Gepubliceerd: 15 december 2021
Indiener(s): Dilan Yeşilgöz-Zegerius (staatssecretaris economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-XIII-85.html
ID: 35925-XIII-85

Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2021

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over de voortgang van de investeerder-staat geschillenbeslechtingsprocedure (ISDS), die Uniper tegen het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: Nederlandse Staat) is gestart bij het International Centre for Settlement of Investment Disputes (hierna: ICSID) met het nummer ARB/21/22. Deze zaak loopt parallel aan de zaak die RWE tegen de Nederlandse Staat bij hetzelfde instituut is gestart met het nummer ARB/21/4.

Selectie arbitragetribunaal afgerond

In de ICSID-zaak van Uniper is op 2 december jl. een arbitragetribunaal geconstitueerd. Daarbij is één arbiter gekozen door Uniper, één door de Nederlandse Staat en de voorzitter is benoemd door de Secretaris-Generaal van ICSID.

Uniper heeft dhr. Brian King benoemd, de Nederlandse Staat heeft op voordracht van een selectiecommissie mevr. Jean Kalicki in deze zaak benoemd. Bij de selectie van de voorzitter is de standaardprocedure van artikel 38 en 40(1) van de ICSID Conventie gevolgd, waarbij de voorzitter door de Secretaris-Generaal is benoemd op basis van de lijst met kandidaat-arbiters die door de verdragspartijen bij de Wereldbank zijn voorgedragen. Op basis van deze procedure is mevr. Tina Cicchetti als voorzitter van het tribunaal benoemd, die door Canada is voorgedragen voor de ICSID-lijst.

Om de legitimiteit en onafhankelijkheid van het tribunaal te waarborgen, is bij de selectie en benoeming van de door de Nederlandse Staat benoemde arbiter wederom gebruik gemaakt van een externe selectiecommissie. Deze bestond uit drie onafhankelijke, internationaalrechtelijke juristen met een onbetwistbare staat van dienst, die onbezoldigd bereid waren om een bindend advies uit te geven ten aanzien van de arbiter die door de Nederlandse Staat benoemd wordt in de procedures.

Nu het arbitragetribunaal is benoemd, gaat de arbitrageprocedure van Uniper een volgende fase in. Een eerste stap is het vaststellen van de processuele regels die op de procedure van toepassing zullen zijn. De Nederlandse Staat zal voor 3 januari 2022 de griffiekosten betalen, het gaat om een bedrag van USD 175,000.

Inhoudelijke stappen

De Nederlandse Staat voert in de investeerder-staatarbitrage-procedures van RWE en Uniper verweer op zowel de bevoegdheid van het tribunaal als op de inhoud van het geschil. Daarbij is het uitgangspunt dat op grond van het EU-recht een investeerder-staat-arbitragebepaling niet van toepassing kan zijn op geschillen tussen een EU-investeerder en een EU-lidstaat. Dit geldt ook voor procedures onder het Energiehandvest.1

Door de Nederlandse Staat zijn daarom op 11 mei jl. twee procedures gestart bij de Duitse rechter, één tegen RWE en één tegen Uniper. Deze procedures worden separaat aan de ISDS-procedures gevoerd. De Nederlandse Staat geeft met de procedures bij de Duitse rechter opvolging aan haar Europeesrechtelijke verplichtingen, zoals recentelijk door het Europees Hof van Justitie bevestigd in zaak C-109/20 (PL Holdings). Uniper heeft op 3 december jl. een verzoek gedaan aan het ICSID arbitragetribunaal om een voorlopige voorziening te treffen met als doel te bepalen dat de Nederlandse Staat de procedures bij de Duitse rechter moet intrekken.

Vervolg

Ik zal u blijven informeren over belangrijke procesmomenten met betrekking tot de zeven juridische procedures die betrekking hebben op de Wet verbod op kolen. Ook is mijn voornemen deze procedures zo transparant mogelijk te voeren. In de arbitrageprocedure van RWE tegen de Nederlandse Staat zijn hierover recentelijk regels vastgelegd in Procedural Order nr. 1. Ik verwijs u hiervoor naar de brief van 26 oktober jl. (Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 10). De inzet is om een vergelijkbare mate van transparantie te bereiken in de arbitrageprocedure met Uniper. Ik zal u tezijnertijd informeren over de processuele regels, die ten aanzien van Uniper in dit kader van toepassing zullen zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius