Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEIJEREN

Ontvangen 11 april 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «Goedkeuring» vervangen door «Wijziging van de Wet publieke gezondheid en goedkeuring».

II

In de beweegreden wordt na «noodzakelijk is» ingevoegd «de Wet publieke gezondheid te wijzigen teneinde een aantal bevoegdheidsgrondslagen uit hoofdstuk Va te laten vervallen, en tevens».

III

Voor artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 01

De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 58e wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onder b, vervalt «of artikel 58q».

b. In het tweede lid, onder a, vervalt «58g, eerste lid,».

c. In het tweede lid, onder b, vervalt «onder a tot en met e».

2. Artikel 58g vervalt.

3. In artikel 58j, eerste lid, vervallen de onderdeelsaanduiding «a.» en de onderdelen b en d.

4. Artikel 58q vervalt.

5. Artikel 58r vervalt.

6. In artikel 58ra, derde en zevende lid, vervalt telkens «of artikel 58q».

7. In artikel 58rd, tweede lid, vervalt telkens «, of de onderwijsinstelling, bedoeld in artikel 58q».

8. Artikel 58u wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «58p en 58q, eerste lid» vervangen door «en 58p».

b. In het tweede lid, wordt «artikelen» vervangen door «artikel» en vervalt «en 58g, eerste lid,».

c. In het vierde lid wordt «artikelen» vervangen door «artikel» en vervalt «en 58g, eerste lid,».

9. In artikel 64a, eerste lid, vervalt «, met uitzondering van de artikelen 58q en 58r,».

10. Artikel 68bis wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onder a, vervalt «artikel 58g, eerste lid,».

b. In het eerste lid, onder b, vervallen «58g, eerste lid,» en «, 58q, eerste lid, eerste zin».

c. In het vijfde lid vervalt «artikel 58g, eerste lid,».

11. In artikel 68b vervalt «, 58r, derde lid, tweede en derde zin, en vijfde lid,».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om de grondslagen voor een aantal vrijheidsbeperkende coronamaatregelen, die naar het oordeel van de regering niet langer noodzakelijk zijn, zo spoedig mogelijk te laten vervallen. Het gaat om de grondslagen om maatregelen te kunnen nemen over groepsvorming, contactberoepen, verhuur van accommodaties, onderwijs en kinderopvang.

Hoewel de regering heeft erkend dat de grondslagen niet langer noodzakelijk zijn, is zij voornemens deze pas met ingang van 1 juni 2022 te laten vervallen.1 Dit is in strijd met de rechtsstatelijke verplichting om (grondslagen voor) grondrechtenbeperkingen zo spoedig mogelijk te laten vervallen, zodra de omstandigheden dat mogelijk maken.

Indiener hecht er sterk aan dat de hiervoor genoemde rechtsstatelijke verplichting wordt nageleefd. Daarom wordt voorgesteld om de desbetreffende bevoegdheidsgrondslagen zo spoedig mogelijk – dus tegelijk met de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel – te laten vervallen.

Van Meijeren