Gepubliceerd: 17 april 2019
Indiener(s): Pia Dijkstra (D66)
Onderwerpen: internationaal internationale samenwerking
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35180-4.html
ID: 35180-4

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 17 april 2019

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

   

I. ALGEMEEN

1

1. Inleiding

2

2. Het toetredingsproces

4

I. ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel ter goedkeuring van het op 6 februari 2019 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië. Wel hebben deze leden nog een aantal vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden spreken steun uit voor de toetreding van Noord-Macedonië tot de NAVO.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot goedkeuring van het op 6 februari 2019 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië. Deze leden zijn van mening dat de Republiek Noord-Macedonië welkom is om zich aan te sluiten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Zij hebben nog enkele vragen aan de regering over de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de NAVO.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de documenten betreffende het lidmaatschap van Noord-Macedonië van de NAVO. Deze leden hebben zorgen over de toetreding van dit Balkanland tot het bondgenootschap en hebben daarom een aantal vragen en opmerkingen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie juichen de hervormingen op het gebied van rechtsstaat, de positie van minderheden, corruptiebestrijding en mediavrijheid toe. Dat deze vooruitgang blijvend gemonitord wordt is een goede zaak, maar ook van extra groot belang aangezien het perspectief op lidmaatschap van de NAVO altijd een belangrijke aanmoediging is geweest om vaart te maken met hervormingen. Wel vragen deze leden welke drukmiddelen er bestaan onder het verdrag om deze hervormingen aan te blijven moedigen. Wat gebeurt er als Noord-Macedonië stopt met hervormen of belangrijke hervormingen significant vertraagt? Welke gevolgen zijn hieraan verbonden?

Daarnaast zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd naar de staat van de Noord-Macedonische veiligheidssector, in het bijzonder die van de krijgsmacht. De krijgsmacht van Noord-Macedonië werkt al langer goed samen met de NAVO, ook in het kader van internationale vredesoperaties. Vooral de Amerikaanse krijgsmacht heeft de afgelopen jaren intensief opgetrokken met de krijgsmacht van Noord-Macedonië. Het is voor deze leden echter onduidelijk hoe deze samenwerking tot nu toe is verlopen en welke uitdagingen er zijn geconstateerd. Kan de regering reflecteren op de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de staat van de Macedonische krijgsmacht en de integratie ervan in NAVO-structuren? Welke uitdagingen liggen er nog op het gebied van interoperabiliteit en het aanpassen van bijvoorbeeld commandostructuren en interne procedures aan de werkwijze van de NAVO?

De leden van de CDA-fractie zijn bezorgd over de groeiende invloed van China op de Balkan, waaronder in Noord-Macedonië. China timmert hard aan de weg met het Belt and Road Initiative. Landen waar wegen en spoorlijnen liggen of moeten komen in het kader van deze Nieuwe Zijderoute bevinden zich juist ook op de Balkan. Landen als Montenegro en Noord-Macedonië willen hun verouderde infrastructuur, vaak nog uit de tijd dat de landen bij Joegoslavië hoorden, verbeteren. Ze zijn nog geen lid van de Europese Unie. Brussel is (terecht) bezorgd over de corruptie, China leent gemakkelijk geld uit en wordt met open armen ontvangen. Deelt de regering de waarschuwing dat China op deze manier een machtsbasis in de Balkan opbouwt?1 Uit cijfers van het Mercator Institute for China Studies (Merics) in Berlijn zou blijken dat Peking tussen 2013 en 2018 de voornaamste investeerder (fondsen en leningen) in infrastructuur op de Balkan was. In Montenegro, Bosnië, Servië en Noord-Macedonië laat China de Europese Unie duidelijk achter zich. Hoe beoordeelt de regering deze cijfers, specifiek ten aanzien van Noord-Macedonië? Welke risico’s brengt dit met zich mee en is de regering bereid daarvoor aandacht te vragen? Hoe schat de regering de geopolitieke gevolgen daarvan in, ook in relatie tot het lidmaatschap van de NAVO?

De leden van de D66-fractie spreken complimenten uit aan zowel de autoriteiten in Skopje als in Athene. Deze leden vinden het getuigen van politieke moed en juichen toe dat het langslepende geschil over de naamkwestie tussen de twee landen is beslecht. Het Prespa-akkoord tussen Griekenland en Noord-Macedonië zien de leden van de D66-fractie als een overwinning voor de diplomatie en de democratie. Met dit akkoord is de deur naar NAVO-lidmaatschap geopend. Het is nu aan de parlementen van de NAVO-landen om in te stemmen met de toetreding. Zij vinden spoedige ratificatie van dit toetredingsprotocol van groot belang. Daarom moedigen zij de regering aan om zich in te zetten dit proces van toetreding zo snel mogelijk te laten verlopen.

De leden van de D66-fractie zien deze toetreding als een belangrijke en positieve stap voor zowel de Republiek Noord-Macedonië als voor de NAVO als geheel. Deze leden zijn het met de regering eens dat Noord-Macedonië al jarenlang een belangrijke bijdrage aan NAVO-missies levert en de afgelopen jaren belangrijke stappen heeft gezet op het gebied van de rechtstaat, de positie van minderheden, corruptiebestrijdingen en mediavrijheid. Zij spreken dan ook hun vertrouwen uit dat de toetreding de stabiliteit en samenwerking in Europa bevordert en bijdraagt aan de stabilisering van de Zuidoost-Europese regio.

De leden van de D66-fractie wijzen erop dat de NAVO in haar oprichtingsverdrag stelt dat de lidstaten de principes van democratie, individuele vrijheid en respect voor de rechtstaat onderschrijven. Deze leden zijn van mening dat goed moet worden gekeken of de voortgang van de noodzakelijke hervormingen die Noord-Macedonië op het gebied van de democratie, mediavrijheid, de positie van minderheden, de rechtstaat en het gevecht tegen corruptie doorgaan. Deze leden hebben enkele vragen over de toetreding van Noord-Macedonië en hoe de NAVO de voorgang van het land op het gebied van democratisering en respect voor de rechtstaat kan bevorderen en monitoren. Zo vragen deze leden hoe de regering hervormingen in het land op het gebied van corruptie- en misdaadbestrijding beoordeelt. Op het gebied van de rechtstaat vragen zij hoe het staat met de zorgen over politieke invloed op het justitiële apparaat, en de transparantie van benoemingen. Hoe apprecieert de regering deze ontwikkelingen in het licht van de recente voortgangsrapportage op dit gebied van de Europese Commissie? Deze leden vragen voorts hoe de regering voornemens is deze voortgang te volgen in de komende periode. Ziet de regering bijvoorbeeld de mogelijkheid om via het NAVO-lidmaatschap dit hervormingsproces te ondersteunen, dan wel te versnellen?

De leden van de SP-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de uitnodiging aan Noord-Macedonië en de daaruit voortvloeiende toetreding bijdragen aan de stabiliteit in de Euro-Atlantische veiligheidsregio en daarmee in het belang is van Nederland. Daarna volgen voorbeelden die dit zouden moeten illustreren, zoals de deelname van Noord-Macedonië aan de permanente oorlog in Afghanistan en goede betrekkingen die het land met buurlanden heeft. Deze leden merken op dat toetreding tot de NAVO kennelijk geen voorwaarde is geweest voor dit goede nabuurschapsbeleid en dat de bijdrage aan de oorlog in Afghanistan moeilijk gezien kan worden als in het belang van Nederland, bijvoorbeeld omdat de oorlog tegen het terrorisme (waar Afghanistan een onderdeel van is) iets is dat niet leidt tot minder, maar juist tot meer terrorisme en dreiging daarvan, en onveiligheid. Daarom vragen zij de regering alsnog met concrete voorbeelden te komen over hoe toetreding van Noord-Macedonië tot de NAVO in het belang van Nederland en de Euro-Atlantische veiligheidsregio is. Hoe leidt toetreding van dit land tot meer veiligheid, waar het de NAVO uiteindelijke toch om te doen is, voor Nederland?

Voorts lezen de leden van de SP-fractie dat de regering stelt dat toetreding van Noord-Macedonië tot de NAVO bijdraagt aan de verdere integratie van de westelijke Balkan in de Euro-Atlantische structuren (een constante in de Europese en Atlantische buitenlandse politiek van de afgelopen twee à drie decennia), dat dit proces bijdraagt aan de regionale stabiliteit en het belang dient van de NAVO(-bondgenoten) en van de EU(-lidstaten). Deze leden kijken heel anders naar de uitbreiding van de NAVO en zien in het steeds verder opschuiven van het bondgenootschap naar het oosten van Europa, naar de grens met Rusland, juist een belangrijke oorzaak van de toegenomen instabiliteit in Europa. Zij vragen de regering of zij dit probleem ook ziet. Is er oog voor spanningen die samengaan met de uitbreiding van de NAVO en de gevolgen hiervan voor de veiligheid op het continent? Hoe wordt hiermee omgegaan?

Kan de regering, zo vragen de leden van de SP-fractie, ook ingaan op de vraag hoe Rusland heeft gereageerd op het (naderende) lidmaatschap van Noord-Macedonië van de NAVO? Klopt het dat dit in stevige woorden is veroordeeld? Waarom is dat gedaan? Hoe moet dit gelezen worden? Is hier contact over geweest of acht men de reactie van Rusland niet relevant, omdat de NAVO een open deur-beleid heeft en soevereine landen nu eenmaal zelf mogen besluiten waar zij bij willen horen?

De leden van de SP-fractie hebben ook vragen over de naamkwestie met Griekenland. Dit was voor Noord-Macedonië een belangrijk obstakel voor lidmaatschap van de NAVO. Deze kwestie is nu opgelost, maar zou in de toekomst opnieuw tot politieke strijd kunnen leiden. Deze leden vragen hierop een reactie. Wordt hierop geanticipeerd? Zo nee, waarom niet?

Voorts memoreren de leden van de SP-fractie dat in het verleden herhaaldelijk is gesteld dat de NAVO, naast een militair bondgenootschap, ook een waardengemeenschap is. Deze leden hebben, naar aanleiding van rapportages van mensenrechtenorganisaties, zorgen over het respect voor mensenrechten in Noord-Macedonië, niet in de laatste plaats wat betreft de omgang met vluchtelingen en de persvrijheid. Zorgen hierover zijn gebaseerd op het laatste jaaroverzicht van Amnesty International voor dit land. Kan de regering hierop reageren? Hoe past het beperkte respect voor mensenrechten in Noord-Macedonië binnen de waardengemeenschap waar de NAVO voor zegt te staan?

Tenslotte hebben de leden van de SP-fractie vragen over de uitlatingen van de president Trump van de Verenigde Staten van vorig jaar. Deze uitlatingen komen erop neer dat het kleine Balkanland Montenegro, dat een paar jaar eerder lid werd van de NAVO, het niet waard is om te verdedigen. Artikel 5 van het NAVO-verdrag zou mogelijk niet gelden als dat land wordt aangevallen. Hoe kijkt de regering hiernaar? Is er contact met de Verenigde Staten of zij van mening zijn dat Artikel 5 wel zou gelden als er een aanval is op Noord-Macedonië? Hoe wordt hierover gedacht door de regering-Trump en welke consequenties heeft dit voor het bondgenootschap?

2. Het toetredingsproces

De leden van de SP-fractie lezen in de memorie van toelichting dat het zogenaamde open deur-beleid inhoudt dat de NAVO, vanuit het oogpunt van bevordering van stabiliteit en samenwerking in Europa, bereid is de toetreding in overweging te nemen van Europese landen die verwezenlijking van de beginselen kunnen bevorderen en die kunnen bijdragen aan de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied. De leden van de SP-fractie vragen hoe dit relatief kleine land met een weinig imposant militair apparaat de veiligheid van Nederland dient. Kan dit concreet gemaakt worden? Hoe kan Noord-Macedonië hieraan bijdragen? Heeft het daar überhaupt de middelen voor? Kan ook toegelicht worden of er sprake is van een strategische meerwaarde van toetreding van Noord-Macedonië tot het bondgenootschap? Zo ja, welke?

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De adjunct-griffier van de commissie, Konings