Gepubliceerd: 17 juni 2020
Indiener(s): Paul van Meenen (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35450-VI-3.html
ID: 35450-VI-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 juni 2020

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 2 juni 2020 voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief van 15 juni 2020 zijn ze door de Minister van Justitie en Veiligheid beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

De griffier van de commissie, Hessing-Puts

1

Bevat de eerste suppletoire begroting financiële gevolgen van de genomen coronamaatregelen? Zo ja, kunt u die specificeren?

Antwoord:

Nee

2

Kunt u voorzien in een overzicht van (te verwachten) financiële gevolgen van de coronamaatregelen voor de JenV-begroting?

Antwoord:

Op dit moment wordt gewerkt aan een volledig overzicht. Naast directe financiële gevolgen (bijvoorbeeld beschermingsmiddelen, griffierechten) zijn er indirecte gevolgen (minder criminaliteit, oplopende werkvoorraden).

3

Wat is de oorzaak van de verhoogde capaciteitsbehoefte van de justitiële keten in 2020 en verder?

Antwoord:

In de recente jaren is de bezetting van de DJI-capaciteit hoger uitgekomen dan eerder geraamd. Deze hogere bezetting is de belangrijkste verklaring waarom de PMJ-raming 2020–2025 op een hoger niveau ligt. Er wordt op dat hogere niveau geen stijging verwacht van de capaciteitsbehoefte in de keten voor 2020 en verder. Zie ook het WODC-cahier «PMJ-ramingen 2020–2025»die uw Kamer onlangs heeft ontvangen.

4

Hoe verhoudt de verhoogde capaciteitsbehoefte van de justitiële keten zich tot de dalende criminaliteitscijfers?

Antwoord:

Zie antwoord vraag 3 voor wat betreft de verhoogde capaciteitsbehoefte. Overigens is er in de recente PMJ-raming geen sprake meer van dalende criminaliteitscijfers. Het aantal geregistreerde misdrijven is in 2019 met 3% gestegen t.o.v. 2018. Zie ook het WODC-cahier «PMJ-ramingen 2020–2025»die uw Kamer onlangs heeft ontvangen.

5

Waarom wordt in 2020 45 miljoen euro minder uitgegeven aan de digitalisering van de strafrechtketen? Is deze digitalisering succesvol afgerond?

Antwoord:

Op grond van het regeerakkoord is € 295 miljoen tot en met het jaar 2022 beschikbaar voor de digitalisering van werkprocessen in de strafrechtketen. In 2019 is besloten een deel hiervan in te zetten ten behoeve van het dekken van tekorten die elders zijn ontstaan bij JenV-organisaties. Daarom wordt in 2020 € 45,1 miljoen in plaats van de oorspronkelijke € 70 miljoen aan de digitalisering van de keten besteed, zoals is toegelicht in de brief van 26 juni 20191. De digitalisering van de strafrechtketen loopt door tot en met het jaar 2022. In een brief van 8 november 20192 bent u geïnformeerd over de stand van zaken van de digitalisering en eind juni 2020 ontvangt u de eerstvolgende voortgangsbrief.»

6

Zijn er gevallen bekend en extra kosten gemaakt, omdat de meervoudige nationaliteit van een persoon tot complicaties heeft geleid op het gebied van uitlevering? Zo ja, bij welke landen komen deze complicaties met regelmaat voor?

Antwoord:

In beginsel zal het feit dat een persoon een dubbele nationaliteit heeft niet leiden tot complicaties bij uitleveringen en dus ook niet tot extra kosten. Wel is het zo dat uitlevering van iemand die (ook) de Nederlandse nationaliteit bezit in bepaalde gevallen alleen mogelijk is als de persoon in kwestie na berechting weer terug kan keren naar Nederland voor executie van de straf. Als het land dat om uitlevering vraagt deze zogenaamde dubbele terugkeergarantie niet wil geven is uitlevering veelal (maar niet altijd) onmogelijk. Dit geldt voor alle personen met de Nederlandse nationaliteit en het maakt in deze geen verschil of zij daarnaast nog een andere nationaliteit bezitten.

7

Kunt u het extracomptabele overzicht van de coronamaatregelen aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord:

Zie antwoord op vraag 2.

8

Zijn de financiële gevolgen van de coronamaatregelen van diverse organisaties in de justitie- en veiligheidsketen reeds verwerkt in de eerste suppletoire begroting? Zo ja, kunt u per begrotingsartikel aangeven welke budgettaire gevolgen er zijn? Zo nee, waarom niet en wanneer wordt dit wel gedaan?

Antwoord:

Neen. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe de verschillende corona-maatregelen uit pakken voor de verschillende JenV-organisaties. Er worden thans acties ondernomen om deze effecten in beeld te krijgen. De verwachting is dat deze effecten in het reguliere begrotingsproces aan uw Kamer kenbaar worden gemaakt.

9

Wat zijn de gevolgen voor de realisatie van het beleid door de verlaging van de uitgaven aan externen als onderdeel van de apparaatsuitgaven met 5 miljoen euro? Van welke organisatieonderdelen zal dit ten koste gaan?

Antwoord:

De voorgenomen besparing op de apparaatsuitgaven aan externen is verdeeld over alle onderdelen die in 2019 uitgaven aan externen hebben gedaan. De besparing is 1,6% van de uitgaven aan externen in 2019. De verwachting is dat in de verschillende processen om te komen tot de inhuur van externen voldoende mogelijkheden zijn, waardoor er geen negatieve gevolgen voor de realisatie van het beleid zullen zijn.

10

Is de doorgeschoven 22 miljoen Euro van het ondermijningsbudget al gereserveerd voor bepaalde onderdelen? Zo ja, welke?

Antwoord:

Het kabinet heeft eind vorig jaar € 110 mln. beschikbaar gesteld ten behoeve van een voortvarende start van de versterking van de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit tot en met begin 2021. Zie ook de brief van 4 november 20193. Inmiddels is € 88 mln. toegekend aan de diverse organisaties die een bijdrage leveren aan deze versterking. Het restant van € 110 mln., ad. € 22 mln., is doorgeschoven ten behoeve van de kosten in 2021. Voor de voorgenomen besteding van de middelen in 2021, dus inclusief de € 22 mln., verwijs ik naar het antwoord op vraag 45.

11

Als gevolg van welke frictiekosten moest er bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een kasschuif plaatsvinden?

Antwoord:

Dit betreffen de frictiekosten samenhangend met de capaciteitsmaatregelen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen als gevolg van de leegstand waarover de Kamer op 22 juni 20184 is geïnformeerd.

12

Hoe groot was de kasschuif op de vroegpensioenregeling bij de politie?

Antwoord:

De kasschuif op de vroegpensioenregeling bij de politie betrof € 119,5 miljoen euro.

13

Waaraan worden de extra middelen voor de sociale advocatuur besteed?

Antwoord:

In de TK-brief5, Tijdelijk extra middelen sociale advocatuur van 15/11/2019) is opgenomen dat er voor 2020 en 2021 jaarlijks 36,5 mln. beschikbaar is gesteld voor een tijdelijke toelage voor de sociale advocatuur. Deze extra middelen worden hieraan besteed.

14

Omvatten de extra middelen voor de sociale advocatuur ook de kosten voor de tegemoetkomingsregeling die op 20 mei 2020 is aangekondigd door de Minister voor Rechtsbescherming? Zo nee, wat zijn de verwachte kosten hiervan in 2020?

Antwoord:

Nee, de tegemoetkomingsregeling6 blijft binnen de kaders van de JenV-begroting ook als er sprake zou zijn van inhaalgroei in 2021 als gevolg van de corona-crisis. De ontstane meevaller in 2020 vanwege de verwachte afname in aantallen afgegeven toevoegingen wordt deels als dekking gealloceerd voor deze regeling. De totale tegemoetkoming is afhankelijk hoe de corona-crisis zich ontwikkelt, op dit moment is het onzeker hoe de rest van het jaar verloopt.

15

Wat kost een extra rechter per jaar?

Antwoord:

De totale kosten voor een raadsheer zijn € 169.000 per jaar. Deze kosten bestaan uit € 146.000 loonkosten en € 23.000 overheadkosten en de kosten zijn inclusief werkgeverslasten.

De totale kosten voor een rechter zijn € 158.000 per jaar. Deze kosten bestaan uit € 135.000 loonkosten en € 23.000 overheadkosten en de kosten zijn inclusief werkgeverslasten.

16

Wat kost de opleiding van een rechter?

Antwoord:

De duur van de opleiding tot rechter varieert en is afhankelijk van de werkervaring van de kandidaat. De kosten van de opleiding zijn afhankelijk van de opleidingsduur. De meerderheid van de rechters volgt de verkorte opleiding. De gemiddelde totale kosten van de opleiding per rechter in 2019 zijn € 292.000.

17

Hoeveel fte is nodig om de werkvoorraad bij de rechtspraak weg te werken?

Antwoord:

Vanuit de rechtspraak wordt gewerkt aan het aantrekken van extra capaciteit, zie ook de antwoorden op vragen 18 en 19. Het substantieel verlagen van de voorraad binnen de rechtspraak moet – naast het aantrekken van extra capaciteit – bereikt worden door het toepassen van innovatieve werkwijzen en versnellers in het proces. Om dit te bewerkstelligen is het programma tijdige rechtspraak opgezet waarin gerechten collectief samenwerken om de werkvoorraad in een periode van 3 jaar in te lopen.

18

Hoe zal de werkvoorraad bij de rechtspraak zich de komende vijf jaar ontwikkelen?

Antwoord:

De ontwikkeling van de werkvoorraad op de afzonderlijke gebieden is afhankelijk van heel veel verschillende factoren, waaronder instroom en wetgeving, maar ook bijvoorbeeld de coronacrisis.

Met het programma tijdige rechtspraak wordt beoogd de werkvoorraad in een periode van 3 jaar substantieel en duurzaam te verlagen en de voorspelbaarheid richting de rechtzoekenden te vergroten.

19

Hoe zijn de prognoses voor de personele ontwikkeling bij de rechtspraak voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

De komende jaren wordt verwacht dat er extra personeel nodig is om bestaande achterstanden weg te werken alsmede achterstanden als gevolg van COVID-19. Het project «Tijdige rechtspraak» heeft een rol bij het tijdelijk inzetten van extra capaciteit. Er zal een toenemende uitstroom zijn als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hier wordt aan instroomzijde al op geanticipeerd.

20

Hoeveel uur steekt een zittende rechter gemiddeld in het opleiden van een rechter in opleiding?

Antwoord:

Meestal wordt een rechter in opleiding door twee rechters opgeleid. Elke rechter wordt voor twee uur per week vrijgesteld om de rechter in opleiding te begeleiden. Overigens is de werkelijke inzet van een ervaren rechter ten behoeve van een rechter in opleiding een veelvoud van die twee uur per week. Gemiddeld gaat de Rechtspraak uit van een opleiding van 2 jaar.

21

Wat zijn de oorzaken van de tegenvaller van 2,8 miljoen euro bij het onderdeel boeten en transacties?

Antwoord:

Er zijn een groot aantal variabelen van invloed op de realisatie van de ontvangsten uit boeten en transacties. Dit zijn bijvoorbeeld (maar zeker niet uitsluitend) het aantal gereden voertuigkilometers op de Nederlandse wegen, het aantal files, het percentage weggebruikers dat een overtreding begaat en de zwaarte van de overtreding. In welke (combinatie van) variabelen de oorzaak voor deze relatief kleine afwijking precies ligt, valt niet te zeggen.

22

Hoe verhouden de verhoogde uitgaven voor de politieacademie zich tot de instroom van nieuwe agenten?

Antwoord:

De verhoging van de politieacademie met 80.000 euro betreft de loonbijstelling 2020–2025. Het gaat hier om bestaande medewerkers en heeft geen direct verband met de ambities op het gebied van instroom van nieuwe agenten. Ook de Politie heeft de loonbijstelling 2020–2025 ontvangen.

23

Hoe verhouden de verhoogde uitgaven voor taptolken zich tot de geïntensiveerde aanpak ondermijning?

Antwoord:

De verhoogde uitgaven voor taptolken betreft reguliere loonbijstelling en heeft geen verband met de geïntensiveerde aanpak ondermijning.

24

Wat is de oorzaak achter de extra uitgaven voor subsidies specifiek ten behoeve van opsporing bij artikel 31 politie?

Antwoord:

Dit betreft extra uitgaven voor de subsidie aan de Stichting Meld Misdaad Anoniem. In 2018 heb ik een onafhankelijk onderzoek laten doen naar de subsidierelatie en de bekostigingssystematiek van de Stichting NL Confidential die de meldlijn Meld Misdaad Anoniem verzorgt. De onderzoekers constateerden dat er geen sprake was van een stabiele financiële situatie en stabiele reserves terwijl stakeholders aangaven de bijdrage van Stichting NL Confidential bijzonder te waarderen. De onderzoekers wezen er in het bijzonder op dat de publieke waarde voor de gemeenten met een beperkte investering substantieel kan worden vergroot. Een deel van de meldingen die aan de opsporingsdiensten worden geleverd kan ook aan gemeenten worden geleverd. Gemeenten kunnen dit bijvoorbeeld gebruiken in hun strijd tegen ondermijning.

Op grond van de uitkomsten van het onderzoek en eerdere Kamervragen heb ik besloten de bekostigingssystematiek aan te passen. Ik heb de subsidie aan Stichting NL Confidential verhoogd en deze voor een periode van 5 jaar toegezegd. Hiermee zal de financiële situatie van Stichting NL Confidential voldoende stabiel worden en zal de publieke waarde substantieel toenemen.

25

Wat kost een extra politieagent/wijkagent per jaar?

Antwoord:

Een extra politieagent kost in totaal ongeveer € 107.000 tot € 115.000 per jaar, afhankelijk van de functieschaal. Een extra wijkagent kost in totaal ongeveer € 115.000 tot € 122.000 per jaar, ook afhankelijk van de functieschaal. De voorgenoemde bedragen omvatten niet alleen salariskosten, maar ook de extra kosten voor materiaal, overhead en aspiranten.

26

Wat kost een extra digitaal rechercheur per jaar?

Antwoord:

Een extra digitaal rechercheur kost in totaal ongeveer € 122.000 tot € 152.000 per jaar, afhankelijk van de functieschaal. De voorgenoemde bedragen omvatten niet alleen salariskosten, maar ook de extra kosten voor materiaal, overhead en aspiranten.

27

Wat kost een extra financieel rechercheur per jaar?

Antwoord:

Een extra financieel rechercheur kost in totaal ongeveer € 122.000 tot € 152.000 per jaar, afhankelijk van de functieschaal. De voorgenoemde bedragen omvatten niet alleen salariskosten, maar ook de extra kosten voor materiaal, overhead en aspiranten.

28

Klopt het dat er in 2020 geen hogere uitgaven aan de politie worden verwacht als gevolg van de coronacrisis? Hoe kan het dat er geen financiële gevolgen kleven aan de in het eerste halfjaarbericht politie van 2020 genoemde conclusie dat buiten de opsporing van criminaliteit het werkaanbod flink is toegenomen? Wanneer er toch financiële gevolgen zijn voor de politie als gevolg van de coronamaatregelen, gaan die dan ten koste van andere beleidsaspecten?

Antwoord:

De directe en indirecte financiële gevolgen van de corona-crisis op de JenV-begroting worden nog geïnventariseerd. Net als andere organisaties maakt de politie kosten voor beschermende maatregelen. Deze gaan niet ten koste van andere beleidsaspecten. Er kleven geen financiële consequenties aan de stijging van het werkaanbod, omdat er geen nieuwe agenten hiervoor worden geworven. De geregistreerde criminaliteit is als gevolg van de coronacrisis gedaald, zoals ook in het halfjaarbericht is opgenomen. Dit betekent dat er capaciteit beschikbaar is voor de werkzaamheden buiten de opsporing.

29

Wanneer is het onderzoek naar de personele bezetting van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) afgerond? Is sprake van een vertraging?

Antwoord:

Het onderzoek naar de verhouding tussen de taken en middelen van de AP loopt en zal deze zomer worden afgerond. Er is sprake van enige vertraging die verband houdt met het verzamelen van de benodigde gegevens ten behoeve van het onderzoek en met de effecten van de corona-crisis.

30

Hoeveel locaties en vestigingen van het Juridisch Loket zijn er en wat zijn de prognoses voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

Op dit moment heeft het Juridisch Loket 31 vestigingen (inclusief hoofdkantoor), 1 klant contact center (geen vestiging) en 13 servicepunten kent. Hier zijn in totaal 363 medewerkers (297fte) en 22 stagiaires werkzaam (stand april 2020). Het Juridisch Loket maakt onderdeel uit van de stelselvernieuwing rechtsbijstand. De ambitie is om de laagdrempelige toegang tot rechtshulp dichterbij mensen te organiseren. Dat maakt dat het huisvestingslandschap van het Juridisch Loket er in de komende jaren anders zal uitzien. Het bepalen van de locaties wordt gebaseerd op twee onderdelen: objectief inzicht in waar de mensen zitten die de fysieke hulp het meest nodig hebben én de uitkomsten van pilots waarin wordt gekeken naar wat er nodig is op lokaal niveau. Divosa gaat in 2020 pilots opzetten met gemeenten én het Juridisch Loket gaat vanaf september 2020 een traject organiseren, waarbij in de regio’s samen met lokale partners ontwerpen worden gemaakt zodat het Juridisch Loket daar in verschillende vormen op zou kunnen aansluiten.

31

Hoeveel medewerkers zijn actief bij het Juridisch Loket en wat zijn de prognoses voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

Zie antwoord op vraag 30.

32

Hoeveel sociaal advocaten waren de afgelopen vijf jaar op jaarbasis actief en hoe zijn de prognoses voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

In de jaren 2015 t/m 2019 waren volgens opgave van de Raad voor Rechtsbijstand de volgende aantallen sociale advocaten actief in het stelsel voor de gesubsidieerde rechtsbijstand:

2015: 7.520

2016: 7.410

2017: 7.260

2018: 7.072

2019: 6.883

De prognoses voor de komende vijf jaar heeft raakvlakken met de motie van 17 december 2019 waarin gevraagd is om in gesprek te gaan met de Nederlandse Orde van Advocaten over de jonge aanwas binnen de gesubsidieerde rechtsbijstand. Hierop is geantwoord tijdens het VSO rechtsbijstand en corona rechtspraak en gevangeniswezen van 14 mei jl. In de voortgangsrapportage rechtsbijstand die voorzien is voor de zomer zal de Minister voor Rechtsbescherming nader deze motie toelichten. Bij de verdere ontwikkeling van de onder die motie op te zetten regeling zal ik de Raad voor Rechtsbijstand opdracht geven om ook de prognose voor de komende jaren in beeld te brengen.

33

Wat verklaart de toename van de te verwachte instroom van rechtszaken ter waarde van 1 miljoen euro aan griffierechten?

Antwoord:

Het bedrag van 1 miljoen uit de vraag wordt als zodanig niet herkend; waarschijnlijk wordt hier 12 miljoen bedoeld.

De raming van de griffierechtontvangsten in de begroting wordt jaarlijks herijkt op basis van de gerealiseerde ontvangsten, gerealiseerde instroom en de prognose van de instroom (Prognosemodel Justitiële ketens). De voorgaande jaren liet de instroom van zaken bij de Rechtspraak jaarlijks een daling zien. Op basis daarvan was eerder de raming van de griffierechtontvangsten voor 2020 met € 84 mln. naar beneden bijgesteld (eerste suppletoire begrotingen 2018 en 2019). Op basis van een recente raming wordt verwacht dat in 2020 de ontvangsten € 12 mln. hoger zullen uitvallen dan eerder geraamd.

34

Aan welke onderdelen zal de extra begrote uitgave van 208 miljoen euro worden besteed bij de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC's)?

Antwoord:

De extra begrote uitgave aan de RIEC’s bedraagt geen 208 miljoen euro, maar 208.000 euro en betreft reguliere loonbijstelling.

35

Hoe wordt de 88 miljoen euro besteed die in 2020 beschikbaar is voor de brede aanpak ondermijning?

Antwoord:

De € 88 mln. wordt als volgt besteed:

  • Circa € 34 mln. aan de opstartkosten van het Multidisciplinair Interventieteam (€ 15 mln.) inclusief aanverwante uitgaven op het terrein van versterken van kennis en expertise, afpakken, wetstrajecten en internationale samenwerking (€ 19 mln.);

  • Circa € 35 mln. aan de kosten voor bewaken en beveiligen inclusief het versterken van de weerbaarheid;

  • Circa € 15 mln. aan preventie c.q. lokale en regionale aanpak en

  • Circa € 4 mln. voor programmakosten, onderzoek en monitoring.

36

Wat kost een extra officier van justitie per jaar?

Antwoord:

Een reguliere officier van justitie is ingeschaald in categorie 9 RM. Deze schaal kent een gemiddelde loonsom van € 153.950 per jaar (incl. overheadkosten).

37

Wat kost de opleiding van een officier van justitie?

Antwoord:

De opleiding voor een officier van justitie betreft maatwerk. Aan de hand van de kennis en ervaring van een kandidaat wordt voor de start van de opleiding het opleidingsprogramma vastgesteld. De opleidingsduur varieert van 1,5 tot 4 jaar. De gemiddelde opleidingsduur is 2,5 jaar (salariskosten kennen een middensom van 118.550 euro per jaar). De kosten bestaan naast salariskosten uit kosten voor de leeractiviteiten. Deze leeractiviteiten worden verzorgd door het opleidingsinstituut van de rechterlijke macht, SSR. De directe opleidingskosten voor 2020 bij SSR voor de OIO-opleiding zijn begroot op 800.000 euro.

38

Wat kost een extra advocaat-generaal bij het openbaar ministerie (OM) per jaar?

Antwoord:

Een advocaat-generaal is ingeschaald in categorie 8 RM. Deze schaal kent een gemiddelde loonsom van € 171.150 per jaar (incl. overheadkosten).

39

Wat kost de opleiding van een advocaat-generaal bij het OM?

Antwoord:

Er is geen aparte opleiding voor een advocaat-generaal.

40

Wat is de werkvoorraad van het OM?

Antwoord:

De totale voorraad misdrijven bedroeg in de tweede week van juni 110.400 zaken. Hiervan is voor 19.500 zaken een zitting gepland en bij 45.250 zaken is de beoordeling door het OM afgerond met het dagvaarden van de verdachte, maar moet de zitting nog worden gepland. 33.100 misdrijfzaken werden op dat moment nog door het OM beoordeeld. De totale voorraad overtredingen bedroeg in de tweede week van juni 101.800 zaken. Hiervan is voor 17.000 zaken een zitting gepland en bij 54.700 zaken is de beoordeling door het OM afgerond met het dagvaarden van de verdachte, maar moet de zitting nog worden gepland. 18.700 overtredingszaken werden op dat moment nog door het OM beoordeeld. De overige zaken worden door het OM zelfstandig afgedaan.

41

Hoeveel fte is nodig om de werkvoorraad van het OM weg te werken?

Antwoord:

Het OM werkt niet met behandeltijden voor strafzaken of andere werklastindicatoren, zodat het niet mogelijk is om een berekening te maken hoeveel fte nodig is om de werkvoorraad weg te werken.

42

Hoe zal de werkvoorraad bij het OM zich de komende vijf jaar ontwikkelen?

Antwoord:

De ontwikkeling van de werkvoorraad is afhankelijk van veel variabelen, zoals de ontwikkeling van de criminaliteit in Nederland, de toekomstige opsporingscapaciteit van de politie, de gestelde prioriteiten voor opsporing en vervolging en de toekomstige capaciteit van de rechtbanken. Met zoveel onzekerheden is het niet mogelijk om een waardevolle voorspelling te doen van de werkvoorraad over 5 jaar.

43

Hoe zijn de prognoses voor de personele ontwikkeling bij het OM voor de komende vijf jaar?

Antwoord:

Uit de strategische personeelsplanning voor de rechtelijk ambtenaren bij het Openbaar Ministerie blijkt dat deze groep bestaat uit 940 fte op een totale bezetting binnen het OM van zo'n 5.000 fte. Er wordt tot en met 2024 op basis van pensioen en overig verloop een uitstroom van – 144 fte verwacht (15% van de totale bezetting binnen deze functiegroep). Zoals onder vraag 37 is opgenomen bedraagt de gemiddelde opleidingsduur 2,5 jaar, wat het noodzakelijk maakt tijdig te voorzien in de vervangingsvraag.

44

Waarom is er een tegenvaller op het onderdeel boetes en transacties en waarom verwacht u een forse meerjarige meevaller op boetes en transacties?

Antwoord:

Er zijn een groot aantal variabelen van invloed op de realisatie van de ontvangsten uit boeten en transacties. Dit zijn bijvoorbeeld (maar zeker niet uitsluitend) het aantal gereden voertuigkilometers op de Nederlandse wegen, het aantal files, het percentage weggebruikers dat een overtreding begaat en de zwaarte van de overtreding. In welke (combinatie van) variabelen de oorzaak voor deze relatief kleine afwijking precies ligt, valt niet te zeggen. De verwachte ontvangsten uit boeten en transacties de komende jaren worden jaarlijks geraamd. Bij de verwachte toename in ontvangsten de komende jaren speelt een grote rol dat boetetarieven jaarlijks worden geïndexeerd.

45

Hoe wordt de 141 miljoen euro besteed die in 2021 beschikbaar is voor de brede aanpak ondermijning?

Antwoord:

Vanaf 2022 is € 150 mln. per jaar extra beschikbaar voor de intensivering van de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Dit wordt primair ingezet op het toekomstbestendig maken van het stelsel Bewaken en Beveiligen (€ 55 mln.) en de inrichting en werkzaamheden van het Multidisciplinair Interventieteam (€ 93 mln.) en voor de aansturing van het programma en onderzoek (€ 2 mln.).

Aangezien er sprake zal zijn van een aanloop naar deze structurele situatie zal er in 2021 (€ 15 mln.) en 2022 (€ 10 mln.) incidenteel geld beschikbaar zijn voor de lokale en regionale aanpak en bedraagt het totale beschikbare bedrag in 2021 € 141 mln. Zie ook de brief van 24 april 20207.

De verdeling van de € 141 mln. in 2021 bedraagt derhalve € 41 mln. voor het stelsel Bewaken en Beveiligen, € 83 mln. voor het Multidisciplinair Interventieteam, € 15 mln. voor de lokale en regionale aanpak en € 2 mln. voor de aansturing van het programma en voor onderzoek.

46

Waarom wordt naar aanleiding van het prognosemodel justitiële ketens het budget van de DJI en de justitiële jeugdinrichtingen verhoogd?

Antwoord:

Het budget van DJI wordt voor het gevangeniswezen, de forensische zorg en de justitiële jeugdinrichtingen verhoogd omdat uit de meest recente ramingen van het prognosemodel justitiële ketens is gebleken dat de benodigde sanctiecapaciteit in de komende jaren hoger is dan de capaciteit die in de begroting 2020 is gefinancierd. De hogere behoefte resulteert in een toename van de kosten bij de DJI waarvoor het budget van de DJI is verhoogd.

47

Kan worden aangegeven wat een extra fte op jaarbasis zou kosten voor de functiegroepen binnen het gevangeniswezen: 1. PIW'ers, 2. Complexbeveiligers en medewerkers visitatie, 3. Arbeidsmedewerkers, 4. Gedetineerden, 5. Medewerkers medische dienst, 6. Psycholoog, inrichtingsarts en hoofd Zorg, 7. Intern Bijstandsteam, 8. Commissie van Toezicht, 9. Team Bibliotheek, Onderwijs en Sport, 10. Geestelijke Verzorging en 11. Afdelingshoofden leefafdelingen en hoofd Veiligheid.

Antwoord:

De gemiddelde loonsommen van de gevraagde functies staan hieronder opgesomd. Naast salaris maken o.a. werkgeverslasten, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst en reiskosten deel uit van deze loonsommen. In deze loonsommen zijn overheadkosten voor bijvoorbeeld huisvesting en ict-middelen niet meegenomen.

Het verschil tussen een senior- en een medior-medewerker is dat een senior-medewerker vanuit zijn ruimere ervaring een vakinhoudelijke begeleidende rol heeft naar andere (medior-)medewerkers.

De Commissie van Toezicht is geen functie binnen DJI. De personen in deze commissie zijn werkzaam buiten DJI, maar ontvangen wel vacatiegelden. Ook Intern Bijstandsteam is geen aparte functie. Functionarissen (vaak penitentiair inrichtingswerkers of complexbeveiligers) voeren deze taak naast hun functie uit. Zij krijgen een vergoeding voor deze werkzaamheden.

 

Functie

loonsom 2020 in €

1a

Senior penitentiair inrichtingswerkers

68.485

1b

Medior penitentiair inrichtingswerkers

63.583

2a

Senior Complexbeveiliger

63.441

2b

Medior Complexbeveiliger

60.299

2c

Senior Badmeester (visitatie)

56.039

2d

Medior Badmeester (visitatie)

53.498

3a

Senior medewerker Arbeid

58.112

3b

Medewerker Arbeid

53.902

4

Justitieel Verpleegkundige

70.412

5a

Inrichtingspsycholoog (GZ)

102.825

5b

Justitieel Geneeskundige

115.098

5c

Hoofd Zorg

81.413

5d

Administratief medewerker zorg

51.703

6a

Bibliothecaris

58.454

6b

Instructeur Lichamelijke Oefening

65.190

6c

Leraar

73.241

7

Geestelijke Verzorging

101.000

8a

Afdelingshoofd leefafdeling

74.428

8b

Hoofd Veiligheid

91.187

48

Wat is de achtergrond van de in te vullen taakstelling? Welke JenV-taken worden geraakt door deze taakstelling? Hoe verhoudt deze taakstelling zich tot de onderuitputting van de begroting?

Antwoord:

Op basis van de geconstateerde jaarlijkse onderuitputting is in 2019 een meerjarige taakstelling ingeboekt. Dit voorjaar resteerde er nog een taakstelling van 47 mln. jaarlijks t/m 2023. Deze resterende taakstelling is dit voorjaar grotendeels ingevuld met eenmalige meevallers (afrekening over het jaar 2019) en door ramingsbijstellingen. Er is een invulling gekozen die de primaire processen van JenV zo min mogelijk raakt. De taakstelling vindt zijn oorsprong in de jaarlijkse onderuitputting op JenV-begroting.

49

Op welke onderdelen en taken zal prijsbijstelling achterwege blijven?

Antwoord:

De prijsbijstellingstranche 2020 is voor de jaren 2020 t/m 2025 ingezet voor de verhoging van het budget voor de aanpak van de ondermijning. Dit impliceert dat alle onderdelen die in die jaren prijsbijstelling zouden hebben ontvangen, dat nu niet doen.

50

Welke bijdragen zijn er extra gedaan aan de Veiligheidsregio’s sinds dit jaar? Kunt u een uitsplitsing maken per Veiligheidsregio?

Antwoord:

Er zijn dit jaar geen extra bijdragen aan de veiligheidsregio’s gedaan. De in de suppletoire JenV-begroting 2020 opgenomen verhoging van de jaarlijkse bijdrage o.g.v. art. 55 lid 1 van de Wet veiligheidsregio’s betreft de loonbijstelling 2020.

51

Wat is de oorzaak van de lagere begrote kosten voor het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)?

Antwoord:

De bijstelling van de begroting betreft het intern overboeken van programmabudget van het Nationaal Detectie-Netwerk-programma naar het apparaatsbudget als dekking van de kosten van vast personeel werkzaam voor het NDN-programma.

52

Wat zijn de oorzaken van de hoger uitgevallen kosten voor de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)?

Antwoord:

De hogere uitgaven van de Onderzoeksraad voor Veiligheid bij 1e suppletoire begroting 2020 ten opzichte van de begroting 2020 wordt veroorzaakt door de toegekende loonbijstelling.

53

Welke opdrachten vallen onder het kopje «overige opdrachten» bij artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid?

Antwoord:

Onder dit instrument vallen de opdrachten die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren.

54

Welke subsidies vallen onder «overige subsidies» bij artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid?

Antwoord:

Onder dit instrument vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren.

Onder meer worden in dit kader projecten gefinancierd die het presterend vermogen van veiligheidspartners verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Het gaat om incidentele subsidies die worden verstrekt op grond van de Wet Justitiesubsidies.

55

Wat is de oorzaak van de hogere overige subsidies bij artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid?

Antwoord:

De oorzaak van de hogere overige subsidies betreft de subsidies aan het Nederlands Genootschap Burgemeesters en Brandwondenstichting.

56

Wat is de (verwachte) asielinstroom over 2020 en hoeveel hoger is dit dan verwacht bij het vaststellen van de begrotingsstaat voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020?

Antwoord:

In de voorgestelde eerste suppletoire begroting 2020 is een budgetmutatie van € 285 miljoen opgenomen voor artikel 37 Migratie. Deze mutatie is grotendeels het gevolg van de verwachte asielinstroom van ongeveer 36.730 ten opzichte van een verwachte asielinstroom van 27.500 zoals gehanteerd bij de ontwerpbegroting 2020.

In de raming van de eerste suppletoire begroting is het effect van de coronacrisis op de asielinstroom nog niet verwerkt, de verwachte effecten hiervan zullen verwerkt worden in de tweede suppletoire begroting van 2020.

57

Wat zijn de tot op heden al gemaakte kosten als gevolg van dwangsommen voor asielzoekers in 2020?

Antwoord:

Voor de begrotingsbehandeling zal ik uw Kamer informeren over de totale stand van zaken met betrekking tot (de uitbetaalde) dwangsommen zoals ook aangegeven in het notaoverleg asiel en migratie van 3 juni jl.

58

Kunt u de geraamde kosten voor dwangsommen aan asielzoekers toelichten?

Antwoord:

In mijn brief van 3 maart jl. heb ik een nadere toelichting gegeven op de doorlooptijden van de IND en de financiële problematiek voor het begrotingsjaar 2019/2020 aangaande de dwangsommen die daaruit volgt. Daarbij heb ik gemeld dat de financiële gevolgen van de dwangsommenproblematiek voor de IND veel hoger uitvallen dan eerder werd geraamd en de financiële problematiek 2019/2020 aangaande de dwangsommen, voor zover bekend, op dat moment was opgelopen tot een bedrag tussen de 30 en 40 mln. euro aan dwangsomverplichting.

59

Hoeveel asielzoekers hebben recht op een dwangsom en wat is het gemiddeld aantal dagen waarover de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een dwangsom moet betalen?

Antwoord:

Als gevolg van het oplopen van de doorlooptijden van de algemene en verlengde asielprocedure wordt een steeds groter deel van de asielzaken in spoor 4 buiten de wettelijke termijn beslist. Op peildatum 31 januari waren ongeveer 8.900 individuele zaken op spoor 4 die buiten de wettelijke termijn vielen.

Uit het systeem van de IND blijkt dat op peildatum 31 maart circa 5.600 aanvragers daadwerkelijk een dwangsomprocedure hebben lopen bij de IND. Het gaat hier niet alleen om asielprocedures maar ook om andere procedures zoals nareiszaken. Het gaat dan om zowel een bestuurlijke dwangsomprocedure naar aanleiding van een ingediende ingebrekestelling als een rechtelijke dwangsom naar aanleiding van een beroep tegen het niet tijdig beslissen.

Het gemiddelde aantal dagen waarover dwangsomprocedure loopt, kan niet worden geleverd, omdat dit niet uit het informatiesysteem van de IND kan worden gehaald.

Een vreemdeling waarvan de aanvraag buiten de wettelijk termijn valt, in beginsel 6 maanden, heeft het recht om de IND in gebreke te stellen. Wanneer de IND na het indienen van een ingebrekestelling niet binnen 2 weken beslist, gaat automatisch een dwangsom lopen tot een maximum van 1.442 euro. Na 6 weken is dit maximum bereikt. Wanneer de IND binnen de 2 weken na het indienen van de ingebrekestelling nog niet heeft beslist, heeft de aanvrager de mogelijkheid om een beroep niet tijdig beslissen in te dienen bij de rechtbank. Een gegrond beroep bij de rechtbank geeft de IND doorgaans nog de mogelijkheid om binnen 4 weken te beslissen. Bij het uitblijven van een beslissing kan de dwangsom oplopen met 100 euro per dag tot een maximum van 7.500 euro (voor dwangsommen opgelegd vóór 25 maart was dit 15.000 euro).

60

Welk percentage van de totale dwangsomkosten bestaat uit dwangsommen en welk percentage bestaat uit apparaatskosten?

Antwoord:

Apparaatskosten worden niet meegenomen in de dwangsomkosten. 100% van de dwangsomkosten bestaat uit dwangsommen.

61

Wat zijn de totale kosten samenhangend met de Grieks-Nederlandse samenwerking voor opvang van asielkinderen op het Griekse vastenland en is een gedeelte hiervan al verwerkt in de voorjaarsnota?

Antwoord:

In mijn brief van 7 mei 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de Grieks-Nederlandse samenwerking ter verbetering van de situatie van alleenstaande minderjarige asielzoekers in Griekenland8. Daarbij heb ik gemeld dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband dat daartoe wordt opgezet gedurende drie jaar financieel ondersteunt. De kosten van het project zijn komende drie jaar € 1,25 mln. per jaar. Voor 2020 zal dit gedekt worden uit de apparaatskosten van migratie. Voor 2021 en verder zal dit worden ingepast binnen de begroting van migratie.

62

Wat was de hoogte van de asielreserve op 1 januari 2020 en hoe was het verloop de afgelopen maanden? Wat is de oorzaak van het verloop?

Antwoord:

Op 1 januari was de stand van asielreserve 12,2 mln. In de afgelopen maanden zijn er geen stortingen of uitnames geweest. Wel is bij de 1e suppletoire begroting besloten om het resterende bedrag dit jaar in te zetten om de kosten van de dwangsommen bij de IND te dekken. Vooralsnog worden geen andere mutaties verwacht.