Ontvangen 6 september 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel IIIB wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «29 januari 2019» vervangen door «1 januari 2016».
2. In het tweede lid wordt «29 januari 2019» vervangen door «1 januari 2016».
Dit amendement regelt dat tot en met een jaar na de inwerkingtreding van deze wet kinderen van dezelfde ouders de geslachtsnaam van beide ouders kunnen verkrijgen, indien het oudste kind geboren is op of na 1 januari 2016. Uitgaande van een inwerkingtreding op 1 januari 2024 gaat dit dus om gezinnen van wie het oudste kind op dat moment maximaal de leeftijd van 8 jaar heeft bereikt.
Met deze aanpassing wil de indiener zoveel mogelijk ouders de kans geven om hun kind na geboorte toch nog een dubbele geslachtsnaam te kunnen geven. Er zijn immers veel ouders die al lang wachten op deze mogelijkheid. De indiener ziet toch een reden een leeftijdsgrens op te nemen. Een achternaam is vanaf een bepaalde leeftijd onderdeel van de identiteit van het kind. Voor hen is, gelet op het streven naar zoveel mogelijk behoud van hun identiteit, van belang om de terughoudendheid bij het wijzigen van hun geslachtsnaam te handhaven. Daarom kiest de indiener er voor om de leeftijdsgrens bij de leeftijd van 8 jaar te leggen. Rechters besluiten in toenemende mate om kinderen vanaf de leeftijd van 8 jaar uit te nodigen voor een kindgesprek over zaken die hen betreffen. De leeftijdsgrens in dit amendement sluit aan bij die praktijk.
Van Ginneken