Vastgesteld 3 april 2020
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
INHOUDSOPGAVE
|
I. |
ALGEMEEN |
1 |
|
1. |
Inleiding |
2 |
|
2. |
Verordening (EU) 2017/1369 |
2 |
|
3. |
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel |
2 |
|
4. |
Toezicht en handhaving |
3 |
|
5. |
Regeldruk |
3 |
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. Deze leden hebben geen aanvullingen en/of opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze leden hebben enkele vragen met betrekking tot de rol van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de reikwijdte van de etiketteringsplicht.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende wetswijziging. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de reikwijdte van de etiketteringsplicht en de eisen aan de energie-etiketten nader worden uitgewerkt in gedelegeerde verordeningen. Kan de regering aangeven op welke termijn deze uitwerking in gedelegeerde verordeningen gereed zal zijn? Wat zijn de verwachtingen van de regering met betrekking tot de reikwijdte van de etiketteringsplicht en de eisen waaraan energie-etiketten moeten voldoen?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de verordening (EU) 2017/1369) een tijdpad bevat voor de aanpassing van de schaalindeling van energie-etiketten. Deze leden vragen de regering inzichtelijk te maken wat de gevolgen van deze aanpassing van de energie-etiketten zullen zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. Betekent deze aanpassing dat alle energie-etiketten vervangen moeten worden? Op welke wijze en op welke termijn dient dit plaats te vinden? Welke kosten zijn hieraan verbonden voor bijvoorbeeld bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf (mkb)? Is er hierbij sprake van een overgangsperiode met betrekking tot de etikettering van bijvoorbeeld bestaande voorraad?
De leden van de SP-fractie vragen waarom er van een richtlijn naar een verordening wordt overgegaan. Wat zijn daar de juridische en praktische implicaties van en wat is het verschil ten aanzien van het te doorlopen wetgevingstraject binnen de lidstaten tussen deze beide vormen? Kan per implicatie worden aangegeven waarom deze wijziging een meerwaarde zou hebben?
De leden van de SP-fractie vragen in hoeverre leveranciers op dit moment de benodigde gegevens in de Europese databank invoeren. Wordt hier volledig gebruik van gemaakt of gebeurt dit niet altijd even volledig? Worden ook gegevens van oudere modellen die nog in de handel zijn ingevoerd? Zo nee, waarom ontbreken deze gegevens?
De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen over de (gewijzigde) productinformatie. Klopt het dat in winkels fysieke etikettering verplicht is, dus niet door te verwijzen naar een database maar door etikettering die daadwerkelijk is aangebracht op het product of de verpakking? Hoe wordt de etikettering bij internetverkoop vormgegeven? Wordt er dan wel naar een database verwezen of staat deze informatie verplicht direct zichtbaar bij de productinformatie?
De leden van de SP-fractie vragen of de terugkeer naar de A-G-schaal betekent dat alleen de A+++ een A-label krijgt en bijvoorbeeld A+ een B- of C-label.
De leden van de SP-fractie vragen hoe dit voorstel zich verhoudt tot het voornemen te komen tot EU-brede duurzame producteisen? Worden er op termijn meer productgroepen onder deze verordening geschaard, zo vragen deze leden. Ook vragen zij of etikettering wel de meest geschikte wijze is om tot verduurzaming van producten te komen. Wordt er nagedacht over het verbieden van de meest vervuilende producten wanneer er schone en betaalbare alternatieven voorhanden zijn?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de NVWA inschat dat het nieuwe instrumentarium extra kosten met zich meebrengt en dat de werklast in het toezicht zal toenemen. Deze leden vragen de regering inzichtelijk te maken in welke mate de werklast voor de NVWA zal toenemen en hoe deze organisatie zal omgaan met deze toegenomen werklast. Heeft de NVWA voldoende capaciteit om deze extra werklast in het toezicht op te vangen?
De leden van de CDA-fractie merken tevens op dat de NVWA wijst op onduidelijkheden over de taakverdeling tussen de ACM en de NVWA. Er bestaat onder andere onduidelijkheid over wie de verantwoordelijke autoriteit is voor bijvoorbeeld de aanwijzing van de keuringsinstellingen nu de beschrijving van de scope van de keuringswerkzaamheden van de aan te wijzen instellingen is gewijzigd. Deze leden vragen de regering duidelijkheid te verschaffen over welke autoriteit verantwoordelijk is voor de aanwijzing van de keuringsinstellingen. Zij vragen de regering tevens de taken van de ACM in relatie tot de verordening te verduidelijken.
De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen ten aanzien van de handhaving. Klopt het dat de lidstaten zelf bij gebrekkige naleving de sancties bepalen en opleggen? Kan worden toegelicht op welke wijze de ministeriële regeling tot stand komt, dan wel is gekomen? Verder vragen zij in hoeverre dit een extra takenpakket betreft voor de NVWA. Zij menen dat deze organisatie door een steeds verder uitbreidend takenpakket al zwaar onder druk staat en uiten hun zorgen over de almaar extra toegevoegde taken. Krijgt de NVWA extra middelen voor deze nieuwe taken? Zo nee, hoe is goede handhaving dan verzekerd zonder dat dit ten koste gaat van andere belangrijke taken van de NVWA?
De leden van de SP-fractie vragen of toegelicht kan worden hoe de duale aanpak tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving in de praktijk vorm krijgt. Welke instantie schakelt de NVWA in wanneer zij constateren dat dit gezien de ernst van de overtreding in de rede ligt? Er wordt immers gesproken over de verschillende handhavende instanties, welke worden hier bedoeld?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het belangrijk is dat wet- en regelgeving goed begrijpelijk en uitvoerbaar is voor het mkb. Deze leden vragen de regering te beschrijven hoe in het voorliggende wetsvoorstel aandacht is besteed aan dit aspect. Heeft er in het kader van dit wetsvoorstel een mkb-toets plaatsgevonden?
In hoeverre zijn de voorschriften op het gebied van energie-etiketten, productinformatiebladen en technische documentatie van toepassing op mkb-bedrijven en zijn deze voorschriften voor deze bedrijven op redelijke wijze uitvoerbaar?
De voorzitter van de commissie, Diks
Adjunct-griffier van de commissie, Kruithof