Kamerstuk 36120-J-4

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Gepubliceerd: 4 juli 2022
Indiener(s): Tjeerd de Groot (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36120-J-4.html
ID: 36120-J-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 4 juli 2022

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 14 juni 2022 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Bij brief van 1 juli 2022 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, T. de Groot

De griffier van de commissie, Rijkers

Vraag 1

Wat houdt de begrote 7 miljoen euro voor COVID-19-compensatie rond de kosten voor het projectbudget van de Afsluitdijk in?

Antwoord vraag 1

Dit bedrag heeft betrekking op door de opdrachtnemer gemaakte meerkosten als gevolg van COVID-19 en de daarmee verband houdende maatregelen die getroffen zijn. Dit betreft onder andere:

  • Inefficiency door het moeten thuiswerken, daar waar voorheen medewerkers snel en fysiek bij elkaar konden afstemmen bij de complexe ontwerpwerkzaamheden.

  • De Afsluitdijk biedt niet veel ruimte en de bouwkuipen voor aanleg van de keersluizen en de nieuwe spuisluizen zijn diep, krap en kennen een slechte ventilatie. Het aantal mensen dat gelijktijdig werkzaamheden uit kon voeren was vanwege de coronamaatregelen dan ook zeer beperkt en dat zorgt voor vertraging.

  • Verschillende werkzaamheden aan de Afsluitdijk (versterking dijk, aanbrengen onderwaterbeton bouwkuip en bodembescherming spuimiddelen etc.) vinden plaats vanaf het water. De schepen die hiervoor geschikt zijn bieden vanwege de anderhalve-meter-regel ook beperkte ruimte wat in coronatijd voor meerkosten zorgt. Er zijn meerdere schepen nodig, er moet met meerdere ploegen afgewisseld worden en er zijn meer vervoersbewegingen nodig.

Vraag 2

Wat voor geschil met de opdrachtnemer ligt ten grondslag aan het fors verhoogde projectbudget voor de Afsluitdijk?

Antwoord vraag 2

Begin 2019 werd duidelijk dat de uitgangspunten die Rijkswaterstaat aan de aannemer heeft gegeven voor de bouw van nieuwe spuisluizen en renovatie van bestaande spuisluizen in de Afsluitdijk niet volledig waren. Bij het opstellen van de randvoorwaarden is een uitgebreid proces doorlopen waarbij RWS ook diverse externe deskundige partijen heeft betrokken. Desondanks ontbrak een combinatie van randvoorwaarden die voor het ontwerp van Levvel noodzakelijk bleek te zijn. Er was geen rekening gehouden met de situatie van relatief hoge golven bij relatief lage waterstanden op het IJsselmeer. Die zogenoemde hydraulische randvoorwaarden bleken bepalend te zijn bij het door de opdrachtnemer aangeboden ontwerp. Rijkswaterstaat heeft aangepaste uitgangspunten verstrekt, op basis daarvan zijn ontwerpen en planning aangepast. Dit heeft geleid tot vertraging en extra kosten. Over een deel van de extra kosten bestaat nog verschil van inzicht tussen Levvel en RWS. Hierover gaat een geschillencommissie zich buigen.

Vraag 3

In hoeverre krijgen de opgaven voor de komende jaren te maken met fors oplopende kosten ten gevolge van inflatie en hoe wordt voorkomen dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de opgeleverde opdrachten?

Antwoord vraag 3

De effecten van de toenemende prijsstijgingen en leveringsproblemen raken nagenoeg alle MIRT-projecten en instandhoudingsopgave in meer of mindere mate. Mede hierdoor is op 31 mei jl. door overheden – waaronder het Ministerie van IenW – en brancheverenigingen binnen het Bouwberaad een intentieverklaring getekend om de uitdagingen qua prijsstijgingen en leveringsonzekerheden gezamenlijk te benaderen met als doel de continuïteit in de sector te borgen. De actualiteit en bijbehorende effecten worden nauwgezet geïnventariseerd en gemonitord en hierover blijven we met de opdrachtnemers in gesprek. De kwaliteit en veiligheid van het werk staan daarbij niet ter discussie.

Vraag 4

In hoeverre krijgen de opgaven voor de komende jaren te maken met fors oplopende kosten ten gevolge van inflatie en hoe wordt voorkomen dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de opgeleverde opdrachten?

Antwoord vraag 4

In de MIRT-brief die de Kamer ontving voorafgaand aan het commissiedebat MIRT is dat overzicht gegeven1. In de brief is aangegeven welke MIRT-projecten die door stikstof vertraagd zijn als eerste opnieuw zullen worden ingepland. De rest van de vertraagde projecten zal later worden ingepland. Overigens wordt uw Kamer ook jaarlijks via het MIRT-overzicht geïnformeerd over de meest actuele planning van de projecten.