Kamerstuk 36360-IIA-1

Jaarverslag Staten-Generaal 2022

Dossier: Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2022

Gepubliceerd: 17 mei 2023
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-IIA-1.html
ID: 36360-IIA-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 215.011.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal €12.131.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2022 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.G.J.Bruins Slot

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten- Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Voor u ligt het jaarverslag 2022 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2022 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2022.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaats-artikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing van de apparaatsuitgaven opgenomen.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag van vorig jaar zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2022 verzocht aandacht te besteden aan de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces. Voor 2022 heeft dit geen betrekking op de begroting van de Staten-Generaal.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2022 en de realisatie 2022. Indien van toepassing wordt hierbij verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2022. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de Eerste Kamer en Tweede Kamer is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de Staten-Generaal.

Saldibalans

In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van de Staten-Generaal.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A. Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is ook de voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal, zoals de vergadering op Prinsjesdag waarin de koning de troonrede voorleest.

De kerntaken van de Eerste Kamer zijn het toetsen van voorgenomen wetgeving als medewetgever en het controleren van het regeringsbeleid. De Eerste Kamer heeft als doel goede wetgeving en controle tot stand brengen. Dit vertaalt zich in:

  • deugdelijke toetsing van de kwaliteit, de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van nationale en Europese ontwerpwet- en regelgeving;

  • adequate controle van het Nederlandse regeringsbeleid;

  • transparantie over de uitoefening van haar eigen taken en bevoegdheden en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte ondersteunende organisatie: de griffie;

  • De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Na aanvaarding door de Eerste Kamer bekrachtigt het staatshoofd wet- en regelgeving.;

  • De controle op het regeringsbeleid gebeurt in interactie met de regering. De Eerste Kamer is betrokken bij de voorbereiding van zowel nationale als Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen.

De bevoegdheden van de Eerste en Tweede Kamer op Europees terrein zijn dezelfde als op nationaal terrein. De Eerste Kamer

  • voert onder andere overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving;

  • participeert in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties;

  • onderhoudt contacten met parlementen en regeringen van andere Europese lidstaten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Het beleid van de Eerste Kamer is in 2022 niet gewijzigd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

14.424

13.433

18.892

20.837

20.432

15.848

4.584

        

Uitgaven

12.707

12.636

16.848

21.904

21.178

15.848

5.330

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat Eerste Kamer

9.035

8.884

12.880

17.081

15.701

11.641

4.060

Personele uitgaven

       

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.590

3.639

3.751

4.661

4.910

4.128

782

Materiële uitgaven

       

Verenigde Vergadering

82

113

217

162

567

79

488

        

Ontvangsten

193

218

127

151

342

140

202

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat Eerste Kamer

In 2022 is in het kader van de professionalisering van de griffie de capaciteit uitgebreid ten behoeve van het primaire proces. Om dit mogelijk te maken is het budget in verband met de toenemende bedrijfskosten, verhoging van de flexibiliteit en professionalisering van het ambtelijk apparaat uitgebreid met € 1,78 mln. Daarnaast zijn er verbeteringen doorgevoerd met betrekking tot de informatiebeveiliging.

Het project duurzame informatiehuishouding is in 2022 gestart (€ 0,96 mln.). Dit project komt voort uit het Rijksbrede project Open op orde en wordt afgerond in 2023.

De Eerste Kamer is in 2021 in het kader van de renovatie van het Binnenhof verhuisd naar een tijdelijke huisvesting. Deze tijdelijke huisvesting is groter dan de huisvesting aan het Binnenhof waardoor er meer voorzieningen nodig zijn voor beveiliging, audio visuele middelen en facilitaire dienstverlening. Het budget is hierop bijgesteld (€ 1,58 mln.).

Personele uitgaven

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

De vergoedingen aan de voorzitter en leden van de Eerste Kamer zijn volgens beleid en wetgeving vergoed. In 2022 is het budget bijgesteld met betrekking tot uitgaven tot de Werkkostenregeling (€ 0,53 mln.).

Materiële uitgaven

Verenigde Vergadering

In 2022 heeft de Verenigde Vergadering ter gelegenheid van de opening van het parlementaire jaar op Prinsjesdag plaatsgevonden in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Dit in plaats van de gebruikelijke locatie in de Ridderzaal. De organisatie van Prinsjesdag is bekostigd door de Eerste Kamer (€ 0,57 mln.).

Tabel 3 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

21.178

waarvan personeel

7.672

Eigen personeel

6.214

Externe inhuur

743

Overig personeel

715

  

waarvan materieel

8.029

waarvan overig (leden EK)

4.910

waarvan overig (Prinsjesdag)

567

Ontvangsten

De ontvangsten (€ 0,34 mln.) hebben vrijwel geheel betrekking op de afwikkeling van voorschotten over voorgaande jaren voor de ondersteuning van de fracties. De ontvangsten waren hoger dan vooraf is ingeschat (€ 0,14 mln.).

3.2 Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, geschaard.

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, zorg voor de uitgaven ten behoeve van:

  • de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer;

  • de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer.

Tabel 4 Aantal deelgerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Pensioenen oud-leden

448

442

430

432

451

448

Wachtgelden oud-leden

69

62

54

14

58

48

Totaal

517

504

484

446

509

496

Tabel 5 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel (x 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Schadeloosstelling

22.180

23.461

24.416

24.393

23.515

25.054

Gemiddeld per lid Tweede Kamer

148

156

163

163

157

167

Pensioenen en wachtgelden

11.296

10.943

9.463

9.468

11.918

10.275

Totaal

33.476

34.404

33.879

33.861

35.433

35.329

Gemiddeld per lid Tweede Kamer

223

229

226

226

236

236

Schadeloosstelling leden Europarlement

103

117

45

0

0

0

Gemiddeld per lid Europees Parlement

103

117

45

0

0

0

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in de Comptabiliteitswet 2016 (artikel 4.4, lid 4) afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

34.521

33.924

34.411

34.885

36.903

34.600

2.303

        

Uitgaven

34.521

33.924

33.862

35.434

35.329

34.600

729

        

Institutionele inrichting

       

Schadeloosstelling

23.461

24.416

24.394

23.516

25.054

22.701

2.353

Personele uitgaven

       

Pensioenen en wachtgelden

10.943

9.463

9.468

11.918

10.275

11.899

‒ 1.624

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

117

45

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

14

30

29

46

43

86

‒ 43

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Schadeloosstelling

Op dit artikel is sprake van een overschrijding als gevolg van de betaalde eindheffing in 2022 over het jaar 2021 voor de werkkostenregeling.

Personele uitgaven

Pensioenen en wachtgelden

Ten opzichte van 2021 is het aantal politieke pensioenen afgenomen van 451 naar 448 eind 2022. Dit is een daling van 3. Het aantal wachtgeldgerechtigden is gedaald van 58 naar 48. Dit is een daling van 10. Dit heeft geresulteerd in lagere uitgaven aan zowel wachtgelden als outplacement.

Tabel 7 Pensioenen en wachtgelden (x 1.000)
 

Uitgaven 2021

Uitgaven 2022

Verschil

Pensioenen

6.426

6.562

136

Wachtgelden

3.997

3.059

‒ 938

Outplacement

1.076

275

‒ 801

Uitvoeringskosten

421

379

‒ 42

Totaal

11.920

10.275

‒ 1.645

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden.

3.3 Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Volksvertegenwoordiging

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de artikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetten en andere voorschriften), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) van de grondwet en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

Het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Renovatie Binnenhof

Op 7 juli 2022 is het Definitief Ontwerp Renovatie Tweede Kamer vastgesteld. De planning voor de renovatie van de Tweede Kamer is nog steeds gericht op oplevering eind 2026 en verhuizing in de zomer van 2027. In de Achtste Voortgangsrapportage van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 3 november 2022 wordt de opstelling van een nieuwe, integrale planning toegezegd, waarin alle Binnenhof-gebruikers worden meegenomen.

Parlementair proces/werkwijze Kamer

De commissie voor de Werkwijze heeft in mei 2022 een ambtelijke evaluatie besproken van twee bepalingen die voortvloeien uit de algehele herziening van het Reglement van Orde in 2021: de aangescherpte regels voor deelname aan tweeminutendebatten en de commissie-Regeling van werkzaamheden. De commissie heeft geen aanbevelingen gedaan om deze bepalingen aan te passen, maar blijft wel de ontwikkeling hiervan in de praktijk volgen. Ten aanzien van de tweeminutendebatten heeft de commissie voor de Werkwijze verzocht om meer inzicht in het aantal tweeminutendebatten dat wordt gevoerd, uitgesplitst naar commissies. Hiermee hoopt de commissie beter in beeld te krijgen hoe uitvoering gegeven kan worden aan de aanbeveling van de werkgroep Versterking functies Tweede Kamer om het aantal moties te beperken. In dit verband heeft de commissie ook een aanpassing gedaan aan het appreciatiekader voor moties door bewindspersonen, met de verwachting dat er hierdoor meer moties zullen worden overgenomen door de regering.

Met ingang van de eerste vergadering na het zomerreces is het openbare toezeggingenregister in gebruik genomen, zoals gevraagd in het amendement van de leden Van der Molen en Van Meenen (Kamerstuk 35 322, nr. 31). De verwachting is dat de openbare toezeggingenregistratie een bijdrage kan leveren aan het beperken van het aantal moties.

Op verzoek van de commissie voor de Werkwijze heeft het Rathenau Instituut een onderzoek uitgevoerd naar de toegankelijkheid en transparantie van petities en burgerinitiatieven die aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Doel van dit onderzoek was om zicht te krijgen op mogelijke verbeteringen van deze instrumenten, bijvoorbeeld door middel van een digitaal platform. Het rapport ‘Voor het voetlicht. Kansen voor het vergroten van de stem van burgers met petities en burgerinitiatieven’ is op 22 december 2022 aan de Voorzitter aangeboden (Kamerstuk 35 992, nr. 20). Hiermee heeft de commissie voor de Werkwijze uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van der Molen en Özütok over onderzoek naar de mogelijkheid van een digitaal platform voor het starten van petities (Kamerstuk 35 340, nr. 7).

De Werkgroep Effectief Opereren in crisissituaties heeft op 30 november 2022 haar verslag aan het Presidium aangeboden. Deze werkgroep, onder voorzitterschap van het lid Sneller, is door het Presidium ingesteld naar aanleiding van de motie-Van Gent c.s. (Kamerstuk 35 322, nr. 43) om te onderzoeken hoe de Kamer in tijden van crisissituaties effectief kan opereren, rekening houdend met het staatsrechtelijk kader en specifiek ingaand op crisissituaties waarin fysieke aanwezigheid voor plenaire beraadslaging en besluitvorming bemoeilijkt wordt.

Het verslag van de werkgroep biedt handvatten en randvoorwaarden voor de vraag of, in welke mate en op welke wijze er gebruik kan worden gemaakt van digitale vergadermogelijkheden. Tevens geeft de werkgroep enkele overwegingen en doet zij aanbevelingen aan het Presidium rondom de toepassing van een digitaal quorum, digitaal beraadslagen en digitaal stemmen in tijden van crisissituaties. Bij brief d.d. 5 december 2022 heeft het Presidium het eindverslag aangeboden aan de Kamer (Kamerstuk 36 062, nr. 16). Het Presidium heeft besloten de aanbevelingen van de werkgroep verder ter hand te nemen.

Transparantie

Er is wederom geïnvesteerd in de doorontwikkeling van de apps Debat Direct en Debat Gemist, die het mogelijk maken om debatten, briefings en gesprekken, plenair en in commissieverband, live te volgen of terug te kijken. Voor beide apps is met een aanbesteding de continuïteit geborgd voor de voorgeschreven ondertiteling van de beschikbare debatten. Deze ondertiteling is niet live, maar wordt na publicatie aan de video toegevoegd.

Onderzoeksinstrumenten Kamer

De Kamer heeft in de afgelopen periode in toenemende mate gebruik gemaakt van de haar beschikbare onderzoeksinstrumenten.

- Februari 2021 is de Parlementaire Enquête Aardgaswinning Groningen van start gegaan. De werkzaamheden liggen goed op schema. Publicatie van het eindrapport is voorzien eind februari 2023.

- Februari 2022 is de Parlementaire Enquête Fraudebeleid en Dienstverlening van start gegaan. De staf is volop bezig met de verwerking van de inmiddels gevorderde documenten. In het 1e kwartaal 2023 starten de besloten voorgesprekken; rond het zomerreces starten de openbare verhoren. De werkzaamheden van de commissie zullen naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 afgerond zijn.

- Juli 2022 is de tijdelijke commissie Corona gestart. Deze commissie werkt aan een onderzoeksvoorstel voor de parlementaire enquêtecommissie Corona. Naar verwachting wordt dit voorstel in het voorjaar van 2023 opgeleverd.

- Het verslag van de werkgroep evaluatie Tijdelijk protocol parlementaire ondervraging is besproken door de Commissie voor de werkwijze op 1 november 2022; daarna volgde een schriftelijke vragenronde.

- De werkgroep Versterking functies Tweede Kamer heeft op 8 november 2022 een tussentijdse monitor uitgebracht. De werkgroep constateert dat de praktische werkagenda goed is ontvangen: er is brede waardering voor het werken met een halfjaarlijkse strategische procedurevergadering, en er zijn concrete initiatieven genomen op het gebied van wetgeving, EU en kennisversterking. Een voorbeeld is de toename van het aantal rapporteurs, die de commissies zowel versterken als ontzorgen. Ook zijn er pilots gestart rondom burgerparticipatie, en zijn er parlementaire verkenningen aangekondigd.

Integrale veiligheid

In 2022 kwam de Tweede Kamer voor diverse veiligheidsuitdagingen te staan: dit kwam onder andere doordat het veiligheidsbeeld in de maatschappij is veranderd. Zo is het anti-overheid denken de afgelopen jaren toegenomen en is een gedeelte ervan geradicaliseerd (https://www.aivd.nl/onderwerpen/jaarverslagen/jaarverslag-2021/nationale-dreigingen). Dit heeft ook impact op de veiligheidssituatie van het pand, de systemen en de leden van de Tweede Kamer. Zowel op de fysieke als op de digitale beveiliging zijn in 2022 interventies gepleegd om de veiligheid te borgen. Ook rondom de integrale veiligheid van Kamerleden zijn een groot aantal stappen gezet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

104.748

131.664

133.027

172.136

153.654

132.833

20.821

Waarvan garantieverplichtingen

952

521

869

Waarvan overig

103.796

131.143

132.158

        

Uitgaven

105.456

125.725

133.988

153.833

157.556

132.833

24.723

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat Tweede Kamer

73.756

92.493

89.951

105.253

107.876

85.499

22.377

Onderzoeksbudget

192

544

1.296

616

285

2.383

‒ 2.098

Materiële uitgaven

       

Drukwerk

1.209

1.042

1.065

1.251

830

1.929

‒ 1.099

Fractiekosten

28.007

29.292

38.884

43.303

42.936

38.367

4.569

Uitzending leden

316

322

83

54

262

465

‒ 203

Parlementaire enquêtes

0

11

462

1.241

3.170

2.070

1.100

Bijdrage ProDemos

1.976

2.021

2.247

2.115

2.197

2.120

77

        

Ontvangsten

3.751

4.151

3.448

6.105

11.746

3.639

8.107

Overzicht van risicoregelingen

Tabel 9 Overzicht garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2021

Verleend 2022

Vervallen 2022

Uitstaande garanties 2022

Garantie- plafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoorziening

3

Fractiekosten

6.499

0

303

6.499

0

0

0

Eind 2021 was sprake van een bedrag van € 6,5 mln. aan uitstaande garanties. In 2022 is een bedrag van € 303.000 aan garanties tot betaling gekomen. Het totaal aan uitstaande garanties aan de fracties per 31-12-2022 heeft een omvang van € 6,2 mln.

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Tabel 10 Specificatie apparaatsuitgaven artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2022

Totaal apparaat

107.876

waarvan personeel

55.019

Eigen personeel

54.227

(Ambtelijke) Detacheringen

792

  

Externe inhuur

12.236

Overig personele kosten (vorming & opleiding)

1.252

  

waarvan materieel

39.369

Institutionele inrichting

Apparaatsuitgaven

In 2022 is de begroting opgehoogd voor de investeringen ten behoeve van de invoering van de Wet Open Overheid en de verbetering van de informatiehuishouding van de Tweede Kamer. Verder is de begroting opgehoogd voor het behoud en versterking van de kwaliteit in de bedrijfsvoering en in de parlementaire ondersteuning (uitbreiding formatie). Verder heeft een ophoging plaatsgevonden voor het beheer en onderhoud van ICT installaties, digitale veiligheid en het functioneel verbeteren van de werkplek. Tot slot is de begroting opgehoogd voor nieuwe en extra verbindingen in B67.

Een deel van de in 2022 extra toegekende middelen is met een kasschuif verschoven naar 2023.

Het betreft allereerst een verschuiving van € 1 mln. als gevolg van de vertraging bij de aanbesteding van een nieuw aan te schaffen informatiesysteem. Verder heeft de vernieuwde inrichting van de meldkamer vertraging opgelopen (gezamenlijk project Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf). Hierdoor vindt een betaling van € 0,8 mln. die in 2022 begroot was in 2023 plaats. Daarnaast wordt de achtste etage van de tijdelijke huisvesting in 2023 opgeleverd (gezamenlijk project Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf). Een betaling van € 0,8 mln. die in 2022 begroot was vindt in 2023 plaats.

Tot slot zijn in 2022 de uitgaven en ontvangsten opgehoogd met € 7,7 mln. De hogere uitgaven zijn onder andere gerelateerd aan werkzaamheden voor de dienstverleningsovereenkomsten en hogere uitgaven aan nutsvoorzieningen. De hogere ontvangsten worden onder het kopje ontvangsten toegelicht.

Rekening houdend met bovengenoemde begrotingsbijstellingen resteert een klein overschot van € 0,4 mln. op de apparaatsuitgaven.

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstukken II 2009/10, 32360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel. Daarbij is aangegeven dat de norm van 10% het karakter heeft van «comply-or-explain» en dan ook gezien wordt als richtinggevend en niet als afdwingbaar.

In 2022 is € 69,7 mln. besteed aan personele uitgaven. De totale uitgaven aan niet-formatief personeel over 2022 bedragen € 12,2 mln. Dit leidt tot een percentage van de Roemernorm van 17,5%. Hiermee wordt de norm van 10% overschreden.

De externe inhuur is in 2022 om een aantal redenen hoger dan voorgaande jaren. Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt waar sommige schaarse kennis moeilijk te vinden is (informatiebeveiliging, IT kennis). Vacatures zijn hierdoor lastig in te vullen. Ook heeft de introductie van nieuwe regelgeving zoals de WOO geleid tot extra benodigde capaciteit. Tot slot heeft de aanscherping van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties geleid tot een heroverweging binnen de Tweede Kamer van de toepassing van de definitie van externe inhuur die valt onder de Roemernorm. Dit heeft tot gevolg dat inzet van beveiligers m.i.v. 2022 valt onder de Roemernorm.

Tabel 11 Roemernorm (bedragen x € 1.000)

Uitgaven aan formatief personeel

56.191

Uitgaven aan detacheringen

1.305

Uitgaven aan niet-formatief personeel

12.236

Totaal (A)

69.732

Niet-formatief personeel (B)

12.236

Roemernorm (B als % van A)

17,5%

Onderzoeksbudget

Dit betreft de uitgaven van de Kamercommissies. Alle Commissies hebben inmiddels een onderzoeksagenda opgesteld. In 2022 is het beschikbare bedrag op dit artikel verlaagd met € 0,31 mln. voor de pilot bij de Dienst Analyse en Onderzoek. Desondanks zijn de uitgaven van Commissies minimaal.

Materiële uitgaven

Drukwerk

Op dit artikel worden de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op www.overheid.nl. geboekt. Als gevolg van andere betalingsafspraken met de leverancier, de tarieven van de SDU en het aantal geproduceerde pagina’s zijn de uitgaven lager dan begroot.

Fractiekosten

Als gevolg van de uitkomsten van de verkiezingen in 2021 is de begroting 2022 voor de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer structureel verhoogd (bij de eerste suppletoire begroting). Verder zijn in 2022 de zetelbedragen geïndexeerd conform de verhoging CAO-Rijk en is de loonbijstelling op dit artikel verwerkt. Tot slot heeft één fractie een beroep op de trekkingsrechten gedaan.

Uitzending Leden

De uitgaven zijn beperkt als gevolg van de reisbeperkingen (Coronavirus) die in het begin 2022 nog van kracht waren. Dit heeft geleid tot een onderbenutting.

Parlementaire enquêtes

De parlementaire enquête Aardgaswinning Groningen (PEAG) is gedurende het jaar verder uitgevoerd. In 2022 is de parlementaire enquête Fraudebeleid en dienstverlening gestart. Bij de eerste suppletoire begroting is de begroting voor deze enquête opgehoogd. Bij de PEAG hebben niet alle verwachte uitgaven in 2022 plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een onderbenutting op dit artikelonderdeel.

Bijdrage aan ProDemos

Dit artikelonderdeel is nagenoeg uitgeput.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn onder andere het gevolg van verhoogde ontvangsten uit dienstverleningsovereenkomsten met andere Hoge Colleges van Staat. Daarnaast heeft een aantal fracties in 2021 het maximum in hun egalisatiereserve bereikt en is het overschot terugbetaald aan de Tweede Kamer. De omzet van het Restaurantbedrijf is lager uitgevallen vanwege meer hybride werken. Dit tezamen heeft geleid tot een overschot op de ontvangsten.

3.4 Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.090

1.172

904

891

1.031

1.535

‒ 504

        

Uitgaven

1.171

1.181

904

891

948

1.535

‒ 587

        

Materiële uitgaven

       

Interparlementaire betrekkingen

1.171

1.181

904

891

948

1.535

‒ 587

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Materiële uitgaven

Interparlementaire betrekkingen

Het budget voor interparlementaire betrekkingen is in 2022 niet volledig tot besteding gekomen. Dit als gevolg van de reisbeperkingen die voornamelijk in het begin van het jaar nog van kracht waren. Deze hebben een negatieve impact gehad op het reizen naar internationale organisaties, het Caribisch deel van het Koninkrijk en de ontvangst van buitenlandse delegaties. Dit heeft geleid tot een onderbenutting.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

Tabel 13 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

De geconstateerde onrechtmatigheden zijn beperkt en blijven binnen de vastgestelde grenzen.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering

De Algemene Rekenkamer (AR) constateerde over 2021 een onvolkomenheid op het kunstbeheer. Het kunstbeheer vergt nog de nodige aandacht. In 2021 is gestart met een meerjarig plan om het kunstbeheer op orde te brengen, zodat het voldoet aan alle daaraan gestelde normen.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico's en genomen maatregelen.

De Eerste Kamer heeft de functiescheiding m.b.t. financiële processen en de interne controle verbeterd. In 2023 wordt gestart met de uitwerking van risicomanagement.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

M&O-risico's en M&O beleid

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Grote lopende ICT-projecten

Er lopen binnen de Eerste Kamer geen ICT-projecten boven de € 5 mln. euro.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

Er zijn conform plan verbeteringen doorgevoerd in de informatiebeveiliging.

5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

Er zijn geen overschrijdingen van de rapporteringstoleranties geconstateerd.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

De Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer (AR) en de Auditdienst Rijk (ADR) over 2021 maatregelen getroffen ter versterking van het financieel beheer. Het betreft zowel kwantitatieve en kwalitatieve versterking in de personele sfeer als het treffen van organisatorische en procedurele maatregelen. Alle verplichtingen en uitgaven boven een vastgesteld normbedrag van € 100.000,- worden door de business controllers vooraf extra gecontroleerd op rechtmatigheid, juistheid en volledigheid.

De Tweede Kamer werkt ook in 2023, conform eerdere aanbevelingen van de ADR, verder aan het verbeteren van de administratieve verwerking van verplichtingen en de prestatieonderbouwing bij facturen. Een interne instructie bij dit laatste aspect is in voorbereiding.

De Tweede Kamer heeft eind 2021 en begin 2022 geïnvesteerd in het actualiseren van de procesbeschrijving kunstbeheer en het uitvoeren en vastleggen van een risicoanalyse gericht op dat kunstbeheer. Verder zijn conform de procedure een beknopte inventarisatie (deelwaarneming) en een integrale inventarisatie uitgevoerd die voldoen aan de eisen die daaraan worden gesteld.

In het kader van informatiebeveiliging is een risicoanalyse uitgevoerd op het Facility Management Systeem dat de Tweede Kamer onder ander gebruikt voor de registratie van de kunstwerken.

De aanbevelingen van de ADR voor het verder verbeteren van de registratie van de kunstwerken in de administratie en de maatregelen om risico’s van vermissing te mitigeren, worden door de Tweede Kamer overgenomen.

Belangrijkste materiële fraude- en corruptierisico’s en genomen maatregelen

In het kader van de informatiebeveiliging investeert de Tweede Kamer in brede zin in het treffen van beheersmaatregelen die potentiële risico’s moeten mitigeren. Dat geldt ook voor het financiële informatiesysteem dat de Tweede Kamer gebruikt en beschikbaar stelt aan de andere Hoge Colleges van Staat. De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en een set van algemene beheersmaatregelen voor IT-organisaties (GITC) gericht op de jaarrekening, vormen daarbij het kader. De ADR constateert dat de Tweede Kamer in 2022 stappen heeft gezet ten aanzien van opzet en bestaan van de GITC- maatregelen voor dat deel waar zij zelf verantwoordelijk voor is. Ten aanzien van de uitbestede IT-diensten wordt aangegeven dat het zicht op de effectieve beheersing beter kan. De Tweede Kamer maakt in 2023 afspraken met de leveranciers ter verbetering van de relevante IT-beheersmaatregelen.

De Tweede Kamer heeft in 2022 aandacht besteed aan frauderisico’s gericht op het financieel en materieelbeheer en een beleidsnotitie vastgesteld waarin het proces van frauderisicobeheersing uitgebreid is beschreven. Op onderdelen is daarnaast vormgegeven aan de invoering van het 4-ogenprincipe en is in het betalingsverkeer een extra waarborg gerealiseerd.

In 2023 wordt opnieuw een aantal risk-assessments uitgevoerd waarbij meer onderdelen binnen de Tweede Kamer worden betrokken.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Audit Committee

Het Audit Committee heeft in 2022 driemaal hybride vergaderd. De vierde geplande bijeenkomst is door het neerleggen van de taken door het MT en het vertrek van een groot deel van de ambtelijke top komen te vervallen. In 2023 wordt bezien wanneer en in welke samenstelling het Audit Committee weer bijeenkomt.

Open standaarden en toegankelijkheid

De Tweede Kamer doet haar uiterste best om aan alle verplichte open standaarden te voldoen. Voor de overgrote meerderheid voldoen we aan deze standaarden. Standaard voegt de Kamer ‘open standaarden’ toe als randvoorwaarde bij de aanschaf of ontwikkeling van nieuwe systemen of applicaties. Dit doen we door het als ontwerpeis mee te geven bij projecten. Voor reeds bestaande systemen, waarin documenten tot stand komen en gepubliceerd worden in een zeer complexe keten waarin ook derde partijen betrokken zijn, geldt dat een klein deel van de documenten nog niet in een open standaard op de website gepubliceerd wordt. De Tweede Kamer zet zich blijvend in om samen met de ketenpartners de benodigde wijzigingen in het werkproces te realiseren.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Een belangrijke ontwikkeling eind 2022 was het neerleggen van de taken door het gehele MT en het vertrek van de groot deel van de ambtelijke top op 11 november 2022. De Tweede Kamer heeft na het vertrek een tijdelijk waarnemend Griffier aangesteld en passende maatregelen getroffen waardoor de continuïteit van het financieel beheer gewaarborgd bleef.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 14 Verantwoordingsstaat 2022 van de Staten-Generaal (IIA) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

184.816

184.816

3.865

212.020

215.011

12.131

27.204

30.195

8.266

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Wetgeving en controle Eerste Kamer

15.848

15.848

140

20.432

21.178

342

4.584

5.330

202

2

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

34.600

34.600

86

36.903

35.329

43

2.303

729

‒ 43

3

Wetgeving en controle Tweede Kamer

132.833

132.833

3.639

153.654

157.556

11.746

20.821

24.723

8.107

4

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1.535

1.535

0

1.031

948

0

‒ 504

‒ 587

0

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

10

Nog Onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

7. Saldibalans

Tabel 15 Saldibalans per 31 december 2022 van de Staten-Generaal (IIA) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

215.011

 

212.062

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

12.131

 

6.302

3)

Liquide middelen

1

 

0

     

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1

0

 

0

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

197.918

 

200.885

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

541

 

278

7)

Schulden buiten begrotingsverband

5.504

 

5.153

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

215.553

 

212.340

Subtotaal intra-comptabel

215.553

 

212.340

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

193

 

1.106

10a)

Tegenrekening vorderingen

193

 

1.106

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

60.152

 

58.220

12a)

Tegenrekening voorschotten

60.152

 

58.220

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

6.197

 

6.500

13)

Garantieverplichtingen

6.197

 

6.500

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

35.550

 

38.542

14)

Andere verplichtingen

35.550

 

38.542

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

102.092

 

104.368

Subtotaal extra-comptabel

102.092

 

104.368

          

Totaal

317.645

 

316.708

Totaal

 

317.645

 

316.708

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2022

Algemeen

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2022 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag ad € 450,- is als volgt opgebouwd:

Tabel 16 Liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Eerste Kamer

450

b) Tweede Kamer

0

  

Totaal

450

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) wordt de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

Tabel 17 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

197.917.315

  

Totaal

197.917.315

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Tabel 18 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x €)

Intra-comptabele vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders

 

Eerste Kamer

2.221

Tweede kamer

538.347

  

Totaal

540.568

Ad a) Vorderingen kasbeheerders

Eerste Kamer

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaat per 31 december 2022 uit het saldo van de openstaande vorderingen inzake dubbele betaling en doorbelastingen aan de Tweede Kamer, afwikkeling vindt plaats in 2023 ‒ 2025.

Tweede Kamer

De vorderingen van de Tweede Kamer hebben betrekking op de nog per 31 december 2022 af te wikkelen voorschotten dienstreizen (€ 297.345) en nader te verklaren boekingen of door te belasten posten

(€ 213.353).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 19 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Intra-comptabele schulden

Saldo

a) Eerste Kamer

37.115

b) Tweede Kamer

5.466.966

  

Totaal

5.504.081

Ad a) Eerste Kamer

De schulden van de Eerste Kamer bestaan uit openstaande crediteuren die in januari 2023 worden betaald.

Ad b) Tweede Kamer

De schulden van de Tweede Kamer bestaan met name uit nog af te dragen loonheffingen (€ 4.615.458) en pensioenpremies (€ 840.587) over de maand december.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 20 Overzicht vorderingen (bedragen in €)

Type vordering

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders

 

Eerste Kamer

22.348

Tweede Kamer

170.033

  

Totaal

192.381

Het saldo van de Eerste Kamer bestaat uit af te wikkelen voorschot 2021 SP, doorbelaste kosten aan de Tweede Kamer en aan Prodemos en een vordering op RVB. Al deze vorderingen worden in het eerste kwartaal van 2023 afgewikkeld. Het saldo van de Tweede Kamer bestaat uit creditnota’s van eind december die in 2023 worden verrekend met uitstaande facturen of betaald worden door leveranciers.

Ad12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december openstaande voorschotten en van de in 2022 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd.

Tabel 21 Overzicht openstaande voorschotten Eerste Kamer naar ontstaansjaar (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

111.421

0

111.421

0

2021

1.179.465

0

1.094.128

85.337

2022

0

773.781

 

773.781

Totaal

1.290.886

773.781

1.205.549

859.118

Tabel 22 Overzicht openstaande voorschotten Tweede Kamer naar ontstaansjaar (bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand 01-01-2022

verstrekt 2022

afgerekend 2022

stand 31-12-2022

t/m 2017

0

0

0

0

2018

0

0

0

0

2019

0

0

0

0

2020

183.720

0

183.720

0

2021

56.745.384

0

52.392.478

4.352.906

2022

0

54.939.163

 

54.939.163

Totaal

56.929.104

54.939.163

52.576.198

59.292.069

Tabel 23 Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2022 (bedragen in €)

Voorschotten openstaand

Saldo

Eerste Kamer

859.118

Tweede Kamer

59.292.069

  

Totaal

60.151.187

Ad a) Eerste Kamer

Het saldo openstaande voorschotten van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit in 2021 en 2022 verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning van € 777.564. De voorschotten fractie-ondersteuning 2021 worden in het vierde kwartaal van 2022 afgewikkeld (€ 78.619), die betrekking hebben op 2022 (€ 698.945) in het tweede kwartaal van 2023. Daarnaast staan nog aan Loyalis verstrekte voorschotten over de periode 2021 (€ 6.718) en 2022 (€ 67.216) open. Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen van respectievelijk 2021 en 2022 worden deze afgewikkeld.

Ad b) Tweede Kamer

Het saldo openstaande voorschotten van de Tweede Kamer bestaat uit verstrekte voorschotten aan de fracties in 2022 (€ 42.612.460), voorschotten aan APG (pensioen en wachtgelden) over het jaar 2021 (€ 4.352.906) en 2022 (€ 10.345.803) en voorschotten ProDemos (€ 1.908.000). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2023 worden afgewikkeld.

Ad13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Tabel 24 Overzicht garantieverplichting (bedragen in €)
   

Verplichtingen per 1/1

6.499.256

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen)

0

+/+

 

6.499.256

 
   

Tot betaling gekomen in 2022

302.698

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

-/-

   

Totaal

6.196.558

 

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Tabel 25 Overzicht openstaande verplichtingen BiBBV (bedragen in €)
   

Verplichtingen per 1/1

38.541.759

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen)

214.324.211

+/+

 

252.865.971

 
   

Tot betaling gekomen in 2022

215.011.000

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

2.304.211

-/-

   

Totaal

35.550.759

 

De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2021.

Met betrekking tot externe inhuur heeft de TK vanwege gewijzigde aanvragen een aantal verplichtingen (€ 0,26 mln.) naar beneden bijgesteld. Ook heeft de TK het beheer en onderhoud van de audio-visuele installatie eerder afgesloten. De verplichting is daarbij naar beneden bijgesteld (€ 0,32 mln.).

8. WNT-verantwoording 2022 Staten-Generaal

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2022 € 216.000.

Tabel 26 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2021)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering en bedrag (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

R. Nehmelman

Griffier

  

1 (1)

 

255.214 (161.929)

23.331 (22.774)

278.545 (184.703)

216.000

Nabetaling van 69.472 euro over periode 2018 ‒ 2021. Hierdoor wordt de norm m.b.t. deze jaren niet overschreden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mevr. S.M. Roos

Griffier

  

1 (1)

nee

191.635 (185.284)

24.022 (23.326)

215.657 (208.610)

216.000

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dhr. G.J.A. Hamilton

Waarnemend Griffier

8-12-2022

 

1

nee

10.187

0

10.187

14.203

 

Er zijn geen functionarissen die in 2022 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2022 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2022 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.