Kamerstuk 36200-C-4

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2023

Gepubliceerd: 7 oktober 2022
Indiener(s): Kiki Hagen (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36200-C-4.html
ID: 36200-C-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 oktober 2022

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 26 september 2022 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 7 oktober 2022 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Hagen

De adjunct-griffier van de commissie, Verhoev

1

Vraag: Welke factor in de berekeningen zorgt ervoor dat het bedrag van de «Stand ontwerpbegroting 2022» per jaar daalt terwijl de loon- en prijsontwikkelingen zouden moeten zorgen voor een verhoging van het bedrag? Graag per factor het bedrag aangeven.

Antwoord:

Onder de normeringssystematiek zoals deze bij provincies wordt toegepast geldt dat het accres meegroeit met de ontwikkeling van de rijksuitgaven. De rijksuitgaven voor het lopend jaar worden jaarlijks op basis van de CEP in de Voorjaarsnota geïndexeerd. Er heeft in de Miljoenennota dan ook geen nieuwe indexering van de rijksuitgaven voor 2022 plaatsgevonden.

De rijksuitgaven over 2022 zijn lager dan de verwachting was in de Voorjaarsnota 2022. Als gevolg hiervan is het accres 2022 ten opzichte van stand Voorjaarsnota 2022 neerwaarts bijgesteld met € 35 miljoen.

2

Vraag: Op welke manier wordt de standaardkostprijs die met ingang van beheerjaar 2021 van 75% verhoogd wordt naar 84% (via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL), voor het beheren van natuur, berekend? Graag de modellen hiervan toesturen.

Antwoord:

De standaardkostprijzen per beheertype zijn onderdeel van de Index Natuur en Landschap. Met de standaardkostprijzen wordt beoogd de werkelijke, gemiddelde kosten van adequaat natuur- en landschapsbeheer in beeld te brengen als basis voor een uniforme subsidieverlening. De standaardkostprijzen worden jaarlijks geactualiseerd. Meer informatie over de standaardkostprijzen en de berekening hiervan is te vinden op de website van BIJ12. Standaardkostprijzen natuur (SKP) – BIJ12. Het tarief voor natuurbeheer van het SNL is een percentage (84%) van de standaardkostprijzen.

3

Vraag: Welke wetten en/of besluiten liggen ten grondslag aan de verhoogde vergoeding naar 84%? Graag de stukken hierover toesturen.

Antwoord:

In de Kamerbrief van 24 april 2020 (Kamerstukken 35 334, nr. 82) heeft het Kabinet aangekondigd middelen beschikbaar te stellen voor het verhogen van de natuurbeheervergoeding. Deze plannen zijn vervolgens door Rijk en provincies uitgewerkt en vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Natuur (Kamerstukken 33 576, nr. 216). In het Bestuurlijk Overleg van 7 juni 2021 zijn het Rijk en provincies akkoord gegaan over de afspraken en kaders omtrent de verhoging.

4

Vraag: Op welke manier wordt gecontroleerd of de middelen die zijn ontvangen uit het SNL correct besteed worden?

Antwoord:

De middelen worden aan de provincies verstrekt via de algemene uitkering van het provinciefonds. Het is aan de provincies hoe zij de middelen vervolgens besteden, zij hoeven hierover geen verantwoording aan het Rijk af te leggen.