Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2022
Gelet op de geldende corona maatregelen blijft de huidige situatie vragen om een mogelijkheid vergaderingen digitaal te kunnen houden. Daarom verleng ik de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (hierna: Tijdelijke wet). De verlenging gaat in op 1 maart, heeft een wettelijke duur van twee maanden en geldt daarmee tot 1 mei 2022.
Mijn ambtsvoorganger heeft bij brief van op 27 september 2021 uw Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de Tijdelijke wet en de verkenningen naar de vormgeving van een permanente regeling voor digitale beraadslaging en besluitvorming1. In deze brief is aangekondigd dat er een wetsvoorstel zal worden voorbereid om in deze permanente regeling te voorzien. Ik acht het, evenals mijn ambtsvoorganger, ongewenst de Tijdelijke wet te laten vervallen op het moment dat de gezondheidssituatie dat wel mogelijk zou maken, terwijl er ondertussen gewerkt wordt aan het creëren van een permanente regeling voor digitaal vergaderen die voortkomt uit een wens van de decentrale overheden. De Tijdelijke wet zal daarom steeds met twee maanden verlengd blijven worden tot een permanente regeling in werking kan treden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot