Kamerstuk 36194-37

Gewijzigd amendement van de leden Van der Staaij en Hijink ter vervanging van nr. 19 over een vervalbepaling van zes maanden voor de aanwijzing van een infectieziekte in groep A1

Dossier: Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan

Gepubliceerd: 19 december 2022
Indiener(s): Maarten Hijink (SP), Kees van der Staaij (SGP)
Onderwerpen: gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36194-37.html
ID: 36194-37
Origineel: 36194-19

34,7 %
65,3 %

CU

PVV

PvdD

BBB

Groep Van Haga

Omtzigt

VVD

Volt

GL

BIJ1

CDA

PvdA

Fractie Den Haan

D66

JA21

SGP

SP

FVD

DENK


Nr. 37 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN HIJINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 19 december 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel E, onder 5, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «vijfde tot zesde lid» vervangen door «vijfde tot zevende lid» en wordt «wordt een nieuw vijfde lid» vervangen door «worden twee leden».

2. Aan het voorgestelde vijfde lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende: De regeling vervalt tevens van rechtswege indien uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van een ministeriële regeling waarin een infectieziekte als behorend tot groep A1 wordt aangewezen geen voorstel van wet tot incorporatie van die regeling is aangenomen door beide Kamers der Staten-Generaal. Het voorstel van wet tot incorporatie dient tevens te regelen dat de aanwijzing als infectieziekte behorend tot groep A1, uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van die wet vervalt.

3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, kan de termijn waarvoor de infectieziekte als behorend tot groep A1 is aangewezen, telkens met ten hoogste zes maanden worden verlengd. Een regeling als bedoeld in de eerste zin wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat deze aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien binnen die termijn een der Kamers besluit niet in te stemmen met de regeling, wordt deze niet vastgesteld.

II

In artikel I, onderdeel F, wordt in de voorgestelde artikelen 20a, vierde lid, en 20b, derde lid, «Artikel 20, vijfde lid, tweede en derde zin, en zesde lid» telkens vervangen door «artikel 20, vijfde lid, tweede tot en met vijfde zin, en het zesde en zevende lid».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat er een vervalbepaling wordt opgenomen voor de aanwijzing van een infectieziekte in groep A1. Met dit amendement vervalt de aanwijzing van de infectieziekte in de Wet publieke gezondheid (Wpg) automatisch na zes maanden.

De procedure komt er met dit amendement als volgt uit te zien. Het kabinet neemt een ministerieel besluit om een infectieziekte in de A1-groep op te nemen. Onverwijld dient de regering een wetsvoorstel in om de infectieziekte in de Wpg te incorporeren. Uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van de ministeriële regeling moet de incorporatiewet door Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen. Is dat niet het geval, dan vervalt de ministeriële regeling automatisch. De incorporatiewet heeft in beginsel een looptijd van zes maanden, gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van de incorporatiewet. Het ligt in de rede dat bekrachtiging en inwerkingtreding van de wet volgt spoedig na het aannemen door de Eerste Kamer.

Indien de regering het noodzakelijk acht dat vanwege het belang van de volksgezondheid de infectieziekte ook na deze zes maanden aangemerkt moet blijven als A1-ziekte, dan kan het kabinet een ministeriële regeling indienen om de aanwijzing van de infectieziekte als behorend tot groep A1 in de Wpg met maximaal zes maanden te verlengen. Deze ministeriële regeling wordt minstens dertig dagen voor inwerkingtreding van de verlenging voorgehangen, waarbij beide Kamers blokkeringsrecht hebben.

Indien de regering het niet langer noodzakelijk acht dat de infectieziekte aangemerkt moet blijven als A1-ziekte, maar wel opgenomen moet worden in de A2-, B1- of B2-groep, dan wordt de procedure doorlopen die de voorgestelde artikelen 20 en 20a voorschrijven.

Er wordt met dit amendement alléén voor de A1-groep een vervalbepaling gecreëerd, dus niet voor de andere groepen infectieziekten. Dit onderscheid wordt gerechtvaardigd door het bijzondere karakter van infectieziekten in de A1-groep en het vergaande karakter van de collectieve maatregelen die op basis van indeling in de A1-groep mogelijk kunnen worden gemaakt.

Van der Staaij Hijink