Kamerstuk 35925-VII-34

Motie van het lid Van Baarle c.s. over een wetsvoorstel over strafverzwaring voor beroepsmatige discriminatie

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022


Nr. 34 MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE C.S.

Voorgesteld 28 oktober 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de toeslagenaffaire, onderzoeken naar discriminatie op de woningmarkt, onderzoeken naar etnisch profileren en onderzoeken naar discriminatie door uitzendbureaus aantonen dat er in Nederland een groot probleem is met beroepsmatige discriminatie;

overwegende dat strafverzwaring nooit de enige oplossing is, maar dat van strafverzwaring een normerend en afschrikwekkend effect uitgaat, alsmede genoegdoening kan bieden aan slachtoffers;

verzoekt de regering een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen waarin wordt voorzien in een strafverzwaring voor beroepsmatige discriminatie, zoals vastgelegd in artikel 137g Wetboek van Strafrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baarle

Den Haan

Simons