Voorgesteld 22 februari 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door de extreem hoge inflatie de eerder beloofde koopkracht is verdampt;
overwegende dat met het uitblijven van echte koopkrachtverbeteringen miljoenen Nederlanders wederom keihard in de min komen en daardoor nog moeilijker of zelfs helemaal niet meer kunnen rondkomen;
overwegende dat een koopkrachtherstelpakket keihard nodig is;
overwegende dat een «Minister voor armoedebeleid» in een welvarend land als Nederland onnodig zou moeten zijn;
verzoekt de regering de aanduiding «Minister voor armoedebeleid» te veranderen in de «Minister voor koopkracht» en als eerste maatregel te komen met een koopkrachtherstelpakket om zo de grote negatieve financiële gevolgen van de stijgende inflatie voor burgers te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Léon de Jong