Voorgesteld 9 november 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat werknemers steeds vaker flexibel thuiswerken, waardoor werkelijk gemaakte ov-kosten lastig van tevoren in te schatten zijn;
constaterende dat het daardoor onzeker is voor werkgevers hoe de kosten van een ov-abonnement zich verhouden tot de werkelijk gemaakte zakelijke kosten, en dus in welke mate deze kosten aftrekbaar zijn;
overwegende dat een ov-abonnement ten opzichte van het declareren van individuele reizen voordelen heeft voor werkgevers, werknemers, ov-bedrijven en de Belastingdienst;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe werkgevers beter gefaciliteerd kunnen worden om hun werknemers ov-abonnementen te verstrekken, bijvoorbeeld door dit belastingvrij te mogen doen, ook als onzeker is of werkelijk gemaakte zakelijke kosten de kosten van het ov-abonnement overschrijden, en de Kamer hier uiterlijk 1 april 2023 over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Romke de Jong
Van Ginneken