partnerschap.

In Afghanistan was in 2022 sprake van verdere verslechtering van de situatie, met name op het gebied van vrouwenrechten. Nederland heeft zich in internationaal verband sterk ingezet voor het beschermen van de mensenrechten in het land en ondersteuning van de bevolking. In 2022 is het ministerie doorgegaan met de nasleep van de evacuatie uit Kaboel middels het overbrengen van personen die daarvoor in aanmerking kwamen naar Nederland. In totaal ging het in 2022 om 1914 personen.

Instabiliteit in de Hoorn van Afrika nam aan het begin van het jaar verder toe, onder meer door het voortdurende conflict in Ethiopië. De diplomatieke inzet van Nederland in Ethiopië was, in nauwe samenspraak met EU-partners, gericht op een bijdrage leveren aan het oplossen van het conflict in Noord-Ethiopië. Ook in Soedan en Somalië zijn vredes- en staatsopbouwprocessen in 2022 nieuw leven ingeblazen. De Sahel is onverminderd een prioritaire regio. In de regio was sprake van toenemende instabiliteit: meer jihadistische aanslagen, mensenrechtenschendingen en staats- en machtsgrepen, zoals in Burkina Faso. Een aantal landen trok hun troepen terug uit missies in Mali. Tevens profileerden andere internationale spelers, zoals Rusland, zich meer in de regio. De instabiliteit heeft negatieve gevolgen voor de West-Afrikaanse kuststaten die kwetsbaar zijn voor verspreiding van jihadistisch gedachtengoed en geweld vanuit de Sahel. Nederland organiseerde met Duitsland hierover een conferentie. Ten aanzien van de Grote Meren regio spande Nederland zich met succes in voor een meer coherente en regionale EU-benadering ten aanzien van de instabiliteit in deze regio. De Nederlandse inzet heeft er ook aan bijgedragen dat de EU snel en op een gebalanceerde manier kon reageren op VN-bevindingen over statelijke steun aan gewapende groepen in oost-DRC. 

Europese samenwerkingDe EU is essentieel voor de Nederlandse vrijheid, veiligheid en welvaart. Hoe de EU door de grote transitities van deze tijd – de geopolitieke transitie, de klimaattransitie en de digitale transitie – komt zal in hoge mate bepalend zijn voor onze manier van leven in de toekomst. In lijn met het coalitieakkoord heeft Nederland in 2022 daarom een leidende rol proberen te spelen om de EU slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger te maken. Nederland heeft intensief samengewerkt met gelijkgezinde landen en waar nodig kopgroepen gevormd om tot oplossingen te komen, bijvoorbeeld op de gebieden klimaat, migratie, defensie en veiligheid, handel en het tegengaan van belastingontwijking.

In antwoord op de Russische invasie van Oekraïne heeft de EU het afgelopen jaar meer geopolitieke slagkracht getoond. Allereerst via de instelling, naleving en handhaving van negen ongeëvenaarde en omvangrijke sanctiepakketten. Om een aanjagende rol te kunnen spelen bij de ontwikkeling van sancties heeft het kabinet in 2022 de Nederlandse sanctiecapaciteit en Rijksbrede coördinatie van het sanctiebeleid versterkt, onder andere door het opzetten van een sanctie-eenheid binnen het ministerie.

Het bespoedigen van de klimaattransitie is cruciaal in het huidige geopolitieke tijdsgewricht. Het behalen van het Europese klimaatdoel van ten minste 55% reductie in 2030 kwam dichterbij door het bereiken van een akkoord op een groot aantal voorstellen van het Fit for 55 pakket. Nederland was verder actief betrokken bij de totstandkoming en implementatie van de EU-Raadsconclusies klimaat- en energiediplomatie, het Europees netwerk voor klimaatgezanten en diverse EU-kopgroepen gericht op de raakvlakken van klimaat en buitenlandbeleid. Daarnaast spande Nederland zich in voor een snelle en ambitieuze implementatie van de Europese Green Deal.

Op het gebied van migratie heeft Nederland zich in 2022 sterk gemaakt voor betere registratie en screeningsprocedures aan de buitengrenzen, herstel van de implementatie van de Dublin-afspraken en het invoeren van verplichte asielgrensprocedures. Verder heeft Nederland zich in de EU hard gemaakt voor verbeterde samenwerking met belangrijke doorreis- en herkomstlanden om irreguliere migratie te beperken, terugkeer te bevorderen en migranten te beschermen. Vooral via het versterken van migratiepartnerschappen met deze landen, op basis van gelijkwaardigheid en wederzijdse belangen. Tot slot heeft de EU dit jaar een veilige haven aan ongeveer vier miljoen ontheemden uit Oekraïne geboden.

De Unie is sterk als de fundamenten van goed bestuur en de democratische rechtsstaat stevig zijn verankerd in de lidstaten en de instellingen en lidstaten gemaakte afspraken nakomen. Nederland heeft zich daarom met gelijkgestemde landen onverminderd hardgemaakt voor de effectieve inzet van het EU-rechtsstaatsinstrumentarium. Dankzij deze inzet is het gelukt om de ontvangst van EU-middelen uit het Herstelfonds door Polen en Hongarije te koppelen aan stevige hervormingen op het gebied van de rechtsstaat en is de Meerjarig Financieel Kader (MFK)-rechtsstaatsverordening voor het eerst en met succes toegepast tegen Hongarije. Tegelijkertijd leidde dit ook tot verscherpte tegenstellingen tussen EU-lidstaten en had dit impact op de bilaterale relaties, vooral met Hongarije.

De situatie in Oekraïne heeft tot extra spanningen geleid in de Westelijke Balkan. Russische invloed is het meest nadrukkelijk in Servië en in de Bosnische deelstaat Republika Srpska. Behoud van stabiliteit, intensivering van de samenwerking en ondersteuning van de hervormingsagenda in het kader van het EU-toetredingsproces staan centraal in het EU-beleid ten aanzien van deze regio.

Voor wat betreft EU-uitbreiding golden wederom in 2022 de uitgangspunten strikt, fair en betrokken en bleef vervulling van de Kopenhagencriteria centraal staan in het kabinetstandpunt met betrekking tot het toetredingsproces. Met de sterk veranderende geopolitieke context meewegende, heeft het kabinet ingestemd met het toekennen van visumliberalisatie voor Kosovo, het verlenen van kandidaat-lidstaat-status aan Oekraïne en Moldavië. Tevens besloot het kabinet ditzelfde te doen voor Georgië, onder de voorwaarde dat de prioriteiten uit de opinie van de Commissie worden behaald. De Europese Raad (ER) besloot tevens kandidaat-lidstaat-status toe te kennen aan Bosnië-Herzegovina.

Op 9 mei 2022, de Dag van Europa, sloot de Conferentie over de Toekomst van Europa af. De in Nederland in 2021 uitgevoerde nationale burgerconsultaties 'Kijk op Europa' zijn opgenomen in het eindrapport. Nederland was één van de 6 lidstaten die burgerdialogen in deze vorm heeft georganiseerd en had hierdoor een actieve inbreng in de plenaire sessies van de conferentie. In totaal namen circa 13.000 Nederlanders deel aan de consultaties. De minister sprak met deelnemers van de burgerdialogen op 9 mei in Maastricht.

De implementatie van de Herstel- en Veerkrachtplannen (HVP) van de meeste EU-lidstaten kwam afgelopen jaar op stoom. De Europese Commissie keurde ook het Nederlands HVP van EUR 4,7 miljard goed op thema’s die voor het kabinet van zwaarwegend belang zijn, zoals klimaatverandering, volkshuisvesting en de arbeidsmarkt. Ook wordt via het HVP verder geïnvesteerd in digitalisering, onderwijs en zorg.

Goed functionerende begrotingsregels zijn een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van stabiliteit en groei. Dit kan de concurrentiekracht van de Unie ten goede komen. Hiertoe publiceerde de Europese Commissie in november 2022 voorstellen voor de herziening van de Europese begrotingsregels (Stabiliteits- en Groeipact). Dankzij de inzet van Nederland samen met gelijkgestemde lidstaten, sluiten de voorstellen op meerdere aspecten aan bij de Nederlandse inzet, zoals het behoud van de referentiewaarden van 60% voor de overheidsschuld en 3% voor het begrotingstekort.

Het afgelopen jaar zijn ook de bilaterale relaties met EU-lidstaten verder verdiept en verstevigd. Nederland heeft zich voorbereid op het Nederlands BENELUX-voorzitterschap in 2023. Er heeft een intensivering plaatsgevonden in de bilaterale relatie met Frankrijk als belangrijke strategische partner. In maart vonden er voor het eerst regeringsconsultaties plaats. De relatie met Duitsland kende op vele terreinen een intensivering, met name op klimaat en energie. En met het VK, dat ondanks Brexit een belangrijke buurland en partner blijft, werd een gezamenlijke verklaring ondertekend om de bilaterale samenwerking te verdiepen.

Veiligheid en stabiliteitUitgangspunt voor de Nederlandse inzet op het terrein van internationale veiligheid was ook in 2022 geordend langs drie pijlers: 1) voorkomen van onveiligheid waar mogelijk; 2) verdedigen van Nederland met een effectieve en moderne aanpak en; 3) versterken van ons veiligheidsfundament zoals benoemd in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie.

1. Voorkomen van onveiligheid waar mogelijkNon-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing: Nederland heeft in 2022 bijgedragen aan de succesvolle uitvoering van de (uitgestelde) tiende toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV). Ook was Nederland in 2022 voorzitter van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative, actieve deelnemer in het Stockholm Initiative for Nuclear Disarmament en gedeeld voorzitter van het International Partnership for Nuclear Disarmament Verification (IPNDV).

In 2022 heeft Nederland de zorgvuldige exportcontrole op militaire en dual-use goederen en technologie voorgezet. De levering van militaire goederen aan Oekraïne in reactie op de Russische invasie was hierin een bijzonder aspect. Het kabinet heeft bij het vormgeven van de leveranties een gebalanceerde benadering toegepast met zowel oog voor de noodzaak tot snel handelen als het belang van een zorgvuldige risicoanalyse.

2022 was een mijlpaal in het maken van internationale afspraken over het gebruik van explosieve wapens in bevolkte gebieden. 83 landen onderschreven in november 2022 een politieke verklaring over het beter beschermen van burgers tegen het gebruik van dergelijke wapens. In reactie op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) over autonome wapensystemen zette het kabinet in juni 2022 de Nederlandse beleidsinzet voor de komende jaren uiteen.

Via diplomatieke inzet en programmatische steun aan multilaterale instellingen zoals de VN, het Global Counterterrorism Forum en de EU heeft Nederland in 2022 ingezet op een centrale rol voor mensenrechten en het betrekken van maatschappelijk middenveld bij terrorismebestrijding. Deze en andere onderwerpen zijn mede dankzij Nederlandse inzet stevig verankerd in de in 2022 herziene EU-Raadsconclusies over de strijd tegen terrorisme. Nederland heeft in 2022 bijgedragen aan bestrijding van terrorisme door de inzet in onder andere de Anti-ISIS Coalitie en was gastheer van de bijeenkomst over de inzet op terrorismebestrijding in Syrië, Irak, Afghanistan en Afrikaanse landen.

Daarnaast bleef Nederland inzetten op het ondersteunen van derde landen in het tegengaan en voorkomen van gewelddadig extremisme door beleidsdialoog en gerichte projectondersteuning in zes fragiele regio’s. Naast de kabinetsinzet tegen dit fenomeen was Nederland actief in multilaterale discussies over de internationale aanpak hiervan. De in 2021 versterkte inzet op het tegengaan van grensoverschrijdende criminaliteit is in 2022 voortgezet.

Ook heeft Nederland zich in het kader van preventie, het voorkomen van onveiligheid en duurzame vredesopbouw ingezet op de verdere implementatie van de Vrouwen, Vrede en Veiligheidsagenda, conform VN Veiligheidsraad resolutie 1325 en volgende resoluties. In 2022 werd de eerste interdepartementale voortgangsrapportage van het Nationaal Actieplan 1325 aan de Tweede Kamer gestuurd.

2. Verdedigen van Nederland met een effectieve en moderne aanpakIn 2022 werden in de EU en de NAVO belangrijke kaders gezet voor de toekomst van ons buitenland- en veiligheidsbeleid. De Nederlandse belangen zijn stevig verankerd in een ambitieus EU Strategisch Kompas en in het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO. Nederland organiseerde samen met Duitsland als input voor het Strategisch Concept een succesvolle NAVO conferentie in Den Haag over ‘partnerschappen’, in aanwezigheid van secretaris-generaal Jens Stoltenberg en premier Mark Rutte.

Nederland heeft zich ingezet om de Europese Vredesfaciliteit (EPF) te gebruiken om lethale en non-lethale steun te bieden aan Oekraïne. Vanwege de omvangrijke steun aan Oekraïne is op 12 december 2022 besloten om initieel het financieringsplafond van het instrument te verhogen met EUR 2 miljard, met de mogelijkheid van een verdere verhoging in een later stadium.

Nadat de waarnemingsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in Oekraïne vanwege een Russische blokkade opgeheven moest worden, is gezocht naar mogelijkheden om de OVSE-presentie in het land te herstellen. In overleg met Oekraïne heeft de OVSE besloten tot het opzetten van een extra-budgettair Support Programme for Ukraine. Met een bijdrage van EUR 1 miljoen hoort Nederland tot de eerste contribuanten aan dit programma. Samen met gelijkgezinde landen heeft Nederland meermaals het zogeheten Moskou Mechanisme ingeroepen, hetgeen heeft geleid tot rapporten over mensenrechtenschendingen in Oekraïne en Rusland.

Het Nederlandse initiatief om een EU Hybrid Toolbox op te zetten waarmee de EU kan reageren op hybride dreigingen is opgenomen in het EU Strategisch Kompas. De toolbox is sinds december 2022 operationeel. Er is in 2022 gewerkt aan een nieuwe internationale cyberstrategie voor Nederland. Naar verwachting zal deze in de eerste helft van 2023 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Nederland heeft in 2022 actief bijgedragen aan internationale coalitievorming tegen onverantwoord gedrag in het cyberdomein. Dit resulteerde onder meer in een publieke veroordeling van de Russische aanval op het satellietnetwerk van Viasat in Oekraïne. Nederland leverde daarnaast een bijdrage aan de cyberweerbaarheid van Oekraïne.

3. Versterken van ons veiligheidsfundamentHet kabinet heeft de beoogde inzet en samenhang van de Nederlandse militaire en civiele bijdragen aan missies en operaties tot medio 2025 uiteengezet. Dit vertaalde zich onder andere in verlenging, aanpassing of beëindiging van Nederlandse personele bijdragen aan missies aan de Oostflank en in de Westelijke Balkan, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, de Hoorn van Afrika, de Golfregio en de Indo-Pacific. Met de verlenging van de Nederlandse inzet via de anti-ISIS-coalitie, de NAVO-missie in Irak en de bredere veiligheidsinzet in Irak tot eind 2023 diende het kabinet de Nederlandse veiligheidsbelangen in deze instabiele regio aan de rand van Europa. Hetzelfde geldt voor de Sahel, waar het kabinet de nationale mandaten voor de Nederlandse bijdrage aan de United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA) en EU-missies tot en met eind juni 2024 verlengde. Daarnaast zijn waardevolle lessen getrokken uit de onafhankelijke eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA tussen 2014 en 2019.

2022 was het laatste jaar van het driejarig lidmaatschap van Nederland van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) in Geneve. Naast de focus op accountability heeft Nederland zich in de Raad onder meer ingezet voor vrijheid van meningsuiting en vrouwenrechten en gendergelijkheid, inclusief de positie van LHBTIQ+. Mede op Nederlandse instigatie stelde de MRR onderzoeksmechanismen in voor Oekraïne en Iran (Commissions of Inquiry).

Versterkte aandacht ging uit naar het waarborgen van onafhankelijke Russischtalige nieuwsvoorziening. Via het Mensenrechtenfonds (MRF) en vanuit het budget voor publieksdiplomatie draagt Nederland bij aan verschillende programma’s gericht op het steunen van onafhankelijke media in Rusland, Oekraïne en de regio, en de veiligheid van journalisten.

De Ministerraad is op 13 mei 2022 akkoord gegaan met het voorstel om met het «Feministisch Buitenlandbeleid» (FBB) nog meer aandacht te besteden aan gelijkheid in algemene zin en gendergelijkheid in het bijzonder. Dit omvat ook LHBTIQ+, alsmede aandacht voor diversiteit en inclusiviteit binnen de organisatie en binnen alle beleidsterreinen van het buitenlandbeleid, inclusief een implementatieplan voor gendermainstreaming. Om het Nederlandse FBB concreet vorm te geven organiseerde BZ in 2022 brede consultaties, waarbij ook externe partijen geraadpleegd werden. Op 8 november werd de Kamerbrief met de hoofdlijnen van het FBB aan het parlement gestuurd. Het feministisch buitenlandbeleid richt zich op vier R’en: rights (universele rechten en vrijwaring van geweld), representation (vertegenwoordigd zijn en deelnemen aan politieke besluitvorming), resources (voldoende middelen en financiering om deze doelen te realiseren) en reality check (de realisering van deze beleidsdoelen krijgen invulling die in de lokale context past).

Onderzoek racisme bij het Ministerie van Buitenlandse ZakenMede naar aanleiding van de Black Lives Matter beweging besloot de Bestuursraad van het ministerie om te laten onderzoeken welke vormen van racisme binnen de organisatie voorkomen.

Dit resulteerde in een verkennend rapport met een indringend beeld van de vormen waarin racisme zich manifesteert en hoe dit door medewerkers op het departement en op posten in het buitenland wordt ervaren. De aanbevelingen uit het rapport worden door het ministerie overgenomen, passend bij een bredere opdracht en ambitie om een diverse en inclusieve organisatie te zijn waarin het personeelsbestand ook een afspiegeling van de samenleving is.

Het ministerie is op verschillende niveaus bezig met de opvolging van het rapport langs drie sporen. Eerstens een brede erkenning en bewustwording van het probleem en het in gang zetten van een structurele cultuurverandering. Tweedens het verbeteren en vereenvoudigen van de mogelijkheden om incidenten te melden en op te volgen. Derdens, via het personeelsbeleid, het verder bouwen aan een organisatie waarin voor racisme geen ruimte is.

Nederlanders wereldwijd & consulair Na twee crisisjaren waarin COVID-19 en Afghanistan een groot beslag legden op het ministerie, stond het eerste deel van 2022 opnieuw in het teken van crisis vanwege de oorlog in Oekraïne. De geleerde lessen van afgelopen jaren zijn en worden gebruikt voor het versterken van de crisisparaatheid van posten en het departement. Zo is het afgelopen jaar de consulaire crisiscapaciteit versterkt. Ook zijn de beperkingen in reisbewegingen en inreismaatregelen als gevolg van de COVID-19-pandemie gedurende 2022 afgenomen en de reisadviezen zijn hierop aangepast. In de Kamerbrief over de aanpak van COVID-19 op de lange termijn zijn de uitgangspunten vastgelegd over het reisbeleid ten aanzien van COVID-19. Binnen het ministerie zijn de benodigde voorbereidingen om toegerust te zijn voor een eventuele nieuwe uitbraak getroffen.

Nederlanders zijn het afgelopen jaar ook weer meer gaan reizen. De online reisadviezen van het ministerie werden ruim vijftig miljoen keer geraadpleegd. De eerste stappen zijn gezet naar een actueel ‘post-corona’-reisadvies, dat beter aansluit bij de wensen van Nederlandse reizigers. Onder andere door het strategisch inzetten van het gebruik van data, zoals over klantreizen en gebruikservaringen. De toename in het aantal reizigers heeft ook geleid tot meer consulaire hulpvragen. Er zijn in 2022 meer dan 5.000 consulaire hulpvragen in behandeling genomen. Het contactcentrum van het ministerie ‘Nederland WereldWijd’ (voorheen 24/7 Contactcenter) kende 1,2 miljoen klantcontactmomenten. Dit betrof alle dienstverlening van de Nederlandse overheid in relatie tot reizen naar en verblijf in het buitenland, waaronder reisadviezen, reisdocumenten, wonen en werken, DigiD, etc. Een opvallende trend in de consulaire hulpvragen was een toename van familiezaken, zoals internationale kinderontvoering, huwelijksdwang en achterlating. Na een daling van het aantal buitenlandse gedetineerden gedurende COVID-19 kende 2022 weer een stijging van het aantal detenties.

Het Rijksbrede project Loket Buitenland is afgerond en overgedragen aan Nederland WereldWijd. Het ministerie heeft hiermee, samen met 12 uitvoeringsorganisaties, een centrale rijksbrede ingang voor burgers bij de overheid gerealiseerd.

Na de versoepeling van COVID-19-reisbeperkingen nam de vraag naar visa voor kort verblijf in het Schengengebied sneller toe dan de beschikbare behandelcapaciteit. Daardoor ontstond de zeer onwenselijke situatie dat aanvragers in enkele landen te maken kregen met lange wachttijden, vaak ver boven de vastgelegde termijn van veertien dagen. In 2022 is hard gewerkt aan het vergroten van de capaciteit om de toegenomen visumaanvragen te kunnen verwerken en kan grotendeels weer binnen de normale termijn van twee weken een visumaanvraag worden verwerkt.

De paspoortdienstverlening via externe dienstverleners is verder uitgerold, zodat aanvragers minder ver hoeven te reizen voor een paspoortaanvraag. Deze dienstverlening is uitgebreid naar Madrid en Barcelona, en voorbereidingen worden getroffen voor verdere implementatie in 2023. In 2022 heeft wereldwijde implementatie van een digitaal aanvraagformulier voor een paspoort of identiteitskaart plaatsgevonden. Ook heeft het ministerie gewerkt aan de ontwikkeling van een applicatie voor het digitaal verwerken van Schengenvisumaanvragen. De implementatie daarvan wordt in 2023 verwacht. In 2022 hield de Europese Commissie een Schengenevaluatie, waarbij het Nederlandse visumproces is doorgelicht. Het ministerie is begonnen met de uitvoering van de resulterende aanbevelingen.

Het ministerie werkte in 2022 aan de strategische inzet van EU-visuminstrumenten ten behoeve van het buitenlandbeleid. Zo werd in 2022 onder andere de opschorting van de visumfacilitatieovereenkomsten met Rusland en Belarus doorgevoerd, werd er via het opschortingsmechanisme voor visumliberalisatie (het ‘noodremmechanisme’) op toegezien dat de Westelijke Balkanlanden en Oostelijke Partnerschapslanden zich houden aan de voorwaarden voor visumliberalisatie en werd middels artikel 25bis van de Visumcode ingezet op versterking van de terugkeersamenwerking met derde landen.

Internationaal cultuurbeleidHet beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2021-2024 beschrijft de uitgangspunten, ambities en doelstellingen van het internationaal cultuurbeleid. Het einde van veel COVID-19 beperkingen bracht kansen voor een post-COVID-19 inhaalslag met meer fysieke bijeenkomsten en voor het verder internationaliseren van de culturele sector.

Het ministerie heeft consultaties gevoerd over de brede inzet van de cultuursector, en partijen bij elkaar gebracht in reactie op de oorlog in Oekraïne. Aangezien de oorlog ook een aanval is op de culturele identiteit van het land, onderzoekt het ministerie samen met de post in Oekraïne, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en culturele partners wat een effectieve strategie is voor verdere culturele aansluiting van Oekraïne bij de Europese familie.

In samenwerking met OCW is voortgang geboekt ten aanzien van het restitutiebeleid voor erfgoed uit een koloniale context. Met herkomstlanden wordt museumsamenwerking en herkomstonderzoek op dit terrein geëntameerd gebaseerd op hun wensen. Specifiek met Indonesië zijn al goede afspraken gemaakt voor verdere samenwerking. Ook heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek een start gemaakt met het instellen van een fonds voor academische uitwisseling met landen van herkomst van cultuurobjecten uit een koloniale context. Bovendien is in 2022 gewerkt aan de intensivering van de culturele samenwerking met Suriname. Tot slot is de synergie tussen cultuur en economie verder versterkt en onder andere tot uiting gebracht tijdens de Dubai Wereldtentoonstelling.

PostennetOm als Nederland invloedrijk te blijven moet het postennet meebewegen met de huidige ontwikkelingen. Dit betekent wereldwijd meer samen werken op prioritaire onderwerpen, zoals democratie, mensenrechten, internationaal recht, de klimaat- en energietransitie, fysieke en economische veiligheid, strategische afhankelijkheden, economische weerbaarheid, kansengelijkheid en irreguliere migratie. Daarom heeft het kabinet besloten om in deze kabinetsperiode het postennet te versterken. Hiervoor is een oplopende reeks geld beschikbaar van EUR 17 miljoen in 2022 oplopend tot EUR 52 miljoen structureel vanaf 2025. Met deze versterking kunnen de Nederlandse belangen wereldwijd nog beter worden gediend.

Na het aantreden is het kabinet gestart met deze versterkingsoperatie en wordt deze in de periode 2022-2025 ingevuld. Onze diplomatieke posten, die worden bemenst vanuit alle departementen, zijn Rijksbrede dienstverleners; voor het hele Koninkrijk en voor alle ministeries. Kern van de plannen is een uitbreiding van de formatie op de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord. In de eerste plaats door extra formatie binnen de posten in de EU-landen, maar ook daarbuiten, door in te zetten op prioritaire thema’s zoals mensenrechten, versterking coalities, veiligheid en ondermijning, betere en toegankelijkere dienstverlening voor Nederlanders in het buitenland, economische diplomatie, de hulp/handel agenda, Global health, klimaat en grondoorzaken migratie. Dat geldt ook voor een aantal directies in Den Haag, daar een sterker postennet onlosmakelijk is verbonden met het departement. Medio 2022 zijn de eerste medewerkers op de posten en in Den Haag gestart. Daarnaast investeert het ministerie in crisisparaatheid, onder andere door het verder inrichten van een permanente crisisstructuur. Een grotere organisatie met grotere beleidsambities in een complexere en meer veeleisende (inter)nationale omgeving vergt ook sterkere ondersteuning op het gebied van veiligheid, IT en bedrijfsvoering. Ook op deze onderdelen is extra capaciteit ingezet en voorzien.

Nederland als gastlandNederland bleef in 2022 een aantrekkelijk gastland voor diplomatieke missies en internationale organisaties (IO’s), waaronder de hier gevestigde internationale hoven en tribunalen. Het ministerie heeft samengewerkt met andere ministeries, gemeenten, uitvoeringsinstanties en de veiligheidssector aan beleidsontwikkeling, heldere regelgeving en professionele uitvoering. Zo werkte het ministerie onder andere samen met externe partners aan verbeterde preventie van veiligheidsincidenten via intensievere voorlichting.

Extra aandacht werd besteed aan heldere en tijdige communicatie richting de doelgroep van ruim 25,000 geprivilegieerden verbonden aan diplomatieke missies en IO’s. De informatiebeveiliging van het digitale registratiesysteem van personen met diplomatieke status werd verder verbeterd. Verkeersovertredingen door personen die in Nederland diplomatieke immuniteit genieten, daalden door betere signalering en voorlichting verder tot 70% ten opzichte van 2019.

Meer dan 70 inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders evenals vijf staatsbezoeken (twee inkomend, drie uitgaand) werden voorbereid, gefaciliteerd en begeleid. Het bezoekenoverleg ten behoeve van de coördinatie van bezoeken van Zijne Majesteit de Koning aan het buitenland en van buitenlandse staatshoofden aan Nederland werd verder geprofessionaliseerd, waardoor meer strategische aandacht voor de lange termijn bezoekenagenda van het Koninklijk Paar werd gegenereerd.

Meerdere internationale conferenties werden georganiseerd, waaronder de Ukraine Accountability Conference die de aanzet was voor verdere betrokkenheid van Nederland bij de vervolging van verantwoordelijken voor Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne.

3.1 Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

Tabel 1 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Thema

Artikel(en)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

 

Naam SEA-thema of artikel

Nummer(s) begrotingsartikel(en) waar thema betrekking op heeft

       

Behandeling Tweede Kamer*

          

Art

         

Beleidsdoorlichting van een thema: Vreedzame geschillenbeslechting en het tegengaan van straffeloosheid

1.1, 2.4

X

      

31721-23

Beleidsdoorlichting van een thema: Wapenbeheersing, non-proliferatie

2.3

   

X

   

33694-38;

Beleidsdoorlichting van een thema: Europees nabuurschapsbeleid

2.5, 3.2

   

X

   

22112-2837

Beleidsdoorlichting artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

4.1, 4.2, 4.3, 1.3

   

X

   

31271-33

          

* Vervolgnummer betreft het Kamerstuk (bijv. 31 721-23).

         

Beleidsdoorlichtingen en Periodieke Rapportages voor Buitenlandse Zaken worden uitgevoerd door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). Tot 2019 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per beleidsthema. In de periode 2019-2022 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per begrotingsartikel. Vanaf 2023 worden periodieke rapportages uitgevoerd per beleidsthema conform de Strategische Evaluatie Agenda.

Tot 2018 maakte het Gastlandbeleid (nu beleidsartikel 1.3) onderdeel uit van beleidsartikel 4. Gastlandbeleid is daarom meegenomen in de doorlichting van beleidsartikel 4 die in 2019 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Zie ook de tabel op de website van Rijksfinancien.nl. Voor meer informatie over de onderliggende onderzoeken, zie bijlage 3 - Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

3.2 Openbaarheidsparagraaf

In de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet onder andere maatregelen aangekondigd gericht op actieve openbaarmaking van informatie en op verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries (‘Open op orde’). Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt aan een continue verbetering van de informatiehuishouding en grotere transparantie van overheidsinformatie richting burger en parlement.

In het kader van het rijksbrede programma «Open op Orde» werkt BZ sinds 2021 aan het verbeteren van de informatiehuishouding. Alle activiteiten worden uitgevoerd als onderdeel van 'het Actieplan Informatiehuishouding BZ'. Het actieplan wordt, conform generieke afspraken, uitgevoerd binnen vier actielijnen die zich richten op:1) versterking van professionele ondersteuning binnen de informatiehuishouding (actielijn Informatieprofessionals), 2) het meer onder controle brengen van de informatiestromen (actielijn volume en aard van informatie), 3) verbetering van de informatiesystemen (actielijn informatiesystemen) 4) verbetering van sturing en naleving (actielijn sturing en naleving). Voor de uitvoering van het actieplan is in 2022 door het kabinet EUR 2,6 miljoen aan BZ ter beschikking gesteld.

In het kader van actielijn 1 is een herstructureringsplan voor het cluster Informatiemanagement opgesteld en, na positief advies van de Ondernemingsraad, vastgesteld. De werving van nieuwe Functionarissen Informatiehuishouding start begin 2023.

Actielijn 2 omvat de deelactiviteiten wat betreft het saneren van de netwerkschijven, het afbouwen van het papieren archief, het vernietigen van digitale archieven en de actualisatie van de BZ-selectielijst. Deze activiteiten lopen allemaal. De aangepaste selectielijst is concept gereed en afgestemd met het Nationaal Archief. Deze wordt in voorjaar 2023 vastgesteld. Verder bevat actielijn 2 de deelactiviteit voor e-mailarchivering. Het rijksbrede implementatietraject hiervoor is eind 2022 gestart. Volgens planning zal de implementatie eind 2023 zijn afgerond. Met betrekking tot de deelactiviteit «archivering van appberichten» wordt het nieuwe rijksbrede beleid afgewacht dat wordt opgesteld naar aanleiding van de adviezen over dit onderwerp die recent zijn uitgebracht. Voor de deelactiviteit aansluiting op het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI) wordt de oorspronkelijke aanpak herzien naar aanleiding van het advies van Bureau ICT-toetsing (BIT) hierover. De deelactiviteiten «archivering van websites» en «actieve openbaarmaking informatieverstrekking Kamer» zijn afgerond.

Binnen actielijn 3 is de deelactiviteit voor de nieuwe SharePoint-omgeving als basisvoorziening voor de informatiehuishouding van BZ grotendeels gereed. Deze nieuwe omgeving wordt in de eerste helft van 2023 in gebruik genomen.

Als onderdeel van actielijn 4 is de beheersregeling informatiemanagement BZ geactualiseerd. Deze is in concept gereed. Het instellen van een adviescommissie Informatiehuishouding (IHH) wordt heroverwogen. Voor de deelactiviteit «doorontwikkeling kwaliteitssysteem» is BZ aangesloten bij de rijksbrede klankbordgroep IHH Dashboard.

3.3 Overzicht risicoregelingen

Tabel 2 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande Garanties t-1

Verleend t

Vervallen t

Uitstaande garanties t

Garantieplafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoorziening

Artikel 3 (Effectieve Europese Samenwerking)

Raad van Europa

176.743

0

0

176.743

0

176.743

0

Totaal

 

176.743

0

0

176.743

0

176.743

0

Raad van Europa De garanties voor de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa zijn vastgesteld in EUR en laten geen verandering zien. De Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa is in 1956 opgericht met het doel om de Raad van Europa eigen financiële middelen te geven om zelfstandig activiteiten te kunnen uitvoeren. De bank verstrekt leningen voor uitvoering van projecten aan overheden en andere instanties op de volgende drie gebieden: integratie van vluchtelingen en migranten, duurzame en inclusieve (economische) groei, en klimaat. Het vermogen van de bank is opgebouwd uit bijdragen van de eenenveertig lidstaten en de aandeelhouders. Per ultimo december 2022 bedraagt het totale aandelenkapitaal ruim EUR 5,5 miljard, het Nederlands aandeel hiervan bedraagt 3,633%. Het garantiekapitaal betreft het niet volgestorte gedeelte van het Nederlandse aandeel. Premieheffing is niet van toepassing.

3.4 3.4 Budgettair overzicht Oekraïne

In de onderstaande tabel staan uitgaven die verband houden met de Russische invasie in Oekraïne. Het gaat hierbij om directe steun uit de begroting van BZ. Uitgaven gerelateerd aan derde-orde effecten zijn hierin niet opgenomen. Omdat de uitgaven incidenteel zijn geweest en niet meerjarig, zijn de kasuitgaven identiek aan de verplichtingen.

Tabel 3 Budgettair overzicht Oekraïne (bedragen x € 1.000)

Artikelnummer

Artikelnaam

Maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

Organisatie Ukraine Accountability Conference

3.000

3.000

BZDOC-291816419-26

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

Steun OHCHR en mensenrechtenverdedigers

3.010

3.010

BZDOC-857059465-44

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

Crisisgerelateerde inzet

740

740

BZDOC-1985491629-78

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

Steun cyberweerbaarheid

407

407

BZDOC-1985491629-78

2.3

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Bijdrage aan NAVO Ukraine Capacity Trust Fund, OVSE Special Monitoring Mission, en humanitaire ontmijningsactiviteiten

27.928

27.928

 

2.4

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

Acitiviteiten vanuit het MATRA-programma

1.773

1.773

BZDOC-1985491629-78

Totaal

  

36.858

36.858

  

Toelichting

Artikel 1.1

Vanaf artikel 1.1 is de organisatie van het Ukraine Accountability Conference op 14 juli 2022 betaald.

Artikel 1.2

Vanaf artikelonderdeel 1.2 zijn diverse uitgaven gedaan voor het ondersteunen van mensenrechtenverdedigers.

Artikel 2.1

Vanaf artikel 2.1 is een bijdrage geleverd aan het Ukraine Capacity Trust Fund (UCAPTF) van de NAVO.

Artikel 2.2

Vanaf artikel 2.2 is er steun geleverd aan de cyberweerbaarheid van Oekraïne.

Artikel 2.3

Vanaf artikel 2.3 zijn er bijdragen geleverd aan het UCAPTF en de Special Monitoring Mission van de OVSE. Ook is er via het Mine Action and Cluster Munition Programme steun verleend aan humanitaire ontmijningsactiviteiten in Oekraïne.

Artikel 2.4

Vanaf artikel 2.4 zijn er via het MATRA-programma diverse activiteiten ten behoeve van het versterken van de rechtsstatelijkheid van Oekraïne gesteund.

3.5 Overzicht COVID-19 steunmaatregelen

Tabel 4 Overzicht coronasteunmaatregelen

Art.

Omschrijving maatregel

Realisatie 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Vindplaats

4.1

Bijzondere bijstand buitenland *

‒ 5

0

     

Decemberbrief 2021

7.10

Gedeeltelijke compensatie tegenvallende consulaire ontvangsten *

19

0

     

Kamerstuk 35 850 V nr.2

 

Totaal

14

0

      
 

* Deze bedragen zijn afgerond op hele miljoenen, de werkelijke bedragen zijn ‒ 4,5 miljoen en EUR 18,2 miljoen

Deze tabel geeft een overzicht van de COVID-19 steunmaatregelen die op de begroting van Buitenlandse Zaken zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. In dit overzicht zijn alleen EMU-relevante corona-uitgaven opgenomen. De niet EMU-relevante corona-uitgaven zijn terug te vinden onder de belangrijkste beleidsmatige mutaties en de toelichting op de financiële instrumenten.

4. Beleidsartikelen

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor IO’s en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting (off- en online), de vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en intersekse personen, en de internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Daarnaast heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.

  • Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.

  • Van de internationaal toonaangevende positie van Nederland als gastland voor IO’s door het bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor IO’s, alsmede voor het gastlandbeleid ten aanzien van in Nederland gevestigde diplomatieke missies.

Regisseren

  • Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.

  • Waarborgen van nauwe rijksbrede samenwerking bij de uitvoering van gastlandbeleid, inclusief de uitvoering van zetelverdragen; waarborgen van eenduidige en heldere communicatie vanuit de Rijksoverheid met IO’s en diplomatieke missies.

Financieren

  • Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.

  • Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.

  • Bijdragen ten behoeve van goed functioneren van in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies en aan de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s.

C. Beleidsconclusies

Mensenrechtenbeleid en het VN-mensenrechtensysteemNederland heeft met de organisatie van de ministeriële Ukraine Accountability Conference op 14 juli in Den Haag een leidende rol gepakt op de bevordering van accountability voor oorlogsmisdrijven als gevolg van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne. In deze context besloot het kabinet daarnaast EUR 2 miljoen bij te dragen aan de inzet van het Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) in Oekraïne, gericht op bewijsvergaring van mensenrechtenschendingen. Ook droeg Nederland extra middelen bij aan de capaciteit van NGO’s om bewijs te verzamelen, zodat deze geschikt is voor judiciële procedures. De Koninklijke Marechaussee leverde, onder vlag van het internationale strafhof, (forensische) expertise ter ondersteuning van onderzoek naar oorlogsmisdrijven door de Oekraïense Procureur-Generaal.

De extra inzet naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne sluit aan bij de Nederlandse inspanningen ten behoeve van de uitvoering van de derde pijler van de VN gericht op mensenrechten. Nederland was in 2022 vijfde grootste donor van OHCHR, in lijn met de begroting, ingezet als core-financiering (vrijwillige bijdrage) en specifiek op thema’s als accountability, vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor LHBTIQ+, vrijheid van religie en levensovertuiging en Special Procedures. Genoemde mensenrechtenprioriteiten werden voorts volgens plan bilateraal ondersteund vanuit het Mensenrechtenfonds. Zo zijn in 2022 vier allianties geselecteerd voor de uitvoering van het programma Safety for Voices. Dit programma is gericht op de verhoogde online en offline veiligheid van mensenrechtenverdedigers en van journalisten wereldwijd. 

GastlandbeleidHet ontwikkelde en uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten in 2022 waren conform de verwachtingen, zoals opgenomen in de BZ-begroting.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

125 729

143 657

105 565

113 861

261 584

114 112

147 472

         
 

Uitgaven:

       
         
 

Programma-uitgaven totaal

124 557

129 197

124 879

126 399

139 797

123 822

15 975

         

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

58 720

52 516

49 795

51 060

54 524

48 495

6 029

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Internationaal recht

6 193

1 696

3 044

3 894

1 086

2 835

‒ 1 749

 

VNVR projectkosten

635

0

     
         
 

Opdrachten

       
 

Verenigde Naties

   

1 034

 

0

0

 

Internationaal recht

    

3 118

0

3 118

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Verenigde Naties

32 867

33 142

34 650

34 065

33 650

34 525

‒ 875

 

OESO

6 629

7 221

7 245

7 423

7 543

7 535

8

 

Internationaal Strafhof

3 631

3 588

4 856

4 644

6 166

3 600

2 566

 

Internationaal recht

4 242

6 811

  

2 961

0

2 961

 

Lidmaatschap VNVR

4 523

58

     
         

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

61 450

66 151

68 526

62 853

68 850

63 902

4 948

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Mensenrechtenfonds

  

23 753

19 788

23 941

26 195

‒ 2 254

 

Landenprogramma's mensenrechten

24 425

28 535

     
         
 

Opdrachten

       
 

Landenprogramma's mensenrechten

1 446

295

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Mensenrechtenfonds

  

32 123

29 560

32 794

30 057

2 737

 

Mensenrechten multilateraal

  

12 650

13 505

12 115

7 650

4 465

 

Landenprogramma's mensenrechten

26 344

26 640

     
 

Centrale mensenrechtenprogramma's

9 235

10 650

     
 

Press Freedom Day 2020

 

31

     
         

1.3

Gastlandbeleid internationale organisaties

4 387

10 530

6 558

12 486

16 423

11 425

4 998

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Carnegiestichting

  

1 100

7 313

7 570

4 400

3 170

         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Vredespaleis

 

720

2 048

1 356

6 513

4 550

1 963

 

Nederland Gastland

 

1 680

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Internationaal Strafhof

1 213

1 123

993

988

901

925

‒ 24

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1 919

1 958

2 015

2 330

815

1 000

‒ 185

 

Nederland Gastland

1 255

450

402

499

624

550

74

 

Carnegiestichting

 

4 599

     
E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingenrealisatie op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 147,5 miljoen hoger uit, waarvan EUR 80,8 miljoen reeds is gemeld in de eerste suppletoire begroting en de tweede suppletoire begroting. Deze stijgingen hielden verband met het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen binnen het Mensenrechtenfonds, vertraging in de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis, verlenging van het VN-mandaat voor het Speciaal Tribunaal Libanon en de organisatie van de Ukraine Accountability Conference in juli 2022. Een verdere stijging van het verplichtingenbudget is toegelicht in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2022 en hield verband met het aangaan van een vijfjarige subsidieovereenkomst met de Carnegie Stichting, het meerjarig vastleggen van de algemene vrijwillige bijdrage aan de OHCHR en van een committering aan de OHCHR voor het veldkantoor in Oekraïne. Tenslotte werden weer meerjarige verplichtingen aangegaan binnen het Mensenrechtenfonds.

Uitgaven

Artikelonderdeel 1.1De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 6,0 miljoen hoger uit. Deze verhoging betreft een som van mutaties. De afname op het budget Internationaal recht (subsidies/regelingen) en de toename op het budget Internationaal recht (bijdrage internationale organisaties) worden met name veroorzaakt door administratieve interne overhevelingen (zie eerste suppletoire begroting). Het uitgavenbudget op Internationaal recht (opdrachten) is met EUR 3,1 miljoen gestegen als gevolg van de organisatie van de Ukraine Accountability Conference in juli 2022 en de High Level Round Table Anti-corruptie in november 2022. Daarnaast is vanwege een hogere liquiditeitsbehoefte de verplichte bijdrage aan het ICC 2023 reeds in 2022 betaald.

Artikelonderdeel 1.2De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 4,9 miljoen hoger uit. In de eerste suppletoire begroting is een stijging gemeld die verband houdt met de toekenning van structurele additionele middelen vanuit het coalitieakkoord voor het thema mensenrechten en een generale compensatie van Oekraïnegerelateerde uitgaven. De mutaties binnen artikelonderdeel 1.2 zijn het gevolg van verschuivingen door verdere decentralisatie van het Mensenrechtenfonds, waarbij meer uitgaven als bijdrage werden verstrekt. Daarnaast is sterker ingezet op multilaterale organisaties.

Artikelonderdeel 1.3De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisatie valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 5,0 miljoen hoger uit. Deze stijging betreft met name het Vredespaleis (bijdrage aan agentschappen) en de Carnegie Stichting (subsidies/regelingen). De stijging van het uitgavenbudget voor het Vredespaleis is toegelicht in de eerste suppletoire begroting. In de tweede suppletoire begroting en in de Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2022 is het budget voor subsidies/regelingen Carnegie Stichting naar boven bijgesteld.

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) die in het voorjaar van 2018 aan de Tweede en Eerste Kamer is aangeboden. De GBVS aanpak beschrijft drie pijlers: onveiligheid voorkomen waar mogelijk, verdedigen tegen urgente dreigingen waar noodzakelijk en het versterken van ons veiligheidsfundament. Om de daarbij benoemde 13 doelen te behalen is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie, ontwikkelingssamenwerking, politie, inlichtingendiensten, en justitie. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties en Economische Zaken en Klimaat. Onze veiligheidsbelangen vergen een wereldwijde inzet voor de veiligheid van Nederlanders, Nederland en het Koninkrijk.

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Stimuleren Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:

  • Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE.

  • Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en de Friends of the CTBT (Alomvattend Kernstopverdrag).

  • Een vooraanstaande rol spelen op het gebied van de versterking van het internationaalrechtelijk en normatief kader betreffende cyberspace, door middel van activiteiten gericht op zowel capaciteitsopbouw als op internationale consultatie.

  • De Nederlandse actieve rol binnen het Global Counter Terrorist Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS.

  • Preventie aan de bron, door in risicolanden samenwerking te zoeken om de dreiging van radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme te verminderen.

  • Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en clustermunitie programma.

  • De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen onder andere door conflictpreventie-benadering (Early Warning & Early Action), en het benadrukken van accountability en good governance via Security Sector Reform (SSR) programma’s.

  • Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband en inzet voor verbetering van de effectiviteit van deze operaties.

Regisseren

  • Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de Minister van Defensie, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Justitie en Veiligheid.

  • De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid.

  • In het kader van een zorgvuldig en transparant wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van Nederlandse vergunningaanvragen voor wapenexporten. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het afgeven van de wapenexportvergunningen.

Financieren

  • Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.

  • Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism, het Global Counter Terrorism Forum en de Regionale Veiligheidscoördinatoren binnen het BZ postennet.

  • Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).

  • Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de Minister van Defensie, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het programma voor Maatschappelijke Transformatie (MATRA), gericht op (Zuid)Oost-Europa, en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.

  • Bijdragen aan conflictpreventie via uitvoering Early Warning & Early Action beleid, mede gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyberspace.

  • Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en clustermunitieprogramma.

  • Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, oversight en accountability van veiligheidsactoren vanuit het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen aan (NGO/Arms Trade Treaty (ATT)) programma’s, die regulering en transparantie van de internationale wapenhandel bevorderen.

C. Beleidsconclusies

Oorlog in Oekraïne De Russische oorlog in Oekraïne raakt direct aan de veiligheidsbelangen van Nederland en Europa. Ten laste van de BZ-begroting komen de bijdragen aan het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund (UCAPTF) van EUR 25 miljoen en de bijdrage aan OVSE Support Programme for Ukraine (EUR 1 miljoen). In de in 2022 in het leven geroepen Nationale Veiligheidsraad (NVR) spraken bewindspersonen over de grootste en meest eminente dreigingen waarmee Nederland zich geconfronteerd ziet, waaronder de oorlog in Oekraïne.

Ondanks beperkingen vanwege COVID-19 is het merendeel van de onderdelen van beide programma’s van het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) volgens planning uitgevoerd. Sommige programma’s onder Shiraka zijn niet doorgegaan in verband met COVID-19. De Russische invasie van Oekraïne heeft de NFRP-MATRA-programma’s in Oekraïne beïnvloed, waardoor de programma’s zijn aangepast aan de nieuwe context. Extra geld voor MATRA in Oekraïne heeft projecten mogelijk gemaakt die desinformatie bestrijden, zich richten op ‘Mental Health and Psychosocial Support’ en op conflictresolutie. Uit de evaluatie van het Shiraka-programma (Shiraka Training Program (STP) en Government to Government (G2G)) is naar voren gekomen dat het programma bijdraagt aan de ontwikkeling van goed bestuur, het democratische proces en instituties, alsook de versteviging van bilaterale relaties en de diplomatieke inzet van Nederland in de doellanden. Tegelijkertijd is geconstateerd dat door de beperkte omvang van het programma de impact in de landen beperkt blijft. Daarnaast worden de mogelijkheden van het programma onderbenut. Met de posten wordt bezien waar het Shiraka programma meer kan worden ingezet.

In 2022 is uitvoering gegeven aan het Makandra-programma waarbij door middel van het leveren van technische assistentie de capaciteit van de Surinaamse overheid is versterkt, bijvoorbeeld op het vlak van financieel toezicht van de Centrale Bank van Suriname, hervorming van de publieke gezondheidszorg en vakmanschap trainingen voor de politie. Om het programma verder te verbreden en verdiepen is besloten het budget meerjarig op te hogen en het programma uit te breiden naar de sectoren water, klimaat en onderwijs.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

233 786

240 018

229 165

220 289

259 524

276 987

‒ 17 463

         
 

Uitgaven:

       
         
 

Programma-uitgaven totaal

238 286

247 238

233 297

226 178

266 588

282 496

‒ 15 908

         

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

12 038

12 767

16 458

13 504

15 688

14 085

1 603

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Atlantische Commissie

500

475

555

563

576

595

‒ 19

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

1 150

1 176

     
         
 

Opdrachten

       
 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

0

110

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

NAVO

7 628

7 512

8 031

8 714

10 102

8 350

1 752

 

WEU

609

612

653

651

750

590

160

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

851

697

5 620

2 136

2 333

2 200

133

 

Veiligheidsfonds

1 300

2 185

1 599

1 440

1 927

2 350

‒ 423

         

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

17 150

13 209

15 430

12 135

16 876

15 170

1 706

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Anti-terrorisme instituut

444

1 499

484

877

744

720

24

 

Contra-terrorisme

5 406

3 615

7 073

4 991

4 204

7 420

‒ 3 216

 

Cyber security

1 832

1 459

2 143

1 497

2 027

3 580

‒ 1 553

         
 

Opdrachten

       
 

Global Forum on Cyber Expertise

231

498

1 803

1 018

1 695

1 250

445

 

Contra-terrorisme

1 080

0

519

73

   
 

Cyber security

 

440

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Contra-terrorisme

7 068

3 799

2 872

2 650

5 023

880

4 143

 

Cyber security

1 089

1 899

536

1 029

3 183

1 320

1 863

         

2.3

Wapenbeheersing

9 749

11 787

7 670

9 199

13 386

10 794

2 592

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

106

396

   

0

0

         
 

Opdrachten

       
 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

    

389

0

389

 

Conferentie New Tech 2022

    

3 725

0

3 725

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

IAEA

6 551

6 508

6 220

6 281

6 549

7 317

‒ 768

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1 392

3 318

1 450

1 334

1 219

1 557

‒ 338

 

CTBTO

1 700

1 565

0

1 584

1 504

1 920

‒ 416

         

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

172 089

182 594

167 539

164 903

194 553

212 625

‒ 18 072

         
         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Nederland Helsinki Comité

28

28

28

28

28

28

0

 

Stabiliteitsfonds

  

11 318

32 818

25 767

25 000

767

 

Training buitenlandse diplomaten

2 500

2 250

2 500

1 400

1 943

2 500

‒ 557

 

Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

22 965

15 847

     
 

Regionale stabiliteit

200

0

     
         
 

Opdrachten

       
 

Makandra

   

585

434

1 698

‒ 1 264

 

landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

2 839

2 620

     
         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Makandra

   

131

153

232

‒ 79

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

OVSE

5 376

5 436

5 607

5 466

7 218

6 000

1 218

 

Stabiliteitsfonds

  

67 737

51 815

80 805

56 650

24 155

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

80 479

95 238

80 349

72 660

78 205

95 317

‒ 17 112

 

Regionale stabiliteit

5 093

1 936

     
 

landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

50 257

58 460

     
         
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Inzet hoog-risico posten

     

25 200

‒ 25 200

 

landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

2 352

779

     
         
         

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

27 260

26 881

26 200

26 437

26 085

29 822

‒ 3 737

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»

5 015

4 953

11 356

11 225

12 260

11 822

438

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

3 176

3 992

7 536

4 796

3 084

4 244

‒ 1 160

         
 

Opdrachten

       
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

  

1 008

3 134

4 582

5 452

‒ 870

         
 

Bijdragen aan agentschappen

       
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

   

449

551

600

‒ 49

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

11 471

10 739

6 300

6 833

5 608

7 704

‒ 2 096

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»

7 598

7 197

     
         
         
 

Ontvangsten

3 226

227

0

0

18 361

1 000

17 361

         

2.10

Doorberekening Defensie diversen

212

227

0

0

 

0

0

2.40

Restituties programma's

3 014

0

0

0

18 361

1 000

17 361

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Artikelonderdeel 2.4De realisatie voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is lager dan begroot. Een deel hiervan is toegelicht in de eerste suppletoire begroting, en betreft een overheveling naar het Ministerie van Defensie voor de beveiliging van personeel van een aantal hoog-risico posten. Daarnaast viel de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties lager uit dan geraamd, zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting.

Artikelonderdeel 2.5De realisatie voor de bevordering van transitie in prioritaire gebieden is lager dan begroot. Dit is met name het gevolg van de onderuitputting op het budget van het Shiraka-programma. OntvangstenArtikelonderdeel 2.40De realisatie van de ontvangsten is hoger uitgevallen door twee restituties vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund, dat is stopgezet.

Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

A. Algemene doelstelling

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces en in de bilaterale relaties met Europese partners is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Binnen de Europese Unie wordt gewerkt aan economische groei, werkgelegenheid, gezonde overheidsfinanciën van de lidstaten en toekomstbestendige Europese samenwerking gericht op hoofdzaken en toegevoegde waarde. Daarnaast zullen het uittredingsproces van het Verenigd Koninkrijk, de Europese migratieproblematiek en de (aanloop naar) onderhandelingen over een nieuw meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor effectief extern beleid, inclusief een versterkt gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.

De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  • Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.

  • Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.

  • Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.

  • De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU.

  • Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.

Financieren

  • Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).

  • Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.

  • Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 27, waaronder aan de Benelux.

C. Beleidsconclusies

Aanvankelijk werd verwacht dat COVID-19 ook in 2022 een grote stempel zou zetten op de bilaterale relaties en internationale verhoudingen (Begroting 2022, p.8). De COVID-19-pandemie bevindt zich sinds het voorjaar van 2022 echter in een duidelijk andere, endemische fase, waarbij het virus een blijvende maar aanzienlijk minder grote indruk achterlaat op het werk van BZ. Daarom zijn sinds het voorjaar van 2022 de COVID-19-crisisstructuren binnen BZ afgeschaald en zijn internationale overlegstructuren (zoals de Cross-Border Taskforce COVID-19) tijdelijk gestopt. Wat betreft de Nederlandse inzet om zoveel mogelijk COVID-19 afspraken in EU-verband te maken: In 2022 werd hier eenmalig vanaf geweken door enkele lidstaten met het unilateraal beëindigen van EU-brede inreisverboden.

De Europese Vredesfaciliteit bleek cruciaal in de reactie van de Europese Unie op de Russische agressie tegen Oekraïne. Vanuit dit mechanisme is in 2022 EUR 3 miljard beschikbaar gesteld voor de levering van lethale en niet-lethale militaire steun aan de Oekraïnse strijdkrachten. Eind 2022 hebben de EU-lidstaten besloten de begroting van de EPF aan te vullen met EUR 2 miljard (in 2018 prijzen, conform Europese begrotingssystematiek), om ruimte te creëren voor additionele steun aan Oekraïne en om EPF-steun aan andere partners en EU-missies en operaties te kunnen continueren.

Ook dit jaar heeft Nederland zich ingespannen voor een integrale Europese aanpak binnen het kader van het Pact voor Asiel en Migratie. Na het eerder vastlopen van de onderhandelingen over het gehele pakket, heeft het kabinet het initiatief van het Frans voorzitterschap om een stap-voor-stapaanpak te hanteren dan ook zeer verwelkomd. Dat de afronding van de eerste stap afgelopen zomer resulteerde in een Raadspositie op de Eurodac- en screeningsverordening is een belangrijke stap voorwaarts. Beide voorstellen dragen bij aan robuuste grens- en registratieprocedures en zijn in de huidige geopolitieke context essentieel om de EU weerbaarder te maken.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Effectieve Europese samenwerking (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

7 771 324

9 259 317

9 609 669

10 702 585

11 354 504

10 265 666

1 088 838

         
 

Uitgaven:

       
         
 

Programma-uitgaven totaal

7 985 994

9 307 566

9 905 692

10 885 024

11 489 868

10 402 889

1 086 979

         

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

7 757 339

9 068 215

9 665 987

10 677 438

11 311 410

10 229 845

1 081 565

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

BNI-afdrachten

4 080 678

5 071 871

5 168 886

5 531 713

4 897 610

5 426 868

‒ 529 258

 

BTW-afdrachten

539 019

562 055

553 463

1 049 051

1 245 233

1 115 024

130 209

 

Invoerrechten

3 137 642

3 434 289

3 943 638

3 891 582

4 991 221

3 474 666

1 516 555

 

Plastic-grondslag

   

205 092

177 346

213 287

‒ 35 941

         

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

214 252

224 729

224 729

179 482

131 506

133 750

‒ 2 244

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Europees Ontwikkelingsfonds

214 252

224 729

224 729

179 482

131 506

133 750

‒ 2 244

         

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

9 966

10 203

10 502

10 899

12 062

10 500

1 562

         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Raad van Europa

9 966

10 203

10 502

10 899

12 062

10 500

1 562

         

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4 437

4 419

4 474

4 511

4 973

4 517

456

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

EIPA

418

0

348

279

417

348

69

         
 

Opdrachten

       
 

Programmatische ondersteuning: CECP

 

39

 

8

   
 

Europa College beurzenprogamma

   

0

190

190

0

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

   

120

119

0

119

 

EU voorzitterschap

66

0

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Benelux bijdrage

3 953

4 032

4 126

4 104

4 247

3 979

268

 

EIPA

0

348

     
         

3.5

Europese Vredesfaciliteit

0

0

0

12 694

29 917

24 277

5 640

         
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

       
 

Europese Vredesfaciliteit

   

12 694

29 917

24 277

5 640

         
 

Ontvangsten

1 084 905

679 510

787 047

909 424

1 235 495

868 916

366 579

         

3.10

Diverse ontvangsten EU

1 084 647

679 510

786 889

909 228

1 235 143

868 666

366 477

 

Invoerrechten

620 843

660 507

769 745

909 228

1 226 498

868 666

357 832

 

Overige ontvangsten EU

463 804

19 003

17 144

0

8 645

0

8 645

         

3.30

Restitutie Raad van Europa

258

0

158

196

352

250

102

Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

7 771 324

9 259 317

9 609 669

10 702 585

11 354 504

10 265 666

1 088 838

 

waarvan garantieverplichtingen

 

176 743

     
 

waarvan overige verplichtingen

 

9 082 574

     
E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De mutaties in het verplichtingenbudget lopen parallel aan de mutaties op de uitgaven, die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven en ontvangstenArtikelonderdeel 3.1 en 3.10

Tabel 9 Artikel 3.1 en 3.10

Begrotingsmoment

Toelichting

Nettoafdracht (1+2+3+4-5)

1. BNI-afdracht (Art.3.1)

2. BTW-afdracht (Art 3.1)

3. Invoerrechten (Art.3.1)

4. Plastic-afdracht (Art.3.1)

5. Perceptie-kostenvergoeding (Art. 3.10)

6. Overige ontvangsten (Art. 3.10)

MN 2022

Beginstand: Miljoenennota 2022

9.361.179

5.426.868

1.115.024

3.474.666

213.287

868.666

1e sup

Bijstelling 1: Aanpassing lumpsumkorting

6.347

6.347

    

 

Bijstelling 2: VK Bijdrage terugtrekkingsakkoord 2022

‒ 3.640

‒ 3.640

     
 

Bijstelling 3: Nacalculatie

86.600

86.600

     
 

Bijstelling 4: DAB 6

‒ 1.025

   

‒ 1.025

  
 

Bijstelling 5: Nabetalingen TEM B-boekhouding

14.531

  

18.164

 

3.633

 
 

Bijstelling 6: BNI-afdrachten

‒ 189.911

‒ 189.911

     
 

Bijstelling 7: Actualisatiepost invoerrechten

488.500

  

651.334

 

162.834

 
 

Bijstelling 8: Actualisatiepost invoerrechten

336.000

  

448.000

 

112.000

 
 

Stand Voorjaarsnota 2022

10.098.581

5.326.264

1.115.024

4.592.164

212.262

1.147.133

MN 2023

Bijstelling 9: DAB4-update ACOR-cijfers

‒ 69.855

‒ 164.123

130.208

 

‒ 35.940

  

MN 2023

Bijstelling 10: Technische aanpassing

94.065

94.065

     

MN 2023

Bijstelling 11: DAB 4 update bijstelling n.a.v. VK bijdrage

‒ 32.782

‒ 32.782

     

MN 2023

Bijstelling 12: TEM nabetaling

96.853

  

122.000

 

25.147

 

MN 2023

Bijstelling 13: Correctie boeking irt DAB 6 boeking plastic grondslag

 

‒ 1.025

  

1.025

  

MN 2023

Bijstelling 14: Correctie stand

‒ 20

‒ 20

     

MN 2023

Bijstelling 15: DAB 4 update bijstelling n.a.v. VK bijdrage

3.673

3.673

     

MN 2023

Bijstelling 16: DAB4-update ACOR-cijfers

‒ 19.414

‒ 19.414

     

MN 2023

Bijstelling 17: Te boeken actualisatiereeks

46.821

  

62.428

 

15.607

 
 

Stand Miljoenennota 2023

10.217.922

5.206.638

1.245.232

4.776.592

177.347

1.187.887

2e sup

Bijstelling 18: TEM-nabetaling correctie MN

   

‒ 9

 

‒ 9

 

2e sup

Bijstelling 19: TEM-nabetaling

103.865

  

134.605

 

30.740

 

2e sup

Bijstelling 20: Actualisatie invoerrechten

264.108

  

352.000

 

87.892

 
 

Stand Najaarsnota 2022

10.585.895

5.206.638

1.245.232

5.263.188

177.347

1.306.510

Slotwet

Delta raming en realisatie

‒ 508.051

‒ 309.029

1

‒ 283.493

‒ 1

‒ 84.471

 

Slotwet

Delta raming en realisatie

‒ 1.577

1

   

1.578

 

Slotwet

Delta raming en realisatie

  

11.526

 

2.881

8.645

 

Realisatie

10.076.267

4.897.610

1.245.233

4.991.221

177.346

1.226.498

8.645

Bovenstaande tabel geeft een overzicht van alle mutaties die in 2022 hebben plaatsgevonden in het kader van de EU-afdrachten. De EU afdrachten (art 3.1) en de ontvangsten (art 3.10) samen bepalen de netto afdrachten aan de EU. Afwijkingen op totaalbedragen ten opzichte van de tabel budgettaire gevolgen van beleid kunnen ontstaan door toepassing van voorschriften op afrondingen.

Hieronder worden de mutaties kort toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de betreffende begrotingsstukken.

Bij de eerste suppletoire begroting heeft een aantal correcties op de raming van 2022 plaatsgevonden. Hieronder worden de belangrijkste genoemd. De eerste is een correctie in de afrekening van de zesde aanvullende EU-begroting, DAB 6 (Draft Amending Budget, EUR -1,0 miljoen). Deze betalingen zijn over de jaargrens heen geschoven en het budgettaire kaseffect is daardoor niet in 2021, maar in 2022 neergeslagen. Er heeft tevens een nacalculatie over de periode 2017-2020 (EUR 86,6 miljoen) plaatsgevonden. Daarnaast is het surplus van de Europese begroting 2021 (EUR -189,9 miljoen) verwerkt, de lumpsumkorting die Nederland ontvangt op de bni-afdracht geactualiseerd en de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de EU-begroting (EUR 2,7 miljoen) aangepast. Als laatste zijn de invoerrechten geactualiseerd om te corrigeren voor het onbedoelde saldo-effect dat gedurende het jaar optreedt (EUR 1,1 miljard) en hebben er twee nabetalingen van in totaal EUR 18,1 miljoen bruto (EUR 14,5 miljoen netto) plaatsgevonden voor de invoerrechten.

Bij de Miljoenennota 2023 is tevens een aantal correcties op de raming doorgevoerd. De eerste betreft de jaarlijkse technische aanpassing van de Europese Commissie (EUR 94,1 miljoen). De tweede betreft de effecten van de Lenteraming van de Europese Commissie op de bni-afdracht, btw-afdracht, invoerrechten en plasticafdracht, de overige inkomsten van de EU-begroting en de bijdrage van het VK aan de EU-begroting (EUR -118 miljoen). De derde betreft een nabetaling van EUR 122 miljoen bruto (EUR 96,9 miljoen netto) naar aanleiding van de inspectie door de Europese Commissie over de Nederlandse boekhouding van de invoerrechten. Deze middelen zijn na aftrek van de perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting. Tot slot zijn de invoerrechten geactualiseerd om te corrigeren voor het onbedoelde saldo-effect dat gedurende het jaar optreedt.

Bij de tweede suppletoire begroting is de raming aangepast wegens een nabetaling van EUR 134,6 miljoen bruto (EUR 103,9 miljoen netto), naar aanleiding van de inspectie door de Europese Commissie van de Nederlandse boekhouding van de invoerrechten. Daarnaast worden naar aanleiding van de actualisatie van de inkomstenraming bij de Najaarsnota 2022 de uitgaven op de invoerrechten verhoogd met EUR 352 miljoen.

Tenslotte zijn bij Slotwet de realisaties over 2022 verwerkt. De uiteindelijke gerealiseerde uitgaven komen EUR 581 miljoen lager uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting. Dit wordt deels veroorzaakt doordat Nederland de EU-afdrachten raamt op het jaarlijkse uitgavenplafond uit het MFK 2021-2027, inclusief de speciale instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd. Van dit totale uitgavenplafond is er minder uitgegeven op EU-niveau dan geraamd. Naar verwachting worden deze middelen bij de technische aanpassing in juli 2023, conform afspraken in het MFK, toegevoegd aan de plafonds voor 2023 en 2024. Dit betekent dus dat ceterus paribus de bni-afdracht in 2023 en 2024 zal stijgen. Over de gehele MFK-periode leidt dit echter niet tot een hogere afdracht van Nederland aan de EU. Daarnaast is de realisatie van de invoerrechten lager dan de raming bij de tweede suppletoire begroting. De gerealiseerde ontvangsten (perceptiekostenvergoeding en overige ontvangsten) komen EUR 71,4 miljoen lager uit dan geraamd. Per saldo komen de totale afdrachten lager uit dan geraamd in de tweede suppletoire begroting (circa EUR -509,6 miljoen).

Artikelonderdeel 3.2Zoals gemeld in de eerste suppletoire begroting valt de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds voor 2022 lager uit op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie. Daarnaast vond in 2022 een verrekening plaats met een teruggave van resterende middelen uit het 8e en 9e EOF.

Artikelonderdeel 3.3 De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 1,6 miljoen hoger uit. Deze stijging is het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa om het wegvallen van de jaarlijkse bijdrage van Rusland te compenseren en is reeds toegelicht in de tweede suppletoire begroting.

Artikelonderdeel 3.5De uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 3.5 Europese Vredesfacilteit valt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022 EUR 5,6 miljoen hoger uit. In de eerste suppletoire begroting is deze bijstelling al vermeld: omdat een deel van de middelen voor de Europese Vredesfaciliteit niet kon worden uitgegeven in 2021 zijn deze als eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2022.

Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

A. Algemene doelstelling

Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

De strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ heeft als doel begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid (HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland bij buitenlandse doelgroepen via de publieke band. De aanpak verstevigt het netwerk van beleidsbeïnvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Consulaire dienstverlening

Uitvoeren

  • Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten.

  • Afname van inburgeringsexamens buitenland.

  • Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven.

  • Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland.

  • Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn.

  • Uitbrengen van reisadviezen.

  • Crisisresponse.

  • Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten.

  • Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties.

Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden

Doorlooptijden visumaanvragen: percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld.

 

2020

2021

2022

Streefwaarde

85%

85%

85%

Realisatie

92%

89%

76%

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 2.2.2020). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 45 dagen.

Tijdens de ‘visumdip’ als gevolg van de coronapandemie was de besliscapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken tijdelijk afgeschaald. Het ministerie bevond zich in 2022 in een herstartfase van het visumproces en werkte er aan de besliscapaciteit op te voeren naar het pre-corona niveau. Na corona was er naast de jaarlijkse reguliere groep verwachte aanvragen ook sprake van een grote groep ‘inhaalaanvragen’: Aanvragers die door corona niet had kunnen reizen en dit alsnog wilden doen. Hierdoor werd de vraag naar visa groter dan de besliscapaciteit.

NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.

Regisseren

  • Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid.

  • Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.

Nederlandse cultuur De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken (bij wie ook de coördinatie ligt), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het beleidskader voor het ICB wordt steeds voor een periode van vier jaar vastgesteld (beleidskader internationaal cultuurbeleid 2021–2024). De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  • Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.

  • Behoud, beheer en ontsluiting van gedeeld cultureel erfgoed.

Regisseren

  • Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.

  • Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.

  • Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.

Financieren

  • Ondersteuning van culturele fondsen, instellingen en activiteiten binnen het beleidskader Internationaal Cultuurbeleid (2021–2024).

  • Nederlands-Vlaamse samenwerking (via ondersteuning van Huis DeBuren in Brussel).

  • Bezoekersprogramma’s.

  • Subsidieregeling voor programma’s gericht op jeugd en sociale innovatie in de ring van landen grenzend aan de EU.

Publieksdiplomatie De inzet op het gebied van publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  • Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om de beeldvorming over Nederland in het buitenland eenduidig te versterken en het netwerk van beïnvloeders te verstevigen.

  • Inkomende en uitgaande buitenlandse bezoekersprogramma’s

Regisseren

  • Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door strategische inzet publieksdiplomatie, bijvoorbeeld tijdige inzet van een instrument ter bevordering van de dialoog over persvrijheid of gendergelijkheid.

  • Ondersteuning communicatie tijdens belanghebbende conferenties en inzet tijdens crises.

  • Ondersteuning programma’s gericht op agendering en bevordering van de Sustainable Development Goals (SDGs).

Financieren

  • Gedelegeerde activiteiten publieksdiplomatie door Nederlandse ambassades.

C. Beleidsconclusies

Consulaire zakenHet beleid met betrekking tot consulaire bijstand en visumverlening is ongewijzigd gebleven. Wel was 2022 een intensief jaar, zowel op consulair gebied (met oog op de oorlog in Oekraïne), als qua visumverlening (inzet om wachttijden voor aanvragen visum terug te brengen). Dit jaar is de besliscapaciteit voor visa verbeterd, waardoor aan het einde van 2022 slechts in een klein aantal landen nog beperkingen golden (onder andere Turkije, Marokko, Ghana en Senegal) en daardoor de wachttijden voor aanvragen van een visum buiten de Europees gestelde termijn vielen van twee weken. Met de komst van een nieuwe consulaire crisisunit heeft het ministerie ter versterking van de crisisstructuur verder geïnvesteerd in het verbeteren en actualiseren van bestaande protocollen, infrastructuur en het opleiden en trainen van medewerkers. Hiervoor is extra personeel beschikbaar gemaakt. Ook op het gebied van reisadviezen heeft een aantal onderzoeken plaatsgevonden, waarvan de resultaten en conclusies in 2023 geïmplementeerd zullen worden. De onderzoeken waren gericht op wat de Nederlandse reiziger wil weten en wat deze van de overheid verwacht. Verder is de (toegang tot) dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland verbeterd middels het Rijksbrede Project Loket Buitenland, dat bestendigd is in Nederland Wereldwijd, en het openen van aanvraaglocaties voor reisdocumenten via externe dienstverleners in Madrid en Barcelona.

Internationaal cultuurbeleidIn het licht van de oorlog zijn ten behoeve van versterkte inzet in Oekraïne brede consultaties met (culturele) partners over de inzet van de culturele sector uitgevoerd. Dit heeft onder andere geleid tot uitbreiding van de focuslanden met Oekraïne, om daarmee ook meer cultuurfondsen te kunnen ontsluiten voor het land, en tot ideeën voor 2023 voor het ontwikkelen van sterkere banden tussen Nederlandse en Oekraïnse professionele culturele gemeenschappen. In 2022 zijn extra middelen uitgegeven via het Steunfonds voor creatieve cultuurmakers die zich als gevolg van de oorlog in Oekraïne in Nederland bevinden. Bovendien is na de Russische inval in Oekraïne de samenwerking met Russische culturele staatsinstellingen opgeschort en kon het culturele programma in Rusland niet volledig worden uitgevoerd.

PublieksdiplomatieVia publieksdiplomatie richt het ministerie zich op doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid.

In 2022 werden kansen ruimschoots benut om na de COVID-19-crisis weer samen te werken met publieke en private partners uit binnen- en buitenland. Een voorbeeld hiervan is de inzet van het bezoekersprogramma waarmee mensenrechtenactivisten en journalisten naar Nederland konden reizen voor scholing, training en het aangaan van dialoog met verschillende Nederlandse organisaties. Ook werd er via uitgaande Staatsbezoeken aandacht besteed aan internationaal ondernemen en de expertise van Nederlandse bedrijven.

Posten hebben in lijn met de wens van de Kamer de Nederlandse belangen gewaarborgd en het Nederlands waardenstelsel uitgedragen, juist ook in landen waarmee we van mening verschillen. Zo hebben posten vanuit publieksdiplomatie in samenwerking met World Press Photo een gendertentoonstelling op dertien plekken wereldwijd gerealiseerd, waarvoor media aandacht is verkregen en beslissers en hun beïnvloeders zijn bereikt. Met de inzet van de media en het maatschappelijk middenveld draagt het buitenlandbeleid bij aan het verstevigen van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid.

De internationale positioneringsstrategie van Nederland, die onder regie van BZ wordt uitgevoerd, leverde hiervoor eenduidige boodschappen en instrumenten voor activiteiten die zijn ingezet op internationaal erkende dagen en belanghebbende conferenties en evenementen, waaronder de Ukraine Accountability Conference, de COP27-klimaatconferentie en het Nederlands paviljoen op de Expo in Dubai. Verder zijn de evenementen ingezet ter ondersteuning van de aanpak van crises.

Ook de online kanalen van posten en BZ zijn ingezet voor engagement met buitenlandse doelgroepen en beeldvorming over Nederland. Het gaat hier om de website Netherlands and You, het NL platform, en kanalen van posten op Facebook, Twitter, LinkedIn en Instagram. Hier is ook op de aangewezen dagen opgekomen voor mensenrechten, inclusief gendergelijkheid, persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

55 902

70 038

78 029

72 089

74 139

54 974

19 165

         
 

Uitgaven:

       
         
 

Programma-uitgaven totaal

55 790

63 223

80 244

66 116

60 479

53 484

6 995

         

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

13 962

14 100

22 987

17 974

11 745

9 031

2 714

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Gedetineerdenbegeleiding

1 524

976

1 858

2 324

813

1 560

‒ 747

         
 

Inkomensoverdrachten

       
 

Gedetineerdenbegeleiding

  

220

261

300

540

‒ 240

         
 

Opdrachten

       
 

Consulaire bijstand

527

582

7 016

3 498

422

409

13

 

Reisdocumenten en verkiezingen

4 992

2 559

1 453

1 933

2 013

2 550

‒ 537

 

Consulaire opleidingen

146

135

80

10

101

400

‒ 299

 

Consulaire informatiesystemen

6 386

9 429

6 181

2 486

2 936

3 298

‒ 362

 

Loket buitenland

 

419

6 035

7 400

5 160

274

4 886

 

Gedetineerdenbegeleiding

387

      
         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Loket buitenland

  

144

62

   
         
         

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

14 840

18 370

19 822

19 762

19 950

18 467

1 483

         
 

Opdrachten

       
 

Ambtsberichtenonderzoek

18

116

82

99

91

150

‒ 59

 

Visumverlening

2 857

3 955

3 022

1 746

1 276

3 058

‒ 1 782

 

Legalisatie en verificatie

49

14

38

42

4

80

‒ 76

 

Consulaire informatiesystemen

10 886

12 212

15 925

16 858

17 763

14 151

3 612

 

Informatie Ondersteunend Beslissen

 

1 240

59

88

   
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Asiel en migratie

920

0

696

929

816

1 028

‒ 212

         
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

       
 

Asiel en migratie

110

833

     
         

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7 023

9 077

6 133

6 496

6 638

7 475

‒ 837

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Internationaal cultuurbeleid

1 564

2 663

4 559

4 234

3 196

4 980

‒ 1 784

         
 

Opdrachten

       
 

Internationaal cultuurbeleid

4 118

87

     
         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Internationaal cultuurbeleid

1 341

1 857

     
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Internationaal cultuurbeleid

 

4 470

1 574

2 262

3 442

2 495

947

         

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

19 965

21 676

31 302

21 884

22 146

18 511

3 635

         
 

Subsidies (regelingen)

       
 

Instituut Clingendael

800

2 734

786

800

814

800

14

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

4 545

6 020

5 911

4 777

5 184

3 058

2 126

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

  

69

95

0

99

‒ 99

 

Publieksdiplomatie

  

2 059

1 969

2 437

2 229

208

 

Onderzoeksprogramma

  

79

247

121

50

71

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

    

3

0

3

 

Landenrogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

211

      
         
 

Opdrachten

       
 

Adviesraad Internationale Vraagstukken

376

477

423

392

489

525

‒ 36

 

Instituut Clingendael

  

2 310

2 965

2 635

2 724

‒ 89

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

382

387

259

202

523

1 000

‒ 477

 

Algemene voorlichting

  

2 469

917

1 071

2 790

‒ 1 719

 

Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten

1 500

1 736

957

811

3 054

2 000

1 054

 

Chinastrategie

  

233

34

80

26

54

 

Onderzoeksprogramma

1 636

247

221

158

1 988

220

1 768

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

480

 

3 326

3 417

28

0

28

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

879

68

     
 

Landenrogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

6 628

532

     
 

Europese bewustwording

364

      
         
         
 

Bijdrage aan agentschappen

       
 

Algemene voorlichting

  

2 217

827

1 142

0

1 142

 

Publieksdiplomatie

  

900

    
 

Verkeersnotificaties

   

259

287

400

‒ 113

 

Landenrogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

2 056

1 409

     
         
 

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

       
 

Verkeersnotificaties

 

215

255

0

   
         
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

       
 

Europese bewustwording

0

95

546

334

20

250

‒ 230

 

Publieksdiplomatie

  

1 606

1 839

2 270

2 340

‒ 70

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

  

6 676

1 841

   
 

Landenrogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

108

7 756

     
         
 

Ontvangsten

64 894

53 445

21 241

28 082

56 025

32 674

23 351

         

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

20 407

12 559

7 381

13 975

10 689

9 200

1 489

         

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

44 413

40 498

13 448

13 768

44 962

23 200

21 762

         

4.40

Doorberekening Defensie diversen

74

74

74

74

74

74

0

         

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

 

314

338

265

300

200

100

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De mutaties in het verplichtingenbudget lopen parallel aan de mutaties op de uitgaven, die hieronder worden toegelicht. Verder zijn er meerjarige contracten vastgelegd in het consulaire domein, onder andere voor visumstickers en diverse toeleveranciers.

In de eerste suppletoire begroting is de stijging van de verplichtingen voor Consulaire dienstverlening toegelicht. Verder is er een verplichting opgenomen voor een onderzoek naar de Nederlandse inzet Afghanistan. Als laatste is er de stijging door meerdere projecten die vallen onder het programma ondersteuning buitenlands beleid (POBB).

Uitgaven

Artikelonderdeel 4.1 Zoals gemeld in de eerste suppletoire begroting zijn de uitgaven voor Loket Buitenland gestegen door verschuivingen uit 2021 en door een overheveling van apparaat.

De lagere uitgaven van Gedetineerdenbegeleiding komen doordat de subsidie in 2023 zal worden uitgekeerd. Dit bedrag wordt dus als eindejaarsmarge meegenomen naar volgend jaar.

Artikelonderdeel 4.2In de eerste suppletoire begroting is de stijging van de consulaire informatiesystemen al uitgewerkt. Dit komt onder meer door de uitgaven om te voldoen aan de voorwaarden voor de BMVI-subsidie (het instrument voor grensbeheer en visa).

De uiteindelijke uitgaven voor consulaire informatiesystemen vallen lager uit doordat een deel van de kosten in 2023 zal komen. De uitgaven (voor onder meer het Nieuw Visum Informatiesysteem, biometrie en Front and Back Office) zijn als eindejaarsmarge meegenomen.

Artikelonderdeel 4.4In 2022 heeft de Koning staatsbezoeken afgelegd aan Oostenrijk, Zweden en Griekenland en een werkbezoek aan Californië en Texas (VS). Daarnaast heeft de Koning twee inkomende Staatsbezoeken ontvangen van India en Italië. Door de coronacrisis konden veel eerder geplande inkomende en uitgaande bezoeken niet doorgaan. In 2022 is dit deels gecompenseerd. De uiteindelijke uitgaven waren hierdoor hoger dan begroot. In de tweede suppletoire begroting is het budget eenmalig verhoogd met EUR 400.000.

De hogere uitgavenrealisatie op dit artikelonderdeel is in de eerste suppletoire begroting al vermeld: het onderzoek van het NIOD naar de 20 jaar inzet in Afghanistan. Verder zijn de uitgaven verhoogd voor meerdere projecten die vallen onder het POBB.

OntvangstenArtikelonderdeel 4.10 en 4.20 Naast de in de eerste suppletoire begroting genoemde stijging van BMVI-subsidies en MVV-gelden, is er ook sprake van hogere visa ontvangsten en hogere ontvangsten voor paspoorten.

De BMVI-subsidies worden gedesaldeerd met artikel 4.2. De overige ontvangsten van artikel 4.10 en 4.20 worden gedesaldeerd met artikel 7.1.2.

5. Niet-beleidsartikelen

Artikel 5: Geheim

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van Niet-beleidsartikel 5 Geheim (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

Verplichtingen

 

0

0

0

0

 

0

0

         

Uitgaven

 

0

0

0

0

 

0

0

         

Ontvangsten

 

0

3 003

0

0

 

0

0

         

5.10 Geheim

 

0

3 003

0

0

 

0

0

Artikel 6: Nog onverdeeld (HGIS)

A: De Homogene Groep Internationale Samenwerking De HGIS is een budgettaire overzichtsconstructie binnen de Rijksbegroting, die is ingesteld in 1997 als onderdeel van de herijking van het buitenlandbeleid. In de HGIS worden de buitenlandactiviteiten van de departementen gebundeld. Daarmee is in één oogopslag zichtbaar welke uitgaven Nederland doet in het kader van internationale samenwerking. Jaarlijks wordt de inzet op de HGIS gepubliceerd door middel van een HGIS-nota en jaarverslag. Deze verschijnen tegelijkertijd met de overige begrotings stukken (bij Prinsjesdag en Verantwoordingsdag).

De middelen die onderdeel zijn van de HGIS, staan op de diverse departementale begrotingen. De betreffende ministers zijn zelf verantwoordelijk voor de eigen HGIS-onderdelen binnen de begroting. De HGIS werkt als een parapluconstructie om de uitgaven te kunnen bundelen. Voor loon- en prijsstijgingen (inclusief wisselkoers-ontwikkelingen) en niet-voorziene tegenvallers is binnen de HGIS vanuit de Bruto Nationaal Inkomen (BNI)-bijstelling een reservering opgenomen op dit artikel (artikel 6, nog onverdeeld (HGIS)) op de begroting van BZ. Compensatie voor loon- en prijsbijstelling van apparaatsuitgaven (BZ-personeel en attachés van andere departementen) vindt met voorrang plaats uit deze reservering. Daarbij wordt voor de HGIS rekening gehouden met het buitenlandcomponent van deze uitgaven.

Tabel 12 Nog onverdeeld: opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de vastgestelde begroting 2022, realisatie en het verschil (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

Verplichtingen

 

0

0

0

0

0

2 868

‒ 2 868

         

Uitgaven:

        
         

Uitgaven totaal

 

0

0

0

0

0

2 868

‒ 2 868

         

6.1 Nog onverdeeld (HGIS)

 

0

0

0

0

0

2 868

‒ 2 868

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven en verplichtingen

Het budget voor het artikel – Nog onverdeeld – heeft betrekking op de HGIS en hierop heeft geen realisatie plaatsgevonden. Zoals ook in de eerste suppletoire begroting is opgenomen betreft de mutatie het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BNI- en bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2021, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen, zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor een aantal uitvoeringsknelpunten (tariefstijging Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, gestegen contributie voor het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts en de Wereldtentoonstelling Dubai), het continueren van programma's zoals Blue Deal fase 2 en het financieren van twee onderzoeken naar Afghanistan (NIOD onderzoek en een onderzoek naar de evacuatie-operatie uit Afghanistan). Ten slotte wordt, zoals opgenomen in de tweede suppletoire begroting, een deel van het budget opgevraagd in 2023 via de eindejaarsmarge.

Artikel 7: Apparaat

Personele en materiële uitgaven Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Personeel De personele uitgaven vallen uiteen in de volgende categorieën: (1) Uitgaven voor het ambtelijk personeel werkzaam op het ministerie in Den Haag. Dit betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement (met uitzondering van de secretaris-generaal, plaatsvervangend secretaris generaal en directeuren-generaal), de beleidsdirecties en de ondersteunende diensten. (2) Uitgaven voor het uitgezonden personeel op de ambassades (zoals salaris, vergoedingen en dienstreizen). (3) Uitgaven voor het lokaal aangenomen personeel op de ambassades.

Materieel De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor (1) huisvesting zoals huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het kantoor in Den Haag, klein onderhoud en bouwkundige projecten, (2) beveiligingsmaatregelen, (3) ICT uitgaven zoals automatisering en communicatiemiddelen en (4) bedrijfsvoeringsuitgaven. Specifiek wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared serviceorganisatie (SSO) worden verricht.

Tabel 13 Niet-beleidsartikel 7 Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Vastgestelde begroting 2022

Verschil 2022

 

Verplichtingen

769 414

805 205

806 524

822 922

951 345

977 241

‒ 25 896

         
 

Uitgaven

769 414

805 205

806 524

822 922

943 636

942 241

1 395

         

7.1.1

Personele uitgaven

489 013

507 727

535 552

543 541

610 262

582 057

28 205

 

Eigen personeel

477 003

435 712

447 903

450 293

484 660

570 057

‒ 85 397

 

Inhuur extern

12 010

31 991

27 207

32 390

43 920

12 000

31 920

 

Overige personeel

0

40 024

60 442

60 858

81 682

0

81 682

         

7.1.2

Materiele uitgaven

280 401

275 961

270 972

271 769

332 695

360 184

‒ 27 489

 

ICT

53 435

52 031

54 751

50 749

65 782

62 443

3 339

 

Bijdragen aan SSO's

61 061

64 972

53 144

49 699

53 591

49 461

4 130

 

Overige materieel

165 905

158 958

163 077

171 321

213 322

248 280

‒ 34 958

         

7.2

Koersverschillen

0

21 517

0

7 612

679

0

679

         
         
 

Ontvangsten

47 702

68 993

54 434

56 147

28 682

63 180

‒ 34 498

         

7.10

Diverse ontvangsten

41 703

68 993

41 696

56 147

28 682

63 180

‒ 34 498

         

7.11

Koersverschillen

5 999

0

12 738

0

 

0

0

Verplichtingen

De verplichtingenrealisatie is normaliter gelijk aan de kasrealisatie op het apparaatsartikel (v=k methode). Echter is in 2022 een grote verplichting aangegaan voor de aankoop van een nieuwe kanselarij in Brussel, zoals toegelicht in de eerste incidentele suppletoire begroting 2022.

Uitgaven

Personele uitgaven:

Bij de personele uitgaven zijn, zoals toegelicht in de de eerste suppletoire begroting, de belangrijkte mutaties:

  • In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van het postennet. Hierdoor namen de personele uitgaven in 2022 toe met EUR 8 miljoen.

  • De uitgaven voor het personeel in Nederland en op de posten stegen door de loon- en prijsontwikkeling in totaal met ongeveer EUR 14 miljoen.

  • Voor MH17 zijn middelen vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook werd voor MH17 de eindejaarsmarge 2021 in 2022 ingezet.

  • De uitgaven zijn gestegen door de verwerking van een door Sjoerdsma c.s. ingediend amendement ter vergroting van de sanctiecapaciteit.

Materiële uitgaven:

  • De uitgaven aan ICT zijn hoger uitgevallen dan in de begroting was geraamd. Dit komt voornamelijk door het toevoegen van loon- en prijsbijstelling. Dit is in de eerste suppletoire begroting reeds toegelicht.

  • De uitgaven aan SSO's zijn ook meer toegenomen dan verwacht, vanwege hogere bijdragen aan onder meer Doc-Direkt en SSC-ICT. Dit heeft onder meer te maken met hogere tarieven voor SSC-ICT en het digitaliseren van het archief via Doc-Direkt, waarvoor het instrument bijdrage aan SSO's gehanteerd moet worden. De apparaatsbegroting wordt hiermee niet overschreden. Verder is ook loon- en prijsbijstelling toegekend, zoals toegelicht in de eerste suppletoire begroting.

  • Op het gebied van overig materieel is er een onderrealisatie te zien. Het grootste gedeelte hiervan is reeds bij tweede suppletoire begroting toegelicht. Dit komt grotendeels door vertragingen op het gebied van huisvestingsprojecten. Deze middelen worden doorgeschoven naar komende jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn lager uitgevallen dan begroot. In de eerste suppletoire begroting is toegelicht dat de ontvangsten met ruim EUR 17 miljoen afnamen vanwege een bijsteling van de verwachte verkoopopbrengsten binnen de vastgoedportefeuille van het ministerie. Bij tweede suppletoire begroting is de raming opnieuw naar beneden bijgesteld met ruim EUR 18 miljoen.

Nader toegelicht

I: Huisvesting

Doel van het huisvestingsbeleid van BZ is om ambassadekantoren waar mogelijk functioneel en doelmatig in te richten ter ondersteuning van de modernisering van de diplomatie. Panden worden afgestoten, aangeschaft of verbouwd conform een op functionaliteit gericht rationaliseringsplan en rekening houdend met de duurzaamheidsdoelstellingen die voortvloeien uit het Parijs Akkoord. Hiermee wordt tevens een structurele bezuiniging ingevuld op de huisvestingsuitgaven in het buitenland, zoals in eerdere kabinetten is afgesproken.

Teneinde de gewenste efficiëntieslag te kunnen maken is in 2013 een middelenafspraak overeengekomen tussen BZ en Financiën (het zogenaamde 'Huisvestingsfonds'). Deze afspraak is in vergelijkbare vorm in 2019 verlengd tot en met 2025. Daarbij is afgesproken dat ontvangsten uit de verkoop van onroerend goed in het buitenland in latere jaren kunnen worden ingezet voor investeringen die samenhangen met de voorgenomen besparingen op de huisvesting in het buitenland en de verduurzaming van de huisvestingsportefeuille.

Zoals toegezegd tijdens het Wetgevingsoverleg op 12 juni 2017 over het jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 2016 is hieronder een overzicht opgenomen van de onroerend goed mutaties die gemoeid zijn met de middelenafspraak van de afgelopen vijf jaar. De uiteindelijke opbrengsten van verkoop zijn onder meer afhankelijk van de vastgoedmarkt in de betreffende landen. Op 31 december 2022 was het saldo voor investeringen EUR 39,7 miljoen. Vastgoed investeringen en/of aankopen zijn verricht in 2022 voor EUR 56,8 miljoen en voor EUR 2,8 miljoen aan vastgoed is verkocht in 2022. Daarnaast is middels een kasschuif budget in 2022 toegevoegd vooruitlopend op toekomstige ontvangsten. Dit is opgenomen onder de regel opbrengsten.

Tabel 14 Overzicht mutaties middelenafspraak

Bedragen x EUR 1 miljoen

2018

2019

2020

2021

2022

Stand aanvang begrotingsjaar

11,6

3,6

26

4,2

33,7

Opbrengsten

6

37,8

5,4

34,7

62,81

Investeringen en/of aankopen

14

15,4

27,2

5,2

56,8

Stand einde van het begrotingsjaar

3,6

26

4,2

33,7

39,7

X Noot
1

Dit betreft voor EUR 60 miljoen een kasschuif.

  • 2018: Inkomsten uit verkoop van panden in Bogota, Port of Spain en Rabat. Investeringen in o.a. Bamako, Kabul, Juba en Tunis

  • 2019: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform masterplan: verkopen in o.a. Londen, Khartoum en uitgaven ten behoeve van huisvesting in Jakarta, Juba, Bagdad en Kaboel.

  • 2020: De verwachte verkopen in o.a Lima, San Jose en Kiev zijn gerealiseerd. Andere verkopen zijn vertraagd door COVID-19. Investeringen in o.a. Washington, Rabat en Ankara.

  • 2021: Gerealiseerde verkopen en uitgaven in diverse panden conform de meerjarenplanning: verkoop in Seoul. Investeringen o.a. in Sydney, Caracas, Atlanta, Bangalore en wereldwijd veiligheidsproject

  • 2022: Inkomsten uit verkoop van o.a. pand in Lagos. Daarnaast is er budget toegevoegd middels een kasschuif vooruitlopend op toekomstige ontvangsten. Investeringen hebben plaatsgevonden conform de meerjarenplanning in Brussel, Londen, Milaan en Beiroet.

II: Kengetallen personeel

Tabel 15 Kengetallen Personeel
 

realisatie

realisatie

Personeel

2022

2021

Loonkosten departement

  

Gemiddelde bezetting (fte)

2.580

2.440

Gemiddelde prijs (EUR)

97.044

93.191

Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000)

250.374

227.387

   

Loonkosten posten

  

Gemiddelde bezetting (fte)

768

769

Gemiddelde prijs (EUR)

116.794

113.026

Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000)

89.698

86.917

   

Totaal loonkosten ambtelijk personeel (A)

  

Gemiddelde bezetting (fte)

3.348

3.209

Gemiddelde prijs (EUR)

101.575

97.945

Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000)

340.072

314.304

   

Vergoedingen uitgezonden personeel (B)

  

Gemiddelde bezetting (fte)

768

769

Gemiddelde prijs (EUR)

91.083

79.327

Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000)

69.952

61.002

   

Loonkosten lokaal personeel (C)

  

Gemiddelde bezetting (fte)

2.039

2.089

Gemiddelde prijs (EUR)

59.829

52.377

Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1.000)

121.972

109.440

   

Totaal loonkosten (A-C) (x EUR 1.000)

531.996

484.747

Toelichting:

  • De gemiddelde bezetting op het departement nam in 2022 met 140 fte toe, de bezetting van uitgezonden personeel naar het postennet bleef min of meer gelijk.

  • De loonkosten ambtelijk personeel stegen in 2022 uit hoofde van afspraken in de CAO rijk en de ontwikkeling van de pensioenpremies.

  • De gemiddelde bezetting van lokaal personeel op de posten nam in 2022 eenmalig af door de noodzakelijk geworden afvloeiing van personeel door de sluiting van ambassade Kabul in 2021.

  • De loonkosten lokaal personeel stegen in 2022 door loonaanpassingen (gebaseerd op loononderzoeken via de markersystematiek) en koerseffecten als gevolg van tussentijdse bijstelling van corporate rates.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan de bedrijfsvoering. Via de interne planning- en controlcyclus waaronder de begrotings- en jaarplancyclus en het toezichtarrangement bewaakt BZ of de doelstellingen op doelmatige en rechtmatige wijze worden gerealiseerd. Waar nodig wordt bijgestuurd.

Deze paragraaf gaat in op de bedrijfsvoeringvraagstukken die zich gedurende het begrotingsjaar 2022 hebben voorgedaan en waarvan de informatieverstrekking voor het inzicht en de oordeelsvorming door de Tweede Kamer van belang is. Op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften informeren wij u over onder meer risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), verduurzaming van de BZ-organisatie en informatiebeveiliging.

Paragraaf 1: Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid Er hebben zich geen overschrijdingen en/of bijzonderheden voorgedaan.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatieEr zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

InkopenHet ministerie heeft in 2022 de inkooporganisatie en het inkoopbeheer verder versterkt. Zo is gewerkt aan inbedding van de inkoopbeheeractiviteiten in de lijn bij BZ-directies en de Financiële Service Organisatie. Tevens is het informatie-dashboard voor het inkoopbeheer op basis van de verkregen inzichten doorontwikkeld . Als onderdeel van het BZ proces Grip op Inkoop is in 2022 voor het eerst een in-control verklaring afgegeven.

De spendanalyse laat een verbetering van de kwaliteit van de contractadministratie zien, al is er ruimte voor verdere verbetering van het contractenregister. Soms zijn ten onrechte alleen de uitgaven als verplichting vastgelegd in plaats van het contractbedrag. Omdat deze bedragen niet op doelmatige wijze zijn te achterhalen, heeft het CDI-office (Coördinerend Directeur Inkopen) de mate van onrechtmatigheid niet exact kunnen vaststellen. Het CDI-office is van mening dat gelet op aard van de verplichtingen - veelal kortlopend - er geen sprake is van een materieel verschil als nader dossieronderzoek had plaatsgevonden. In 2023 wordt ingezet op verdere verbetering van het contractenregister.

Overbruggingsovereenkomsten CategoriemanagementBZ is door het Ministerie van IenW geïnformeerd dat de ADR overbruggingscontracten (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) als «onrechtmatig» heeft beoordeeld. In 2022 zijn de raamovereenkomsten voor Inkoopadvies, en Auditdiensten (percelen 1 en 3) rechtmatig tot gunning gekomen. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden verplichtingen die op deze nadere overeenkomsten onder de overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. Over 2022 gaat het bij BZ om circa 1,1 miljoen euro. Het ministerie van IenW verwacht in 2023 te kunnen voorzien in de rechtmatige raamovereenkomsten voor Auditdiensten perceel 2 en Interim Management & Organisatieadvies.

Beheer vastgoed en huisvestingIn 2022 heeft de Directie Huisvesting en Facilitaire Zaken (DHF) stappen gezet om de huisvestingsvisie te implementeren. Zo is een investeringspakket voor de komende jaren op hoofdlijnen opgesteld, zijn de duurzaamheidsdoelstellingen vastgesteld en geïntegreerd in de besluitvorming van de directie en is de fysieke component van hybride werken geborgd in het werk van DHF. Met de organisatieontwikkeling van de directie ligt DHF grotendeels op koers: nagenoeg alle functies zijn vervuld, de reorganisatie is geëvalueerd en waar nodig kan DHF snel schakelen om huisvestingsprojecten op te pakken, zoals bijvoorbeeld rond de verwerving en ontwikkeling van nieuwe huisvesting in Brussel. Zoals ook wordt geconstateerd door de Algemene Rekenkamer, heeft DHF nog belangrijke uitdagingen. Met name gaat het om de noodzakelijke verbetering van het informatiemanagement rondom de huisvestingsprocessen. Daarnaast betreft het nadenken over een alternatieve financieringswijze voor de instandhouding van de BZ-huisvestingsportefeuille, voor na de periode van het genoemde investeringspakket, dat nog geheel wordt gefinancierd uit de opbrengst van een grote verkoop die op dit moment wordt voorbereid.

In 2022 zijn projecten opgeleverd in o.a. Juba, Milaan, Seoul en Bangalore en aankopen gerealiseerd in Dublin, Rabat en Brussel. Door de oorlog in Oekraïne zijn huisvestingsprojecten in Rusland stil te komen liggen en heeft BZ te maken met significant hogere (energie)prijzen.

Huisvesting NLIn 2022 is de BZ-organisatie terug naar kantoor gegaan. In de cijfers zien we dat het aantal medewerkers dat op kantoor werkt, lager is dan voor de COVID periode, maar iets hoger dan bij andere ministeries. In samenspraak met alle departementen heeft BZK besloten dat elk departement voorlopig naar een flexnorm van 0,7 werkplek per fte gaat. BZ heeft momenteel minder werkplekken dan deze norm. Afgesproken is dat additionele werkplekken in het gebouw Rijnstraat 8 vrijgemaakt zullen worden.

Voor de tijdelijke maar noodzakelijke extra fysieke beveiliging op Rijnstraat 8 is een bouwkundig ontwerp gemaakt, aangevuld met elektronische en organisatorische maatregelen. Dit gehele pakket wordt in 2023 ingevoerd, voor de resterende tijd dat BZ nog in Rijnstraat 8 blijft.

BZK is bezig met een plan voor de middellange termijn, waar een zgn. unilocatie voor BZ deel van uitmaakt: een gebouw uitsluitend voor BZ, waarin de hele organisatie weer in hetzelfde gebouw gehuisvest wordt.

Misbruik en oneigenlijk gebruik en fraude en corruptieIn deze rapportage worden misbruik en oneigenlijk en fraude en corruptie separaat beschreven. Misbruik en oneigenlijk gebruik ziet op het opzettelijke handelen van externe partijen in de BZ-activiteitencyclus waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. Het onderdeel fraude en corruptie ziet op het onrechtmatig handelen van BZ-medewerkers. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de integrale bedrijfsvoering, met uitzondering van de projectmatige beheersing van de activiteitencyclus inclusief het beleid ten aanzien van misbruik en oneigenlijk gebruik. Deze valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruikBZ beschikt over beleid en procedurebeschrijvingen, die zijn opgenomen in het Handboek Bedrijfsvoering Buitenlandse Zaken (HBBZ). Conform afspraak worden vermoedens en gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik in de BZ-activiteitencyclus, gemeld bij het Expertisecentrum Malversaties (ECM) van het ministerie. Parallel is het meldpunt integriteit van VCI verantwoordelijk voor meldingen ten aanzien van interne fraude of grensoverschrijdend gedrag. Vermoedens van grensoverschrijdend gedrag bij uitvoerende partners binnen de activiteitencyclus worden afgehandeld door het Expertisepunt SEAH.

Meldingen misbruik en oneigenlijk gebruikIn 2022 zijn 7 vermoedens van misbruik en oneigenlijk gebruik rond BZ activiteiten gemeld bij ECM (ter vergelijking 2021: 4). Meer informatie ten aanzien van (vermoedens van) misbruik en oneigenlijk gebruik rond BHOS activiteiten is opgenomen in de bijlage «sanctiebeleid en malversaties» van het jaarverslag Buitenlandse Zaken 2022.

Analyses van ECM tonen een aantal primaire risico’s t.a.v. door BZ gefinancierde activiteiten:

  • Misbruik en oneigenlijk gebruik bij contracten en aanbestedingen (bijvoorbeeld het indienen door contractpartners van niet-declareerbare kosten, of gebruik van kwalitatief minderwaardige materialen of producten);

  • Over-facturering (bijvoorbeeld door onderaannemers of toeleveranciers);

  • Corruptie (bijvoorbeeld omkoping van contractpartners door derden of andersom).

Dergelijke zaken komen primair aan het licht door voorgangs-/eindrapportages, melders, reguliere interne controlesystemen van contractpartners, en (forensische) accountantsonderzoeken. Dit benadrukt het belang van goede controlemechanismen (bij contractpartners), anonieme en veilige meldersmogelijkheden en accountantsonderzoeken. Ten behoeve van de preventie van misbruik en oneigenlijk gebruik in de activiteitencyclus is zodoende in 2022 (en wordt in 2023 verder) ingezet op:

  • vergroting van bewustzijn en kennis binnen en buiten de organisatie, o.a. via een nieuw opgezette leergang «risicomanagement binnen de activiteitencyclus», publicatie van een «fraud prevention and compliance guide», en publicatie van een «fraud awareness alert» t.a.v. de meest voorkomende vormen van fraude en de mogelijkheden tot mitigatie;

  • versterking van internationale informatie- en kennisuitwisseling t.a.v. detectie en preventie van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • lancering van een melderspagina waarop externe melders (vermoedens van) misbruik en oneigenlijk gebruik eenvoudiger kunnen melden.

Fraude en corruptieNaast misbruik en oneigenlijk gebruik door derden, heeft BZ een verantwoordelijkheid in het voorkomen en tijdig detecteren van (interne) fraude en corruptie, gepleegd door BZ-medewerkers. Onderstaande rapportering ziet primair op de belangrijkste materiële interne risico’s van BZ op onder meer de volgende terreinen:

  • doorbreken van interne beheersmaatregelen door het management;

  • onvolledig verantwoorden van ontvangsten door het frauduleus verstrekken van reisdocumenten en/of het beïnvloeden van de prijs bij de verkoop van vastgoed voor eigen gewin;

  • verrichten van ongeautoriseerde betalingen;

  • onrechtmatig onttrekken van contant geld en waardevolle goederen zoals kunst;

  • inkoop- en aanbestedingsproces van hoog-risicoposten.

BZ heeft een werkend stelsel van interne beheersingsmaatregelen die zijn gericht op het mitigeren van bovenstaande risico’s. Zo voert BZ op halfjaarlijkse basis een totaalomspannende verbandscontrole uit op de ontvangsten inzake reisdocumenten. In de keten van factuurverwerking tot en met betalen zijn waarborgen ingebouwd om te voorkomen dat ongeautoriseerde betalingen plaatsvinden. Zo wordt bijvoorbeeld in het betaalproces gewerkt met prestatieverklaring en een vier-ogen-principe. Ook moeten kasverschillen boven de € 150 voorgelegd worden aan de directeur FEZ. In 2022 heeft de directie Veiligheid, Crisiscoördinatie en Integriteit een risicoanalyse integriteit uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan is een handreiking ontwikkeld voor hoog-risicoposten om het risico op integriteitsschendingen bij het inkoop- en aanbestedingsproces te reduceren. De handreiking is eind 2022 vastgesteld.

In 2022 hebben bovengenoemde risico’s zich in beperkte mate voorgedaan. Onder meer is op een van de posten op lokale schaal fraude gepleegd met cheques. Op een andere post is corruptie vastgesteld in het consulaire proces. Gezien de beperkte financiële omvang per visum is de inschatting dat de schade die hiermee gepaard ging, beperkt is. N.a.v. alle geconstateerde fraudezaken zijn brede passende maatregelen genomen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Archivering In het kader van het rijksbrede programma «Open op Orde» is verder gewerkt aan het structureel verbeteren van de informatiehuishouding van BZ. Hiervoor is het Actieplan Informatiehuishouding BZ geactualiseerd. Belangrijkste onderdeel van dit actieplan betreft de realisatie van de vernieuwde SharePoint-omgeving die als basisvoorziening voor de informatiehuishouding voor de BZ-organisatie zal worden ingezet. De voorbereiding hiervoor is grotendeels afgerond en het systeem zal in de eerste helft van 2023 in gebruik worden genomen. Het deelproject ‘Webarchivering’ is afgerond. In het vierde kwartaal van 2022 is het rijksbrede implementatietraject e-mailarchivering gestart. BZ neemt deel aan dit traject en zal aansluiten op de rijksbrede voorziening die in dit kader wordt gerealiseerd. De overige deelprojecten van het actieplan lopen nog. Verder is de in het actieplan beschreven formatieve uitbreiding van functies binnen de informatiehuishouding verder uitgewerkt in een herinrichtingsplan voor het cluster Informatiemanagement. De Ondernemingsraad heeft over dit plan een positief advies uitgebracht. De werving voor de nieuwe functies is gestart.

Informatiebeveiliging Informatiebeveiliging is voor BZ van cruciaal belang. Het lijdt geen twijfel dat onvoldoende informatiebeveiliging vergaande en ontregelende gevolgen kan hebben. De focus lag in 2022 op het afronden en structureel borgen van de activiteiten en resultaten van het Olympia project. Dit project had tot doel tekortkomingen op het gebied van governance, organisatie, accreditaties en risicomanagement en incidentmanagement weg te nemen. Hiervoor zijn o.a. de Governance Risk management & Compliance (GRC)-tool en Incidentregistratietool geïmplementeerd. Daarnaast zijn beheersmaatregelen uit de BZ-baseline nader uitgewerkt en deels geïmplementeerd. Ook zijn in 2022 accreditaties verleend en heeft BZ het proces van bewaken, aanvragen en afgeven van accreditaties geborgd in de lijnorganisatie. Tot slot zijn de controles op toegang tot gevoelige informatie aangescherpt. Het verder aanscherpen van de toegang tot BZ-informatie wordt de komende jaren programmatisch aangepakt.

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) In 2022 heeft BZ de verantwoordelijkheid voor het verwerken van persoonsgegevens in de lijn versterkt door het reeds bestaande AVG-coördinatorenoverleg en het AVG-managementoverleg aan te vullen met themasessies. Onder meer over het updaten van de Standard Contractual Clauses. Dit met het oog op het actualiseren van het overzicht van de persoonsgegevens die doorgegeven worden buiten de Europese Economische Ruimte (EER), waarvoor BZ in 2022 een start heeft gemaakt. Op basis van dit overzicht zijn directies gestart met het uitvoeren van Data Transfer Impact Assessments (DTIA’s) en het updaten van de Standard Contractual Clauses (SCC’s) aan de hand van de nieuwe modellen. Uit onderzoek van het privacyteam in 2022 blijkt dat het huidige AVG Verwerkingsregister geen mogelijkheid biedt voor het publiceren van gegevensverwerkingen die geregistreerd zijn in het verwerkingsregister. In 2023 wordt verdere invulling gegeven aan de opgestelde planning voor publicatie.

Op basis van feedback van de AVG-coördinatoren heeft het privacyteam in het vierde kwartaal een aanpassing in de werkwijze gemaakt. Het team werkt bijvoorbeeld met het vier-ogen-principe, wat onder meer de uniformiteit en kwaliteit zal bevorderen in gegeven adviezen. Hierbij is de focus verlegd van kwantiteit naar kwaliteit. In 2022 is de Informatiebeveiliging- & privacyvragenlijst verstuurd naar alle risicovolle directies en posten. Naast opvolging van de aanbevelingen uit de vragenlijst monitort het Information Security Centre de opvolging van aanbevelingen door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op de gegevensverwerking met betrekking tot het Schengen Visa.

In februari 2022 heeft de AP BZ een boete opgelegd die betrekking heeft op de huidige applicatie die wordt gebruikt bij het afhandelen van Schengen visumaanvragen. BZ informeerde visum-aanvragers onvoldoende over de gegevens die gedeeld werden met andere partijen (art. 13 AVG). Ook was de beveiliging van de verwerking van de persoonsgegevens onvoldoende gewaarborgd (art. 32 AVG). Op beide onderdelen heeft de AP tevens een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding te beëindigen. BZ heeft in maart 2022 aan de opvolging van het eerste lastonderdeel voldaan. Dit is schriftelijk bevestigd door de AP. Om opvolging te geven aan het tweede lastonderdeel heeft BZ een Plan van Aanpak opgesteld en voorgelegd aan de AP. In oktober zijn de benodigde documenten ingeleverd bij de AP. De AP heeft op onderdelen ingestemd met de maatregelen die door BZ zijn voorgedragen en doorgevoerd. Goedkeuring op de resterende onderdelen en een formele bevestiging over het voldoen aan het tweede lastonderdeel is eind 2022 nog niet gegeven.

Paragraaf 2: Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote ICT-projecten Het project FOBO (Front Office Back Office) heeft tot doel consulaire klanten moderne dienstverlening te bieden en de afhandeling van visumaanvragen digitaal te administreren. Het digitale loket (de frontoffice) voor visumaanvragen is al enige tijd operationeel. Onder de naam EIDOS is in het Rijks ICT-dashboard het nieuwe backofficesysteem om Schengen- en Caribische visumaanvragen mee te verwerken geregistreerd. Dit systeem ondersteunt het visumproces met een digitale werkstroom en past binnen de digitaliserings- en innovatiedoelstellingen rondom consulaire dienstverlening. Implementatie van het backofficesysteem moet leiden tot een efficiënter en effectiever visumproces. In maart 2022 is de applicatie voor het digitaal verwerken van de Caribische visumaanvragen operationeel geworden. Naar verwachting start in 2023 de implementatie van de applicatie voor het digitaal verwerken van Schengen visumaanvragen.

Activiteiten Audit Committee Het Strategisch Audit Committee van BZ heeft met de departementsleiding van gedachten gewisseld over onderwerpen zoals verduurzaming, IT, wendbaarheid postennet, strategische evaluatieagenda, huisvesting buitenland, auditprogrammering, (interim) auditrapport en verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. Het Strategisch Audit Committee is vier keer bijeengekomen. Er is een evaluatie uitgevoerd onder de leden. Uitkomst daarvan was dat men over het algemeen tevreden is over de invulling van de aanbevelingen van de evaluatie van 2019/2020. Een van de verbetersuggesties uit de zelfevaluatie van 2022 is dat de vraagstelling voor advies nog concreter kan. Het Strategisch Audit Committee heeft drie externe leden. De benoeming van een extern lid waarvan de zittingstermijn begin 2023 afloopt is met twee jaar verlengd.

Paragraaf 3: Belangrijkste ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

PersoneelsbeleidSociaal psychologische en arbeidsmarkt begeleiding van voormalig collega’s uit AfghanistanDe begeleiding van voormalige collega’s uit Afghanistan op het vlak van sociaal psychologische begeleiding en oriëntatie op de arbeidsmarkt is per 30 december 2022 beëindigd. De psychosociale zorg is voltooid. De inspanningen van de Hoofddirectie Personeel en Organisatie (HDPO) en de ingeschakelde bedrijfsmaatschappelijk werkers en tolken zijn per 1 mei 2022 afgerond. SPARK is als intermediaire organisatie opgetreden en heeft, met de inzet van jobcoaches, tenminste tien voormalige stafleden aan een baan in Nederland geholpen, waarvan twee bij BZ.

Banenafspraak - positieve ervaring met het nieuwe format voor Meet & Match bijeenkomsten In 2022 is het format voor kennismakingen van leidinggevenden en sollicitanten gewijzigd; bij de interne Meet & Match lag de focus op wat de kandidaat nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Dit blijkt succesvol. Verder werden trainingen gevolgd over job carven/craften door HR Adviseurs van HDPO.

Evaluatie HR-Adviseur voor de Medewerker De pilot ‘HR-Adviseur voor de Medewerker (HRAM)’ is positief geëvalueerd. De functie blijkt aan een grote behoefte te voldoen en levert een positieve bijdrage aan arbeidsrust en arbeidsverhoudingen. De pilot zal tot medio 2025 worden voortgezet. De structurele inbedding van deze rol zal worden meegenomen in de evaluatie van het P-beleid.

Start evaluatie personeelsbeleid De Terms of Reference voor de tweede evaluatie van het personeelsbeleid werd 18 november 2022 door de Bestuursraad goedgekeurd. In november en december 2022 is de ADR (de evaluator) aan de slag gegaan om een voorstel te formuleren voor de evaluatie. Tevens werd in deze maanden door HDPO gewerkt aan de samenstelling van de referentiegroep en adviesgroep voor deze evaluatie, die tussen januari en juni 2023 zal plaatshebben.

Start onderzoek Diversiteit in doorstroom in (top) managementfuncties bij andere organisaties In juli 2022 werd de opdracht bevestigd aan de ADR om voor BZ een onderzoek te doen naar hoe andere organisaties in Nederland (overheid en bedrijfsleven) de doorstroom van groepen die onder de doelstellingen voor diversiteit en inclusie (D&I) bij BZ vallen hebben georganiseerd. Aan de ADR is concreet gevraagd wat deze andere organisaties doen om de doorstroom van vrouwen, personen met een bi-culturele achtergrond en LHBTIQ+ personen in (top) managementfuncties te bevorderen met als doel na te gaan wat BZ daarvan kan leren. Dit onderzoek ging in 2022 van start, het finale rapport wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2023.

Kwalitatief onderzoek naar obstakels en aanjagers doorstroom vrouwen bij BZ Dit onderzoek dat wordt uitgevoerd door een externe onderzoeker is eind 2022 van start gegaan. Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe BZ de eigen doelstelling van genderpariteit op alle leidinggevende niveaus in de praktijk vormgeeft, en welke obstakels (negatieve factoren) en stimulerende maatregelen (positieve factoren) invloed hebben op de doorstroom. De verwachting is dat het onderzoeksrapport medio 2023 beschikbaar zal zijn.

Evaluatie NCIF In 2022 is de ADR gevraagd het Bureau van de Nationaal Coördinator Internationale Functies (NCIF) te evalueren. Dit bureau bevordert de benoeming van Nederlanders op strategische posities bij internationale organisaties. Uit de evaluatie blijkt dat het werk van Bureau NCIF nationaal en internationaal breed wordt gewaardeerd. Daarnaast geven de onderzoekers een aantal suggesties ter verbetering van het functioneren van het bureau en van de sturings- en verantwoordingscyclus. De aanbevelingen van de ADR-rapportage worden door BZ opgevolgd.

Omzetting tijdelijk dienstverband in vast dienstverband en interne werving IBBZ In 2022 heeft BZ een inhaalslag gemaakt om uitvoering te geven aan de rijksbrede koers naar vast dienstverband op vaste formatie. Zo is bijvoorbeeld een intern het traject Internationaal Beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken (IBBZ, ‘klasje’) opgezet voor startende beleidsmedewerkers in tijdelijke dienst Deze exercitie is voor alle contractanten die per 1 september 2022 minimaal 1 jaar bij BZ in dienst waren eind 2022 afgerond. Contracten van medewerkers die het komende jaar 1 jaar in dienst zijn zullen ook op deze manier worden omgezet bij het voldoen aan de daarvoor geldende criteria. Nieuwe medewerkers die worden geworven op de vaste formatie krijgen nu in principe meteen een tijdelijk dienstverband met uitzicht op vaste dienst aangeboden. De interne IBBZ werving in 2022 heeft een groep van 55 nieuwe IBBZ medewerkers opgeleverd.

Diversiteit & Inclusie (D&I)2022 toont een gemengd beeld. Op alle niveaus ontplooit BZ activiteiten om D&I te bevorderen. HDPO richt zich vooral op training en opleiding van leidinggevenden en werving, selectie en doorstroom van medewerkers. BZ haalt de doelstellingen op medewerkers met een migratieachtergrond. Voor participatie van collega’s met een (arbeids)beperking groeit zowel het bewustzijn in de organisatie als de realisatie (vooral Binnenwerk). Voor LHBTIQ+-inclusie hoort BZ ook dit jaar weer tot de top: nummer twee in de categorie overheid bij de benchmark van Work Place Pride, waarmee overigens niet is gezegd dat BZ daar geen verdere ambitie meer heeft. Voor genderpariteit blijven resultaten vooralsnog achter bij de BZ-doelstelling (50% vrouwen op hogere functies in 2025). Per zomer 2022 is van de Plaatsvervangend Directeuren-Generaal/directeuren 43% vrouw en van de Chefs de Poste 38% vrouw.

Verkenning Racisme Op 12 december 2022 werd een verkennend onderzoek naar racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken openbaar gemaakt. Dit rapport schetst met citaten uit diepte-interviews een indringend beeld van de vormen waarin racisme zich manifesteert en hoe dit door de medewerkers op het departement en op de posten in het buitenland wordt ervaren.

Een projectgroep, bestaande uit de directeuren van de inhoudelijk meest betrokken directies en onder leiding van de Plaatsvervangend Secretaris-Generaal, zet de aanbevelingen uit de verkenning om in concrete acties. Deze moeten leiden tot structurele veranderingen van zowel de cultuur als de processen van de organisatie. De uitwerking van de aanbevelingen verloopt langs drie sporen: 1) erkenning, bewustwording en structurele cultuurverandering; 2) verbeteren en vereenvoudigen van de meldingsstructuur; 3) bouwen aan een organisatie waar voor racisme, discriminatie en andere vormen van uitsluiting geen plaats is.

De verkenning heeft veel losgemaakt in de organisatie en er is duidelijk behoefte aan informatie, meedenken en meepraten. Via periodieke communicatie worden collega’s wereldwijd op de hoogte gehouden van de activiteiten van de projectgroep. Collega’s richten zich ook buiten deze kanalen tot (leden van) de projectgroep met creatieve ideeën over mogelijke stappen die bijdragen aan de noodzakelijke veranderingen. Verschillende sociale netwerken organiseren eigen activiteiten om het gesprek hierover op gang te houden.

Integriteit, veilige werkomgeving, diversiteit en inclusieEen veilige werkomgeving, integer gedrag en diversiteit & inclusie (hieronder afgekort tot D&I) zijn voor het ministerie van Buitenlandse Zaken belangrijke onderwerpen. Ook in 2022 kregen zij brede aandacht, ook omdat uit het in 2021 rijksbreed gehouden Medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) bleek dat te veel BZ-collega’s zich (nog) niet veilig voelen in de organisatie. Tevens bleek uit het externe onderzoek naar meldingsbereidheid bij BZ dat deze laag ligt. Publicatie van het eindrapport met bevindingen en adviezen, vergezeld van een managementreactie, volgen begin 2023. In de algehele aanpak van de directie Veiligheid, Crisiscoördinatie en Integriteit (VCI) lag de focus in 2022 zowel op aandacht voor preventie, als voor repressie (reactief).

PreventieEr is gewerkt aan een nieuwe ministeriële klachtenregeling en een nieuwe Klachtencommissie is samengesteld. Er zijn twee nieuwe factsheets over seksuele intimidatie ontwikkeld. Voor leidinggevenden die binnen hun team de onderwerpen integriteit en een veilige werkomgeving willen bespreken werden enkele nieuwe middelen met betrekking tot het voorkomen van seksuele intimidatie ontwikkeld. Het betrof de tool ‘Your Voice’ en de presentatie in (aanloop naar) de Week van de integriteit van een serie podcastvideo’s.

Ter ondersteuning van leidinggevenden, medewerkers en vertrouwenspersonen zijn opnieuw de ‘Leadershift training’ en de training ‘Integer en sociaal veilig werken: ‘Doing the right thing’ aangeboden. En in samenwerking met stichting Sexmatters vond een pilot training plaats waarin de rol van de omstander centraal stond. In de ‘Diversity and Accessibility week’ vonden bij BZ diverse evenementen plaats, waaronder een conversatie met de Italiaanse ambassadeur en enkele Webinars over discriminatie en racisme.

Het team vertrouwenspersonen is verder geprofessionaliseerd. Zo is het aantal departementale vertrouwenspersonen uitgebreid en meer divers samengesteld. Na opheffing van de beperkingen met betrekking tot Covid-19 kon in 2022 ook de training ‘Vertrouwenspersoon op een post’ weer in fysieke vorm worden aangeboden.

RepressieMet het D&I team werd een drietal sessies georganiseerd om directies en posten handvatten te geven hoe aan de slag te gaan met D&I/Veilige werkomgeving in het kader van het jaarplan. De best practices worden gedeeld om andere directies/posten te inspireren.

M.b.t. de in 2022 uitgevoerde risicoanalyse integriteit op het inkoop- en aanbestedingsproces van hoog-risicoposten wordt verwezen naar de paragraaf ‘Misbruik en Oneigenlijk Gebruik, Fraude’.

I-portfolioHet primaire proces en de bedrijfsvoering van BZ zijn in grote mate afhankelijk van digitale informatievoorziening en betrouwbare financiële informatie. Hieronder zijn projecten uit BZ’s I-portfolio uitgelicht die voor de ondersteunende processen het meest prioritair zijn.

Payment Factory In lijn met het streven naar verdere digitalisering van het betalingsverkeer is door de directie Financieel Economische Zaken in 2022 een zogenaamde payment factory geïmplementeerd. Handmatige handelingen in het betalingsverkeer zijn hierdoor sterk verminderd. Het aanmaken van betaalopdrachten en het versturen hiervan naar een groot deel van de banken wereldwijd verloopt nu automatisch, evenals de verwerking van de ontvangen dagafschriften. De implementatie krijgt een vervolg om de nog resterende handmatige betalingen waar nuttig te automatiseren.

Vervanging Bedrijfsvoeringsysteem (VBS) – SAP en BMS BZ heeft in 2021 een project geïnitieerd voor de verwerving en implementatie van een nieuw bedrijfsvoeringsysteem. Dit systeem bestaat uit SAP, voor de ondersteuning van de financiële kernprocessen en uit een maatwerkapplicatie voor de ondersteuning van de begrotings- en jaarplancyclus (BMS). De doelstelling om SAP op 1 januari 2023 in gebruik te nemen is niet gerealiseerd als gevolg van de technische en functionele complexiteit die groter bleek dan vooraf voorzien was. SAP zal per 1 januari 2024 in gebruik worden genomen.

MAC/IMPACT Het meerjarige project Modernisering Activiteitencyclus (MAC) richt zich op het stroomlijnen van werkprocessen rond het beheer van activiteiten – waaronder ontwikkelingssamenwerking – die door externe partijen worden uitgevoerd. In deze context is in 2022 een pilot-versie van de nieuwe gebruikersvriendelijke applicatie IMPACT in gebruik genomen door zeven directies in Den Haag en negen ambassades. Parallel aan implementatie is aandacht besteed aan optimalisatie van het proces van de activiteitencyclus en kennisopbouw van medewerkers. Verdere uitrol vindt plaats in 2023.

Crisismanagement Mede naar aanleiding van de ervaringen tijdens de Afghanistancrisis is in 2022 het Departementaal Crisiscoördinatie Centrum (DCC) formeel van start gegaan o.l.v. een vrijgestelde Centrale Crisiscoördinator. Naar verwachting is de personele bezetting van het DCC begin 2023 compleet. Ook bij andere BZ-directies is geïnvesteerd in versterking van de personele capaciteit op het terrein van crisisbeheersing. Met deze structurele versterking, en blijvende ondersteuning vanuit de flexibele schil, zijn belangrijke stappen gezet om de crisisgereedstelling van BZ te vergroten. In dit zelfde kader is ook een start gemaakt met het intensiveren van het opleiden, trainen en oefenen van de posten in het buitenland.

Verduurzaming van de BZ-organisatie: Mission SustainableTen behoeve van de verduurzaming van de BZ-organisatie is in 2022 gestart met de praktische uitvoering van het programma Mission Sustainable. Voor de eerste helft van 2022 betekende dit het invullen van de rollen van het programma en het werven van mensen voor het Mission Sustainable-team. Daarnaast is aansluiting gezocht bij BZ-onderdelen zoals Coördinerend Directeuren Inkoop, Directie Informatievoorziening en Digitale Innovatie en Directie Huisvesting en Facilitaire zaken.

Na afronding van diverse plannen van aanpak in het eerste kwartaal van 2022 is vanaf het tweede kwartaal begonnen met het uitvoeren van de verschillende activiteiten. Zo is in de tweede helft van het jaar het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI-manifest) geschreven, en door de minister voor BHOS ondertekend. Ook is een prioriteringskader ontwikkeld om te bepalen welke objecten van DHF als eerste moeten worden verduurzaamd en is de projectgroep duurzaam reizen gestart om een aanpak voor minder vliegen te ontwikkelen. Ook is duurzaamheid opgenomen in het toetsingskader van de eenheid Inspectie, Signalering en Begeleiding, is de projectgroep circulaire evenementen gestart en is Mission Sustainable prominenter in de jaarplanaanschrijving voor de posten en directies opgenomen.

C. JAARREKENING

7. Departementale verantwoordingsstaat

Tabel 16 Departementale verantwoordingsstaat 2022 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

  

(2)

  

(3)

 
 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

verplichtingen

uitgaven

ontvangsten

verplichtingen

uitgaven

ontvangsten

verplichtingen

uitgaven

ontvangsten

           
 

TOTAAL

11 691 848

11 807 800

965 770

12 901 096

12 900 368

1 338 563

1 209 248

1 092 568

372 793

           
 

Beleidsartikelen

10 711 739

10 862 691

902 590

11 949 751

11 956 732

1 309 881

1 238 012

1 094 041

407 291

           

1

Versterkte internationale rechtsorde

114 112

123 822

 

261 584

139 797

 

147 472

15 975

 

2

Veiligheid en stabiliteit

276 987

282 496

1 000

259 524

266 588

18 361

‒ 17 463

‒ 15 908

17 361

3

Europese samenwerking

10 265 666

10 402 889

868 916

11 354 504

11 489 868

1 235 495

1 088 838

1 086 979

366 579

4

Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

54 974

53 484

32 674

74 139

60 479

56 025

19 165

6 995

23 351

           
 

Niet-beleidsartikelen

980 109

945 109

63 180

951 345

943 636

28 682

‒ 28 764

‒ 1 473

‒ 34 498

           

5

Geheim

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

Nog onverdeeld

2 868

2 868

 

0

0

 

‒ 2 868

‒ 2 868

 

7

Apparaat

977 241

942 241

63 180

951 345

943 636

28 682

‒ 25 896

1 395

‒ 34 498

           

8. Saldibalans per 31 december 2022 en toelichting begroting Buitenlandse Zaken (V)

I Saldibalans per 31 december 2022

Tabel 17 Saldibalans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

12.900.360

 

12.126.633

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.338.560

 

993.651

3

Liquide middelen

56.028

 

51.182

     
     

4a

Rekening-courant RHB

11.619.580

 

11.190.094

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

84.652

 

83.592

7

Schulden buiten begrotingsverband

82.900

 

77.662

Subtotaal intra-comptabel

13.041.040

 

12.261.407

Subtotaal intra-comptabel

13.041.040

 

12.261.407

          

Extra-comptabele posten

       

10

Vorderingen

14.664

 

13.501

10a

Tegenrekening vorderingen

14.664

 

13.501

11a

Tegenrekening extra-comptabele schulden

206

 

10

11

Schulden

206

 

10

12

Voorschotten

1.390.932

 

1.239.817

12a

Tegenrekening voorschotten

1.390.932

 

1.239.817

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

176.743

 

176.743

13

Garantieverplichtingen

176.743

 

176.743

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

768.252

 

775.232

14

Andere verplichtingen

768.252

 

775.232

15

Deelnemingen

22.070

 

22.070

15a

Tegenrekening deelnemingen

22.070

 

22.070

Subtotaal extra-comptabel

2.372.867

 

2.227.373

Subtotaal extra-comptabel

2.372.867

 

2.227.373

          

Totaal

15.413.907

 

14.488.780

 

Totaal

15.413.907

 

14.488.780

II Inleiding

Algemeen

De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.

Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2022, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegen rekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën.

Onder het intracomptabele deel zijn alle liquide middelen van het Ministerie opgenomen (met uitzondering van de RHB-rekening van BHOS). De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste of ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.

Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BZ in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.

Waarderingsgrondslagen

Uitgaven, ontvangsten, verplichtingen en mutaties op balansrekeningen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste verrekenkoers (de corporate rate) omgerekend naar EUR. De corporate rate 2022 van de US Dollar (USD) was per 1 januari 2022 vastgesteld op 1 USD = 0,85 EUR en is gedurende het jaar nog 4 keer bijgesteld (1 april 0,91 ‒ 1 augustus 0,986 ‒ 1 oktober 1,047 en 4 december 0,95). Voor 2023 is deze 0,95 EUR.

Alle ODA-ontvangsten (zowel op de BHOS als de BZ begroting) worden verantwoord op het artikel 5.21 ‘Ontvangsten OS’ van de BHOS begroting. Non-ODA ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op respectievelijk artikel 2.4 ‘Restituties programma’s op de BZ begroting dan wel op artikel 5.23 ‘Diverse ontvangsten non-ODA’ op de BHOS begroting.

De liquide middelen en extracomptabele balansrekeningen voor vorderingen, voorschotten, deelnemingen en openstaande verplichtingen worden per 31 december gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.

Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde. De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van het gestorte kapitaal. De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2022

1 Uitgaven ten laste van de begroting

Tabel 18 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 12.900.360 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

   

Uitgaven ten laste van de begroting

12.900.360

12.126.633

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BZ in het jaar 2022 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting

Tabel 19 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 1.338.560 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

   

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.338.560

993.651

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2022 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

3 Liquide middelen

De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het Departement en de Vertegenwoor- digingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.

Omdat de administratie en de liquide middelenstroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen, is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven met betrekking tot BHOS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BHOS te verrekenen.

Tabel 20 Liquide middelen (debet 56.028 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

3.1 Kassaldi

6.430

5.505

3.2 Banksaldi

48.588

44.740

3.3 Gelden onderweg

1.010

937

Totaal

56.028

51.182

3.1 Kassaldi

Tabel 21 Kassaldi (debet 6.430 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Reguliere kassaldi

2.860

2.831

Noodreserve posten

3.570

2.674

Totaal

6.430

5.505

Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi en het aantal kasbetalingen te beperken. Naast de normale kassaldi worden op diverse Vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten. Enkele Vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.

3.2 Banksaldi

Tabel 22 Banksaldi (debet 48.588 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Banksaldo

48.588

44.740

Het aanwezige banksaldo ontstaat merendeels door bankrekeningen die BZ aanhoudt in het buitenland in beheer bij de Nederlandse Vertegenwoordi- gingen.

3.3 Gelden onderweg

Tabel 23 Gelden onderweg (debet 1.010 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Kruisposten

1.073

999

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen

‒ 63

‒ 62

Totaal

1.010

937

Betalingsopdrachten Vertegenwoordigingen betreffen uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de Vertegenwoordigingen en de Kruisposten bevat onder andere uit Nederland overgemaakte gelden welke nog niet op lokale bankrekeningen zijn bijgeschreven per 31 december.

4a Rekening-courant RHB

Tabel 24 Rekening-courant RHB (credit 11.619.580 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Rekening-courant RHB

11.618.166

11.190.083

Te verrekenen tussen BuZa en BHOS

1.414

11

Totaal

11.619.580

11.190.094

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHOS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden die invloed hebben op de verhouding BZ en BHOS. De verrekening van dit bedrag zal bij de RHB plaatsvinden met verrekenstukken in het komende jaar.

6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.

Tabel 25 Vorderingen buiten begrotingsverband (debet 84.652 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

6.1 Ministeries

10.708

6.095

6.2 Persoonlijke rekeningen

445

399

6.3 Externe debiteuren

66.728

69.508

6.4 Overige vorderingen

6.771

7.590

Totaal

84.652

83.592

Tabel 26 Mate van opeisbaarheid en ouderdom vorderingen buiten begrotingsverband (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2022

2021

2020

2019 en ouder

Direct opeisbaar ministeries

10.708

10.708

0

0

0

Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen

351

251

67

31

2

Direct opeisbaar externe debiteuren

1.641

1.536

30

3

72

Direct opeisbaar overige vorderingen

3.397

2.044

176

786

391

Totaal direct opeisbare vorderingen

16.097

14.539

273

820

465

Op termijn opeisbare vorderingen

68.460

    

Geconditioneerde vorderingen

95

    

Totaal

84.652

    

6.1 Ministeries

Tabel 27 Ministeries (debet 10.708 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Ingevorderd

5.295

1.397

In te vorderen

5.413

4.698

Totaal

10.708

6.095

Tabel 28 Ingevorderd Ministeries (debet 5.295 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

0

0

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

25

0

Infrastructuur en Waterstaat

1.525

80

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

0

38

Economische Zaken en Klimaat

678

255

Algemene Zaken

0

3

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

271

17

Financiën

207

0

Defensie

849

881

Justitie en Veiligheid

1.740

123

Totaal

5.295

1.397

Tabel 29 In te vorderen Ministeries (debet 5.413 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

109

32

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

61

79

Infrastructuur en Waterstaat

71

57

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

67

36

Economische Zaken en Klimaat

3.788

3.366

Algemene Zaken

2

5

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

114

101

Financiën

47

48

Defensie

829

631

Justitie en Veiligheid

325

343

Totaal

5.413

4.698

6.3 Externe debiteuren

Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de Vertegenwoordigingen in het buitenland.

Tabel 30 Externe debiteuren (debet 66.728 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

In te vorderen externe debiteuren

654

644

Ingevorderd ICC

65.087

66.997

Ingevorderd overige

987

1.867

Totaal

66.728

69.508

Het bedrag bij Ingevorderd ICC betreft de lening die verstrekt is ten behoeve van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De vordering is een 2,5% annuiteitenlening met een looptijd tot en met 2046.

6.4 Overige vorderingen

Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de Vertegenwoordiging verrekend wordt.

Tabel 31 Overige vorderingen (debet 6.771 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Te vorderen BTW (buitenland)

3.398

4.278

Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland

3.373

3.312

Totaal

6.771

7.590

7 Schulden buiten begrotingsverband

Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.

Tabel 32 Schulden buiten begrotingsverband (credit 82.900 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Nog af te dragen loonheffing en premies

23

0

Af te lossen ICC-lening

69.303

72.543

Ter plaatse te verrekenen

459

326

Silent partnerships

4.019

1.348

Diverse overige schulden

9.096

3.445

Totaal

82.900

77.662

Van het Ministerie van Financien is een lening ontvangen ter financiering van de nieuwbouw van het International Criminal Court. De lening wordt tot en met 2039 in de vorm van een 3,56% annuiteitenlening afgelost. Zie de toelichting bij 6.3 inzake de verstrekte lening aan het ICC.

Eind 2022 had een bedrag van EUR 8,7 miljoen naar het RVB overgemaakt moeten worden. Inmiddels is dit begin 2023 gebeurd.

Tabel 33 Mate van ouderdom schulden buiten begrotingsverband (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2022

2021

2020 en ouder

Intracomptabele schulden

‒ 82.900

‒ 8.943

5.720

‒ 79.677

10 Vorderingen

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.

Tabel 34 Vorderingen (debet 14.664 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Diverse extracomptabele vorderingen

14.664

13.501

Totaal

14.664

13.501

Tabel 35 Mate van opeisbaarheid en ouderdom vorderingen (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2022

2021

2020

2019 en ouder

Direct opeisbaar overige vorderingen

9.849

5.884

2.206

1.751

8

Geconditioneerde vorderingen

4.815

    

Totaal

14.664

    

Diverse extracomptabele vorderingen

Tabel 36 Diverse extracomptabele vorderingen (debet 14.664 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

(Huur) Waarborgsommen

4.379

3.951

Buiteninvordering gestelde vorderingen

2.201

2.183

Voorschot op ontslaguitkeringen

435

314

Overige

7.649

7.053

Totaal

14.664

13.501

11. Schulden

Tabel 37 Schulden (credit 206 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Diverse extracomptabele schulden

206

10

Totaal

206

10

De extracomptabele schuld bestaat uit vooruit ontvangen gelden van het EU Raadsbudget voor de reisenvelop (inclusief een overheveling van het overschot van de vertaalenvelop). In het volgende jaar worden de gemaakte kosten gedeclareerd en het teveel ontvangen voorschot wordt, na accordering van de declaratie, teruggestort aan de EU.

12. Voorschotten

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.

Tabel 38 Voorschotten (debet 1.390.932 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2022

31 december 2021

Voorschotten

407.426

364.395

Voorschot Loyalis

1.726

1.344

EU-afdracht onder voorbehoud

979.605

872.878

Subtotaal

1.388.757

1.238.617

Voorschotten RVO

2.175

1.200

Totaal

1.390.932

1.239.817

In de periode 2020 tot en met 2022 is een aantal EU-afdrachten aan de Europese Commissie onder voorbehoud gedaan. Een betaling onder voorbehoud houdt in dat Nederland het gevraagde bedrag afdraagt met een voorbehoud ten aanzien van de gegrondheid van het standpunt van de Commissie. Per 31 december 2022 bedraagt het totaal aan openstaande bedragen EUR 979,605 miljoen. Dit betreft een stijging van per saldo EUR 106,727 miljoen ten opzichte van 31 december 2021.

In 2022 zijn enkele afdrachten onder voorbehoud van in totaal EUR 115,371 miljoen aan de Europese Commissie gedaan om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Daarnaast heeft een verrekening plaatsgevonden van EUR 8,645 miljoen waarvan de Commissie heeft vastgesteld dat Nederland het bedrag niet had hoeven betalen.

Voor meer informatie over EU-afdrachten onder voorbehoud in voorgaande jaren, zie Jaarverslag Buitenlandse Zaken 2021.

Tabel 39 Ouderdom voorschotten (x EUR 1.000)

Ouderdomsanalyse voorschotten (x 1.000 EUR)

 

31 december 2022

31 december 2021

Verstrekt in 2013 en ouder

 

0

850

Verstrekt in 2014

 

0

510

Verstrekt in 2015

 

0

4

Verstrekt in 2016

 

29

2.450

Verstrekt in 2017

 

2.718

6.504

Verstrekt in 2018

 

11.047

25.348

Verstrekt in 2019

 

14.028

33.017

Verstrekt in 2020

 

682.552

740.150

Verstrekt in 2021

 

349.326

430.984

Verstrekt in 2022

 

331.232

0

Totaal

 

1.390.932

1.239.817

Tabel 40 Opbouw openstaande voorschotten (exclusief RVO) (x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2022

31 december 2021

Openingsbalans

 

1.238.617

1.001.936

Bij: Verstrekte voorschotten

 

335.014

448.603

Af: Verantwoorde voorschotten

 

200.496

212.564

Bij/Af: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

 

15.622

642

Eindbalans

 

1.388.757

1.238.617

De voorschottenstand bestaat uit alle betalingen voor activiteiten waarover verantwoording moet plaatsvinden.

13. Garantieverplichtingen

Tabel 41 Garantieverplichtingen (debet 176.743 x EUR 1.000)

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd

 

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2022

31 december 2021

Council of Europe Development Bank (CEB)

 

176.743

176.743

Totaal

 

176.743

176.743

De garantieverplichting die uitstaat bij de CEB betreft het niet volgestorte aandelenkapitaal. In 2022 is de waarde van de garantieverplichting niet gewijzigd.

14. Andere verplichtingen

Opbouw openstaande verplichtingen:

Tabel 42 Andere verplichtingen (debet 768.252 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

 

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2022

31 december 2021

Openingsbalans

 

775.232

970.127

Bij: Aangegane verplichtingen

 

12.893.380

11.931.737

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

 

12.900.360

12.126.632

Eindbalans

 

768.252

775.232

Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiele toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.

15. Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit aandelen in internationale instellingen. Voor het niet volgestorte deel (callable capital) is een garantieverplichting verstrekt die onder 13. Garantieverplichtingen is opgenomen.

De deelneming kan als volgt gespecificeerd worden. De laatste kolom van het overzicht vermeldt de voting power ultimo 2022. Naast de omvang van de deelneming in aandelen kan dit percentage ook beinvloed zijn door bijvoorbeeld de omvang van de middelenaanvullingen.

Tabel 43 Deelnemingen (debet 22.070 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

 

31 december 2022

31 december 2021

Voting power in %

     

Council of Europe Development Bank (CEB)

 

22.070

22.070

3,63

Totaal

 

22.070

22.070

 

In 2022 is de waarde van deelneming niet gewijzigd.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen:

Convenant Ministerie van Defensie

In 2021 is het convenant inzake de inzet van KMAR bij de beveiliging van Nederlandse Hoog Risico Vertegenwoordigingen van het Koninkrijk der Nederlanden in het Buitenland, vernieuwd. Jaarlijks vindt een voortgangsoverleg plaats, en om de drie jaar wordt het convenant schriftelijk geëvalueerd. De kosten voor de periode tot en met 2025 worden geraamd op EUR 25,2 miljoen per jaar. Op begrotingsniveau wordt dit verrekend met het Ministerie van Defensie.

9. WNT-verantwoording 2022 Ministerie van Buitenlandse Zaken

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionaris. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2022 €216.000.

Er zijn geen functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2022 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

Tabel 44 Bezoldiging topfunctionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd, maar die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar worden aangemerkt als topfunctionaris

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Huidige functie functionaris

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2021)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk (datum)

Functie als functionaris

Min. van Buitenlandse Zaken

Mevr. ir. R.M. Buijs MPH

Hoofddirecteur Personeel & Organisatie

1,0 (1,0)

nee

€ 167.524 (€ 152.623)

€ 23.027 (€ 22.495)

€ 190.551 (€ 175.118)

€ 216.000

18-8-2023

Waarnemend Directeur-Generaal Internationale Samenwerking

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtsrelaties RWT's en ZBO's

Tabel 45 Overzichtstabel ZBO's en RWT's van Ministerie van Buitenlandse Zaken (bedragen x € 1.000)

Naam ZBO/RWT

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

N.v.t.

0

0

0

0

N.v.t.

Buitenlandse Zaken is niet verantwoordelijk voor rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) of zelfstandige bestuursorganen (ZBO's), vandaar dat de bovenstaande tabel leeg is.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

Motie 21 501-02 nr. 2564 (nader gewijzigd) - Van Wijngaarden/Jasper van Dijk over visumvrij reizen voor Servië tijdelijk stopzetten als Servië haar visumbeleid en buitenlandbeleid niet voldoende heeft aangepast

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 43 (gewijzigd) - Ceder c.s. over de Iraanse Revolutionaire Garde op de lijst van terroristische organisaties plaatsen

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1892 - Van der Plas over pleiten voor migratie als kernonderdeel van het zuidelijk nabuurbeleid

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1891 - Van der Plas over duidelijk maken dat een speciale uitzondering voor diamanten ongewenst is bij een nieuw sanctiepakket voor Rusland

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1889 - Van der Plas/Eppink over uitspreken dat Iran moet worden aangemerkt als staatssponsor van terrorisme

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoerbaarheid/implementatie wordt in kaart gebracht.

   

Motie 21 501-20 nr. 1888 - Van Wijngaarden c.s. over pleiten voor grondige herzieningen van de integriteitssystemen van de EU-instellingen

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

   

Motie 21 501-20 nr. 1887 - Amhaouch over medestanders zoeken om een daadkrachtige en geopolitiek volwassen Unie te bewerkstelligen

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1886 - Eppink over niet akkoord gaan met een permanent prijsplafond op gas

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Er geldt een tijdelijk prijsplafond op gas, daarmee komt er geen permanent prijsplafond.

Motie 21 501-20 nr. 1885 - Jasper van Dijk over de Iraanse gemeenschap raadplegen over mogelijke maatregelen tegen het Iraanse regime

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – wordt in Q1 2023 naar verwachting afgehandeld.

   

Motie 21 501-20 nr. 1884 - Jasper van Dijk over meer transparantie en publieke verantwoording over de Europese Vredesfaciliteit

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1882 - Van der Lee/Piri over uitspreken dat de Iraanse parlementsleden die hebben gevraagd om strengere straffen voor gevangen demonstranten moeten worden toegevoegd aan de Europese sanctielijst

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – wordt in RBZ verslag van 23 januari meegenomen.

Motie 21 501-20 nr. 1881 - Van der Graaf/Ceder over het in Europees verband aan de orde stellen van geheime gevangenissen in Kroatië, Hongarije en Bulgarije waar vluchtelingen worden vastgehouden

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1880 Motie-Van der Graaf c.s. over aandringen op een gezamenlijke oproep aan Azerbeidzjan om de vijandelijkheden tegen de bevolking van Nagorno-Karabach te staken

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In uitvoering - geagendeerd voor RBZ 23 januari.

Motie 21 501-20, nr. 1877 - Sjoerdsma Over de lead nation te worden bij het herstel van gerechtigheid in Oekraïne en dat richting de Oekraïense regering uit te spreken

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1875 - Dassen over zich hard te maken om de leden van pro-oorlogspartijen in de Doema, het Russische nationale parlement, regionale parlementen en de gouverneurs op de geconsolideerde sanctielijst van de EU te laten zetten

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2573 - Jasper van Dijk/Brekelmans over verkennen hoe het repressienetwerk van het Iraanse regime in kaart kan worden gebracht

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2568 - Brekelmans c.s. over een lange termijnplan voor militaire ondersteuning van Oekraïne uitwerken

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2567 - Amhaouch over landen waar de ambitie blijft bestaan om richting toetreding te werken constructief ondersteunen om meer te integreren met de Europese Unie

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2566 - Van Wijngaarden over een migratiedialoog tussen de EU en kandidaat-lidstaten waarbij medewerking aan tegengaan van illegale migratie naar de EU een cruciaal onderdeel wordt van de toetsingscriteria voor de uitbreiding van de EU

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2565 - Van Wijngaarden c.s. over met voorstellen komen op basis waarvan in het toetredingsproces consequenties verbonden kunnen worden aan gebrekkige aansluiting bij het Gemeenschappelijk Buitenlands -en Veiligheidsbeleid

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – wordt eind 2023 afgehandeld.

Motie 21 501-02 nr. 2563 - Jasper van Dijk over onverkort vasthouden aan de Kopenhagen-criteria als leidend instrument bij het Europese uitbreidingsbeleid

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2560 - Sjoerdsma over gesprekken met kandidaat-lidstaten die de EU-lijn volgen intensiveren om hun EU-toetredingsperspectief in lijn met Kopenhagen criteria zo snel mogelijk dichterbij te brengen

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2559 - Sjoerdsma/Agnes Mulder over werken aan een oplossing om via een 27-1 constructie de 18 miljard euro toch over te maken naar de Oekraïense regering

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 735 nr. 350 - Ceder over het mensenrechtenbeleid operationaliseren in een kabinetsbrede en domeinoverstijgende aanpak

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - zal worden meegenomen in Beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde

Motie 32 735 nr. 349 - Ceder/Jasper van Dijk over voorkomen dat hoofdtoernooien georganiseerd worden in landen die zich niets gelegen laten liggen aan fundamentele mensenrechten

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 52 - Van Haga over het uitspreken van steun voor Taiwan en het inzetten van alle diplomatieke middelen om China te weerhouden van acties jegens Taiwan

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 61 (gewijzgd) - Kuzu over toepassing van het VN-Kinderrechtenverdrag door Israël

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 38 - Agnes Mulder c.s. over in kaart brengen hoe Nederland en de EU een grotere inzet kunnen leveren aan de autonome economische ontwikkeling van de Palestijnse gebieden

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 34 - Piri c.s. over vertegenwoordigers van de diaspora en ervaringsdeskundigen actief betrekken bij het opzetten van een meldpunt

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 33 - Sjoerdsma/Van der Staaij over het versterken van de banden met Taiwan

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 29 - Jasper van Dijk over bezien in hoeverre hulp aan het herstel van schade in Oekraïne moet worden opgehoogd

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 28 - Jasper van Dijk over alternatieve vormen van besluitvorming binnen de OVSE uitwerken

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 26 - Brekelmans over een geïntegreerde lijst statelijke dreigingen opstellen

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-V nr. 25 - Brekelmans/Agnes Mulder over het zich binnen de EU inzetten voor een Europese versie van OFAC

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - wordt in Q1 afgehandeld.

Motie 21 501-02 nr 2544 - Van Wijngaarden over de Europese Commissie aansporen om de methode voor salarisstijging voor EU-ambtenaren te versoberen

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr 2543 - Sjoerdsma c.s. over Europese middelen pas vrijgeven als Hongarije voldoende stappen heeft gezet ter verbetering van de rechtsstaat

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35925-XVII nr 35 - Amhaouch c.s. over het in beeld brengen van de behoefte, kansen en bedreigingen omtrent praktisch en technisch geschoold personeel in Europa

Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 200-XVII nr. 31 - Van der Graaf over veldonderzoek als vast onderdeel van de monitoring van multilaterale organisaties opnemen

Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 735 nr. 353 (gewijzigd) - Agnes Mulder/Ceder over de Kamer informeren over concrete acties en resultaten van de verbetering van mensenrechten in Qatar

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 735 nr. 357 (gewijzigd) - Ceder over het opnemen van de doodstraf vanwege geloofsafval, bekering en blasfemie in resoluties van de Derde Commissie van de VN

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft staand beleid

Motie 32 735 nr. 352 - Agnes Mulder/Ceder over de samenwerking met het maatschappelijk middenveld in kaart brengen in landen waar de dialoog over mensenrechten lastig is

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft staand beleid

Motie 32 735 nr. 346 - Sjoerdsma/Van der Lee over de oprichting van een snel inzetbare onderzoekstaskforce bij moord op een journalist

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 735 nr. 347 - Jasper van Dijk/Valstar over huwelijkse gevangenschap onderdeel maken van het Nederlandse mensenrechtenbeleid

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1849 - Van Wijngaarden over nader onderzoek naar de grensbewaking door Roemenië« en Bulgarije

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1848 - Van Baarle c.s. over zich in Europees verband uitspreken voor de territoriale integriteit van Bosnië en Herzegovina

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft staand beleid.

Motie 21 501-20 nr. 1847 - Van Baarle c.s. over mensenrechtenschendingen door China scherper veroordelen en de situatie van de Oeigoeren helpen verbeteren

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Waar de motie naar vraagt is staand beleid.

Motie 21 501-20 nr. 1841 - Sjoerdsma c.s. over een speciaal tribunaal voor berechting van personen die verantwoordelijk zijn voor de Russische agressie in Oekraïne

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 317 Nr. 782 (Gewijzigd) - Kuzu over bij de Europese Commissie verbetervoorstellen doen voor het uniformeren van het systeem van toezicht op minderjarige asielzoekers

JBZ-Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 317 Nr. 781 - Ceder over onderzoeken met welke landen een kopgroep gevormd kan worden die de herziening van het gezamenlijk Europese asielsysteem tot een versnelde uitwerking brengt

JBZ-Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 317 Nr. 778 - Kröger en Piri over bij de komende evaluatie van de Frontex Verordening de aanbevelingen van Statewatch inbrengen

JBZ-Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr.1836 - Van Wijngaarden c.s. over een versnelling van de financiële noodsteun

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wordt in ER verslag meegenomen.

Motie 21 501-20 nr.1830 - Piri over de betrokkenheid bij hervormingen in kandidaat-lidstaten verder vergroten

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr.1829 - Piri over structurele financiële steun aan Oekraïne

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 180 nr. 13 van de leden Klink en Amhaouch over EU-gelden aanwenden door een proactieve en leidende aanpak

Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 36 180 nr. 11 van het lid Klink over de bilaterale relatie met Algerije

Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – wordt meegenomen in een toekomstig bezoek.

Motie 35 925-V nr. 107 - Jasper van Dijk over Europese maatregelen om Israël en Palestina tot onderhandelingen aan te zetten

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 105 - Van der Plas over een internationale leiderschapsrol in de coördinatie van de evacuatie van graan uit Oekraïne

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 104 - Ceder c.s. over samen met andere EU-lidstaten de Armeense en de Oeigoerse genocide erkennen

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 103 - Piri c.s. over de bescherming van mensenrechten in Marokko actief blijven uitdragen

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 98 - Van der Lee en Piri over bevorderen dat de EU samen met de G7-landen overgaat tot een importverbod van Russisch goud

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

EK motie 35.982, G - Koole (PvdA) c.s. over een meerjarig plan om Nederlandse burgers actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie

Motie-Koole (PvdA) c.s. over een meerjarig plan om Nederlandse burgers actief en evenwichtig te informeren over de Europese Unie (35.982, G) - Eerste Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1822 - Stoffer/Omtzigt over de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne en Moldavië

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gedeeltelijk afgehandeld

Motie 21 501-20 nr. 1809 - Piri c.s. over zich committeren aan het verlenen van kandidaat-lidmaatschap aan Georgië zodra is voldaan aan de gestelde criteria

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02, nr. 2498 - Jasper van Dijk en Ceder over hervatting van het VN-onderzoek naar oorlogsmisdaden in Jemen

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02, nr. 2497 - Jasper van Dijk en Sjoerdsma over regeringsaanwezigheid bij de vergadering van het Verdrag inzake het verbod op kernwapens

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Om uitvoering te geven aan de motie Van Dijk/Sjoerdsma neemt Nederland eenmalig op werkniveau als waarnemer deel aan de conferentie over het TPNW, die 21-23 juni plaatsvindt in Wenen.

Motie 34 952 nr. 165 - Hammelburg over het Afrikaanse maatschappelijk middenveld een belangrijke rol geven bij de Afrikastrategie

Investeren in Perspectief - Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - deze motie wordt meegenomen in de Afrikastrategie.

Motie 19 637 nr. 2848 - Ceder over intensief diplomatiek contact met Marokko over terugname van onderdanen

Vreemdelingenbeleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opgenomen in de staat van migratie d.d. 7 juli 2022 – wordt afgehandeld.

Motie 36 045 nr. 49 - Dassen over aansluiten bij de Transatlantic Taskforce

Situatie in de Oekraïne | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 27 925 nr. 893 - Piri/Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren

Bestrijding internationaal terrorisme | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-31 nr. 659 - Omtzigt over de resultaten van de publieke consultatie over het Europese coronatoegangs-bewijs zo spoedig mogelijk aan de Kamer doen toekomen

 

VWS neemt motie over.

Motie 21 501-20 nr. 1789 - Van Houwelingen over uitspreken dat Nederland beslist over de militaire inzet in Europees verband

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1788 - Omtzigt c.s. over fiscale gegevens beschikbaar maken voor alle autoriteiten die toezicht houden op naleving van de sancties

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1779 - Van Haga c.s. over vasthouden aan de plafondbedragen van de Europese vredesfaciliteit

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1775 - Piri c.s. over zich in Europees verband inzetten voor een middel om de Russische olie-inkomsten af te knijpen

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie wordt door EZK opgepakt.

Motie 21 501-20 nr. 1770 - Van der Lee/Piri over aan de lijst van gesanctioneerde Russen ook hun directe gezinsleden toevoegen

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1764 - Sjoerdsma c.s. over een doorbraak forceren op het gezamenlijke Europees asielbeleid

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – Q3 2023.

Motie 36 045 nr. 37 - Van Houwelingen over aansturen op vrede

Situatie in de Oekraïne | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staand beleid.

Motie 32 317 nr. 743 - Ceder over niet instemmen met toetreding van Kroatië tot de Schengenzone tenzij wordt toegezien op de naleving van fundamentele mensrechten

JBZ-Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Openstaand

Motie 21 501-02 nr. 2433 - Brekelmans c.s. over een actievere rol van de EU in de dialoog met Rusland om te komen tot de-escalatie

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 22 054 nr. 353 - Van Haga/Smolders over een gelijk speelveld binnen de EU op het gebied van de wapenexport

Wapenexportbeleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 207 nr. 50 - Kerseboom/Kuzu over een onderzoek naar de onderlinge relaties van gemeenten en provincies met China en Chinese entiteiten

China | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – Q2 2023 een update.

Motie 35 207 nr. 46 - De Roon over uitdragen dat eenzijdige stappen met betrekking tot de status van Taiwan onaanvaardbaar zijn

China | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 47 - Kuzu c.s. over een sanctiepakket dat direct gericht is op Milorad Dodik en zijn machtskring

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 46 - Kuzu c.s. over het vasthouden aan democratische en rechtsstatelijke uitgangspunten bij ondersteuning en financiering van humanitaire en mensenrechtenorganisaties in Israël

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 45 - Van der Staaij/Agnes Mulder over het verkennen van mogelijkheden om steun te verlenen aan het verzoek van Taiwan om waarnemer te zijn bij de Alg. Vergadering en deel te nemen aan vergaderingen en trainingsprogramma's van Interpol

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 44 - Van der Staaij/Ceder over zich in internationaal verband inspannen om mensenrechtenschendingen in Noord-Korea tegen te gaan

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 37 - Ceder c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de feiten in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 34 - Van der Lee/Piri over organisaties die opkomen voor de rechsstaat financieel ondersteunen in lidstaten waar de rechtsstaat onder druk staat

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 23 (gewijzigd) - Brekelmans over aangeven of en hoe een openbaar register voor agents of foreign influence" ook in Nederland mogelijk is"

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie wordt door NCTV meegenomen.

Motie 35 925-V nr. 21 (gewijzigd) - Brekelmans c.s. over een draaiboek in verband met cyberaanvallen en voor een gemeenschappelijke reactie

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 20 - Brekelmans c.s. over sancties tegen Belavia en organisaties die zakendoen met Belavia

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 925-V nr. 19 - De Roon over het zoeken van draagvlak voor sancties tegen Iraans dronebeleid

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 29 521 nr. 429 - Sjoerdsma over Wagner Group MINUSMA

Nederlandse deelname aan vredesmissies | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 735 nr. 325 - Brekelmans over buitenlandse bedreiging van de diaspora in Nederland als expliciet onderdeel van het mensenrechtenbeleid

Mensenrechten in het buitenlands beleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie wordt in januari 2023 afgesloten.

Motie 27 925 nr. 836 - De Roon inzake de taliban niet als legitieme vertegenwoordiger van Afghanistan beschouwen

Bestrijding internationaal terrorisme | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 27 925 nr. 798 - Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop

Bestrijding internationaal terrorisme | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - motie wordt afgedaan in de eerstvolgende art. 100-brief.

Motie 35 663 nr. 23 - Van der Lee c.s. over EU-herstelplannen beoordelen op compatibiliteit met rechtstatelijke en democratische beginselen

Staat van de Europese Unie 2021 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 663 nr. 14 - Sjoerdsma c.s. over de OESO-afspraken voor een minimumbelastingtarief zo snel mogelijk omzetten in een EU-richtlijn

Staat van de Europese Unie 2021 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 663 nr. 15 - Sjoerdsma c.s. over de Europese Commissie verzoeken een lijst op te stellen van de risico's omtrent de leveringszekerheid van essentiële goederen

Staat van de Europese Unie 2021 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 663, nr. 10 (gewijzigd) - de gewijzigde motie-Amhaouch over een paper over de hervorming van het Europees buitenlandbeleid

Staat van de Europese Unie 2021 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02, nr. 2364 - Jasper van Dijk over zich maximaal inspannen om een einde te maken aan het verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie kan alleen worden uitgevoerd in geval er sprake is van EU-verdragswijziging.

Motie 21 501-02 nr. 2371 - Segers over steun voor een gezamenlijk proces van betrokken partijen gericht op herstel en wederopbouw van Gaza

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2366 - Brekelmans over toegang tot essentiële grondstoffen als belangrijke prioriteit in de relatie met de LAC-regio

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 719 nr. 7 - Segers c.s. over zich inzetten voor een VN-resolutie voor afschaffing van de doodstraf bij afvalligheid en blasfemie

Initiatiefnota van de leden Peters, Van der Staaij en Ceder over «Christenvervolging – Schapen tussen de Wolven» | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2339 - Brekelmans over veiligheid en terrorisme als agendapunt voor de zesde EU-Afrikatop

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - de inhoud van de motie maakt onderdeel uit van de NLse inzet tijdens de EU-AU top.

Motie 21 501-20 nr. 1689 - Segers/Kamminga over een stevige grensoverschrijdende en Europese aanpak van antisemitisme

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1667 - Teunissen over een definitief einde aan het maandelijkse verhuiscircus naar Straatsburg

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20 nr. 1676 - Kuzu/Simons over materiële ondersteuning bieden bij de opbouw van de Palestijnse staat

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2280 - Van Helvert/Sjoerdsma over binnen de Europese Unie pleiten voor concrete afspraken met China wat betreft de verbetering van de mensenrechtensituatie

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 711 nr. 10 - Aukje de Vries/Slootweg over duidelijke en stevige mijlpalen en doelen in de RRF-plannen

Goedkeuring van het op 14 december 2020 te Brussel tot stand gekomen Besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (Trb. 2021, 5) | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-02 nr. 2277 - Voordewind c.s. over erkennen van de Armeense genocide

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

niet bekend

Motie 20 361 nr. 188 (gewijzigd) - Kuzu over een staatsbezoek aan Suriname

Suriname | Tweede Kamer der Staten-Generaal

niet bekend

Motie 20 361 nr. 189 - Van Ojik c.s. over erkenning van foutief handelen jegens Anton de Kom

Suriname | Tweede Kamer der Staten-Generaal

niet bekend

Motie 20 361 nr. 187 (gewijzigd) - Van den Hul/Belhaj over een extra impuls aan culturele samenwerking met Suriname

Suriname | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 20 361 nr. 185 (gewijzigd) - Karabulut c.s. over vrijgeven van archieven over de Nederlandse betrokkenheid bij Suriname in de jaren tachtig

Suriname | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 393 nr. 26 - Bouali c.s. over wederkerige afspraken met het Verenigd Koninkrijk over diensten

Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 393 nr. 22 - Van der Graaf/Omtzigt over geen precedentwerking van het EU-only-verdrag

Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1632 - Omtzigt/Jetten over de Europese Magnitskywetgeving ook toepassen bij ernstige corruptie

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 264, nr. 5 - motie-Paternotte c.s. over een tijdelijk visum voor mensenrechtenverdedigers in het kader van het Shelter City-programma

Initiatiefnota van het lid Sjoerdsma: Vrij zijn om niet te geloven | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 32 623 nr. 308 - De Roon over geen steun aan groepen die de sharia willen opleggen

Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

EK Gewijzigde Motie 35.403, J - Gewijzigde motie-Schalk (SGP) c.s. over VN-resoluties over de Tempelberg

Gewijzigde motie-Schalk (SGP) c.s. over VN-resoluties over de Tempelberg (35.403, J) - Eerste Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

EK Motie 35.403, G - Motie-Koole (PvdA) c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa

Motie-Koole (PvdA) c.s. over een publieksdiscussie over de toekomst van Europa (35.403, G) - Eerste Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1618 - Leijten c.s. over de agenda voor een slotconclusie en partnerschapsagenda met de Afrikaanse Unie gebaseerd op de gelijkwaardigheid vlottrekken

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 373, nr. 5 motie-Van den Nieuwenhuijzen/Ploumen over het Neso-kantoor in Rusland niet sluiten

Rusland | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie wordt door OCW overgenomen.

Motie 21 501-20, nr. 1606 - Van der Graaf c.s. over een bewijzenbank waarin bewijzen van Chinese mensenrechtenschendingen worden verzameld

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Motie wordt afgedaan in januari 2023.

Motie 21 501-20, nr. 1598 - Omtzigt/Van der Graaf over ervoor zorg dragen dat de voorbeelden en voorwaarden in de raadspositie blijven staan

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1565 motie-Wassenberg/Van Raan over zich actief verzetten tegen Europese subsidies voor vleespromotie

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 403, nr. 3 - motie-Omtzigt over deelname aan de transparantieconferentie van de Venetië-Commissie

Staat van de Europese Unie 2020 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501 20, nr. 1514 - motie-Asscher/Van Ojik over blijvende EU-inzet voor fatsoenlijke opvang van Syrische vluchtelingen in de regio

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 35 130, nr. 14 - Belhaj c.s. over na aanname van de Rijkswet per direct voorlichting starten

Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit) | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Gewijzigde motie 33 694, nr. 42 Sjoerdsma c.s. over voorkomen dat er INF-raketten in Europa geplaatst worden

Internationale Veiligheidsstrategie | Tweede Kamer der Staten-Generaal

On hold

Motie 35 000-XVII, nr. 31 - motie-Van Haga over een grotere rol van het Nederlandse bedrijfsleven bij het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen

Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling – heeft vertraging opgelopen.

Motie 33 694, nr. 43 - motie-Koopmans c.s. over beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiële massavernietigingswapens

Internationale Veiligheidsstrategie | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dit is een doorlopende motie.

35 078, nr. 10, motie Jetten/Anne Mulder over het recht van het Europees Parlement om een individuele Eurocommissaris weg te sturen

Staat van de Europese Unie 2019 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vereist verdragswijziging, is nu niet aan de orde. Wanneer verdragswijziging wel aan de orde is zal dit worden ingebracht.

21 501-20, nr. 1384, motie Asscher over voorkomen van oneerlijke concurrentie en een race naar de bodem op het gebied van werk, belastingen, milieu en klimaat

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Openstaand

Motie 34 884, nr. 4 Leijten/Stoffer over versterking van de rol van nationale parlementen

Initiatiefnota van het lid Bisschop: «De lidstaten weer aan het roer!» | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - deze motie is pas actueel als er sprake zou zijn van verdragswijziging. Dit is door indiener motie bevestigd.

21 501-20, nr. 1335, gewijzigde motie - Asscher/Buitenweg over dat lidstaten daar waar relevant nog EU-subsidies kunnen ontvangen als zij democratie en rechtsstaat in woord en daad verdedigen en corruptie tegengaan

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor wat betreft het EX-terrein is dit een blijvende inzet van het kabinet.

21 501-20, nr. 1331 - motie Buitenweg en Asscher over koppeling van de uitkering van Europees geld aan het respect voor de rechtsstaat

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staand beleid dat kabinet zich hiervoor inzet.

Motie 22 112, nr. 2516, motie-Asscher/Van Ojik over belastbaarheid van internetgiganten

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling

Motie 21 501-20, nr. 1222 leden Leijten/Van en Hul over bindende afspraken tussen VK en EU om belastingontwijking te voorkomen

Europese Raad | Tweede Kamer der Staten-Generaal

In behandeling - loopt door zolang onderhandelingen over een uittredingsverdrag niet zijn afgerond.

Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging: MinJenV zal in reguliere rapportage informatie geven over het gebruik van het noodhulpfonds voor slachtofferhulp

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan door JenV d.d. 15 november 2021 in Slachtofferbeleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toezegging: MinBZ komt terug op de financieringssystematiek van de beveiliging op de posten

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Dossier afgesloten, niet aan voldaan

Toezegging: MinBZ bekijkt opnieuw de voor- en nadelen van eventuele wetgeving voor consulaire dienstverlening

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021 in Kamerstuk 35 925 V nr. 63

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer over welke andere EU-landen de mogelijkheid toestaan van het hebben van een dubbele nationaliteit

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021 in Kamerstuk 35 925 V nr. 63

Toezegging: MinBZinBZ informeert de Kamer over verdere mogelijkheden van digitalisering van producten en diensten die via Nederlandwereldwijd worden aangeboden, waaronder reisdocumenten

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021 in Kamerstuk 35 925 V nr. 63

Toezegging: MinBZ gaat, in overleg met MinBZK na, of het mogelijk is dat Nederlanders die in het buitenland per post hebben gestemd een ontvangstbevestiging van hun stem kunnen ontvangen

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 16 december 2021 in Kamerstuk 35 925 V nr. 63

Toezegging: inzake financiële bijdrage van Nederlanders die zijn afgereisd naar gebieden waarvoor een negatief reisadvies geldt en die gebruik maken van repatriëring en de mogelijkheden voor het verplichten van registratie

CD Consulaire Zaken d.d. 2 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 18 juli 2022 Kamerstuk 35925-V-112

Toezegging: inzake technische briefing over cybersurveillance

CD Wapenexportbeleid d.d. 3 november 2021

Afgesloten met TB

   

Toezegging: de Kamer ontvangt een nadere analyse inzake toepassing van artikel 2 uit het genocideverdrag

CD China d.d. 4 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 17 november 2021 Kamerstuk 35 207 nr.43

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer indien hij nadere informatie heeft over orgaanhandel

CD China d.d. 4 november 2021

In behandeling

Toezegging: MinBZ gaat na of er een uitnodiging voor de Olympische Spelen is verstuurd door China aan voormalig IOC-leden

CD China d.d. 4 november 2021

In behandeling

Toezegging: MinBZ legt de vraag van het lid Mulder over lezen van info Xiaomi-telefoon door China in Litouwen voor aan de diensten

CD China d.d. 4 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 14 april 2022 in Kamerstuk 35 207 nr. 59

Toezegging: De Kamer ontvangt nadere informatie over welke sectoren onderdeel uitmaken van de handel van Belarus met Nederland

CD RBZ d.d. 8 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 7 december 2021 in Kamerstuk 21 501-02 nr.2436

Toezegging: MinBZ stuurt uiterlijk 17 december 2021 de appreciatie van het Strategisch Kompas aan de Kamer

CD RAZ d.d. 16 november 2021

Aan voldaan per brief door MinDef d.d. 10 december 2021 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 229

Toezegging: MinBZ komt binnen twee weken schriftelijk terug op de rechtsstatelijke principes voor wat betreft de situatie in Letland waar het parlement de regels heeft aangescherpt voor ongevaccineerde parlementariërs

CD RAZ d.d. 16 november 2021

Aan voldaan per brief d.d. 23 november 2021in Kamerstuk 35 925 V nr. 58

Toezegging: De Kamer wordt geïnformeerd als er een nieuwe Iraakse coalitie is en duidelijk is wat dat betekent voor de internationale inzet

CD Anti-ISIS en brede veiligheidsinzet Irak in 2022 d.d. 15 december 2021

In behandeling

Toezegging: MinBZ zal in het verslag van de RBZ terugkomen op de vraag van het lid Piri over de route van de wapentransporten uit Groot-Brittannië aan Oekraïne door de lucht

CD RBZ d.d. 20 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 27 januari 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2449

Toezegging: MinBZ zal de Kamer doen toekomen van het bezoek aan Kiev.

CD RBZ d.d. 20 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 3 februari 2022 in Kamerstuk 35 925 Vv nr. 66

Toezegging: MinBZ zal in het verslag van de RBZ terugkomen op de vraag van het lid Agnes Mulder over het draagvlak onder de Russische bevolking voor het voeren van een oorlog met Oekraïne

CD RBZ d.d. 20 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 27 januari 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2449

Toezegging: brengt het verzoek om een uitgebreide brief over de scenario’s/opties voor de toekomstige levering van energie i.h.k.v. de geopolitieke ontwikkelingen over aan het kabinet

CD RBZ d.d. 20 januari 2022

Aan voldaan per brief door MinEZK d.d. 18 maart 2022 in Kamerstuk 36 045 nr 64

Toezegging: De Kamer wordt geïnformeerd over eventuele belangrijke wijzigingen in het reisadvies voor Oekraïne, en in het verslag RBZ wordt teruggekomen op het huidige reisadvies

CD RBZ d.d. 20 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 3 februari 2022 in Kamerstuk 35 925 V nr. 66

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer voor de zomer over de langetermijnvisie van het kabinet op de inzet in Afghanistan

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.177

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer voor de zomer over de implementatie van het Verbeterplan n.a.v. de evacuatie-operatie uit Afghanistan

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.177

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer over de voortgang van het NIOD-onderzoek naar de operaties in Afghanistan, zodra daarover meer duidelijkheid bestaat

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 17 juni 2022 in Kamerstuk 27 925 nr. 912

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer nader over de situatie van Afghanen die via Pakistan naar Nederland willen komen in het plenaire debat over de stand van zaken rondom de evacuatie uit Afghanistan

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 30 maart 2022 in Kamerstuk 27 925 nr. 892

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer binnen twee weken per brief over de uitwerking in het coalitie-akkoord van de afspraak over de hervestiging van Afghaanse vluchtelingen in Nederland in de context van de UNHCR-lijst

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 21 februari 2022 in Kamerstuk 27 925 nr. 887

Toezegging: MinBZ informeert de Kamer binnen enkele weken over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek naar de evacuatie-operatie uit Afghanistan

CD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 27 januari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 4 februari 2022 in Kamerstuk 27 925 nr. 889

Toezegging MinBZ om in overleg met MinKE en n.a.v. de Kamerbrief «Naar een nationaal plan voor het energiesysteem richting 2050» (17 december jl.) in een brief in te gaan op de consequenties voor het huidige gasbeleid

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022

Aan voldaan per brief door MinEZK d.d. 18 maart 2022 in Kamerstuk 36 045 nr.64

Toezegging MinBZ om contact te onderhouden met Tichanovskaja

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ over de veiligheid van het luchtruim voor burgerluchtvaart boven Oost-Oekraïne en Rusland

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022

Toezegging achterhaald, dossier gesloten

Toezegging MinBZ om in de beleidsbrief buitenlandbeleid een expliciete blauwdruk mee te nemen over hoe er op Europees niveau beter om kan worden gegaan met toekomstige situaties zoals in Oekraïne

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 8 maart 2022 in Kamerstuk 35 925 V nr. 84

Toezegging MinBZ inzake het registreren van contactgegevens van reizigers door de ambassade in Oekraïne

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 3 februari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 26 februari 2022 in Kamerstuk 36 045 nr.3

Toezegging MinBZ om de nadere gedachtevorming welke instrumenten het Europees Parlement tot zijn beschikking moet hebben met de Kamer te delen

CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022

In behandeling

Toezegging: MinBZ komt schriftelijk terug op de comitologie bij het coronatoegangsbewijs inzake de geldigheidsduur

CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022

Aan voldaan per brief door MinVWS d.d. 3 maart 2022 in Kamerstuk 22 112 nr. 3303

Toezegging: Kamer een hoofdlijnenbrief en een tijdspad van de Europawet sturen

CD EU-Informatievoorziening d.d. 10 februari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 3 juni 2022 in Kamerstuk 22 112 nr. 3432

Toezegging: reisadvies voor Rusland bekijken

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022

Aan voldaan per brief d.d. 4 maart 2022 in Kamerstuk 2022Z03340

Toezegging: MinBZ zegt toe de inzet ten aanzien van lopende contracten met Rusland in te brengen in een volgende Europese vergadering

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om te kijken wat we in Europees verband kunnen doen op gebied van uitsluiten van energiebedrijven van SWIFT

Debat over de situatie in Oekraïne d.d. 28 februari 2022

In behandeling

Toezegging: MP vraagt tijdens de ER aandacht voor toegang waarnemers tot kerncentrales

Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 18 maart 2022 in Kamerstuk 21 501-20 nr 1794

Toezegging MinBZom de Kamer schriftelijk te informeren over steun aan Moldavië (vóór het Commissiedebat RBZ)

Debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne d.d. 10 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 18 maart 2022 in Kamerstuk 21 501-20 nr 1794

Toezegging MinBZ om in het verslag van de Raad Algemene Zaken dd 22 maart terug te komen op de nadere interpretatie van de richtsnoeren inzake het rechtsstaatmechanisme

CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 25 maart 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2476

Toezegging MinBZ om dat als er nieuwe informatie is inzake verstoringen in de Yamalpijplijn daarover de Kamer te informeren

CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om de Kamer nader te informeren over de kabinetspositie inzake de transnationale lijsten

CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022

Aan voldaan per brief door BZK d.d. 17 juni 2022 in Kamerstuk 36 104 nr. 2

Toezegging MinBZ om aan de minister van EZK te verzoeken om de Kamer nader te informeren of, en zo ja welke, informatie beschikbaar is over bedrijven die vanuit Nederland na de Brexit naar het Verenigd Koninkrijk zijn vertrokken

CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022

Overgenomen door EZK

Toezegging MinBZ om in Europees verband te gaan overleggen over scenario’s voor de lange termijn relatie met Rusland en de Kamer daarover nader te informeren over de Nederlandse inzet en perspectief hierbij

CD Raad Algemene Zaken dd 22 maart / Brexit en Nieuwe relatie Verenigd Koninkrijk  d.d. 17 maart 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om schriftelijk terug te komen op de uitspraak in een kortgeding rondom de Afghaanse fixers

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.900

Toezegging MinBZ om schriftelijk terug te komen op motie Piri 27 925 nr 894

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.900

Toezegging MinBZom binnen een maand een schriftelijke toelichting te zullen sturen over mogelijkheden afgifte LPs voor ongedocumenteerden in Pakistan

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.900

Toezegging: Voornemen over eventuele einddatum aan de Kamer communiceren

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om Commissie Ruijs te vragen te kijken naar besluitvorming rondom PIA vlucht

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.900

Toezegging MinBZom expliciet te kijken naar veiligheidsafweging bij evacuatie/overbrengingen

Debat Afghanistan d.d. 31 maart 2022

Aan voldaan per brief d.d. 29 april 2022 in Kamerstuk 27 925 nr.900

Toezegging: Technische briefing over de Internationale Cyberstrategie (ICS2)

CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022

In behandeling

Toezegging: De Kamer ontvangt de geïntegreerde cyberstrategie kort na het zomerreces

CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022

In behandeling

Toezegging: MinBZ komt schriftelijk terug op de vraag van het lid Sjoerdsma of en hoe er is gereageerd op het cyberincident dat de haven van Rotterdam en andere Europese havens heeft geraakt

CD Internationale Cyberveiligheid d.d. 13 april 2022

Aan voldaan per brief d.d. 6 mei 2022 in Kamerstuk 26 643 nr. 857

Toezegging minVWS inzake reactie BZ op lockdown Shanghai

WGO Goedkeuringswet vijfde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 d.d. 11 april 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om in het verslag van de RBZ te informeren over de stand van zaken in het harmoniseren van de sancties tegen Belarus en Rusland

CD RBZ d.d. 12 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 16 mei in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2502

Toezegging MinBZ om voor het zomerreces een brief sturen over de Nederlandse inzet ten aanzien van de Sahelregio

CD RBZ d.d. 12 mei 2022

In behandeling

Toezegging MinBZ om in het verslag van de RBZ ingaan op zijn besprekingen van de mogelijkheden die er zijn ten aanzien van het opleggen van secundaire sancties en een nieuw team opdracht geven die alles gereed maakt om deze desgewenst in te stellen

CD RBZ d.d. 12 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 16 mei in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2502

Toezegging MinBZ om een nadere reactie sturen op het idee van importtarieven

CD RBZ d.d. 12 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 16 mei in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2502

Toezegging MinBZ om een brief te sturen over de brede steun aan en opvang van (vrouwelijke) slachtoffers van oorlogsmisdaden in Oekraïne

CD RBZ d.d. 12 mei 2022

Aan voldaan per brief op 2 juni 2022 in Kamerstuk 36 045 nr. 89

Toezegging MP om in de volgende voortgangsbrief over sanctienaleving en handhaving in te gaan op confiscatie, flowchart en corruptie

MP in notaoverleg Europese Raad d.d. 30-31 mei 2022 d.d. 23 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 6 juli 2022 in Kamerstuk 36 045 nr.104

Toezegging MP om de guidance van de Europese Commissie ten aanzien van de betaling voor Russisch gas aan de Kamer toe te zenden

MP in notaoverleg Europese Raad d.d. 30-31 mei 2022 d.d. 23 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 8 juni 2022 in Kamerstuk 21 501-20 nr. 1805

Toezegging: MinBZ stuurt brief over de opvang en begeleiding bij het vinden van huisvesting en werk voor de lokale oud-medewerkers van BZ/Ambassade Kaboel

2MD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 31 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022 in Kamerstuk 19 637 nr. 2944

Toezegging: MinBZ stuurt stavaza brief over de vorderingen op het gebied van het aantal over te brengen mensen uit Afghanistan

2MD Toekomstige inzet en hulp aan Afghanistan d.d. 31 mei 2022

Aan voldaan per brief d.d. 7 juli 2022 in Kamerstuk 34 952 nr. 179

Toezegging MinBZom voor de begrotingsbehandeling te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de erkenning van de Armeense genocide in EU-verband

CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022

In behandeling

Toezegging MinBZom een brief te sturen over beïnvloeding vanuit het buitenland door landen, waarvan veel burgers met een dubbele nationaliteit in Nederland wonen

CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022

In behandeling

Toezegging MinBZom een brief te sturen over het verminderen van de strategische afhankelijkheid van grondstoffen

CD Hoofdlijnen BZ d.d. 14 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2022 in Kamerstuk 32 852 nr. 224

Toezegging: MinBZ komt schriftelijk terug op een geschikte planning voor bespreking van de uitkomsten van de Conferentie over de toekomst van Europa en een eventueel besluit in de EU om een Conventie tot verdragswijziging uit te schrijven

CD RAZ d.d. 14 juni 2022

In behandeling

Toezegging: Appreciatie opinies CIE over KLS OEK/MOL/GEO komt voor ER-debat

CD RBZ d.d. 15 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 20 juni 2022 in Kamerstuk 23 987 nr. 393

Toezegging MinBZ om in verslag RBZ terugkomen op stellen condities op het gebied van migratie (opvang in de regio) aan visumliberalisatie als onderdeel strategisch partnerschap Golfregio

CD RBZ d.d. 15 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2507

Toezegging MinBZ om in het verslag RBZ terug te komen op versterken van EU defensie technologische en industriële basis

CD RBZ d.d. 15 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2507

Toezegging MinBZ om in het verslag RBZ uiteen te zetten hoe EPF wordt gefinancierd

CD RBZ d.d. 15 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 24 juni 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2507

Toezegging: Brief sanctie implementatie komt voor zomerreces

CD RBZ d.d. 15 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 6 juli 2022 in Kamerstuk 36 045 nr. 104

Toezegging: In het verslag NAVO-Top in Madrid wordt meegenomen aan welke criteria Georgië nog moet voldoen om het Membership Action Plan-status in de NAVO te krijgen

CD NAVO d.d. 23 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 5 juli 2022 in Kamerstuk 28 676 nr. 417

Toezegging: Voor begrotingsdebat brief over het bevorderen van mediavrijheid in Rusland en het tegengaan van Russische desinformatie in kwetsbare landen

CD NAVO d.d. 23 juni 2022

Aan voldaan per brief d.d. 23 december 2022 in Kamerstuk 32 735 nr. 363

Toezegging: MinBZ zegt toe een uitvoerige analyse over de Inflation Reduction Act en de verschillende aspecten daarvan naar de Kamer te sturen.

TZ202212-051

Openstaand (niet ontvangen en niet geregistreerd)

 

CD RAZ d.d. 8 december 2022

 

Toezegging: MinBZ draagt er zorg voor dat het kabinet voor het kerstreces de Kamer een brief doet toekomen over sancties betreffende Rusland.

TZ202212-052 CD RAZ d.d. 8 december 2022

Openstaand (niet ontvangen en niet geregistreerd)

Toezegging: MinBZ zegt toe dat hij in zijn reeds eerder toegezegde brief over het bevriezen en confisqueren van Russische tegoeden ook zal ingaan op de mogelijkheid om dit te baseren op een VN-mandaat en eventuele rechterlijke uitspraken.

TZ202212-053 CD RBZ d.d. 8 december 2022

In behandeling

Toezegging: MinBZ zegt toe dat de Kamer uiterlijk maandagochtend 12 december 2022 wordt geïnformeerd over het kabinetsstandpunt inzake de ophoging van het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit.

TZ202212-054 CD RBZ d.d. 8 december 2022

Aan voldaan per brief d.d. 12 december 2022 in Kamerstuk 21 501-02 nr. 2575

Toezegging: MinBZ zegt toe dat hij in het verslag van de komende Raad Buitenlandse Zaken zal terugkomen op de uitvoering van de motie-Brekelmans en Agnes Mulder (36200 V, nr. 25) over het zich binnen de EU inzetten voor een Europese versie van OFAC, inclusief de rol van EDEO daarbij.

TZ202212-055 CD RBZ d.d. 8 december 2022

In behandeling

Toezegging: MinBZ zegt toe dat hij in één van de volgende verslagen over de Raad Buitenlandse Zaken de Kamer zal informeren over de stand van zaken ten aanzien van de groep van 650 Afghanen die door EU-lidstaten zouden worden opgenomen.

TZ202212-056 CD RBZ d.d. 8 december

In behandeling

Toezegging: MinBZ zegt toe in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken terug te komen op de vraag welke EU-lidstaten al de stap hebben gezet tot erkenning van de Armeense genocide.

TZ202212-057 CD RBZ d.d. 8 december 2022

In behandeling

Toezegging: MinBZ zegt toe voor het Kerstreces een brief te sturen aan de Kamer over uitvoering van de motie-Jasper van Dijk (36200 V, nr. 30) over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland.

TZ202212-058 CD RBZ d.d. 8 december 2022

Aan voldaan per brief d.d. 22 december 2022 in Kamerstuk 36 200-V nr. 73

Toezegging: MinBZ zegt toe dat, indien een nieuwe EU-missie naar Niger op de agenda staat van de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2022, hij de Kamer hierover voor het weekend zal informeren.

TZ202212-059 CD RBZ d.d. 8 december 2022

Aan voldaan per brief d.d. 9 december 2022 in Kamerstuk 33 279 nr. 35

Toezegging: MinBZ zegt toe om de Kamer periodiek te informeren over de voortgang ten aanzien van de Bewijzenbank inzake Jezidi-slachtoffers, bij nieuwe ontwikkelingen of via een voortgangsbrief.

TZ202212-108 CD Art 100 procedure d.d. 15 december 2022

Openstaand

Toezegging: MinBZ zegt toe om bij de bredere dialoog inzake de relatie met Irak het punt van migratie en terugkeer te intensiveren, en de Kamer hier binnen drie maanden over te informeren via ofwel een artikel 100-brief ofwel de stukken voor de debatten over de Raad Buitenlandse Zaken.

TZ202212-109 CD Art 100 procedure d.d. 15 december 2022

Openstaand

Toezegging: MinBZ komt in het volgende of daaropvolgende verslag van de Raad Buitenlandse Zaken terug op de verbetering van toezicht op het Europees Vredesfonds.

TZ202212-171 CD Wapenexportbeleid d.d. 21 december 2022

Openstaand

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Tabel 46 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek periode 2019 ‒ 2022

Thema

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/aanbevelingen

Begrotings artikel(en)

Rapport

Versterkte internationale rechtsorde

Internationale rechtsorde

Beleidsevaluatie Nederlands beleid voor Internationale rechtsorde

2022

afgerond

Resultaten – Evaluatie beleid internationale rechtsorde

1.1

Evaluatie Nederlandse beleid voor internationale rechtsorde

Mensenrechten

Beleidsevaluatie mensenrechtenbeleid

2023

lopend; vertraging door onverwachte uitstroom onderzoekers IOB

 

1.2

 

Gastlandbeleid internationale organisaties

Beleidsevaluatie Gastlandbeleid

2019

afgerond

 

1.3

Nederland gastland

Veiligheid en stabiliteit

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenoot-schappelijke veiligheid

Beleidsevaluatie Nederlandse inzet Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleud (GVDB)

2020

afgerond

Resultaten – Evaluatie Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid

2.1

Nederlandse inzet Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)

Effectenonderzoek Atlantische commissie

2020

afgerond

 

2.1

Atlantische commissie

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

Evaluatie buitenlands beleid contra-terrorisme

2021

afgerond

Resultaten — Evaluatie contraterrorismebeleid

2.2

Evaluatie buitenlands beleid contra-terrorisme

Beleidsevaluatie cyberterrorisme

2021

afgerond

Resultaten — Evaluatie internationaal cybersecuritybeleid

2.2

Cybersecurity

Ontwapening en wapenbeheersing

Beleidsdoorlichting subthema: ontwapening en wapenbeheersing

2019

afgerond

 

2.3

Ontwapening, wapenbeheersing en wapenexportbeleid

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

Eindevaluatie Nederlandse bijdrage MINUSMA

2022

afgerond

Resultaten – De Nederlandse bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in Mali (2014-2019)

2.4

Rapport – Evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA

Bevordering transitie in prioritaire gebieden

Beleidsevaluatie Nederlandse inzet op stabiliteit in fragiele context

2023

lopend; vertraging door aangaan extra opdracht consultants

 

2.5 en BHOS art 4.3

 

Effectenonderzoek NFRP politieke partijenprogramma

2021

afgerond

 

2.5

Evaluatie NFRP politieke partijen programma

Evaluatie Shiraka overheids-samenwerking

2023

lopend, wordt in Q1 2023 aan Tweede Kamer aangeboden

 

2.5

Samenvatting evaluatie Shiraka G2G

Effectieve Europese samenwerking

Europees nabuurschaps-beleid

Beleidsdoorlichting Europees nabuurschapsbeleid

2019

afgerond

 

2.5, 3.2

Beleidsdoorlichting Europees nabuurschaps-beleid

Beleidsevaluatie Benelux Unie

2020

afgerond

 

3.4

Evaluatie Benelux Unie

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

Evaluatie beïnvloeding EU-besluitvorming aan de hand van cases

2023

lopend; vertraging door wisselingen in IOB-team en ziekte

 

3.1, 3.4

 

Evaluatie coördinatie Nederlands EU beleid

2021

afgerond

Resultaten — Evaluatie Nederlandse EU-coördinatie

3.1, 3.4

Rapport - Evaluatie Coordinatie Nederlands EU beleid

Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Alle subthema's

Beleidsdoorlichting art 4

2019

afgerond

Resultaten - Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

4.1, 4.2, 4.3, 1.3

Beleidsdoorlichting Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Toelichting

Dit overzicht geeft de voortgang van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) weer, zoals die is gepresenteerd in de tabel Planning Strategische Evaluatie Agenda en de Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda van de begroting van 2022. In dit jaarverslag is voor een opzet gekozen die aansluit bij de beleidsthema's die zijn opgenomen in de SEA bij de begroting van 2022.

Beleidsdoorlichtingen, periodieke rapportages en de grotere beleidsevaluaties voor Buitenlandse Zaken worden uitgevoerd door de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie.

Tot 2019 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per beleidsthema. In de periode 2019-2022 zijn beleidsdoorlichtingen uitgevoerd per begrotingsartikel. Vanaf 2023 worden periodieke rapportages uitgevoerd per beleidsthema conform de SEA.

Bijlage 4: Inhuur externen

Tabel 47 Ministerie van Buitenlandse Zaken Verslagjaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten

 

1. Interim-management

818

2. Organisatie- en Formatieadvies

181

3. Beleidsadvies

545

4. Communicatieadvisering

326

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

1.870

5. Juridisch Advies

119

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

727

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

173

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

1.019

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)

46.948

Ondersteuning bedrijfsvoering

46.948

Totaal uitgaven inhuur externen

49.837

  

Toelichting

 

Uitgaven ambtelijk personeel1

439.382

Uitgaven externe inhuur2

43.920

Totaal

483.302

  

percentage inhuur

9,09%

  

1 Uitgaven eigen personeel minus toelagen voor verblijf in het buitenland

 

2 Inhuur lastens het apparaatsartikel. Totaal uitgaven inhuur externen betreft alle inhuur.

 
Tabel 48 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten
 

2022

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

0

Toelichting

 

Bijlage 5: Sanctiebeleid en malversaties

In deze bijlage wordt informatie gegeven over meldingen van malversatie ten aanzien van activiteiten gefinancierd vanuit begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken (hierna: BZ-activiteiten).

Meer informatie ten aanzien van meldingen van malversatie rond activiteiten gefinancierd vanuit begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), staat in bijlage 3 van het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XVII.

Meldingen van malversatie 2022

In 2022 zijn 121 vermoedens van malversatie gemeld bij het Expertisecentrum Malversaties (ECM) van het ministerie, waarvan 7 met betrekking tot BZ-activiteiten en 114 met betrekking tot BHOS-activiteiten. In 2021 waren er 4 meldingen ten aanzien van BZ-activiteiten.

Tabel 49 Status meldingen van malversatie BHOS- en BZ-activiteiten

Jaar

Gegrond verklaard

Ongegrond verklaard

In onderzoek

Totaal

2022

41

24

56

121

2021

53

37

25

115

2020

40

22

12

74

2019

48

22

4

74

2018

40

27

1

68

2017

14

12

0

26

Tabel 50 Omvang gegrond verklaarde malversaties

Jaar

Financiële omvang gegrond verklaarde malversaties*

Official Development Assistance (ODA) budget BHOS en BZ

% omvang gegrond verklaarde malversaties t.o.v. ODA budget BHOS en BZ

2022

€ 0,50 mln

€ 4,99 mld

0,01%

2021

€ 0,85 mln

€ 3,70 mld

0,02%

2020

€ 1,88 mln

€ 3,68 mld

0,05%

2019

€ 4,85 mln

€ 3,55 mld

0,14%

2018

€ 15,70 mln

€ 3,57 mld

0,44%

2017

€ 2,15 mln

€ 3,33 mld

0,06%

Gemiddelde over 2017-2020**:

0,17%

* De financiële omvang is berekend op basis van het Nederlands aandeel van een gegrond verklaarde malversatie, waarbij dit aandeel is toegekend aan het jaar waarin de melding is geregistreerd door het ministerie. (Toekomstige) succesvolle terugvorderingen en verrekeningen zijn niet meegenomen in de berekening.

** Aangezien een significant aantal meldingen uit 2021 en 2022 nog in onderzoek is, zijn deze jaren niet meegenomen in de berekening van het gemiddelde.

Proces omtrent meldingen van malversatie

Het ministerie voert een zero-tolerance for inaction beleid aangaande (vermoedens van) malversatie. Dit houdt in dat het ministerie verwacht dat ieder gefundeerd vermoeden van malversatie wordt onderzocht, dat het ministerie hierover geïnformeerd wordt en passende maatregelen worden genomen.

Meldingen van (vermoedens van) malversatie worden door ECM geregistreerd en afhankelijk van de ernst en inhoud van de melding worden vervolgstappen bepaald. Vervolgstappen zijn bijvoorbeeld het instellen van een (accountants)onderzoek, een gesprek met de betrokken organisatie en/of melder, en het opschorten van lopende betalingen.

Wanneer, op basis van een (forensisch- of accountants-)onderzoek, een malversatie als gegrond wordt aanmerkt, worden stappen genomen om de financiële schade niet ten laste te laten komen van de begroting van het ministerie. Dit kan onder andere door het in gang zetten van een terugvorderingsprocedure, of door het lager vaststellen van een subsidie.

Conform de Nota Beheer en Toezicht (1998) publiceert het ministerie jaarlijks de gegrond verklaarde malversaties in het departementaal jaarverslag. Tussentijds wordt de Tweede Kamer middels een brief geïnformeerd over gegrond verklaarde malversaties met een Nederlandse financiële omvang van EUR 100.000 of meer, zoals vastgelegd tijdens de Begrotingsbehandeling BHOS 2021.

Met «financiële omvang» wordt hier bedoeld: het Nederlands (i.e. ten laste van het ministerie) aandeel van een gegrond verklaarde malversatie. Hierbij is dit aandeel toegekend aan het jaar waarin de malversatie door het ministerie is geregistreerd. (Toekomstige) succesvolle terugvorderingen en verrekeningen (dan wel door het ministerie, dan wel door de contractpartner) zijn niet meegenome. Zodoende wordt niet gesproken van 'financiële schade'.

Tot slot worden alle gegrond verklaarde malversaties ook digitaal vermeld op het openbaar toegankelijke OS-portaal.

Preventie van malversatie

Een deel van de door het ministerie gefinancierde activiteiten vindt plaats in fragiele en volatiele regio's en omstandigheden, waarbinnen het risico op malversatie per definitie groter is.

Het ministerie zet permanent in op de toepassing en doorontwikkeling van risicomanagement om de kans op succesvolle en efficiënte projectimplementatie te vergroten en de kans op onregelmatigheden en afwijkingen te verkleinen. Het ministerie speelt hier primair op in door de inzet van risicomanagers, toepassing van een organisational risk and integrity assessment voor contracten boven EUR 1 mln, en het opstellen van een zogeheten risicoparagraaf voor alle (potentiële) nieuwe activiteiten.

Bij de risicoparagraaf worden malversatie risico's op context-, programma-, en organisatieniveau ingeschat, alsmede mitigerende maatregelen geformuleerd om de kans en impact van dergelijke risico's te minimaliseren.

In het geval van een gegronde malversatie sluit het ministerie de betreffende organisatie dan wel uit van vervolgfinanciering, dan wel wordt er toegezien op implementatie van geleerde lessen en verbeterde controle- en monitoringsmechanismen om de kans op herhaling te minimaliseren. Evengoed scherpt het ministerie haar eigen procedures en monitoring aan op basis van geleerde lessen.

Gegrond verklaarde malversaties BZ-activiteiten 2022

Hieronder volgt een overzicht van in 2022 gegrond verklaarde malversaties die betrekking hebben op door het ministerie gefinancierde BZ-activiteiten. Omwille van de relevantie en beperking van de beheerslast is in dit overzicht alleen de gegrond verklaarde malversatie opgenomen waarvan het Nederlands aandeel meer dan EUR 10.000 is. Het totale Nederlands aandeel van deze melding bedroeg EUR 13.327.

In 2022 zijn twee malversaties gegrond verklaard waarvan de omvang van het Nederlands aandeel lager dan EUR 10.000 was. Het totale Nederlands aandeel van deze twee malversaties tezamen bedroeg EUR 7.620.

Een overzicht van malversaties die in 2022 gegrond zijn verklaard met betrekking tot BHOS-activiteiten is opgenomen in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Tabel 51 Gegrond malversaties BZ-activiteiten 2022

Gegrond verklaarde malversaties BZ-activiteiten

REF:

22-91

Land

Peru

Organisatie

Lokale organisatie

Ontdekt

Naar aanleiding van externe meldingen heeft een lokale uitvoeringspartner een onderzoek laten uitvoeren naar diens financiële administratie. Hierbij is geconstateerd dat verscheidene betalingen niet, of niet tijdig, verricht zijn.

Omvang

EUR 106.050

Nederlands aandeel

EUR 13.327

Actie

De uitvoeringspartner heeft diens interne monitorings- en controlemechanismen aangescherpt om de kans op een dergelijke herhaling te minimaliseren.

Bijlage 6: Focusonderwerp 2022, beroep op art. 2.27, tweede lid, CW

Tabel 52 Overzicht ISB's en beroep art. 2.27 van de CW

Nr

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Indieningsdatum

Aangenomen door EK (datum)

1

Incidentele suppletoire begroting

Mutaties in de huisvestingsportefeuille

ja

ja

ja

12 mei 2022

12 juli 2022

Toelichting

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd, tenzij het spoedeisende karakter van de uitgaven dit niet toelaat.

Gedurende het jaar 2022 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een incidentele suppletoire begroting ingediend met daarin verwerkt de uitgaven en verplichtingen die voortvloeien uit de aankoop van een kantoorpand voor de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de bilaterale ambassade in Brussel.

Gezien de marktgevoeligheid en commerciële vertrouwelijkheid van het aankoopproces konden de Kamers vooraf niet openbaar worden geïnformeerd en kon geen voorstel van wet tot wijziging van een begrotingsstaat worden ingediend. Zowel de Eerste als Tweede Kamer zijn op 7 januari 2022 in vertrouwelijkheid geïnformeerd over de destijds voorgenomen aankoop. Op het moment van afronding van de definitieve koopovereenkomst werd de Tweede Kamer openbaar geïnformeerd middels een op 10 mei 2022 verzonden openbare kamerbrief en indiening van een suppletoire begroting. Er kon niet worden gewacht tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal en zodoende is het kabinet in het belang van het Rijk reeds gestart met de uitvoering. Hiermee werd gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Bijlage 7: Lijst van afkortingen

Tabel 53 Lijst van afkortingen
  

ADR

Auditdienst Rijk

AIV

Adviesraad Internationale Vraagstukken

AP

Autoriteit Persoonsgegevens

AR

Algemene Rekenkamer

ASEAN

Association of South East Asian Nations

ATT

Arms Trade Treaty

AVG

Algemene Verordening Gegevensbescherming

BHOS

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

BIT

Bureau ICT-toetsing

BNI

Bruto Nationaal Inkomen

BZ

Buitenlandse Zaken

CAVV

Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken

CDI

Coördinerend Directeuren Inkoop

CELAC

Community of Latin American and Caribbean States

CTBT

Alomvattend Kernstopverdrag

CW

Comptabiliteitswet

DAB

Draft Amending Budget

DCC

Departementaal Crisiscoördinatie Centrum

DHF

Directie Huisvesting en Facilitaire Zaken

DRC

Democratische Republiek Congo

DTIA

Data Transfer Impact Assessment

D&I

Diversity & Inclusion

ECM

Expertisecentrum Malversaties

EER

Europese Economische Ruimte

EHRM

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

EOF

Europees Ontwikkelingsfonds

EPF

Europese Vredesfaciliteit

ER

Europese Raad

EU

Europese Unie

FBB

Feministisch Buitenlandbeleid

FEZ

Directie Financieel-Economische Zaken

FOBO

Front Office Back Office

GBVS

Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie

GRC

Governance Risk management & Compliance

G2G

Government to Government

HBBZ

Handboek Bedrijfsvoering Buitenlandse Zaken

HDPO

Hoofddirectie Personeel en Organisatie

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HVP

Herstel- en Veerkrachtplannen

HRAM

HR Adviseur voor de Medewerker

IAEA

Internationaal Atoomenergie Agentschap

IB

Informatiebeveiliging

ICAO

Internationale Burgerluchtvaartorganisatie

ICB

Internationaal Cultuurbeleid

ICC

Internationaal Strafhof

IDI

Directie Informatievoorziening en Digitale Innovatie

IHH

Informatiehuishouding

IO

Internationale organisatie

IOB

Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie

IPNDV

International Partnership for Nuclear Disarmament Verification

ISB

Inspectie, Signalering en Begeleiding

KITLV

Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde

MAC

Modernisering Activiteitencyclus

MATRA

Programma voor Maatschappelijke Transformatie

MFK

Meerjarig Financieel Kader

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali

MRF

Mensenrechtenfonds

MRR

VN-Mensenrechtenraad

MS

Mission Sustainable

MTO

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

MVV

Machtigingen voorlopig verblijf

MVOI

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Inkopen

M&O

Misbruik en oneigenlijk gebruik

NAVO

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

NCIF

Nationaal Coördinator Internationale Functies

NFRP

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen

NIMH

Nederlands Instituut voor Militaire Historie

NLA

Non Lethal Assistance

NPDI

Non-Proliferation and Disarmament Initiative

NPV

Non-proliferatie Verdrag

NVR

Nationale Veiligheidsraad

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

ODA

Official Development Assistance

OHCHR

Office of the High Commissioner for Human Rights

OPCW

Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens

OR

Ondernemingsraad

OS

Ontwikkelingssamenwerking

OSA

Open Strategische Autonomie

OVSE

Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa

PLOOI

Platform Open Overheidsinformatie

POBB

Programma ondersteuning buitenlands beleid

PV EU

Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie

RHB

Rijkshoofdboekhouding

RVO

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

RWT

Rechtspersoon met een wettelijke taak

SDGs

Sustainable Development Goals

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SSC

Standard Contractual Clauses

SSO

Shared serviceorganisatie

SSR

Security Sector Reform

STP

Shiraka Training Program

UCAPTF

Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund

USD

US Dollar

VBS

Vervanging Bedrijfsvoeringssysteem

VCI

Veiligheid, Crisiscoördinatie en Integriteit

VK

Verenigd Koninkrijk

VN

Verenigde Naties

VS

Verenigde Staten

WNT

Wet normering topinkomens

WOPT

Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens

ZBO

Zelfstandig Bestuursorgaan