Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2021
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, over de stand van zaken ten aan zien van de motie van het lid Agnes Mulder (Kamerstuk 35 267, nr. 23). De motie van het lid Agnes Mulder verzoekt de regering om, in overleg met de afvalverwerkende sector, te komen tot een realistisch scenario voor de afbouw van de Nederlandse afvalverbrandingscapaciteit, passend bij de route naar een circulaire- en klimaatneutrale economie in 2050. Als overeenstemming is bereikt over dit afbouwpad, wordt de regering verzocht het afschaffen van de vrijstelling van de afvalstoffenbelasting op het verbranden van buitenlands afval in Nederland te heroverwegen. Tot slot verzoekt de motie om de Kamer voor de begrotingsbehandeling hierover te informeren, zo mogelijk in de vorm van een alternatief voorstel.
De gesprekken tussen de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat enerzijds en de afvalverwerkende sector anderzijds zijn gaande. Ondanks het feit dat er momenteel op constructieve wijze wordt gesproken kan ik u op dit moment nog geen doorbraak melden. De gesprekken zullen de komende periode worden vervolgd in de hoop tot concrete afspraken omtrent afbouw te kunnen komen en de voorwaarden die daarbij van belang zijn. Ik zal uw Kamer informeren als hierover overeenstemming wordt bereikt. Op dat moment zal de regering, zoals de motie verzoekt, in het kader van het bereikte akkoord, ook de herintroductie van het belastingvoordeel voor buitenlands afval heroverwegen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg