Gepubliceerd: 14 juli 2023
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36150-6.html
ID: 36150-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 14 juli 2023

ALGEMEEN

Inhoudsopgave

blz.

     

1.

Inleiding

1

2.

Basisvereisten uitslagprogrammatuur

1

3.

Transparantie

3

4.

Stand van zaken ontwikkeling uitslagprogrammatuur

4

5.

Uitvoering door de Kiesraad

6

6.

Bevoegdheden Kiesraad

7

7.

Overige vragen

9

1. Inleiding

Graag dank ik de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de schriftelijke inbreng inzake het wetsvoorstel

houdende vaststelling van regels over de programmatuur die bij verkiezingen wordt gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de verkiezingsuitslag (Wet programmatuur verkiezingsuitslagen). Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de door de leden van de fracties van VVD, D66, CDA, SP en BBB gestelde vragen en gemaakte opmerkingen over dit wetsvoorstel. In het navolgende reageer ik daarop, hierbij beantwoord ik de vragen langs een aantal hoofdthema’s zoals weergeven in de inhoudsopgave. Deze nota naar aanleiding van het verslag bied ik u gelijktijdig aan met een nota van wijziging op dit wetsvoorstel.

2. Basisvereisten uitslagprogrammatuur

De leden van de fractie van de SP vragen of de regering duidelijk kan aangeven dat het proces of onderdelen daarvan nooit geheel geautomatiseerd zullen plaatsvinden zodat er altijd menselijk toezicht is en controle kan plaatsvinden. De leden van de D66-fractie vragen aan de regering of in het kader van de digitale veiligheid het juist wenselijk is om het fundament van de technische voorschriften te waarborgen in het wetsvoorstel in plaats van in een algemene maatregel van bestuur.

In het wetsvoorstel worden in artikel Ea 3 een aantal basisvereisten gesteld, waaraan de uitslagprogrammatuur moet voldoen. Het uitgangspunt is dat de werking van de programmatuur en de optellingen die met de uitslagprogrammatuur worden uitgevoerd, transparant zijn en altijd kunnen worden gecontroleerd. Naast de basisvereisten die in voorliggend wetsvoorstel worden gesteld, voorziet de Kieswet1 al in de verplichting voor de gemeentelijk stembureaus, hoofdstembureaus, het nationaal briefstembureau en het centraal stembureau om de met de uitslagprogrammatuur vastgestelde uitkomst te controleren aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen controleprotocol. Met de nota van wijziging op voorliggend wetsvoorstel wordt tevens de eis opgenomen dat stemtotalen door het gemeentelijk stembureau en nationaal briefstembureau handmatig worden ingevoerd en door het hoofdstembureau en centraal stembureau tenminste éénmaal handmatig. Het hoofdstembureau en het centraal stembureau kunnen naast de handmatige invoer ook gebruik maken van een digitale invoer: het inlezen van het digitale optelbestand dat opgeleverd wordt door respectievelijk het gemeentelijk stembureau, nationaal briefstembureau of het hoofdstembureau. Wanneer het hoofdstembureau en het centraal stembureau het digitale optelbestand niet gebruiken als invoer van de stemtotalen moeten zij de stemtotalen óók twee keer handmatig invoeren. Door deze verplichte handmatige invoer en door de toepassing van het controleprotocol2 is er altijd menselijk toezicht op het optelproces.

Met voorliggend wetsvoorstel worden de hoofdlijnen en cruciale vereisten aan de ontwikkeling en het gebruik van de uitslagprogrammatuur in de Kieswet opgenomen. Hierdoor zijn de belangrijkste uitgangspunten gewaarborgd op het niveau van de wet in formele zin. De regering kiest ervoor om de technische uitwerking van de basisvereisten op te nemen op het niveau van een algemene maatregel van bestuur, om zo de nodige flexibiliteit in te bouwen. Technische ontwikkelingen kunnen nopen tot een snelle aanpassing van de vereisten aan de programmatuur. Dit is sneller te realiseren wanneer de technische vereisten zijn neergelegd in een algemene maatregel van bestuur, zodat deze keuze bijdraagt aan het veilige gebruik van de uitslagprogrammatuur.

De leden van de D66-fractie vragen aan de regering of, bij het artikel Ea 2, gezien bijvoorbeeld de diverse samenstelling van stembureauleden, waaronder ook leden met beperkingen, toegankelijkheid ook opgenomen dient te worden in artikel Ea 2 als vereiste aan de programmatuur.

De uitslagprogrammatuur wordt niet gebruikt door de leden van de stembureaus waar de stemming plaatsvindt. De invoer van gegevens in de uitslagprogrammatuur wordt gedaan door de personen die de gemeentelijk stembureaus, de hoofdstembureaus, het nationaal briefstembureau en de centraal stembureaus ondersteunen bij hun taken in de procedure voor vaststelling van de verkiezingsuitslag. Met voorliggende wetswijziging en de uitwerking daarvan in het Kiesbesluit wordt geborgd dat de programmatuur betrouwbaar, transparant en controleerbaar werkt. Het is de verantwoordelijkheid van de Kiesraad als beheerder van de uitslagprogrammatuur om ervoor te zorgen dat de programmatuur gebruiksvriendelijk en toegankelijk is voor de personen die de stemtotalen invoeren. Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van de uitslagprogrammatuur betrekt de Kiesraad vertegenwoordigers van gebruikers bij de ontwikkeling en doorontwikkeling van de uitslagprogrammatuur.

3. Transparantie

De leden van de SP-fractie vragen in hoeverre de gebruikte apparatuur moet voldoen aan opensource standaarden en in hoeverre dit verschilt met de huidige praktijk.

Bij de uitwisseling van verkiezingsgegevens wordt gebruik gemaakt van zogenoemde EML3 bestanden. Voor verkiezingen in Nederland is de internationale EML standaard aangepast naar de EML_NL standaard. De EML_NL standaard is gepubliceerd op de website van de Kiesraad en voor iedereen toegankelijk.4 De Kiesraad committeert zich aan het beheer en de doorontwikkeling van de EML_NL standaard. Met voorliggend wetsvoorstel is geen wijziging in deze situatie voorzien. Ook uitslagprogrammatuur die de Kiesraad laat ontwikkelen als opvolger van de Ondersteunde Software Verkiezingen (OSV) dient informatie-uitwisseling volgens de EML_NL standaard te ondersteunen. Dat de uitslagprogrammatuur deze EML_NL standaard ondersteunt is een van de eisen die in de huidige situatie opgenomen is in bijlage 2 bij artikel 2a in de Kiesregeling. Wanneer het onderhavige wetsvoorstel in werking treedt, wordt die eis opgenomen in het Kiesbesluit.

De leden van de D66-fractie willen graag een nadere toelichting van de regering over hoe zij de publicatie van uitslagen in het wetsvoorstel beoordelen, met het oog op de Open Data Directive (EU) 2019/1024 waarvan het te verwachten is dat verkiezingsuitslagen als High Value Dataset aangemerkt zullen gaan worden.

Verkiezingsuitslagen maken geen onderdeel uit van de lijst «high value datasets» zoals die zijn aangewezen onder deze richtlijn.5 Hoewel de verkiezingsuitslagen niet zijn aangewezen als high value dataset in de zin van voormelde richtlijn, hebben zij wel degelijk een belangrijke maatschappelijke waarde. De Kieswet verplicht daarom al dat de processen-verbaal met stemtotalen en de digitale optelbestanden openbaar worden gemaakt.6 De Kiesraad verzamelt na de verkiezing de verkiezingsuitslagen en maakt deze op algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar op www.verkiezingsuitslagen.nl.7 Voorliggend wetsvoorstel bouwt voort op deze openbaarmakingsplichten. Bij de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 20228 heb ik uw Kamer gemeld dat ik samen met de Kiesraad werk aan de uniformering van de publicatie van de processen-verbaal.

De leden van de D66-fractie vragen of de regering het eens is met de constatering dat de uitslagprogrammatuur een kans biedt voor een real-time weergave van de getelde stemmen en kan de regering toelichten waarom er geen publiek toegankelijke application programming interface (API), die een real-time datastroom geeft, als vereiste bij de programmatuur is opgenomen? En als een API als vereiste toegevoegd wordt, burgers (kiezers) met real-time toegang tot de uitslagen ook gebruikers zijn. De leden van de D66-fractie vragen aan de regering of zij hen dan ook ziet als vallend onder de categorie gebruikers zoals genoemd in het voorgestelde artikel Ea 1 lid d.

De regering gaat er vanuit dat de leden van de D66-fractie hierbij verwijzen naar de definitiebepaling voor het begrip «gebruiker» onder artikel Ea 1 van dit wetsvoorstel. De uitslagprogrammatuur wordt niet gebruikt door de stembureaus die de stembiljetten tellen op de verkiezingsavond. De telling in de stembureaus gebeurt handmatig en wordt vastgelegd op een papieren proces-verbaal. Daarom is het real-time volgen van de telling van de stemmen niet mogelijk via de uitslagprogrammatuur. Een kiezer die het tellen wil observeren kan als waarnemer aanwezig zijn bij de telling van de stembiljetten. Alleen de gemeentelijk stembureaus, hoofdstembureaus, het nationaal briefstembureau en de centraal stembureaus maken gebruik van uitslagprogrammatuur bij het optellen van de stemtotalen, en voor de berekening van de verkiezingsuitslag. Deze werkzaamheden vinden verspreid plaats vanaf de dag na de verkiezing, tot aan de dag waarop het centraal stembureau zitting houdt en de uitslag van de verkiezing vaststelt. Kiezers kunnen kennis nemen van de uitkomsten van de optellingen en uitslagen die door respectievelijk het gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau, nationaal briefstembureau of het centraal stembureau zijn vastgesteld. De processen-verbaal (en de digitale optelbestanden) met de uitkomsten van de optellingen worden daartoe openbaar gemaakt. Het raadplegen van de resultaten van deze optellingen, of de uiteindelijke verkiezingsuitslagen, is niet aan te merken als gebruikmaken van de uitslagprogrammatuur, zodat kiezers niet worden gezien als gebruiker in de zin van dit wetsvoorstel.

4. Stand van zaken ontwikkeling uitslagprogrammatuur

De leden van de VVD-fractie vragen of zij het goed begrijpen dat het digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV), dat in de toelichting bij het wetsvoorstel wordt genoemd, een geheel nieuw systeem is, ter vervanging van het huidige OSV. Ook vragen zij hoe het staat met de voorbereidingen voor dat geheel vernieuwde systeem en in hoeverre het Bureau ICT-toetsing (BIT) daar ook bij is betrokken.

Onder de naam digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV) zou op termijn nieuwe uitslagprogrammatuur worden opgeleverd ter vervanging van het huidige OSV2020. De ontwikkeling van het DHV was aangemeld bij het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) en vermeld op het Rijks ICT-dashboard. Op 21 april jl. heb ik uw Kamer echter geïnformeerd over het besluit van de Kiesraad om de overeenkomst voor de ontwikkeling van het digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV) te ontbinden en op te zeggen.9 De ontwikkeling van nieuwe uitslagprogrammatuur wordt hierdoor onderbroken. De Kiesraad evalueert de aanbestedingsprocedure en de geleerde lessen uit het ontwikkelproces van het digitaal hulpmiddel. Daarnaast start de Kiesraad- in goed overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) – een ontwikkeltraject waarin de Kiesraad, samen met externe partijen, stapsgewijs toewerkt naar nieuwe uitslagprogrammatuur. Hierbij houdt de Kiesraad rekening met lopende beleidsontwikkelingen zoals de versterking van de kandidaatstellingsprocedure en de uniformering van de publicatie van processen-verbaal.

In mijn brief over het DHV heb ik uw Kamer gemeld dat ik het wenselijk vind om onafhankelijk van de ontwikkeling van nieuwe programmatuur, de taken, bevoegdheden en vereisten voor het beheer en het gebruik van de uitslagprogrammatuur in de Kieswet vast te leggen. Daarom vind ik het van belang om het voorstel voor de Wet programmatuur verkiezingsuitslagen verder te brengen.

De leden van de CDA-fractie vragen of er bij de Provinciale Statenverkiezingen en de waterschapsverkiezingen in 2023 nog gebruik zal worden gemaakt van OSV2020. Ook willen deze leden weten of de technische kwetsbaarheden voldoende zijn ondervangen. Dit willen zij weten omdat de Kiesraad de opdracht voor ontwikkeling, beheer en hosting van het digitaal hulpmiddel verkiezingen op 2 mei 2022 is gegund en dat het streven is dat de nieuwe uitslagprogrammatuur medio 2023 opgeleverd wordt, waarna dit de programmatuur OSV vervangt.

Bij de verkiezingen voor de provinciale staten en de waterschappen op 15 maart 2023 is gebruik gemaakt van de huidige uitslagprogrammatuur OSV2020. Vanwege de onderbreking van de ontwikkeling van nieuwe uitslagprogrammatuur moet langer gebruik gemaakt worden van OSV2020 dan eerder beoogd. De huidige overeenkomst voor de dienstverlening omtrent OSV2020 loopt door tot in juli 2025. Gezien het belang van het beschikbaar hebben van ondersteunende verkiezingssoftware bij verkiezingen, is de Kiesraad voornemens om de dienstverlening omtrent OSV2020 de komende jaren bij Europese aanbesteding te continueren, actief te onderhouden en verder te ontwikkelen.

OSV2020 wordt gebruikt sinds de Tweede Kamerverkiezing in 2021. Ieder jaar is OSV2020 opnieuw getoetst door een externe partij. Deze toetsing bestaat uit een functionele toets op het voldoen aan de wettelijke vereisten en een beveiligingsonderzoek. Voorafgaand aan de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen in 2023 is deze functionele toets uitgevoerd door Expleo. Er zijn geen functionele onvolkomenheden geconstateerd.10 De beveiliging van OSV2020 is door PricewaterhouseCoopers onderzocht. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft de Kiesraad geoordeeld dat OSV2020 bij de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen van 2023 verantwoord kan worden ingezet.11 De rapportages van deze onderzoeken, en de broncode van OSV202012, zijn gepubliceerd op de website van de Kiesraad. Aanvullend op deze toetsen wordt de werking van OSV2020 na gebruik door de gemeentelijk stembureaus, hoofdstembureaus en de centraal stembureaus steekproefsgewijs gecontroleerd. De Kiesraad stelt hiervoor een controleprotocol op dat voorafgaand aan iedere verkiezing ter beschikking wordt gesteld.

5. Uitvoering door de Kiesraad

De leden van de D66-fractie vragen de regering om een toelichting te geven over de uitvoerbaarheid van deze wet. Zij vragen zich af of de regering de Kiesraad in staat acht om deze taak te vervullen en of daar uitvoeringstijd of kosten van toepassing zullen zijn.

De uitvoerbaarheid van nieuwe wetsvoorstellen is voor de regering van groot belang. De Kiesraad is daarom vanaf het eerste moment betrokken bij de totstandkoming van dit wetsvoorstel. Ook is de Kiesraad al gestart met de interne voorbereidingen zodat de Kiesraad op het moment dat het onderhavige wetsvoorstel in werking treedt, organisatorisch in staat is om de nieuwe taken te kunnen uitvoeren en de verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Voor de Kiesraad heeft dit wetsvoorstel tot gevolg dat hij formeel de beheerder wordt van de uitslagprogrammatuur. In de praktijk heeft de Kiesraad hiermee al ervaring opgedaan omdat hij al geruime tijd de huidige uitslagprogrammatuur OSV2020 ter beschikking stelt aan de gebruikers. Met dit wetsvoorstel krijgt de Kiesraad tevens aanvullende bevoegdheden om deze formele taak uit te voeren. Het wetsvoorstel is zoveel als mogelijk techniekonafhankelijk opgesteld, zodat het ook uitvoerbaar is in de jaren dat er nog met OSV2020 gewerkt zal worden.

Om de extra werkzaamheden die voortkomen uit dit wetsvoorstel ten uitvoering te brengen zijn financiële middelen ter beschikking gesteld aan de Kiesraad. Voor de ontwikkeling en het beheer van de uitslagprogrammatuur en de taken die de Kiesraad krijgt toegedeeld op basis van het wetsvoorstel is bij de Voorjaarsnota 2021 tot en met 2024 incidenteel € 8,5 mln. ter beschikking gesteld. Na 2024 wordt jaarlijks € 3,1 mln. ter beschikking gesteld aan de Kiesraad.

Functiescheiding

De leden van de VVD-fractie achten het belangrijk dat, in het kader van de verschillende werkzaamheden van de Kiesraad, de Kiesraad zorg zal dragen voor een functiescheiding in de organisatie, zodat medewerkers niet hoeven toe te zien op de eigen werkzaamheden. Deze leden vragen hoe deze functiescheiding wordt geregeld, of deze functiescheiding wettelijk wordt vastgelegd of dat dit pas gebeurt in het wetsvoorstel dat de verdere transitie van de Kiesraad regelt.

Het voorkomen van onwenselijke functievermenging binnen de Kiesraad is voor de regering een belangrijk punt van aandacht, mede met oog op de verdere transitie van de Kiesraad. In het kader van de voorbereiding van het wetsvoorstel dat de verdere transitie van de Kiesraad regelt, wordt nader bezien hoe de functiescheiding binnen de Kiesraad in de wet kan worden vastgelegd. De verantwoordelijkheden die de Kiesraad met voorliggend wetsvoorstel krijgt zijn op hoofdlijnen een codificering van de huidige praktijk. De Kiesraad levert nu ook al uitslagprogrammatuur terwijl hij daar vervolgens in zijn rol als centraal stembureau gebruik van maakt. De Kiesraad kan na inwerkingtreding van voorliggend wetsvoorstel richting gebruikers van de uitslagprogrammatuur ook een beheersaanwijzing geven (artikel Ea 10), het gebruik van de uitslagprogrammatuur onderbreken (artikel Ea 11) en een rapportage van bevindingen opstellen (artikel Ea 12). Vanwege deze nieuwe bevoegdheden is het van belang dat de Kiesraad nu al zorg draagt voor een functiescheiding in de organisatie. Bij de uitvoering van voorliggend wetsvoorstel voorziet de Kiesraad reeds op organisatorisch niveau in een functiescheiding. Kiesraadmedewerkers die de uitslagprogrammatuur beheren of gebruiken hoeven daardoor niet op de eigen werkzaamheden toe te zien.

6. Bevoegdheden Kiesraad

Het geven van een beheersaanwijzing en terugvaloptie bij onderbreking gebruik

De leden van de VVD-fracties schrijven dat in de toelichting bij het wetsvoorstel wordt ingegaan op de inzet van centraal en decentraal te ontsluiten uitslagprogrammatuur. Beide opties moeten voorafgaand aan elke verkiezing beschikbaar zijn. De VNG en de NVVB wijzen erop, zo valt te lezen in de toelichting, dat de decentrale variant altijd moet worden ingezet als de centraal ontsloten programmatuur niet kan worden ingezet. In het uiterste geval kan de Kiesraad besluiten om ook de inzet van decentraal ontsloten uitslagprogrammatuur niet te gebruiken. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere verduidelijking van hoe het een en ander gaat. Deze leden vragen de regering toe te lichten wanneer sprake is van «in het uiterste geval».

Bij de uitwerking van voorliggend wetsvoorstel is het uitgangspunt gehanteerd dat wanneer de centraal door de Kiesraad ter beschikking gestelde uitslagprogrammatuur niet beschikbaar is, er altijd mogelijkheden moeten zijn om de voortgang van het verkiezingsproces te borgen. In het ontwikkelproject dat de Kiesraad nu – samen met het Ministerie van BZK, de VNG en de NVVB – doorloopt, wordt uitgewerkt hoe stapsgewijs te komen tot nieuwe uitslagprogrammatuur die OSV2020 vervangt. Bij deze uitwerking wordt rekening gehouden worden met eventuele risico’s en de bijhorende mitigerende maatregelen ter borging van de continuïteit van het verkiezingsproces, alsmede de uitvoerbaarheid daarvan.

De Kiesraad stelt een samenwerkingsprotocol op na overleg met mij en met de VNG, de openbaar lichamen13 en de Unie van Waterschappen (UvW)14. Ook betrekt de Kiesraad hierbij de NVVB. In dit samenwerkingsprotocol legt de Kiesraad in ieder geval procedures vast over hoe omgegaan wordt met onregelmatigheden in het gebruik, de werking of de beveiliging van de uitslagprogrammatuur. Met deze procedures wordt door de Kiesraad nader uitgewerkt in welke situatie welke maatregelen getroffen worden. Betrokkenheid van gebruikers bij het opstellen van deze procedure is van belang vanwege de uitvoerbaarheid van deze maatregelen. Met deze aanpak borgt het wetsvoorstel dat er transparantie is over de eventuele maatregelen in geval van onregelmatigheden. Tegelijkertijd wordt hiermee flexibiliteit geboden zodat de Kiesraad deze procedures (en dus de maatregelen) kan aanpassen in geval nu nog onvoorziene omstandigheden of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

De Kiesraad krijgt als beheerder van de uitslagprogrammatuur de mogelijkheid van het geven van een dwingende beheersaanwijzing aan onder andere gemeenten en de dagelijks besturen van waterschappen. De leden van de VVD-fractie vragen of deze mogelijkheid zowel bij centraal als decentraal te ontsluiten uitslagprogrammatuur bestaat. Kan de regering nader duiden wat wordt bedoeld met «ernstige risico’s»? Graag krijgen deze leden een reactie van de regering.

Op grond van artikel Ea 10 heeft de Kiesraad de bevoegdheid tot het geven van een beheersaanwijzing bij iedere vorm van uitslagprogrammatuur die onder zijn verantwoordelijkheid ter beschikking wordt gesteld. Zowel bij centrale als decentrale uitslagprogrammatuur worden op decentraal niveau voorzieningen ingericht. Dit zijn bijvoorbeeld de computers die gebruikt worden om in te loggen om gebruik te maken van de uitslagprogrammatuur. Die decentrale voorzieningen moeten voldoen aan de aansluitvoorschriften die de Kiesraad stelt. Wanneer dit niet het geval is waardoor de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur in gevaar is, kan de Kiesraad een beheersaanwijzing geven aan het college van burgemeester of wethouders of het dagelijks bestuur. De bevoegdheid voor het geven van een beheersaanwijzing zal de Kiesraad dus ook in de toekomst kunnen inzetten indien er nog geen nieuwe uitslagprogrammatuur ter beschikking is.

Er is sprake van een gevaar voor de betrouwbare werking of de beveiliging van de uitslagprogrammatuur wanneer deze niet meer kan worden gegarandeerd. Een voorbeeld van een gevaar is de situatie waarin een ongeautoriseerd persoon toegang heeft tot een gebruikersaccount van de uitslagprogrammatuur, bijvoorbeeld door een hack of door misbruik van inloggegevens. In die situatie zou deze ongeautoriseerde persoon de optelling van de stemtotalen voor die betreffende gebruiker kunnen beïnvloeden. Ook zou het mogelijk kunnen zijn dat deze persoon pogingen verricht om de betrouwbare werking van de uitslagprogrammatuur te beïnvloeden, waardoor deze niet meer inzetbaar is tijdens de procedure voor de vaststelling van de verkiezingsuitslag. In dit verband wordt erop gewezen dat in het wetsvoorstel oorspronkelijk is voorgesteld om de terminologie «ernstig in gevaar» te hanteren. Met de nota van wijziging vervalt de term «ernstig», omdat die term in deze context geen toegevoegde waarde heeft. Wanneer de betrouwbare werking of de beveiliging van de uitslagprogrammatuur slechts «in gevaar» is, vormt dat reeds voldoende reden voor de Kiesraad om een beheersaanwijzing te geven.

Het is aan de Kiesraad om als beheerder van de uitslagprogrammatuur te monitoren op risico’s en waar nodig maatregelen te treffen. Hierbij geldt dat het gebruik van decentraal ontsloten uitslagprogrammatuur (zoals OSV2020) niet continue gemonitord kan worden, en alleen kan plaatsvinden op basis van ontvangen signalen. Bijvoorbeeld door waarnemingen op locatie of ontvangen meldingen. Bij centraal ontsloten uitslagprogrammatuur, is continue monitoring wel mogelijk. Het is de verwachting dat de Kiesraad in de praktijk vrijwel altijd met een gebruiker tot een oplossing zal komen om een geconstateerd risico weg te nemen. Slechts in de uitzonderlijke situatie waar dat niet lukt, is voorzien dat de Kiesraad in dat geval een beheersaanwijzing kan geven. Het gaat hier dan om de situatie waarin een gebruiker bij constatering van een risico na aandringen van de Kiesraad niet meewerkt aan een oplossing. Hoe de Kiesraad en gebruikers samenwerken bij het wegnemen van risico’s en wat voorafgaat aan een eventuele beheersaanwijzing legt de Kiesraad na overleg met mij en vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders en de waterschappen vast in het samenwerkingsprotocol. Deze bevoegdheid is zowel van toepassing bij de inzet van centrale uitslagprogrammatuur als bij de inzet van decentrale uitslagprogrammatuur, zoals de huidige programmatuur OSV2020.

Rapportage van bevindingen

In het wetsvoorstel wordt bepaald dat de Kiesraad na afloop van een verkiezing een rapportage van bevindingen kan opstellen. De leden van de VVD-fractie vragen waarom er is gekozen voor een «kan»-bepaling. Zou het, gelet op het belang van een goed verloop van de verkiezingen en het leren van zaken die niet goed zijn gegaan, niet voor de hand liggen dat de Kiesraad na elke verkiezing een rapportage over de gang van zaken moet opstellen? Zij wijzen er op dat het denkbaar zou zijn om ten behoeve van het geloofsbrievenonderzoek eerst een voorlopige rapportage op te stellen en daarna een uitgebreide rapportage.

Artikel Ea 12 geeft de Kiesraad de bevoegdheid om een rapportage van bevindingen op te stellen. In het tweede lid worden hierbij de situaties beschreven waarin de Kiesraad verplicht is om deze rapportage van bevindingen op te stellen. Mede gelet op deze vraag van de leden van de VVD-fractie en op de uitwerking van de bevoegdheden van de Kiesraad bij de verdere transitie stel ik in bijgevoegde nota van wijziging op dit wetsvoorstel voor om dit betreffende artikel aan te passen. Voorgesteld wordt om de Kiesraad te verplichten een rapportage van bevindingen op te stellen wanneer hij onregelmatigheden aantreft in het gebruik van de uitslagprogrammatuur die de betrouwbare of veilige werking van de uitslagprogrammatuur in gevaar hebben gebracht. De betrouwbare werking of beveiliging van de uitslagprogrammatuur is bijvoorbeeld in gevaar wanneer ongeautoriseerde personen toegang hebben verkregen tot de uitslagprogrammatuur waardoor zij mogelijk de uitslag zouden kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld door een hack, of misbruik van inloggegevens). Onder onregelmatigheden waarover moet worden gerapporteerd valt ook langdurige uitval van netwerkverbindingen, waardoor de uitslagprogrammatuur voor langere tijd niet gebruikt kon worden. Wanneer de Kiesraad vanwege dergelijke geconstateerde onregelmatigheden een beheersaanwijzing heeft gegeven (Ea 10) of het gebruik van de uitslagprogrammatuur heeft doen onderbreken (Ea 11), maakt hij daar melding van in de rapportage van bevindingen. Deze aanpassing van artikel Ea 12 leidt tot een duidelijker geformuleerde verplichting voor de Kiesraad en tot vermindering van de administratieve lasten. In het geval dat de Kiesraad geen rapportage uitbrengt betekent dit dat de Kiesraad geen onregelmatigheden heeft gesignaleerd die de betrouwbare werking of de beveiliging van de uitslagprogrammatuur in gevaar hebben gebracht. Vanwege de uitvoerbaarheid is ervoor gekozen om niet over iedere geconstateerde onregelmatigheid een rapportageplicht op te nemen. Onregelmatigheden kunnen immers ook gaan over kortdurende uitval van de netwerkverbindingen (zonder gevolgen voor het gebruik van de uitslagprogrammatuur), of een medewerker die meerdere keren per ongeluk een verkeerd wachtwoord heeft ingevoerd. Het wordt niet proportioneel geacht de Kiesraad te laten rapporteren over dergelijke onregelmatigheden. In dat geval is het ook niet noodzakelijk dat een vertegenwoordigend orgaan alsnog om een rapportage verzoekt. De Kiesraad zou in die situatie immers slechts bevestigen dat er geen onregelmatigheden zijn vastgesteld die de betrouwbare werking of de beveiliging van de uitslagprogrammatuur in gevaar hebben gebracht.

7. Overige vragen

Wenselijkheid van een pilot of experiment

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de conclusies dat de uitvoeringstoets geen concrete inschatting van de kosten kan maken wanneer dit wetsvoorstel wordt uitgevoerd. Deze leden vragen aan de regering of een pilot of experiment niet wenselijker is, om zo beter in kaart te brengen wat de daadwerkelijke kosten voor de gemeenten worden bij de uitvoering van het wetsvoorstel.

Gemeenten en de Kiesraad maken reeds lange tijd gebruik van uitslagprogrammatuur. Er is daarom geen sprake van een volledig nieuwe situatie die eerst onderzocht moet worden. Een pilot of experiment is daarom niet aan de orde. Om te borgen dat de nieuw te ontwikkelen uitslagprogrammatuur goed werkt op het moment dat deze gebruikt gaat worden, betrekt de Kiesraad gebruikers nauw bij de te ontwikkelen uitslagprogrammatuur. De Kiesraad voert in de huidige situatie reeds simulatietesten uit om de uitslagprogrammatuur te verbeteren. Ook bij de implementatie van nieuwe uitslagprogrammatuur zal de Kiesraad simulatietesten uitvoeren. De Kiesraad betrekt hierbij de gemeenten.

De kosten waar de VNG in de uitvoeringstoets naar verwijst hebben vooral betrekking op de uitwerking van de aansluit- en gebruiksvoorschriften die op technisch niveau vaststellen waaraan de systemen van gemeenten en de gebruikers moeten voldoen. De Kiesraad betrekt de gemeenten bij de uitwerking van de aansluit- en gebruiksvoorschriften. De verwachting is dat de doorontwikkeling en vernieuwing van de uitslagprogrammatuur gepaard gaat met verbeteringen voor de uitvoering door gemeenten waardoor gemeenten onderaan de streep geen extra kosten maken. Mocht uit de verdere uitwerking van dit wetsvoorstel in de lagere regelgeving (en de aansluit- en gebruiksvoorschriften) blijken dat de beoogde werkzaamheden voor gemeenten leiden tot extra kosten ten opzichte van de huidige taken die al worden uitgevoerd, dan zal hierover het gesprek nader gevoerd worden.

Versterking kandidaatstellingsprocedure

De leden van de VVD-fractie vragen zich af of er een tijdpad is voor het vervolg dat aan deze ontwikkelingen wordt gegeven. Is er bijvoorbeeld een optimalisatieproces voor de huidige kandidaatstellingsprocedure of is het digitaliseren van het proces om te komen tot het indienen van kandidatenlijsten door politieke partijen ook onderdeel van deze ontwikkelingen? Tot slot vragen deze leden zich af op welke manier degenen, die de documenten en andere stukken ten behoeve van de kandidaatstellingsprocedure indienen, bij deze ontwikkelingen worden betrokken.

Naar aanleiding van het advies van de Kiesraad over de verbetering van de kandidaatstellingsprocedure is bij de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen 202215 aan uw Kamer toegezegd dat ik een hoofdlijnennotitie opstel over de versterking van de kandidaatstellingsprocedure. Ten behoeve hiervan heb ik reeds overleg gevoerd met gemeenten en met vertegenwoordigers van de bureaus van politieke partijen.

Ik verwacht mijn reactie op het advies van de Kiesraad samen met de hoofdlijnennotitie in 2023 aan uw Kamer toe te sturen.16

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot