Gepubliceerd: 15 mei 2023
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36357-2.html
ID: 36357-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 11d, tweede lid, van de Alcoholwet wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur».

ARTIKEL II

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de begripsbepaling van woonplaats, onder 2°, «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of» vervangen door «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, in een instelling voor verblijf als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder a, van de Wet langdurige zorg,».

B

In artikel 2.11, vierde lid, wordt «krachtens het tweede lid» vervangen door «krachtens het derde lid».

ARTIKEL III

De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, komt de begripsbepaling van grensoverschrijdende verkoop op afstand te luiden:

grensoverschrijdende verkoop op afstand:

een verkoop op afstand aan consumenten waarbij:

  • a. de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij een detaillist bestelt in Nederland bevindt en die detaillist in een andere staat van de Europese Economische Ruimte of een derde land gevestigd is; of

  • b. de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij een detaillist bestelt in een andere staat van de Europese Economische Ruimte of een derde land bevindt en die detaillist is gevestigd in Nederland, met dien verstande dat een detaillist wordt aangemerkt als te zijn gevestigd in Nederland:

    • 1°. in het geval van een natuurlijk persoon: indien de zetel van zijn bedrijf zich in Nederland bevindt;

    • 2°. in andere gevallen: indien de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging, met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, van de detaillist zich in Nederland bevindt;

B

Artikel 9a, derde lid, vervalt.

C

In artikel 12 wordt na «artikel 9, derde lid,» ingevoegd «artikel 9a, eerste lid,».

ARTIKEL IV

Indien de Wet van 16 januari 2023 tot wijziging van de Wet afbreking zwangerschap alsmede enkele andere wetten in verband met de legale medicamenteuze afbreking van de zwangerschap via de huisarts (Stb. 2023, 43) in werking treedt, wordt in artikel 6a, derde lid, van de Wet afbreking zwangerschap «algemene maatregel van bestuurd» vervangen door «algemene maatregel van bestuur».

ARTIKEL V

De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 40b, eerste lid, wordt na «zich jaarlijks» ingevoegd «over het voorafgaande kalenderjaar».

B

In artikel 86, eerste lid, wordt na «3,» ingevoegd «17, zevende lid,» en wordt «2828a, zesde lid,» vervangen door «28, 28a, zesde lid,».

ARTIKEL VI

Aan artikel 8 van de Wet medische hulpmiddelen wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Van de toepassing van artikel 59, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/745, of artikel 54, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/746, doet de ingevolge het vierde lid aangewezen autoriteit, mededeling in de Staatscourant.

ARTIKEL VII

Aan artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 13. Het vierde en twaalfde lid zijn niet van toepassing op een regeling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, voor zover die strekt tot wijziging van de bedragen, bedoeld in dat onderdeel, overeenkomstig de ontwikkeling van de consumentenprijsindex sinds de vorige wijziging van de bedragen en de organisatie mededeling doet van de wijziging van de bedragen op de eigen website en de bedragen op de website plaatst.

ARTIKEL VIII

Artikel 4 van de Wet op de organisatie ZorgOnderzoek Nederland wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt na «een periode van» ingevoegd «ten hoogste».

2. Het zesde lid vervalt.

ARTIKEL IX

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel k, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • l. de bijdragen, bedoeld in artikel 68b, vijfde lid.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel i, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. de vergoedingen, bedoeld in artikel 68b, eerste lid.

B

Na artikel 68a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 68b

  • 1. Een persoon die met toepassing van een verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte dan wel toepassing van een verdrag met het Verenigd Koninkrijk met terugwerkende kracht van langer dan vier maanden verzekeringsplichtig wordt ingevolge deze wet, kan bij het CAK een vergoeding aanvragen voor kosten van zorg.

  • 2. Voor vergoeding komen uitsluitend in aanmerking de kosten van zorg die een persoon als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen in de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringsplicht voor deze wet en het moment waarop hij van het CAK een kennisgeving heeft ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten of, als dat eerder is, het moment waarop hij krachtens een zorgverzekering verzekerd is.

  • 3. Kosten van zorg die is aangevangen in en ontvangen na de periode, bedoeld in het tweede lid, worden toegerekend aan de periode waarin de zorg is aangevangen, indien de kosten door de zorgaanbieder in één bedrag in rekening zijn gebracht.

  • 4. Het CAK beslist op de aanvraag van de vergoeding.

  • 5. Een persoon waaraan de vergoeding is verleend, is voor zover deze in de periode, bedoeld in het tweede lid, achttien jaar of ouder was, een bijdrage verschuldigd, die voor de toepassing van de Wet op de zorgtoeslag geheel of gedeeltelijk als premie voor een zorgverzekering wordt beschouwd.

  • 6. Het CAK stelt de bijdrage ambtshalve vast en zendt een afschrift van de beschikking aan de Belastingdienst/Toeslagen.

  • 7. Het CAK:

    • a. is bevoegd de vergoeding te verrekenen met de bijdrage;

    • b. kan de bijdrage bij dwangbevel invorderen.

  • 8. Het CAK:

    • a. gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van personen als bedoeld in het eerste lid;

    • b. is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming, van de personen, bedoeld in het eerste lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.

  • 9. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:

    • a. de aanvraag van de vergoeding en de besluitvorming daarover, met inbegrip van beslistermijnen;

    • b. de kosten van zorg die voor vergoeding in aanmerking komen;

    • c. de voorwaarden waaronder de vergoeding kan worden verleend;

    • d. de verplichtingen die aan de vergoeding kunnen worden verbonden;

    • e. de hoogte van de vergoeding en de wijze van betaling daarvan;

    • f. de hoogte van de bijdrage en de besluitvorming daarover;

    • g. het deel van de bijdrage dat als premie voor de zorgverzekering wordt beschouwd;

    • h. de verwerking van de persoonsgegevens, bedoeld in het achtste lid.

  • 10. De zorgverzekering, afgesloten door een persoon als bedoeld in het eerste lid, werkt, zo nodig in afwijking van artikel 925, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, terug indien zij ingaat binnen vier maanden na ontvangst van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, tot en met de dag waarop die kennisgeving is ontvangen.

C

Artikel 89, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De verstrekking aan Onze Minister op grond van artikel 88, eerste lid, of het eerste lid betreft, voor zover het gaat om persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van die verordening, gegevens die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de criteria, bedoeld in artikel 32, derde lid, of van het criterium, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel b, of de statistische onderbouwing van de aan de criteria krachtens artikel 32, vierde lid, onderdeel c, gekoppelde bijdragen.

ARTIKEL X

In artikel 9 van bijlage 2 en in artikel 2 van bijlage 3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in de zinsnede met betrekking tot de Zorgverzekeringswet voor «69» ingevoegd «68b,».

ARTIKEL XI

De artikelen VII, VIII, IX, X, onderdeel A, subonderdeel 1, XIII, XIV, XVI, onderdeel A, subonderdeel 1, en onderdeel B, XVII, onderdeel B, subonderdeel 1, onder b, en onderdeel C, en XIX van de Verzamelwet VWS 2018 vervallen.

ARTIKEL XII

Artikel XXVI, onderdeel C, van de Verzamelwet VWS 2020 vervalt.

ARTIKEL XIII

In artikel 31h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XIV

In artikel 35d, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XV

In artikel 28h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XVI

De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 20, eerste en tweede lid, en artikel 21, eerste en tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet».

B

In artikel 23a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XVII

De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14, tweede en derde lid, en artikel 15, eerste en tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet».

B

In artikel 17a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XVIII

De Wet langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.2.3, vijfde lid, wordt «eerste lid, onder a,» vervangen door «eerste lid,».

B

In artikel 6.1.2, onderdeel g, wordt «artikel 69 van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «de artikelen 68b, 69, 69a en 69b van de Zorgverzekeringswet».

ARTIKEL XIX

De Wet op de zorgtoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden:

c. verzekerde:

de persoon, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Zorgverzekeringswet, de persoon die een bijdrage als bedoeld in artikel 68b, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet verschuldigd is, of de persoon, bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, steeds vanaf de eerste dag van de kalendermaand volgende op de maand waarin hij achttien jaar wordt, met uitzondering van de verzekerde, bedoeld in artikel 24, eerste of derde lid, van die wet;

B

Artikel 3 wordt vernummerd tot artikel 4a en wordt na artikel 4 opgenomen, en artikel 2a wordt vernummerd tot artikel 3.

C

In artikel 4a (nieuw) wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De aanspraak op een zorgtoeslag van een verzekerde met een partner die een persoon is als bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, wordt berekend met toepassing van artikel 2, eerste lid, tweede zin, waarbij de standaardpremie, bedoeld in het eerste lid, in acht wordt genomen.

D

Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden in artikel 5 twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. De persoon, bedoeld in artikel 68b, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet, wordt geacht, zo nodig in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, tijdig een aanvraag als bedoeld in laatstgenoemd artikel te hebben gedaan voor de berekeningsjaren in de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringsplicht voor de Zorgverzekeringswet en het moment waarop hij van het CAK een kennisgeving heeft ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten.

  • 4. Voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt in het geval, bedoeld in het derde lid, de aanvraag geacht te zijn gedaan op het moment waarop de Belastingdienst/Toeslagen van het CAK een afschrift heeft ontvangen van de beschikking, bedoeld in artikel 68b, zesde lid, van de Zorgverzekeringswet.

ARTIKEL XX

In artikel 47, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt «artikel 2a, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag» vervangen door «artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag».

ARTIKEL XXI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XXII

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet VWS 2023.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,