Gepubliceerd: 1 december 2021
Indiener(s): Ben Knapen (minister buitenlandse zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35975-V-2.html
ID: 35975-V-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021‒2022

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,H.P.M.Knapen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer begroting

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2021 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2021. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven af met EUR 9,3 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 35,3 miljoen.

Tabel 2 Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf Voorjaarsnota 2021 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

Wv. ODA

Stand uitgaven VJN 2021

5.973,6

4.370,9

Totaal mutaties

‒ 9,3

118,7

Stand uitgaven NJN 2021

5.964,3

4.489,6

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De toename is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingen. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Tabel 3 Oorzaken uitgavenmutaties HGIS vanaf Voorjaarsnota 2021 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

Wv. ODA

Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)

123,6

112,7

Overboekingen van en naar de HGIS

‒ 6,8

0

Desaldering op ontvangsten

‒ 32,4

6,0

Kasschuif

0

0

Toevoeging middelenafspraak huisvesting

‒ 17,0

0

Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting)

‒ 76,8

0

Totaal

‒ 9,3

118,7

Toelichting uitgaven:

  • Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA): op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 112,7 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA-budget met EUR 10,9 miljoen verhoogd.

  • Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt verder nog een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het niet ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 6,8 miljoen afneemt. Het betreft overhevelingen met name op het gebied van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De grootste mutatie is een overheveling van Buitenlandse Zaken naar FMHaaglanden van EUR 10,9 miljoen. Deze mutatie wordt toegelicht bij artikel 7 Apparaat van Buitenlandse Zaken.

  • Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo af met EUR 32,4 miljoen. Dit is met name het gevolg van een afname in de consulaire ontvangsten van Buitenlandse Zaken als gevolg van COVID-19.

  • Toevoeging middelenafspraak huisvesting: het huisvestingsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 17 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Vanwege COVID-19 hebben deze uitgaven op het gebied van huisvesting vertraging opgelopen.

  • Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Defensie en Buitenlandse Zaken. Dit wordt via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.

Tabel 4 Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2021 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Ontvangsten

Totaal

Wv. ODA

Stand ontvangsten VJN 2021

164,1

29,8

Totaal mutaties

‒ 35,3

6,0

Stand ontvangsten NJN 2021

128,7

35,8

Toelichting ontvangsten:

  • De ontvangsten nemen af met EUR 35,3 miljoen. Hiervan wordt EUR 32,4 miljoen gedesaldeerd met de uitgaven.

  • De desaldering betreft met name een verlaging van EUR 38,1 miljoen van de geraamde ontvangsten bij Buitenlandse Zaken en een verhoging van EUR 6 miljoen aan ontvangsten bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verhoging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 383,4 miljoen in 2021.

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2021

Vastgestelde begroting 2021

 

11.393.366

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

11.651.130

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Gastlandbeleid internationale organisaties

1.3

‒ 7.255

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde

2.4

‒ 20.844

3) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

505.832

4) Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

4.4

3.698

5) Apparaat

7.1

‒ 82.110

6) Overige mutaties

 

‒ 15.974

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

12.034.477

Toelichting

  • 1. Artikel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties

    Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.

  • 2. Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

    De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.

  • 3. Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

    De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 505,8 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022 (à EUR 383,4 miljoen) en de nieuwe mutaties die met deze 2e suppletoire begroting verwerkt worden (à EUR 122,5 miljoen). Alle mutaties worden hieronder kort en bij artikel 3 in onderdeel 4 Beleidsartikelen nader toegelicht.

    Voor Nederland leidt het surplus (het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020) over 2020 tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021. Het totale effect van de Lenteraming en overige inkomsten uit de vierde aanvullende Europese begroting (DAB4) op de afdrachten is een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen. De technische aanpassing voor overheveling van een resterend bedrag voor speciale instrumenten 2020 naar 2021 veroorzaakt een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen. Aanpassing van het kasritme voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) leidt tot een verhoging van de Nederlandse afdrachten in 2021 met EUR 54 miljoen die in de jaren erna wordt gecompenseerd. Verhoging van het flexibiliteitsinstrument veroorzaakt een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen. Tevens is er een afdracht onder voorbehoud van EUR 185,4 miljoen aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot betreft DAB6 een bijstelling van de plasticraming van enkele lidstaten die als effect op het Nederlandse BNI-afdracht een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021 als gevolg heeft. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie tot slot verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen die (deels onder voorbehoud) is afgedragen.

  • 4. Artikel 4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

    Op artikel 4.4 hebben de belangrijkste mutaties betrekking op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB). Daar worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.

  • 5. Artikel 7 Apparaat

    De uitgaven op apparaat dalen per saldo met EUR 82,1 miljoen. De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 12,3 miljoen. De uitgaven worden verlaagd naar aanleiding van de tegenvallende consulaire ontvangsten (artikel 4) middels een desaldering. De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 69,9 miljoen. Dit is het gevolg van een overheveling naar FMHaaglanden (EUR 10,9 miljoen) ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8 en lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting (EUR 21 miljoen) en het doorschuiven van middelen voor veiligheid van hoog-risico posten (EUR 18 miljoen). Ook wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedurende 2021 per saldo EUR 9,3 miljoen lager uitgevallen. De belangrijkste mutaties worden onder de tabel toegelicht.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2021

Vastgestelde begroting 2021

 

921.285

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

923.215

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Diverse ontvangsten EU

3.10

29.057

2) Consulaire dienstverlening

4.10 en 4.20

‒ 12.300

3) Apparaat

7.10

‒ 24.780

4) Overige mutaties

 

‒ 1.242

Stand 2e suppletoire begroting 2021

 

913.950

Toelichting

  • 1. Artikel 3.10 Diverse ontvangsten EU

    De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere EU-ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de vraag of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

    Tot slot stijgt de perceptiekostenvergoeding ook nog met EUR 26,1 miljoen. Als gevolg van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) draagt Nederland (naar aanleiding van deze controle) een TEM-hoofdsom af en ontvangt conform de TEM-systematiek deze perceptiekostenvergoeding over de afdracht.

  • 2. Artikel 4.10 en 4.20 Consulaire dienstverlening

    De ontvangsten onder deze twee artikelonderdelen nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten (EUR 2,3 miljoen) achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7 (d.w.z. tevens in mindering gebracht op de uitgaven).

  • 3. Artikel 7 Apparaat

    Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) aangepast op basis van de huidige ramingen.

4 Beleidsartikelen

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte Internationale rechtsorde (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

105 376

140 787

1 000

‒ 23 033

118 754

       
 

Uitgaven:

     
       
 

Programma-uitgaven totaal

126 449

131 632

1 000

‒ 6 872

125 760

 

waarvan juridisch verplicht

 

76%

  

100%

       

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

48 945

49 345

1 000

‒ 422

49 923

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Internationaal recht

3 685

3 685

0

490

4 175

       
 

Opdrachten

     
 

Verenigde Naties

0

0

1 000

0

1 000

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Verenigde Naties

34 525

34 525

0

‒ 400

34 125

 

OESO

7 135

7 535

0

‒ 112

7 423

 

Internationaal Strafhof

3 600

3 600

0

‒ 400

3 200

       

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

63 402

63 502

0

805

64 307

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Mensenrechtenfonds

25 457

19 694

0

‒ 1 590

18 104

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Mensenrechtenfonds

30 295

31 658

0

‒ 105

31 553

 

Mensenrechten multilateraal

7 650

12 150

0

2 500

14 650

       

1.3

Gastlandbeleid internationale organisaties

14 102

18 785

0

‒ 7 255

11 530

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Carnegiestichting

4 400

7 894

0

‒ 380

7 514

       
 

Bijdrage aan agentschappen

     
 

Vredespaleis

6 829

6 829

0

‒ 6 629

200

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Internationaal Strafhof

1 012

1 012

0

‒ 1

1 011

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1 111

2 000

0

68

2 068

 

Nederland Gastland

750

1 050

0

‒ 313

737

       

Toelichting

Verplichtingen

De afname van het verplichtingenbudget voor artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde wordt met name veroorzaakt door het dit jaar niet aangaan van een meerjarige overeenkomst op het gebied van Mensenrechten Multilateraal en doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Daarnaast zien we een stijging voor het Mensenrechtenfonds als gevolg van diverse nieuwe meerjarige verplichtingen.

Uitgaven

Artikel 1.1

  • De stijging van de uitgaven binnen het subartikel Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak komt voornamelijk door een opdracht van EUR 1 miljoen voor het adviseren en assisteren van de VN bij de realisatie van een studio voor de organisatie van de Algemene Vergadering van de VN in 2021.

Artikel 1.2

  • De grootste mutatie op Bescherming en bevordering van mensenrechten komt voort uit een overheveling van EUR 2,5 miljoen naar Mensenrechten Multilateraal vanuit het Mensenrechtenfonds. Dit betreft het resterende bedrag van een toezegging tijdens de 2020 World Press Freedom Conference om met een multilaterale aanpak de wereldwijde persvrijheid te ondersteunen.

Artikel 1.3

  • Het budget voor Gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen. Hierdoor worden de middelen in 2021 niet meer uitgegeven.

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

267 823

257 857

0

‒ 1 292

256 565

       
 

Uitgaven

     
       
 

Programma-uitgaven totaal

283 038

262 363

‒ 5

‒ 23 891

238 467

 

waarvan juridisch verplicht

 

86%

  

98%

       

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

12 791

14 145

‒ 5

0

14 140

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Atlantische Commissie

556

600

‒ 5

0

595

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

NAVO

7 120

8 100

0

‒ 100

8 000

 

WEU

565

590

0

100

690

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2 700

2 700

0

0

2 700

 

Veiligheidsfonds

1 850

2 155

0

0

2 155

       
       

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

13 041

15 070

0

‒ 530

14 540

 

Subsidies (regelingen)

     
 

Anti-terrorisme instituut

341

820

0

60

880

 

Contra-terrorisme

7 420

5 797

0

‒ 210

5 587

 

Cyber security

3 080

3 080

0

‒ 690

2 390

       
 

Opdrachten

     
 

Global Forum on Cyber Expertise

0

1 250

0

0

1 250

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Contra-terrorisme

880

2 803

0

310

3 113

 

Cyber security

1 320

1 320

0

0

1 320

       

2.3

Wapenbeheersing

10 882

12 544

0

‒ 317

12 227

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

IAEA

7 317

7 317

0

‒ 317

7 000

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1 645

1 707

0

0

1 707

 

CTBTO

1 920

3 520

0

0

3 520

       

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

216 502

190 439

0

‒ 20 844

169 595

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Nederland Helsinki Comité

28

28

0

0

28

 

Stabiliteitsfonds

25 000

25 000

0

0

25 000

 

Training buitenlandse diplomaten

2 500

2 750

0

‒ 1 350

1 400

       
 

Opdrachten

     
 

Makandra

880

880

0

‒ 295

585

       
 

Bijdrage aan agentschappen

     
 

Makandra

120

120

0

0

120

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

OVSE

6 000

6 000

0

230

6 230

 

Stabiliteitsfonds

57 150

62 150

0

‒ 1 000

61 150

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

98 511

93 511

0

‒ 18 500

75 011

 

Overige

1 113

0

0

0

0

       
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

     
 

Inzet hoog-risico posten

25 200

0

0

71

71

       
       

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

29 822

30 165

0

‒ 2 200

27 965

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

11 822

12 722

0

‒ 1 200

11 522

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

9 754

5 342

0

‒ 100

5 242

       
 

Opdrachten

     
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

0

3 458

0

0

3 458

       
 

Bijdrage aan agentschappen

     
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

0

533

0

0

533

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

8 246

8 110

0

‒ 900

7 210

       
 

Ontvangsten

1 242

1 242

‒ 242

‒ 1 000

0

       

2.10

Doorberekening Defensie diversen

242

242

‒ 242

0

0

2.40

Restituties programma's

1 000

1 000

0

‒ 1 000

0

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting.

Uitgaven

Artikel 2.4

  • De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd.

Artikel 2.5

  • Vanwege de COVID-19 pandemie hebben partners gefinancierd uit Matra en Shiraka vertraging opgelopen in de uitvoering en hierdoor een lagere liquiditeitsbehoefte dan voorzien. Een deel hiervan zal worden opgevraagd tijdens de eindejaarsmarge.

Ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

9 871 674

10 034 842

383 358

121 477

10 539 677

       
 

Uitgaven

     
       
 

Programma-uitgaven totaal

10 053 535

10 230 672

383 358

109 762

10 723 792

 

waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

       

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

9 813 920

10 003 763

383 358

122 474

10 509 595

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

BNI-afdrachten

5 352 701

5 538 263

165 531

‒ 1 159

5 702 635

 

BTW-afdrachten

977 344

981 625

71 707

0

1 053 332

 

Invoerrechten

3 267 875

3 267 875

157 028

123 633

3 548 536

 

Plastic-grondslag

216 000

216 000

‒ 10 908

0

205 092

       

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

191 123

191 123

0

‒ 11 640

179 483

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Europees Ontwikkelingsfonds

191 123

191 123

0

‒ 11 640

179 483

       

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

10 500

10 500

0

400

10 900

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Raad van Europa

10 500

10 500

0

400

10 900

       

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

5 892

6 404

0

‒ 1 472

4 932

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

EIPA

348

348

0

0

348

       
 

Opdrachten

     
 

Europa College beurzenprogamma

190

380

0

0

380

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

1 375

1 697

0

‒ 1 572

125

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Benelux bijdrage

3 979

3 979

0

100

4 079

       

3.5

Europese Vredesfaciliteit

32 100

18 882

0

0

18 882

       
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

     
 

Europese Vredesfaciliteit

32 100

18 882

0

0

18 882

       
 

Ontvangsten

817 219

817 219

2 992

26 065

846 276

       

3.10

Diverse ontvangsten EU

816 969

816 969

2 992

26 120

846 081

 

Invoerrechten

816 969

816 969

2 992

26 120

846 081

 

Overige ontvangsten EU

0

0

0

0

0

       

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

250

0

‒ 55

195

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 3: Effectieve Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Mutaties Miljoenennota

De opwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten bij de Miljoenennota van EUR 383,4 miljoen betreft de optelsom van de verschillende mutaties die zijn toegelicht in de Ontwerpbegroting 2022. Hieronder staan deze mutaties nogmaals toegelicht.

Surplus

In de derde aanvullende Europese begroting (DAB3) heeft de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de Europese begroting van het jaar 2020 (het surplus) in de Europese begroting voor het jaar 2021 verwerkt. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 101 miljoen lagere afdrachten in 2021.

Vierde aanvullende begroting – Lenteraming en overige inkomsten

Als gevolg van DAB4 stijgt de raming voor de Nederlandse BTW-afdracht met EUR 72 miljoen. De plasticraming daalt met EUR 11 miljoen. Om een zo realistisch mogelijke raming te presenteren heeft het kabinet ervoor gekozen om incidenteel af te wijken van de gebruikelijke ramingsmethodiek (aansluiten bij de Commissieraming) en de Nederlandse raming van de invoerrechten eenmalig te corrigeren ten opzichte van de Commissieraming voor het effect van de voorlopige betalingen in de zonnepanelenzaak die eind 2020 hebben plaatsgevonden. De raming van de invoerrechten daalt hierdoor met EUR 28,4 miljoen. De raming van de BNI-afdracht stijgt als gevolg van DAB4 met EUR 229,3 miljoen.

De Commissie actualiseert in DAB4 ook de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de Europese begroting 2021 en de overige ontvangsten op de Europese begroting 2021. De overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit inkomsten door mededingingsboetes. De stijging van de ontvangsten heeft een neerwaarts effect op de verwachte Nederlandse BNI-afdracht, als sluitpost van de Europese begroting, van EUR 28,2 miljoen.

Het totale effect van DAB4 op de afdrachten is daarmee een opwaartse bijstelling van EUR 233,6 miljoen.

Technische aanpassing

In de door de Europese Commissie gepresenteerde technische aanpassing wordt conform de MFK-verordening een resterend bedrag van EUR 48 miljoen voor speciale instrumenten uit 2020 overgeheveld naar 2021. Dit leidt tot een stijging van de verwachte Nederlandse BNI-afdracht van EUR 2,8 miljoen.

Aanpassing kasritme Brexit Adjustment Reserve

Op 17 juni jl. is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de verdeling van de middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Dit leidt tot een wijziging van het kasritme t.o.v. het uitgangspunt in de Nederlandse begroting. Daarom wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2021 verhoogd met EUR 54 miljoen, in 2022 en 2023 met EUR 30 miljoen en in 2025 met EUR 19 miljoen. De genoemde verhogingen in de raming worden volledig gecompenseerd door verlagingen van de raming in de jaren 2024, 2026 en 2027.

Flexibiliteitsinstrument

In de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 is afgesproken om het jaarlijks beschikbare budget voor het flexibiliteitsinstrument (een speciaal instrument voor onvoorziene omstandigheden buiten de MFK-plafonds) met circa EUR 144 miljoen per jaar te verhogen ten opzichte van de eerder bereikte conclusies van de Europese Raad van 21 juli 2020. Voor Nederland leidt dit tot een verhoging van de BNI-afdracht van circa EUR 9 miljoen in 2021 oplopend tot circa EUR 10 miljoen in 2027 (lopende prijzen).

TEM afdracht lage waarde textiel

Tevens wordt een uitgave verwerkt van EUR 185,4 miljoen aan invoerrechten. Het betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten (Traditionele Eigen Middelen, TEM) heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China. Over deze afdracht wordt een perceptie-kostenvergoeding van 20%1 ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10, waardoor de netto verwerking EUR 148,3 miljoen bedraagt.

Mutaties 2e suppletoire begroting

In de zesde aanvullende Europese begroting (Draft Amending Budget 6, DAB6) wordt een update van de raming van de plasticafdracht voor een aantal lidstaten gepresenteerd, waardoor de totale opbrengst van de plasticafdracht op EU-niveau in 2021 EUR 20 miljoen hoger uitvalt dan eerder verwacht. Dit betekent dat de BNI-afdrachten op EU-niveau, het sluitstuk van de EU-begroting, met hetzelfde bedrag afnemen. Het effect hiervan op de Nederlandse BNI-afdracht is een daling van EUR 1,2 miljoen in 2021. De raming van de Nederlandse plastic-afdracht is niet gewijzigd.

De invoerrechten stijgen met EUR 123,6 miljoen. Naar aanleiding van een recente controle van de TEM-boekhouding (Traditioneel Eigen Middelen) bij de Douane heeft de Europese Commissie verzocht om een nabetaling van in totaal EUR 123,6 miljoen. Nederland aanvaardt aansprakelijkheid voor een bedrag van EUR 12,7 miljoen aan TEM. De rest van de claim (EUR 110,9 miljoen) stelt Nederland onder voorbehoud ter beschikking aan de EU om de oploop van de vertragingsrente te stoppen. Over TEM-afdrachten ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding (EUR 26,1 miljoen), waardoor de nettobetaling EUR 97,5 miljoen bedraagt. Dit bedrag betreft enkel de hoofdsom en bevat dus geen vertragingsrente.

Artikel 3.2

  • De Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2021 valt lager uit wegens verrekening van een terugbetaling van resterende middelen uit het 8ste en 9de EOF met de huidige bijdrage.

Artikel 3.4

  • De Taskforce Verenigd Koninkrijk (voorheen Taskforce Brexit) is in de zomer van 2021 opgeheven, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld. Wel zal er nog een externe onafhankelijke evaluatie van de Rijksbrede Nederlandse Brexit-inzet en binnenlandse voorbereidingen 2016-2021 worden uitgevoerd, conform een toezegging aan de Eerste Kamer (Handelingen I 2018-2019, nr. 22, item 3).

Ontvangsten

Artikel 3.10

  • De mutatie van EUR 3 miljoen bij de Miljoennenota is een optelsom van twee mutaties. De aanpassing van DAB4 leidt tot lagere ontvangsten (-EUR 34,1 miljoen). Daarnaast nemen de ontvangsten met EUR 37,1 miljoen toe vanwege de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over of Nederland in de periode 2012-2019 te weinig douanerechten heeft geheven en afgedragen over zendingen lage waarde textiel en schoenen uit China.

  • Bij 2e suppletoire begroting stijgt de perceptiekostenvergoeding met EUR 26,1 miljoen. Nederland draagt naar aanleiding van een onderzoek door de Europese Commissie een TEM-hoofdsom van EUR 123,6 miljoen af, waarvan EUR 110,9 miljoen onder voorbehoud. Conform de TEM-systematiek ontvangt Nederland een perceptiekostenvergoeding over deze afdracht. De perceptiekostenvergoeding bedraagt EUR 26,1 miljoen. Hierdoor bedraagt de betaling netto EUR 97,5 miljoen.

Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

51 200

71 349

3 180

6 683

81 212

       
 

Uitgaven

     
       
 

Programma-uitgaven totaal

53 810

72 460

3 180

‒ 105

75 535

 

waarvan juridisch verplicht

 

86%

  

99%

       

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

10 657

17 941

2 500

‒ 2 500

17 941

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Gedetineerdenbegeleiding

1 560

1 560

0

0

1 560

       
 

Inkomensoverdrachten

     
 

Gedetineerdenbegeleiding

540

540

0

0

540

       
 

Opdrachten

     
 

Consulaire bijstand

409

309

2 500

600

3 409

 

Reisdocumenten en verkiezingen

2 550

2 550

0

‒ 900

1 650

 

Consulaire opleidingen

400

400

0

‒ 300

100

 

Consulaire informatiesystemen

5 198

4 298

0

‒ 1 000

3 298

 

Loket buitenland

0

8 284

0

‒ 900

7 384

       

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

15 397

21 862

1 130

‒ 1 200

21 792

       
 

Opdrachten

     
 

Ambtsberichtenonderzoek

150

150

0

0

150

 

Visumverlening

3 058

3 058

0

‒ 1 600

1 458

 

Legalisatie en verificatie

80

80

0

0

80

 

Consulaire informatiesystemen

11 081

17 471

1 130

400

19 001

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Asiel en migratie

1 028

1 103

0

0

1 103

       

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8 875

7 771

0

‒ 553

7 218

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Internationaal Cultuurbeleid

6 650

5 251

0

‒ 390

4 861

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Internationaal cultuurbeleid

2 225

2 520

0

‒ 163

2 357

       

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

18 881

24 886

‒ 450

4 148

28 584

       
 

Subsidies (regelingen)

     
 

Instituut Clingendael

420

800

0

0

800

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3 808

3 808

‒ 100

2 479

6 187

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

99

99

0

‒ 50

49

 

Publieksdiplomatie

2 264

2 224

‒ 25

‒ 60

2 139

 

Onderzoeksprogramma

50

50

0

202

252

       
 

Opdrachten

     
 

Adviesraad Internationale vraagstukken

525

525

0

0

525

 

Instituut Clingendael

2 000

2 225

603

139

2 967

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1 000

1 000

‒ 300

‒ 400

300

 

Algemene voorlichting

590

590

0

975

1 565

 

Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten

2 000

2 000

0

0

2 000

 

China-strategie

550

550

‒ 403

‒ 100

47

 

Onderzoeksprogramma

220

220

0

‒ 7

213

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

0

3 000

0

2 000

5 000

 

Kennisplatform Oost-Europa

0

200

‒ 200

0

0

       
 

Bijdrage aan agentschappen

     
 

Algemene voorlichting

2 400

2 400

0

‒ 1 000

1 400

 

Verkeersnotificaties

0

0

400

‒ 80

320

       
 

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

     
 

Verkeersnotificaties

400

400

‒ 400

0

0

       
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

     
 

Europese bewustwording

250

450

0

‒ 10

440

 

Publieksdiplomatie

2 305

2 345

‒ 25

60

2 380

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

0

2 000

0

0

2 000

       
 

Ontvangsten

71 074

30 574

0

‒ 12 300

18 274

       

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

7 000

9 200

0

‒ 1 000

8 200

       

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

63 000

21 100

0

‒ 11 300

9 800

       

4.40

Doorberekening Defensie diversen

874

74

0

0

74

       

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

200

0

0

200

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht. Een deel van de verplichtingen leidt tot uitgaven in 2022 en wordt als Eindejaarsmarge (EUR 5,8 miljoen) opgevraagd.

Uitgaven

Artikel 4.1

  • Voor het budget voor consulaire dienstverlening werd EUR 3,1 miljoen ontvangen van IenW voor het contract met SOS-internationaal om als helpdesk te werken voor ondersteuning voor de aanvragen van een DCC (Digitaal Corona Centificaat) door Nederlanders in het buitenland (en buitenlandse toeristen). Daarnaast is er nog sprake van EUR 3,1 miljoen eindejaarsmarge, onder andere voor een digitaliseringsprogramma consulaire systemen en vertraagde werkzaamheden van Loket Buitenland.

Artikel 4.4

  • Op Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) worden meer uitgaven verwacht vanwege de crisis in Afghanistan (EUR 1,7 miljoen), de monitoringsmissie in Irak (EUR 300.000) en noodhulpondersteuning (EUR 2 miljoen non-ODA) ter bestrijding van de gevolgen van COVID-19.

Ontvangsten

De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 12,3 miljoen. De geraamde EUR 10 mln MVV-vergoedingen (Machtiging Voorlopig Verblijf) wordt waarschijnlijk pas in 2022 ontvangen. Daarnaast blijven de consulaire ontvangsten achter op de prognose. Vanwege COVID-19 wordt er minder consulaire dienstverlening aan niet-Nederlanders (zoals visa en legalisaties) gerealiseerd. Dit betreft minus EUR 2,3 miljoen. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7.

5 Niet-beleidsartikelen

Artikel 5: Geheim

Tabel 11 Niet-beleidsartikel 5 Geheim (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

0

0

0

0

0

       

Uitgaven

 

0

0

0

0

0

       

Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

       

5.10

Geheim

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 6: Nog onverdeeld

Tabel 12 Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

    

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

 

Verplichtingen

4 255

970

10 778

‒ 11 748

0

       
 

Uitgaven

     
       
 

Uitgaven totaal

4 255

970

10 778

‒ 11 748

0

       

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

4 255

970

10 778

‒ 11 748

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gestegen met EUR 10,8 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar de volgende jaren.

Artikel 7: Apparaat

Tabel 13 Niet-beleidsartikel 7 Apparaat (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerp begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting

   

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
       
  

2021

2021

2021

2021

2021

  

(1)

(2)

  

(4)=(2+3)

Verplichtingen

872 279

953 033

‒ 11 071

‒ 71 039

870 923

       

Uitgaven

 

872 279

953 033

‒ 11 071

‒ 71 039

870 923

       

7.1.13

Personele uitgaven

566 317

575 300

158

‒ 12 851

562 607

7.1.13.1

Eigen personeel

554 317

563 300

158

‒ 12 851

550 607

7.1.13.2

Inhuur extern

12 000

12 000

0

0

12 000

7.1.13.3

overige personeel

0

0

0

0

0

       

7.1.14

Materiele uitgaven

305 962

377 733

‒ 11 229

‒ 58 188

308 316

7.1.14.1

ICT

59 931

65 277

‒ 315

948

65 910

7.1.14.2

Bijdragen aan SSO's

60 391

60 391

‒ 10 930

0

49 461

7.1.14.3

Overige materieel

185 640

252 065

16

‒ 59 136

192 945

       

7.2

Koersverschillen

0

0

0

0

0

       
       

Ontvangsten

 

31 750

74 180

0

‒ 24 780

49 400

       

7.10

Diverse ontvangsten

31 750

74 180

0

‒ 24 780

49 400

       

7.11

Koersverschillen

0

0

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven

7.1.13 Personele uitgaven

Eigen personeel:

  • De personele uitgaven dalen met EUR 12,9 miljoen. Dit komt voornamelijk door een desaldering van de tegenvallende consulaire ontvangsten (beleidsartikel 4) als gevolg van de pandemie.

7.1.14 Materiële uitgaven

Bijdragen aan SSO's:

  • Er wordt een bedrag van EUR 10,9 miljoen overgeheveld aan FMHaaglanden voor de centrale bekostiging van de dienstverlening op Rijnstraat 8.

Overig materieel:

  • De overige materiële uitgaven vallen lager uit. Dit komt onder meer door de desaldering van de lagere opbrengsten van EUR 21 miljoen.

  • Daarnaast wordt een bedrag van ongeveer EUR 21,1 miljoen via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de komende jaren. Dit betreft grotendeels uitgaven met betrekking tot veiligheid op hoog-risico posten, waar door de crisis in Kaboel vertragingen optreden in de uitgaven.

  • Tot slot wordt een bedrag van EUR 17 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren ten behoeve van het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille.

Ontvangsten

  • Door vertragingen valt de opbrengst van de verkoop van een aantal panden lager uit. Dit leidt tot EUR 21 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Daarnaast worden de ontvangsten op de jaarlijkse terugvordering van de loonkosten voor lokaal personeel (EUR 3,7 miljoen) naar beneden bijgesteld op basis van de huidige ramingen.