Vastgesteld 24 november 2021
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 28 oktober 2021 voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 22 november 2021 zijn ze door de Minister van Justitie en Veiligheid beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
Inleiding
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen die door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zijn gesteld over de wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (Vijfde incidentele suppletoire begroting inzake bijdrage ondersteuning naleving controle op coronatoegangsbewijzen) (Kamerstuk 35 923) en een appreciatie op het amendement van het Kamerlid van Nispen (Kamerstuk 35 923, nr. 3).
Appreciatie amendement Kamerlid van Nispen:
Het lid van Nispen heeft een amendement ingediend dat resulteert in een wijziging van de begrotingsstaat. Het lid beoogt hiermee een verschuiving van het beleid van ondersteuning naleving controle op CTB’s naar meer budget voor de politie.
Het kabinet trekt € 45 mln. uit om de invoering van het CTB uitvoerbaar te maken in de horeca, kunst- en cultuursector, (professionele) sport en evenementensector. Dit amendement leidt tot een niet deugdelijke dekking van dit beleid. Derhalve kan ik niet anders dan dit amendement ontraden.
In mijn Kamerbrief van 13 oktober1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over investeringen in o.a. capaciteit Politie en de vernieuwing van het politieonderwijs. Hiermee investeer ik in verbinding in de wijken en in het vergroten van de slagkracht op het web. Ook richt ik, in de geest van het amendement, de politieacademie hier adequaat voor in. Samen met de al aangekondigde intensivering voor de brede aanpak van ondermijning wordt de slagkracht van politie vergroot. Tevens heb ik u geïnformeerd over het vervolgonderzoek bij politie om een zo objectief mogelijk beeld te krijgen van de financiële staat van politie alsook inzicht te krijgen in mogelijke bijsturingsmaatregelen.
Vragen en antwoorden
Vraag 1
Acht u de implementatie van de coronapas tot nu toe succesvol?
Antwoord op vraag 1
Ja. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat de brede inzet van coronatoegangsbewijzen (CTB) ervoor zal zorgen dat de risico’s op toenemende besmettingsaantallen effectief kunnen worden verminderd. Het kabinet volgt hierin het Outbreak Managementteam (OMT). Het OMT heeft in het 128ste advies aangegeven dat breder inzetten van het CTB een gerichte maatregel is die effect kan hebben op de transmissie, de doorgifte van het virus. Voor de onderbouwing ervan verwijst het OMT naar haar eerdere adviezen hierover. En het gebruik van CTB zal volgens het OMT een gunstige invloed hebben op te verwachten ziekenhuisopnames.
Vraag 2
Recentelijk zagen we voorbeelden van besmette mensen die via de coronapas alsnog toegang kregen tot horeca, is er naar dergelijke situaties gekeken in de handhavingsdoelstelling?
Antwoord op vraag 2
De handhaving richt zich op de (correcte) controle op het coronatoegangsbewijs. Dat gebeurt risicogericht en steekproefsgewijs. Of een persoon die over een geldige QR code beschikt toch besmet is kan door de handhaving niet worden vastgesteld.
Vraag 3
Wordt de 45 miljoen euro geoormerkt?
Antwoord op vraag 3
Ja. De bijdrage dient aangewend te worden ter dekking van kosten die de veiligheidsregio maakt voor de inzet van ondersteunend personeel en voor materiele kosten die het controleren van het CTB bevorderen/faciliteren. Dit kunnen bijvoorbeeld polsbandjes zijn, maar kan ook naar de inzet van de controleurs bij sportkantines gaan.
Vraag 4
Welke gesprekken zijn gevoerd met relevante sectoren over dit besluit?
Antwoord op vraag 4
De inzet en prioriteit van de handhaving is een lokale afweging. Daarom is er over de inzet van de 45 miljoen vooral gesproken met de veiligheidsregio’s en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Lokale overheden hebben contact met de relevante sectoren (o.a. de horeca, sportverenigingen en culturele instellingen), waardoor zij het beste kunnen beslissen waar het vrijgemaakte bedrag ingezet kan worden. Gezamenlijk worden effectieve oplossingen gevonden voor drempels. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van polsbandjes toegestaan in gebieden waar een concentratie van horeca is om ondernemers te ontlasten.
Vraag 5
Is gesproken over de ervaren effectiviteit en drempels vanuit de relevante sectoren?
Antwoord op vraag 5
Zie antwoord vraag 4.
Vraag 6
Hoe zal de verdeling van de vrijgemaakte fondsen geregeld worden?
Antwoord op vraag 6
De verdeling is in goed overleg met het Veiligheidsberaad tot stand gekomen. Het geld is via de veiligheidsregio’s verdeeld, om flexibiliteit in de besteding (tussen gemeentes) te creëren. De verdeling over de veiligheidsregio’s is gebeurd op basis van het inwoneraantal van de veiligheidsregio’s. Veel van de te nemen activiteiten en maatregelen vallen onder de lokale bevoegdheden van de burgemeester c.q. de gemeente. De verdeling en de inzet van de middelen vindt dan ook alleen in nauw overleg met de gemeenten plaats. Ten aanzien van concrete invulling van de verdeling en de besteding van deze middelen laat het kabinet de veiligheidsregio vrij, zolang deze uiteraard rechtmatig is en binnen de doelstelling valt.
De middelen zijn al sinds 25 september 2021 aan de veiligheidsregio’s ter beschikking gesteld. Zij hebben die middelen op hun beurt ook verdeeld over gemeenten en deze worden nu al een week of 6 uitgegeven. Het is dus niet mogelijk om het geld vrij te maken voor verlichting van de taken van agenten en voor de politieacademie zoals het amendement van het lid Van Nispen beoogt.
Vraag 7
Op basis van welke inschattingen is uitgekomen op het uiteindelijke bedrag?
Antwoord op vraag 7
De inschatting is gebaseerd op de kosten om beveiligers of city hosts in te zetten die ingehuurd kunnen worden om te helpen met de controle van het CTB. Qua aantallen is uitgegaan van dezelfde norm als die voor wijkagenten. Deze is 1 per 5000 inwoners. De periode waarin de middelen besteed kunnen worden, is tot 31 december 2021.
Vraag 8
Is met de relevante sectoren gesproken over de noden en daaropvolgende hoogte van het vrijgemaakte bedrag?
Antwoord op vraag 8
Nee. Het vrijgemaakte bedrag is gebaseerd op wat er aan kosten nodig zou zijn om beveiligers of city hosts in te zetten die ingehuurd kunnen worden om te helpen met de controle van het coronatoegangsbewijs. Daarbij hebben we rekening gehouden met dezelfde norm voor de aantallen als die voor wijkagenten. Deze is 1 per 5000 inwoners.