Kamerstuk 35623-6

Nota naar aanleiding van het verslag

Dossier: Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp

Gepubliceerd: 12 januari 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35623-6.html
ID: 35623-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 13 januari 2021

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken waartoe de fracties van de VVD, het CDA, de SP, de ChristenUnie en de SGP inbreng hebben geleverd. De verschillende vragen die zijn gesteld, worden hierna beantwoord in de volgorde waarin de inbreng is geleverd.

Inhoudsopgave

blz.

     

1.

Inleiding

1

2.

Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

2

3.

Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling

3

4.

Afwijkende herindelingsdatum

7

5.

Overige aspecten

8

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp. Graag willen deze leden de regering daarover een vraag stellen. Allereerst constateren de leden van de VVD-fractie dat het om een «lichte samenvoeging» gaat en deze herindeling op initiatief van de betrokken gemeenten zelf tot stand is gekomen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp.

De leden van de SP-fractie hebben het voornemen tot herindeling gelezen en hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onder dankzegging kennisgenomen van voorliggend voorstel. Genoemde leden zijn zich er van bewust dat een samenvoeging van gemeenten niet enkel een bestuurlijke exercitie is, maar ook een grote impact heeft op de inwoners van de betrokken gemeenten. Dat is in het geval van voorliggende herindeling niet anders. De leden van de ChristenUnie-fractie spreken de hoop uit dat de herindeling van gemeente Amsterdam en Weesp bijdraagt aan de bloei van de gemeenschap in deze gemeenten en wensen bewoners en bestuurders daarbij veel succes.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel.

2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies

De leden van de CDA-fractie constateren, dat het voorliggende wetsvoorstel gebaseerd is op het herindelingsadvies van de betrokken gemeenten en de positieve zienswijze daarop van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland van 30 juni 2020. In de memorie van toelichting wordt bij herhaling verwezen naar het herindelingsadvies. Daarom zijn deze leden van mening dat het niet juist is, dat het herindelingsadvies met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie niet als bijlagen zijn opgenomen bij de memorie van toelichting. Deze leden verzoeken de regering het herindelingsadvies met de bijbehorende documenten en de zienswijze van de provincie alsnog als bijlagen op te nemen bij de nota naar aanleiding van het verslag.

Het herindelingsadvies en de zienswijze van gedeputeerde staten zijn gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en maken als zodanig geen onderdeel uit van het wetsvoorstel. Sinds 2017 worden deze stukken niet meer met het betreffende wetsvoorstel gezonden maar in aanvulling op de beschikbaarstelling via gemeenten en provincies, op rijksoverheid.nl gepubliceerd. Op de eerste pagina van de memorie van toelichting is in een voetnoot een link opgenomen naar de vindplaats van het herindelingsadvies. Achtergrond van de nieuwe werkwijze is dat het meezenden van deze documenten in fysieke vorm – die in de loop der jaren omvangrijker zijn geworden en mede door de bijlage soms wel honderden pagina’s betreffen – in het wetgevingsproces leidt tot een papierproductie die niet past in het streven van de rijksoverheid om papierverspilling tegen te gaan. Omdat de leden van de CDA-fractie te kennen geven deze stukken toch graag te ontvangen, stuur ik bij deze als bijlagen mee de documenten, zoals deze door de gemeenten en provincie bij mij zijn aangeleverd 1.

Voorts vragen deze leden de stelling dat de gemeenten Amsterdam en Weesp zelf het initiatief hebben genomen om tot een herindeling te komen, nader te onderbouwen, omdat het bijna een eeuw geleden is dat enige gemeente vrijwillig met Amsterdam wilde fuseren, voor het laatst in 1921. Het ging toen om Ransdorp, Buiksloot en Schellingwoude, die zwaar getroffen waren door de watersnood van 1916.

Weesp heeft na een zorgvuldig door de gemeenteraad gestuurd proces vastgesteld dat Weesp op termijn niet zelfstandig kan blijven bestaan. Daarbij heeft Weesp geconstateerd dat een herindeling noodzakelijk was en daarna gezocht naar een partner die het beste paste bij het kernwaardenprofiel van Weesp. Amsterdam heeft zich evenals de gemeente Gooise Meren bereid verklaard om met Weesp samen te gaan. De gemeenteraad van Weesp heeft na een onderlinge vergelijking van de potentiële herindelingspartners én een volksraadpleging gekozen voor een herindeling met Amsterdam.

3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling

3.1. Draagvlak

De leden van de SP-fractie vragen of er nader kan worden ingegaan op de vraag waarom er geen referendum in de deelnemende gemeenten is gehouden.

In tegenstelling tot wat deze leden inbrengen, is er in de gemeente Weesp wel degelijk een referendum gehouden over de onderhavige herindeling. Dit referendum heeft op 21 maart 2018, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen, plaatsgevonden. Aan de stemgerechtigde inwoners van Weesp werd de vraag voorgelegd of zij een voorkeur hadden voor een herindeling met de gemeente Gooise Meren of met de gemeente Amsterdam. Van de stemgerechtigden bracht 61,98% een stem uit, waarbij 56,5% een voorkeur uitsprak voor de gemeente Amsterdam. De raad van Weesp heeft hierop op 26 maart 2018 besloten over te gaan tot een herindeling met de gemeente Amsterdam. Gezien het schaalverschil is er niet voor gekozen om voor heel Amsterdam een referendum te houden maar zijn de aangrenzende gebieden nader geconsulteerd (Driemond en ZuidOost). In Weesp en Amsterdam hebben tevens informatieavonden plaatsgevonden en is er actief de ruimte geboden voor inspraak. In het logboek bij het herindelingsadvies Weesp-Amsterdam zijn alle publieke activiteiten ter bevordering van het maatschappelijk draagvlak opgenomen. Overigens is het op grond van het Beleidskader gemeentelijke herindeling primair aan de betrokken gemeentebesturen om te bepalen hoe het maatschappelijk draagvlak voor een herindeling wordt onderzocht. Voor de beoordeling van het maatschappelijk draagvlak is niet vereist dat een referendum heeft plaatsgevonden. Het is steeds aan de betrokken gemeentebesturen zelf om te bepalen op welke wijze zij tot oordeelsvorming en besluitvorming overgaan daarmee rechtdoend aan de vertegenwoordigende functie die de gemeenteraad uitoefent. Dat is een lokaal-autonoom proces. Op basis van onder andere de gehouden inwonersbijeenkomsten, de volksraadpleging in Weesp en de ingediende zienswijzen, zijn de gemeenten van oordeel dat het maatschappelijk draagvlak voor deze herindeling ruim voldoende is.

3.2 Bestuurskracht

De regering stelt, lezen de leden van de CDA-fractie, dat Weesp op dit moment al kan profiteren van de grotere bestuurskracht van Amsterdam, doordat Amsterdam en Weesp al in 2019 een ambtelijke fusie zijn aangegaan. De leden van de CDA-fractie vragen de regering deze stelling nader toe te lichten. Welke vruchten hebben de inwoners van Weesp al mogen plukken van de ambtelijke fusie? Deze leden vragen de regering in het bijzonder in te gaan op handhaving van bestemmingsplannen en procedures bij omgevingsvergunningen.

Binnen de gemeentelijke organisatie van Amsterdam is, door haar grotere schaal, meer kennis en menskracht voorhanden en meer gelegenheid tot specialisatie en het aantrekken en vasthouden van specifieke kennis, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast heeft Amsterdam, als grotere gemeente, een uitgebreider netwerk bij andere overheden, wat de onderlinge samenwerking vergemakkelijkt. De gemeente Weesp kan van die voordelen ook profiteren bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van woningbouw in de Bloemendalerpolder of de ontwikkeling van de stationsomgeving van Weesp.

De meer specialistische kennis en kunde komt ook van pas bij handhaving van bestemmingsplannen en procedures bij omgevingsvergunningen; dit kunnen immers soms juridische complexe kwesties zijn. Momenteel worden de achterstanden weggewerkt die in de afgelopen jaren zijn ontstaan door het gebrek aan capaciteit en dit is voor bewoners merkbaar. Amsterdam heeft flink geïnvesteerd, zowel in middelen als extra capaciteit, om de noodzakelijke applicaties en processen voor de vergunningverlening up to date te krijgen en deze achterstanden weg te werken.

De inwoners van Weesp ervaren ook sociaal gezien al de voordelen van de fusie met Amsterdam met onder andere de invoering van de stadspas in 2019 als aanvulling op de sociale voorzieningen

De leden van de SP-fractie vragen of er nader gereflecteerd kan worden op de vraag hoe het kan dat er meer bestuurskracht bij de gemeenten nodig is. Waarom waren zij eerder wel en nu niet meer in staat de taken voor hun inwoners uit te voeren? Welke taken kunnen zij niet meer uitvoeren?

Met de voortdurend veranderende samenleving, veranderen ook de maatschappelijke opgaven waar gemeenten zich voor gesteld zien. Onderdeel van die veranderingen zijn dat het takenpakket waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn, substantieel is gegroeid. Gemeenten willen in hun werkwijzen en organisatie meebewegen met veranderende omstandigheden; soms achten zij een herindeling daarbij de beste oplossing voor hun inwoners. Het aanwijzen van specifieke taken die gemeenten dan zonder herindeling niet meer zouden kunnen uitvoeren, is niet eenvoudig. Doorgaans is de constatering namelijk dat voor het geheel aan taken de gemeente onvoldoende bestuurskrachtig is. Wanneer er slechts op een enkele taak versterking noodzakelijk is, kan dit vaak ook met samenwerking worden opgevangen.

3.3. Interne samenhang en nabijheid van bestuur

Amsterdam en Weesp hebben overeenkomsten, maar ook verschillen, zo lezen de leden van de VVD-fractie in de memorie van toelichting. Een verschil heeft betrekking op de schaalgrootte. Behoud van de nabijheid van bestuur voor de inwoners van Weesp is een punt van aandacht. Na de herindeling krijgt Weesp een gekozen volksvertegenwoordiging in de vorm van een bestuurscommissie die de beschikking zal hebben over een eigen budget. De leden van de VVD-fractie vragen hoe dat moet worden geduid. Wordt daarmee een extra bestuurslaag gecreëerd? Wat betekent dat eigen budget? Hoe verhoudt dat eigen budget zich tot het budgetrecht van de gemeenteraad van Amsterdam (incl. Weesp)? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Amsterdam en Weesp zijn voornemens om voor Weesp een bestuurscommissie in te stellen op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. Het betreft een vorm van binnengemeentelijke decentralisatie die voor alle Nederlandse gemeenten openstaat. Het instellen van een bestuurscommissie betekent niet dat een extra bestuurslaag in het leven wordt geroepen. Bestuurscommissies oefenen taken uit die door het orgaan dat de bestuurscommissie instelde aan de commissie zijn overgedragen.

Het stadsgebied Weesp krijgt een eigen plek binnen het bestuurlijk stelsel van Amsterdam als verlengd lokaal bestuur van het college in samenhang met de stadsdeelbesturen zoals Amsterdam deze kent. Het verschil met de bestuurscommissie voor Weesp is dat het bestuur in de stadsdelen een door het college benoemd bestuur is en voor Weesp het bestuur door haar bewoners wordt gekozen. Daarbij is het de bedoeling dat in de toekomst de gemeenteraad van Amsterdam in de begroting ook een budget vrijmaakt dat door de bestuurscommissie van Weesp kan worden ingezet voor specifiek Weesper vraagstukken. Het budgetrecht van de raad van Amsterdam blijft daarmee onaangetast; hij besluit immers nog steeds over de allocatie van alle middelen in de begroting van Amsterdam. Voor specifiek dat deel van het budget dat aan de bestuurscommissie wordt toegewezen kan de bestuurscommissie van Weesp besluiten tot een nadere verfijning in de allocatie.

De leden van de CDA-fractie vragen of het criterium «interne samenhang» serieus wordt gewogen waar de regering schrijft: «Alhoewel Weesp en Amsterdam bijvoorbeeld beide een waterrijke gemeente zijn en beide gemeenten worden geconfronteerd met een sterk groeiende bevolking, zijn er ook verschillen te benoemen.»

De aangehaalde passage uit de memorie van toelichting geeft kort de strekking weer van de betreffende paragraaf; in de navolgende alinea’s worden de overeenkomsten en verschillen tussen Amsterdam en Weesp verder uiteengezet. De regering heeft beoogd duidelijk te maken dat er vele overeenkomsten zijn tussen beide gemeenten en er ook al veel wordt samengewerkt, waardoor de verwachting is dat de nieuwe gemeente een sterke interne samenhang kent. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat er ook verschillen zijn, waar de gemeenten onder meer op in willen spelen door het instellen van een bestuurscommissie voor Weesp.

De regering geeft aan, dat specifiek voor Weesp is gezocht naar een eigen vorm waarmee de nabijheid van bestuur voor de Weespers na de gemeentelijke herindeling behouden blijft. Dit heeft ertoe geleid dat Weesp na de herindeling een gekozen volksvertegenwoordiging zal krijgen in de vorm van een bestuurscommissie die de beschikking zal hebben over een eigen budget. De leden van de CDA-fractie vragen, hoe de bijzondere positie van Weesp binnen het bestuurlijk stelsel van Amsterdam duurzaam wordt vormgegeven. Deze leden vragen, of de mogelijkheid bestaat dat Weesp alsnog wordt opgenomen in stadsdeel Amsterdam Zuidoost.

Na de herindeling wordt Weesp een stadsgebied dat een eigen bestuurscommissie heeft. Vooralsnog sluit Weesp niet aan bij een bestaande bestuurscommissie. De gemeente Amsterdam ziet in het bestuurlijk arrangement dat voor Weesp is ontworpen, kansen om in de rest van de gemeente ook de nabijheid van bestuur te vergroten. Amsterdam heeft ervoor gekozen dit arrangement eerst enige tijd in Weesp in de praktijk te brengen en mogelijk te vervolmaken, voordat het in de rest van de gemeente breder wordt toegepast. Daarmee zijn er dus nadrukkelijk intenties om deze bijzondere positie voor Weesp te behouden. Het is evenwel in theorie ook mogelijk dat de gemeenteraad van Amsterdam in de toekomst ervoor kiest om Weesp (toch) aan de bestaande bestuurscommissie Amsterdam Zuidoost toe te voegen; die bevoegdheid ligt immers bij de gemeenteraad van Amsterdam. Gelet op het gevoerde herindelingsproces ligt dat evenwel niet voor de hand.

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel invloed, in zetelaantal, de stemgerechtigde kiezers in Weesp hebben op de gemeenteraad van Amsterdam.

De nieuwe gemeente zal ca. 890.000 inwoners tellen, waarvan 20.000 in de huidige gemeente Weesp. Rekenkundig zouden de Weespers daarmee ongeveer 1/45e deel van de gemeente uitmaken en de gemeenteraad van Amsterdam telt 45 leden. De regering acht het echter een sterke simplificatie om te stellen dat daarmee de invloed van de Weespers kan worden samengevat. Het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie voor Weesp zal immers ook directe contacten hebben met het college van B&W en ook goede contacten onderhouden met de leden van de gemeenteraad. Nog los van bijvoorbeeld de inspraakmogelijkheden zoals die voor iedere inwoner van Amsterdam gelden én de totstandkomingsgeschiedenis van de voorgestelde herindeling.

Voorts vragen deze leden of er een nadere reflectie gegeven kan worden hoe gemeenteraadsleden in de nieuwe gemeente hun werk moeten kunnen doen, met zoveel inwoners?

Vanuit het perspectief van de gemeente Amsterdam bezien, zal het gemiddeld aantal inwoners per raadslid niet substantieel toenemen. Daarom verwacht de regering niet dat er als gevolg van de herindeling grote problemen gaan ontstaan in de taakuitoefening van de raadsleden. Het is evenwel een terechte vraag hoe in een groeiende gemeente de nabijheid van bestuur wordt geborgd, en met name hoe de gemeenteraadsleden zich vergewissen van de uitbreiding van het grondgebied en daarmee de te behartigen belangen van de inwoners van de huidige gemeente Weesp. Zoals in het voorgaande betoogd, ziet de gemeente Amsterdam in het bestuurlijk arrangement voor Weesp ook kansen om dit te borgen en om in de rest van de gemeente de nabijheid van bestuur te versterken.

Verder vragen deze leden of Weesp een nieuw stadsdeel van Amsterdam gaat worden?

Vooralsnog zal Weesp de status van «stadsgebied» krijgen zonder dat het onder een bestaand stadsdeel komt te vallen. Voor Weesp wordt ook een eigen bestuurscommissie ingesteld; daarmee wordt het in praktische zin dus wel één van de delen van de gemeente Amsterdam.

De leden van de SGP-fractie vragen welke waarborgen zijn of worden aangebracht om ervoor te zorgen dat de voortgaande verstedelijking niet ten koste gaat van het openhouden van het landschap. Kan de regering ook aangeven wat haar visie in dezen is?

Zoals ook in de memorie van toelichting benoemd, hechten zowel de gemeente Amsterdam als de gemeente Weesp aan het behouden en versterken van het open rivierlandschap rondom beide steden. Die wens is één van de onderwerpen die beide gemeenten bindt en naar verwachting van de regering zal deze wens ook na de datum van herindeling onveranderd blijven. De gemeenten werken voor deze ambitie ook samen met de provincie en het Rijk; inzet van alle partijen is om de kwaliteiten van het open landschap te behouden. Weesp heeft hier ook een kernwaarde over geformuleerd welke als uitgangspunt voor de omgevingsvisie van Weesp en Amsterdam wordt genomen. Daarnaast is in de bestemmingsplannen van Weesp het buitengebied expliciet bestemd.

3.4. Regionale samenhang

De leden van de SP-fractie vragen naar de gevolgen voor de positie van de gemeenten Diemen en Duivendrecht, nu Amsterdam steeds groter wordt en deze gemeenten in de verdrukking kunnen komen? Kan hier nader op worden gereflecteerd? De leden van de SGP-fractie hebben in de toelichting een bespreking gemist van de nieuwe geografische omvang en ligging van de gemeente Amsterdam in relatie tot de omliggende gemeenten. Deze leden constateren onder meer dat de gemeente Diemen door de herindeling in sterkere mate ingeklemd komt te liggen tussen de gebieden van de gemeente Amsterdam. Zij vragen in hoeverre de regering dit wenselijk acht en welke inschattingen tijdens de voorbereidingen gemaakt zijn of deze geografische ligging een eigen dynamiek kan krijgen in de toekomst. Wat is bovendien het oordeel van de regering over de verdergaande zuidoostelijke uitbreiding van het grondgebied van de gemeente Amsterdam?

De gemeenten Diemen en Ouder-Amstel (waar de kern Duivendrecht toe behoort) zijn naar de mening van de regering twee zelfbewuste gemeenten die zich in diverse samenwerkingsverbanden – ondanks het verschil in schaalgrootte – goed tot de gemeente Amsterdam weten te verhouden. De toevoeging van Weesp aan Amsterdam zal naar verwachting weinig aan de bestuurlijke verhoudingen veranderen.

In geografische zin is het inderdaad bijzonder te noemen dat met name Diemen na de herindeling nog iets meer wordt omringd door delen van de gemeente Amsterdam. De regering acht dit echter geen belemmering voor het realiseren van de verschillende maatschappelijke opgaven in het gebied. Bovendien heeft de gemeente Diemen in de zoektocht van Weesp naar een bestuurlijke partner, ook verschillende keren aangegeven graag zelfstandig te willen blijven. De regering wil die keuze graag respecteren.

4. Afwijkende herindelingsdatum

De leden van de VVD-fractie lezen dat de datum van herindeling niet wordt vastgesteld op 1 januari 2022, maar op 24 maart 2022. De herindelings-verkiezingen vinden dus niet plaats in november 2021 maar in maart 2022, tegelijkertijd met de reguliere gemeenteraadsverkiezingen. Dat betekent dat op 1 januari 2022 Amsterdam en Weesp nog twee afzonderlijke gemeenten zijn. Maar voorgesteld wordt om in 2022 de financiële uitkeringen van het Rijk aan Amsterdam en Weesp waaraan een verdeelmodel ten grondslag ligt met niet-optelbare maatstaven, te berekenen als ware zij op 1 januari 2022 al één gemeente. Amsterdam krijgt dan de financiële middelen met de verplichting om het deel van Weesp aan Weesp uit te keren. Wat betekent dat voor de middelen die Weesp krijgt? Betekent dat een financiële achteruitgang voor Weesp? Wat betekent deze regeling voor Amsterdam? De leden van de VVD-fractie vragen de regering hierop in te gaan.

De regering heeft voor de voorgestelde verdeling gekozen omwille van de eenvoud en vooral om andere gemeenten geen (financiële) nadelen te laten ondervinden van de afwijkende herindelingsdatum voor Amsterdam en Weesp. Met de voorgestelde regeling krijgen Amsterdam en Weesp gezamenlijk dezelfde middelen als zij zouden hebben gekregen als zij wel op 1 januari 2022 zouden zijn samengevoegd. Omdat Weesp in de eerste drie maanden van 2022 uiteraard wel uitgaven moet doen, is voorzien in een grofmazige verdeling tussen Amsterdam en Weesp van de voor hen gezamenlijk te ontvangen middelen. Deze verdeling is gebaseerd op het aantal dagen dat Weesp nog zelfstandig is en het aantal inwoners van Weesp. Waarschijnlijk zal Weesp hier op papier een licht voordeel van hebben, maar de regering heeft overwogen dat, aangezien zij vanaf 24 maart 2022 samen verder gaan, eventuele overschotten of tekorten als gevolg van deze verdeling, toch weer samenvloeien in één gemeente.

Amsterdam en Weesp maken over de onderlinge verdeling in de komende periode nadere afspraken ten behoeve van de begroting 2022. Gesteld kan worden dat de financiële positie van Weesp verbetert en er meer ruimte is voor investeringen (om onder andere achterstanden weg te werken) waar in het verleden geen ruimte voor was. De extra middelen die Amsterdam voor Weesp beschikbaar stelt, zal zij binnen de eigen begroting moeten dekken.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er sprake is geweest van een zorgvuldig proces. Genoemde leden hebben begrip voor de keuze om de herindelingsverkiezingen plaats te laten vinden op 18 maart 2022, tezamen met de landelijke gemeenteraadsverkiezingen. Zij vragen de regering aan te geven of niet überhaupt te overwegen valt in meer gevallen herindelingsverkiezingen gelijktijdig met landelijke gemeenteraadsverkiezingen te laten plaatsvinden, gezien het positieve effect op de opkomst van de laatste. Dit zou bijvoorbeeld kunnen bij herindelingen die plaatsvinden in het jaar waarin ook de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.

Om verschillende redenen (waaronder het voorkomen van gebroken boekjaren en de berekening van uitkeringen aan gemeenten) is 1 januari de meest praktische datum om een herindeling in te laten gaan. Daarbij heeft de regering ook een sterke voorkeur om een herindeling vooraf te laten gaan door herindelingsverkiezingen. In de situatie van Amsterdam en Weesp was een herindeling met ingang van 24 maart 2022 alleen mogelijk met de in het wetsvoorstel opgenomen uitzonderingen rondom de uitkeringen aan de gemeenten en de voorziening dat de indeling van wettelijke samenwerkingsverbanden al op 1 januari wijzigt. De regering vond deze uitzonderingen en voorzieningen in deze situatie verdedigbaar, maar zou het ook graag een uitzondering willen laten blijven.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de gemeenten bij het verplaatsen van de verkiezingsdatum verwijzen naar het precedent van de gemeente Rotterdam. Deze leden vragen in hoeverre het inwilligen van het verzoek die precedentwerking verder kan versterken. Kan dit verhaal niet ook aangevoerd worden door kleinere gemeenten die tot elkaar in ongeveer dezelfde verhouding staan? Is de regering van mening dat verdere precedentwerking voorkomen dient te worden?

De regering heeft inderdaad naar het precedent van de gemeente Rotterdam verwezen om aan te geven dat eenzelfde afweging eerder is gemaakt en dat de wetgever de afweging in zichzelf een terechte afweging vond. De omvang van de deelnemende gemeenten (Rotterdam en Amsterdam) en de relatie daarmee tot de gemeenteraadsverkiezingen speelden daarbij een belangrijke rol. Daarmee ontstaat er wat de regering betreft, niet een automatisch recht voor eventuele vergelijkbare gevallen in de toekomst. De regering stelt zich op het standpunt dat elke situatie op haar eigen merites beoordeeld dient te worden, waarbij herhaling voor de toekomst niet noodzakelijk is uitgesloten, maar gelet op de bovenstaande argumenten ook niet wordt aangemoedigd.

5. Overige aspecten

Wettelijke samenwerkingsverbanden

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het kennelijk de bedoeling is dat het grondgebied van Weesp onderdeel gaat uitmaken van de Vervoerregio Amsterdam. Daarover moeten separaat nadere afspraken worden gemaakt. Wat is de stand van zaken daaromtrent nu? Wat moet er nog gebeuren voor het toevoegen van Weesp aan de Vervoerregio Amsterdam? De leden van de VVD-fractie vragen de regering hier op in te gaan.

De stand van zaken is dat er ambtelijk met de Vervoerregio Amsterdam, de provincie Noord-Holland, de gemeenten en het Ministerie van IenW wordt gesproken over het aanpassen van het kaartbeeld in Bijlage 2 van het Besluit Personenvervoer 2000. De ambitie is om de formele wijzigingsprocedure van de betreffende algemene maatregel van bestuur daarvoor op korte termijn te starten. Daarnaast wordt met dezelfde partners gesproken over de budgetverschuiving (Provinciefonds en BDU) die aansluit op de verschuiving in verantwoordelijkheid.

De leden van de CDA-fractie vragen of de praktische, operationele en financiële consequenties van de ontvlechting van samenwerkingsverbanden inmiddels zijn geïnventariseerd. De wijziging van de gemeentelijke indeling heeft gevolgen voor de wettelijke indeling van de veiligheidsregio’s, en daarmee tevens voor de indeling van de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD) en de omgevingsdiensten: Weesp treedt uit de regio Gooi en Vechtstreek en treedt toe tot de regio Amsterdam-Amstelland. De leden van de CDA-fractie ontvangen hierover graag nadere informatie.

Voor zover de regering bekend zijn de gemeenten en de betreffende regio’s en samenwerkingsverbanden in goed overleg met elkaar om alle consequenties in beeld te brengen en daarvoor afspraken te maken. Het proces en de afspraken verschilt per uittreding gelet op de specifieke aard en omvang van de (gemeenschappelijke) taken. Waar nodig ben ik bereid om ambtelijk ondersteuning te bieden, onder andere op basis van de ervaringen die zijn opgedaan bij de vorming van de gemeente Vijfheerenlanden, waar dit ook aan de orde was.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren