Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2020
Tijdens de plenaire behandeling van de hoofdstukken I en III van de rijksbegroting op 7 oktober jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 11, debat over de begroting Algemene Zaken en bepaling Koning) is door enkele leden van de Tweede Kamer gesproken over de herdenking op de Dam op 4 mei jl. en heb ik toegezegd dit onder de aandacht te brengen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Aan deze toezegging heb ik uitvoering gegeven door een brief aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei (bijgevoegd)1. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft mij naar aanleiding hiervan op 10 november jl. een brief gezonden (waarvan ik de inhoud deel en) die ik, met instemming van het Comité, bij deze aan u doe toekomen2.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte