Kamerstuk 35570-VI-62

Motie van het lid Van Beukering-Huijbregts c.s. over de capaciteit bij de Autoriteit Persoonsgegevens

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021


60,4 %
39,6 %

50PLUS

CDA

D66

Krol

VVD

PvdA

DENK

PvdD

PVV

Van Kooten-Arissen

FVD

SGP

GL

CU

SP


Nr. 62 MOTIE VAN HET LID VAN BEUKERING-HUIJBREGTS C.S.

Voorgesteld 26 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bedrijven en overheden steeds meer data verzamelen;

overwegende dat met technologieën zoals algoritmes en gezichtsherkenning persoonsgegevens worden verwerkt en dus behoren tot het werkterrein van de Autoriteit Persoonsgegevens;

overwegende dat toezien op de naleving van de AVG een uiterst intensieve taak is;

constaterende dat de Autoriteit Persoonsgegevens een forse achterstand heeft met het afhandelen van klachten en het verlenen van vergunningen;

verzoekt het kabinet, om in kaart te brengen hoe de uitkomsten van het rapport van KPMG over de Autoriteit Persoonsgegevens kunnen worden uitgevoerd;

verzoekt het kabinet, tevens om te onderzoeken hoe de capaciteit en middelen van de Autoriteit Persoonsgegevens vanaf 2022 structureel op een afdoende niveau kunnen komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Beukering-Huijbregts

Verhoeven

Buitenweg

Van Nispen

Moorlag