Gepubliceerd: 31 augustus 2020
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35553-2.html
ID: 35553-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Op 29 april 2020 is de eerste suppletoire begroting 2020 naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2019/20, 35 450 VII, nr. 1). Vervolgens is op 29 mei 2020 de eerste incidentele begroting 2020, inzake maatregelen doorbouwen tijdens de coronacrisis en vergoeding rouwvervoer, en op 8 juli 2020 de tweede incidentele suppletoire begroting, inzake Urgendamiddelen, naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2019/20, 35 478, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35 521, nr. 1). De behandeling van deze suppletoire begrotingen in de Staten-Generaal is nog niet afgerond. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand suppletoire begrotingen nog niet door beide Kamers bekrachtigd.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze derde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen van dusdanig belang zijn voor het Rijk dat niet gewacht kan worden op formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten voordat deze autorisatie is gegeven. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

Algemeen

Het kabinet heeft besloten om noodmaatregelen in het kader van corona te verlengen omdat de economische situatie onzeker blijft en de contactbeperkende maatregelen voor een deel van kracht blijven. Op de begroting van BZK worden er middelen beschikbaar gesteld voor coronagerelateerde uitgaven in het kader van de verkiezingen, compensatie voor lokale culturele voorzieningen en compensatie voor lagere ontvangsten huurtoeslag.

1. Leeswijzer

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2020

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in €)

Technische mutaties (ondergrens in €)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.

Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4 mln.

10. Groningen versterken en perspectief

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.

Ontvangsten: 4. mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.

Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.

Ontvangsten: 2 mln.

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Openbaar bestuur en democratie (derde incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen

Stand na suppletoire begrotingen (inclusief de 1e en 2e incidentele suppletoire begrotingen)1

Mutaties 3e incidentele suppletoire begroting

Stand 3e incidentele suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

68.387

73.049

8.449

81.498

550

0

0

0

                 

Uitgaven

68.387

72.164

8.449

80.613

550

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

               
                 

1.1 Bestuur en regio

10.202

11.427

8.000

19.427

0

0

0

0

Subsidies

4.538

4.638

0

4.638

0

0

0

0

Bestuur en regio

1.124

1.224

0

1.224

0

0

0

0

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.414

3.414

0

3.414

0

0

0

0

Opdrachten

3.969

5.094

0

5.094

0

0

0

0

Bestuur en regio

3.969

5.094

0

5.094

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo/rwt's

1.660

1.660

0

1.660

0

0

0

0

Diverse bijdragen

1.660

1.660

0

1.660

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

8.000

8.000

0

0

0

0

Lokale culturele voorzieningen

0

0

8.000

8.000

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

35

35

0

35

0

0

0

0

Bijdrage aan internationaal

35

35

0

35

0

0

0

0

                 

1.2 Democratie

58.185

60.737

449

61.186

550

0

0

0

Subsidies

41.152

42.275

449

42.724

0

0

0

0

Verbinding inwoner en overheid

2.507

3.107

449

3.556

0

0

0

0

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

3.021

3.021

0

3.021

0

0

0

0

Weerbaar bestuur

974

974

0

974

0

0

0

0

Politieke partijen

27.211

27.734

0

27.734

0

0

0

0

ProDemos

7.326

7.326

0

7.326

0

0

0

0

Comité 4/5 mei

113

113

0

113

0

0

0

0

Opdrachten

7.568

8.100

0

8.100

0

0

0

0

Verbinding inwoner en overheid

4.715

5.594

0

5.594

0

0

0

0

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

1.098

1.084

0

1.084

0

0

0

0

Weerbaar bestuur

1.755

1.422

0

1.422

0

0

0

0

Inkomenoverdracht

7.781

7.796

0

7.796

0

0

0

0

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

7.781

7.781

0

7.781

0

0

0

0

Vergoeding rouwvervoer

0

15

0

15

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo/rwt's

400

1.478

0

1.478

0

0

0

0

Diverse bijdragen

400

1.478

0

1.478

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

68

68

0

68

0

0

0

0

Bijdragen aan internationaal

68

68

0

68

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

400

400

0

400

0

0

0

0

Dienst Publiek en Communicatie

400

400

0

400

0

0

0

0

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

816

620

0

620

550

0

0

0

Gemeentefonds (H50)

616

616

0

616

550

0

0

0

Provinciefonds (H51)

200

4

0

4

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

21.965

21.965

0

21.965

0

0

0

0

X Noot
1

Voor de eerste suppletoire begroting 2020 zie Kamerstukken II 2019/20, 35450VII, nr. 1. Voor de eerste incidentele suppletoire begroting, zie Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1. Voor tweede incidentele suppletoire begroting zie Kamerstukken II 2019/20, 35521, nr. 1.

Toelichting

Het kabinet heeft een tweede pakket maatregelen getroffen om gemeenten en provincies te compenseren voor de financiële gevolgen van de coronacrisis.

1.1 Bestuur en regio

Bijdrage aan medeoverheden

Lokale culturele voorzieningen

Het kabinet heeft een tweede pakket aan maatregelen getroffen ter compensatie van de medeoverheden voor de gevolgen van de coronacrisis. De provincies krijgen voor de periode van medio maart tot en met 1 juni 2020, € 8 mln. beschikbaar voor de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Dit bedrag zal worden uitgekeerd via een specifieke uitkering.

1.2 Democratie

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

In het kader van te treffen maatregelen als gevolg van corona voor de organisatie van de Tweede Kamerverkiezing stelt BZK in 2020 circa € 0,5 mln. beschikbaar voor een wervingscampagne stembureauleden en voor voorlichtingsactiviteiten om kiezers voorlichting te geven over de maatregelen die gelden bij het stemmen. De wervingscampagne is nodig omdat in elk stemlokaal een extra stembureaulid nodig is voor een goed verloop van de verkiezingen, gemeenten een reservebestand moeten opbouwen en een deel van het huidige bestand aan stembureauleden mogelijk niet beschikbaar zal zijn. Er zal daarom in het najaar van 2020 een landelijke wervingscampagne worden gestart om een nieuwe lichting stembureauleden en tellers te vinden.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

Gemeenten die bij de Tweede Kamerverkiezing meedoen aan het experiment centraal tellen ontvangen in 2021 een bijdrage voor meerkosten die gerelateerd zijn aan corona.

2.2 Artikel 3 Woningmarkt

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Woningmarkt (derde incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen

Stand na suppletoire begrotingen (inclusief de 1e en 2e incidentele suppletoire begrotingen)1

Mutaties 3e incidentele suppletoire begroting

Stand 3e incidentele suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

4.297.396

4.581.831

0

4.581.831

0

0

0

0

                 

Uitgaven

4.297.396

4.532.349

0

4.532.349

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

               
                 

3.1 Woningmarkt

4.297.396

4.212.349

0

4.212.349

0

0

0

0

Subsidies

14.374

14.409

0

14.409

0

0

0

0

Woningmarkt

3.641

6.864

0

6.864

0

0

0

0

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

6.239

5.253

0

5.253

0

0

0

0

Huisvestingsvoorziening statushouders

4.494

2.292

0

2.292

0

0

0

0

Opdrachten

2.019

2.537

0

2.537

0

0

0

0

Woningmarkt

2.019

2.019

0

2.019

0

0

0

0

WSW Risicovoorziening

0

518

0

518

0

0

0

0

Inkomensoverdracht

4.269.200

4.179.900

0

4.179.900

0

0

0

0

Huurtoeslag

4.269.200

4.179.900

0

4.179.900

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

7.406

7.406

0

7.406

0

0

0

0

Dienst van de Huurcommissie

7.066

7.066

0

7.066

0

0

0

0

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

340

340

0

340

0

0

0

0

Bijdrage aan zbo/rwt's

2.857

3.757

0

3.757

0

0

0

0

Woningmarkt

2.857

3.757

0

3.757

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

2.800

0

2.800

0

0

0

0

Woningmarkt

0

2.800

0

2.800

0

0

0

0

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

1.540

1.540

0

1.540

0

0

0

0

Financiën en Nationale Schuld

1.540

1.540

0

1.540

0

0

0

0

                 

3.3 Woningbouw

0

320.000

0

320.000

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

320.000

0

320.000

0

0

0

0

Woningbouwimpuls

0

320.000

0

320.000

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

472.000

418.218

– 1.800

416.418

– 7.200

– 3.600

0

0

X Noot
1

Voor de eerste suppletoire begroting 2020 zie Kamerstukken II 2019/20, 35450VII, nr. 1. Voor de eerste incidentele suppletoire begroting, zie Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1. Voor tweede incidentele suppletoire begroting zie Kamerstukken II 2019/20, 35521, nr. 1.

Toelichting

Ontvangsten

De Belastingdienst verlaagt tijdelijk de invorderingsrente. Dit leidt tot minder ontvangsten bij de huurtoeslag.

3. Niet-beleidsartikelen

2.3 Artikel 11 Centraal apparaat

Tabel 4 Budgettaire gevolgen artikel 11 Centraal apparaat (derde incidentele suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2020 incl. NvW en amendementen

Stand na suppletoire begrotingen (inclusief de 1e en 2e incidentele suppletoire begrotingen)1

Mutaties 3e incidentele suppletoire begroting

Stand 3e incidentele suppletoire begroting

Mutatie 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Verplichtingen

414.206

477.748

0

477.748

0

0

0

0

                 

Uitgaven

414.206

477.748

– 450

477.298

– 550

0

0

0

                 

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

414.206

477.748

– 450

477.298

– 550

0

0

0

Personele uitgaven

210.592

255.539

– 450

255.089

– 550

0

0

0

waarvan: eigen personeel

181.324

205.916

– 450

205.466

– 550

0

0

0

waarvan: inhuur externen

15.290

27.094

0

27.094

0

0

0

0

waarvan: overige personele uitgaven

13.978

22.529

0

22.529

0

0

0

0

Materiële uitgaven

203.614

222.209

0

222.209

0

0

0

0

waarvan: bijdrage aan SSO's

190.896

199.609

0

199.609

0

0

0

0

waarvan: ICT

42

847

0

847

0

0

0

0

waarvan: overige materiële uitgaven

12.676

21.753

0

21.753

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

19.292

64.341

0

64.341

0

0

0

0

X Noot
1

Voor de eerste suppletoire begroting 2020 zie Kamerstukken II 2019/20, 35450VII, nr. 1. Voor de eerste incidentele suppletoire begroting, zie Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1. Voor tweede incidentele suppletoire begroting zie Kamerstukken II 2019/20, 35521, nr. 1.

Toelichting
11.1 Apparaat (excl. AIVD)

Personele uitgaven

Waarvan: eigen personeel

In het kader van te treffen maatregelen als gevolg van corona voor de organisatie van de Tweede Kamerverkiezing stelt BZK in 2020 circa € 0,5 mln. beschikbaar voor een wervingscampagne stembureauleden en voor voorlichtingsactiviteiten om kiezers voorlichting te geven over de maatregelen die gelden bij het stemmen. Daarnaast ontvangen de gemeenten die bij de Tweede Kamerverkiezing meedoen aan het experiment centraal tellen in 2021 een bijdrage voor meerkosten die gerelateerd zijn aan corona. Deze middelen worden gerealloceerd naar artikel 1 «Openbaar bestuur en democratie» om de bijdrage op het juiste instrument te verantwoorden.