Kamerstuk 36245-7

Amendement van het lid Westerveld c.s. over het uitzonderen van personen met een beperking of aandoening van de kostendelersnorm

Dossier: Wijziging van de Participatiewet ten behoeve van de werkvoorzieningen voor visueel beperkten


44,3 %
55,0 %

PvdD

Omtzigt

D66

BBB

PVV

SGP

FVD

CDA

GL

DENK

Groep Van Haga

Volt

PvdA

VVD

Fractie Den Haan

SP

BIJ1

CU

JA21


Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID WESTERVELD C.S.

Ontvangen 14 juni 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

F

Aan artikel 22a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op de belanghebbende die een blijvende beperking of aandoening heeft die leidt tot problemen of hindernissen op een of meer levensgebieden, zoals lichamelijke of psychische gezondheid, onderwijs, wonen, werk en inkomen, veiligheid of sociaal netwerk.

Toelichting

Dit amendement regelt dat mensen met een blijvende beperking of aandoening worden uitgezonderd van de kostendelersnorm in de Participatiewet. De kostendelersnorm zorgt voor een inkomensachteruitgang voor de groep personen die het betreft, terwijl zij niet altijd in staat zijn deze op te vangen vanwege een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Ook ontmoedigt de kostendelersnorm mantelzorg, omdat het delen van een huishouden ontmoedigd wordt. De kostendelersnorm zorgt ook voor woningnood omdat mensen er minder snel voor kiezen om samen te wonen. Dat is, zeker in tijden van een tekort van woningen, onverstandig. Tegelijkertijd zorgt de kostendelersnorm in sommige gevallen ook voor dakloosheid. Uit onderzoek van Significant APE1 blijkt dat jongeren uit bijstandsgezinnen vaker werden uitgeschreven uit de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) met bestemming onbekend. De groep met een blijvende beperking of aandoening ervaart deze gevolgen disproportioneel zwaar. Het is niet alleen voor mensen zelf, maar ook de samenleving gunstig als zij een huishouden kunnen delen. De indieners zijn er van overtuigd dat de maatschappelijke baten van het opheffen van de kostendelersnorm hoger zijn dan de kosten.

De kosten bedragen minder dan € 300 miljoen.2 De kosten van € 300 miljoen zien op het volledig afschaffen van de kostendelersnorm. Dit amendement doet dit voor een groep mensen met een beperking of aandoening. Hier zijn echter geen budgettaire schattingen voor. De indieners stellen voor om dit amendement tezamen met het ingediend amendement voor het afschaffen van de partnerinkomenstoets voor mensen met een beperking of aandoening te dekken door de structurele meevaller op de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstukken II 2022/23, 36 350-XV, nrs. 1 en 2) te gebruiken. Dat betekent een alternatieve aanwending van deze meevaller. Een meevaller van structureel € 396 miljoen wordt nu aangewend voor de Rijksbrede dekkingsopgave.3 Indieners zijn van mening dat deze meevaller niet moet worden ingezet om de dekkingsopgave kleiner te maken, maar om de Participatiewet te verbeteren.

Westerveld Kathmann Van Kent