Kamerstuk 36100-VI-8

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021

Gepubliceerd: 7 juni 2022
Indiener(s): Paul van Meenen (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36100-VI-8.html
ID: 36100-VI-8

Nr. 8 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 juni 2022

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 mei 2022 voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 7 juni 2022 zijn ze door de Minister van Justitie en Veiligheid beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

Adjunct-griffier van de commissie, Burger

Vraag (1):

Waarom is net als in 2020 ook in de Slotwet van 2021 weer een nabetaling met betrekking tot onregelmatigheidstoeslag bij het Openbaar Ministerie noodzakelijk?

Antwoord:

Het gaat om een eenmalige nabetaling van een onregelmatigheidstoeslag die eind 2020 niet tot betaling kon komen, maar ook in 2021 nog niet. Het betreft een vrij complexe operatie waarbij met terugwerkende kracht toelagen moeten worden gecorrigeerd, vooralsnog met terugwerkende kracht tot 2016. Vanwege de complexiteit vergt het meer tijd dan aanvankelijk gedacht.

Naar verwachting zal de correctie in 2022 geëffectueerd kunnen worden.

Vraag (2):

Voor welke schikkingen is in 2021 een bedrag groter dan tien miljoen euro getroffen en voor welke bedragen is geschikt?

Antwoord:

In 2021 is in twee onderzoeken een hoge transactie gesloten waarvan het totaalbedrag boven de 10 miljoen euro uitkwam. In het eerste onderzoek (Nelson) zijn de transactieovereenkomsten in drie verschillende deelonderzoeken met de hoogte van de transactiebedragen door het OM gepubliceerd:

  • Deelonderzoek Wadi Transactieovereenkomst Nelson – Wadi | Publicatie | Openbaar Ministerie € 535.000;

  • Deelonderzoek Gali Transactieovereenkomst Nelson – Gali | Publicatie | Openbaar Ministerie € 975.000;

  • Deelonderzoek Vanguard Transactieovereenkomst Nelson – Vanguard | Publicatie | Openbaar Ministerie € 40.111.000.

In het tweede onderzoek (Guardian) heeft ABN AMRO een hoge transactie geaccepteerd van 480 miljoen Euro. Dit bedrag bestaat uit een geldboete van 300 miljoen euro en ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van 180 miljoen euro:

  • Guardian Transactieovereenkomst | Publicatie | Openbaar Ministerie

Vraag (3):

Kan worden toegelicht welke keuzes ten grondslag liggen aan een besluit een schikking te treffen met een in verhouding hoge of lage afpakcomponent in relatie tot een boetecomponent?

Antwoord:

In de OM-Aanwijzing afpakken (2016A009) en de OM Aanwijzing hoge transacties (2020A005) zijn de verschillende strafrechtelijke afpakmogelijkheden en de kaders voor het aanbieden van hoge transacties beschreven. Uitgangspunt is dat de effectiviteit bepalend is bij de keuze voor een afpakmogelijkheid of een combinatie van afpakmogelijkheden. Ketensamenwerking staat bij afpakken centraal. Het OM dient op basis van regels van het strafprocesrecht een vervolgingsbeslissing te nemen gebaseerd op een autonome afweging (opportuniteitsbeginsel). Het OM beziet onder meer voor hoge transacties dat het delict waarvoor de transactie wordt aangeboden, indien deze aan de rechter zou worden voorgelegd redelijkerwijs naar verwachting ook met een vermogensrechtelijke sanctie zou worden afgedaan. Voorgenomen hoge transacties worden door een onafhankelijke commissie getoetst en niet meer aan de MJenV voorgelegd. Voor ontneming via een transactie of schikking geldt dat de officier van justitie die een strafzaak met een transactie wil afdoen aan de betrokken persoon daarbij de voorwaarde kan stellen aan de staat een geldbedrag te betalen of inbeslaggenomen voorwerpen over te dragen ter gehele of gedeeltelijke ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 74 lid 2 Sr). Daarnaast voorziet de wet in de mogelijkheid om in de ontnemingszaak een schikking te treffen tot betaling van een geldbedrag of overdracht van voorwerpen aan de staat ter gehele of gedeeltelijke ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 511c Sv). Het via een transactie of een schikking te ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel berust op een berekening. Bij de bepaling van het te ontnemen bedrag wordt rekening gehouden met het belang van het slachtoffer en wordt de proportionaliteit (het eventuele verschil tussen het berekende wederrechtelijk verkregen voordeel en de hoogte van het bedrag dat wordt ontnomen) steeds voor ogen gehouden.

Vraag (4):

Waarom is de subsidietoekenning voor Halt in 2021 anders gegaan dan in voorgaande jaren?

Antwoord:

De subsidietoekenning Halt voor het jaar T vindt normaliter jaarlijks eind december T-1 plaats. Dit is voor 2022 niet tijdig gebeurd, waardoor op de verplichting Halt een onderuitputting van € 12,9 mln. staat. De verplichting is na sluiting van de kas in december 2021 geboekt omdat er nog tot laat in het jaar overleg was met Halt over de vertaling van de uitkomsten van een kostprijsonderzoek en de evaluatie van de bekostigingssystematiek naar de subsidie. Dit overleg heeft geleid tot aanpassingen van de opgavegerichte bekostigingssystematiek die met ingang van 2021 zijn ingevoerd.