Kamerstuk 35526-50

Amendement Van Kooten-Arissen over een maximale groepsgrootte op plaatsen bestemd voor gemeenschappelijk belijden van godsdienst of levensovertuiging

Dossier: Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

Gepubliceerd: 13 oktober 2020
Indiener(s): Femke Merel Arissen (Splinter)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35526-50.html
ID: 35526-50

20,7 %
79,3 %

PvdA

CDA

FVD

50PLUS

Krol

PVV

D66

Van Haga

DENK

CU

SP

PvdD

SGP

Van Kooten-Arissen

GL

VVD


Nr. 50 AMENDEMENT VAN HET LID VAN KOOTEN-ARISSEN

Ontvangen 13 oktober 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 58e, tweede lid, onder a, «58g, eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».

II

In artikel I, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 58g als volgt gewijzigd:

1. Na het opschrift wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 0. Het is niet toegestaan zich in groepsverband op te houden in een gebouw of op een besloten plaats, niet zijnde een woning, die gebruikelijk bestemd is voor het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging, met meer dan 30 personen.

2. In het eerste lid wordt «plaatsen» vervangen door «andere plaatsen».

3. In het tweede lid vervalt onderdeel c.

III

In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 58u, vierde lid, «58g, eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».

IV

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 68bis, eerste lid, onderdelen a en b, «58g, eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».

Toelichting

Dit amendement regelt dat de coronamaatregelen voor iedereen gelden, dus ook voor de bezoekers aan kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis waar thans, in weerwil van de coronamaatregelen, een onbeperkt aantal mensen aanwezig mag zijn mits de 1,5 meter onderling gehandhaafd wordt. Triage (mensen van tevoren vragen of ze symptomen van covid-19 vertonen) is pas verplicht bij meer dan 100 mensen binnen en meer dan 250 mensen buiten.

De coronamaatregelen worden ingesteld met als doel het aantal besmettingen met covid-19 terug te dringen, risicogroepen te beschermen en de zorg te ontlasten. De uitzonderingspositie die kerken, moskeeën, synagogen en andere gebedshuizen hebben bij het naleven van de coronamaatregelen is niet uit te leggen, zeker niet op grond van medische argumenten.

Het schept een rechtsongelijkheid die begrijpelijkerwijs veel weerstand oproept in de samenleving. Waar in het voetbalstadion niet meer in de open lucht gezongen mag worden, mag in een kerk nog steeds een onbeperkt aantal mensen samen zingen. Waar op niet-kerkelijke huwelijken en begrafenissen slechts dertig mensen aanwezig mogen zijn, is het aantal aanwezigen bij kerkelijke huwelijken en begrafenissen onbeperkt. Waar bijeenkomsten in gebedshuizen onbeperkt zijn, wordt het maximale toegestane aantal bezoekers van verenigingen, waar mensen niet zelden óók kracht en zingeving uit ontlenen, beperkt tot dertig mensen. Dat zorgt voor onbegrip en, zeker in het geval van huwelijken en begrafenissen, voor onmogelijke keuzes en veel verdriet. De uitzonderingspositie van gebedshuizen ondermijnt tevens de geloofwaardigheid van de coronamaatregelen en het draagvlak onder de bevolking om zich te laten beperken in bijvoorbeeld het recht op vrijheid van vereniging en vergadering of anderszins.

Hoewel veel levensbeschouwelijke gemeenschappen, religieuze organisaties en de daarbij aangesloten gebedshuizen zich inmiddels vrijwillig achter de coronamaatregelen scharen en de hoeveelheid kerkgangers per dienst drastisch beperken tot een veilig aantal op veilige afstand van elkaar, triage toepassen, niet meer samen zingen, mondmaskers dragen of zelfs in het geheel digitale kerkdiensten faciliteren, zijn er nog immer gebedshuizen die geen beperking in de samenkomst van hun leden dulden. Terwijl de coronamaatregelen óók de bezoekers van gebedshuizen en hun omgeving moeten beschermen.

Onderhavig amendement regelt daarom dat het niet toegestaan is om zich in groepsverband op te houden in een gebouw of op een besloten plaats, niet zijnde een woning, die gebruikelijk bestemd is voor het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging, met meer dan 30 personen. Daarmee sluit deze regeling zich aan bij de maatregelen die gelden voor andere besloten plaatsen, niet zijnde gebedshuizen, op het moment dat de tijdelijke wet in werking treedt. Tevens wordt geregeld dat een last onder dwangsom kan worden opgelegd voor overtreding van het groepsvormingsverbod, op dezelfde manier zoals dat nu geregeld is voor andere plaatsen. Ook wordt geregeld dat het niet-naleven van het groepsvormingsverbod in kerken op dezelfde manier bestraft kan worden als op andere plaatsen. Tot slot wordt in dit amendement geregeld dat de burgemeester in bijzonder omstandigheden ontheffing van het groepsvormingsverbod in gebedshuizen kan verlenen, op dezelfde manier als dat geregeld is voor andere plaatsen.

Van Kooten-Arissen