Gepubliceerd: 5 september 2019
Indiener(s): Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen: basisonderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35050-7.html
ID: 35050-7
Origineel: 35050-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 september 2019

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel D, vervalt in artikel 74a, vijfde lid, onderdeel a, «in het voedingsgebied waarop de aanvraag betrekking heeft».

B

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 75, elfde lid, na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: «Deze werkwijze omvat in ieder geval een gesprek over de aanvraag met het bevoegd gezag dat de aanvraag heeft ingediend.»

C

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 77 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt «Uiterlijk 6 maanden nadat» vervangen door «Indien».

2. In het derde lid vervalt de tweede volzin.

3. Toegevoegd wordt een lid, luidend:

4. Indien binnen 10 kilometer van de plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven over de weg gemeten geen school aanwezig is waar openbaar onderwijs wordt gegeven en aan het volgen van openbaar onderwijs behoefte bestaat, brengt Onze Minister een openbare school waarvoor een aanvraag is gedaan voor bekostiging in aanmerking, indien voldaan is aan de voorschriften van artikel 74, eerste en tweede lid.

D

Artikel I, onderdeel E, wordt vervangen door:

E

Artikel 84 wordt vervangen door:

Artikel 84. Omzetting, verhuizing en verplaatsing

1. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden voor bekostiging in aanmerking brengen een school die wordt omgezet van een bijzondere school in een openbare school of omgekeerd dan wel een school die tot stand komt als samenwerkingsschool als bedoeld in artikel 17d, eerste lid. Een omzetting kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 augustus van enig kalenderjaar.

2. Indien het bevoegd gezag een school binnen een gemeente verplaatst binnen een straal van 3 kilometer van het huidige vestigingsadres, blijft de aanspraak op bekostiging bestaan.

3. Indien het bevoegd gezag een school verplaatst buiten een straal van 3 kilometer van het huidige vestigingsadres, zijn de artikelen 74, 74a, 75 en 76 van overeenkomstige toepassing. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden een school voor bekostiging in aanmerking blijven brengen zonder dat de belangstellingsmeting aannemelijk maakt dat de school op 1 januari van het elfde jaar na de verplaatsing zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor de gemeente geldende stichtingsnorm, bedoeld in artikel 76, eerste lid.

E

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 84a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 75» ingevoegd «, eerste lid, eerste volzin en tweede lid,» en wordt «deel van een school of nevenvestiging» vervangen door «nevenvestiging, of een deel van een school of nevenvestiging».

2. Toegevoegd wordt een lid, luidend:

3. Artikel 75, eerste lid, tweede volzin, derde tot en met zevende, tiende en elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

F

In artikel I, onderdeel J, vervalt in artikel 153, zesde lid, onderdeel a, en worden de onderdelen b en c verletterd tot de onderdelen a en b.

G

In artikel I, onderdeel N, wordt onderdeel 2 vervangen door:

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidend:

3. Op een basisschool die minder dan 2 jaar wordt bekostigd en waarvan de kwaliteit van het onderwijs in deze periode zeer zwak is als bedoeld in artikel 10a, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, indien het bevoegd gezag:

a. tekortschiet in de naleving van drie of meer bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften, en dientengevolge

b. tekortschiet in het zorgdragen voor de veiligheid op de school als bedoeld in artikel 4c, of in het zodanig inrichten van het onderwijs dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen dan wel in het afstemmen van het onderwijs op de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

H

In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 194e een lid toegevoegd, luidend:

5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere uitvoeringsvoorschriften worden gesteld.

I

In artikel II, onderdeel F, wordt artikel 64, derde lid, onderdeel a, vervangen door:

a. in artikel 67, eerste lid, aanhef en onderdeel d, tweede en derde lid en artikel 67a, eerste lid, tweede lid, onderdelen b, c en d, en derde lid; en.

J

In artikel II, onderdeel I, wordt in artikel 67, negende lid, na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: «Deze werkwijze omvat in ieder geval een gesprek over de aanvraag met het bevoegd gezag dat de aanvraag heeft ingediend.»

K

In artikel II, onderdeel K, wordt artikel 68 als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, bij de factor x wordt «in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar» vervangen door «in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar op 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan».

2. In het vijfde lid, onderdeel a, vervalt «in het voedingsgebied waarop de aanvraag betrekking heeft».

L

In artikel II, onderdeel O, wordt in het eerste lid «de onderdelen d tot en met g» vervangen door »de onderdelen d tot en met h».

M

In artikel III, onderdeel C, vervalt in artikel 72a, vijfde lid, onderdeel a, «in het voedingsgebied waarop de aanvraag betrekking heeft».

N

In artikel III, onderdeel D, wordt artikel 73 als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt «Uiterlijk 6 maanden nadat» vervangen door «Indien».

2. In het derde lid vervalt de tweede volzin en wordt «waarbinnen» vervangen door «waar».

3. Toegevoegd wordt een lid, luidend:

4. Indien binnen 10 kilometer van de plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven over de weg gemeten geen school aanwezig is waar openbaar onderwijs wordt gegeven en aan het volgen van openbaar onderwijs behoefte bestaat, brengt Onze Minister een openbare school waarvoor een aanvraag is gedaan voor bekostiging in aanmerking, indien voldaan is aan de voorschriften van artikel 72, tweede en derde lid.

O

In artikel III, onderdeel F, wordt in artikel 75, tiende lid, na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: «Deze werkwijze omvat in ieder geval een gesprek over de aanvraag met het bevoegd gezag dat de aanvraag heeft ingediend.»

P

Artikel III, onderdeel G, wordt vervangen door:

G

Artikel 76 wordt vervangen door:

Artikel 76. Omzetting, verhuizing en verplaatsing

1. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden voor bekostiging in aanmerking brengen een school die wordt omgezet van een bijzondere school in een openbare school of omgekeerd dan wel een school die tot stand komt als samenwerkingsschool als bedoeld in artikel 22a, eerste lid. Een omzetting kan slechts plaatsvinden met ingang van 1 augustus van enig kalenderjaar.

2. Indien het bevoegd gezag binnen een gemeente een vestiging verplaatst over hemelsbreed gemeten een afstand van minder dan 3 kilometer van het huidige vestigingsadres, blijft de aanspraak op bekostiging bestaan.

3. Indien het bevoegd gezag een vestiging verplaatst over hemelsbreed gemeten 3 kilometer of meer van het huidige vestigingsadres, zijn de artikelen 72, 72a en 75 van overeenkomstige toepassing. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden een vestiging voor bekostiging in aanmerking blijven brengen zonder dat de belangstellingsmeting aannemelijk maakt dat de vestiging op 1 januari van het elfde jaar na de verplaatsing zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de stichtingsnorm.

Q

In artikel IV, onderdeel E, wordt in artikel 123, zevende lid, na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: «Deze werkwijze omvat in ieder geval een gesprek over de aanvraag met het bevoegd gezag dat de aanvraag heeft ingediend.»

R

In artikel IV, onderdeel G, wordt artikel 124a als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt bij de factor x «in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar» vervangen door «in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan».

2. In het vijfde lid, onderdeel a, vervalt «in het voedingsgebied waarop de aanvraag, bedoeld in artikel 123, eerste lid, betrekking heeft».

Toelichting

Onderdelen A, K, onder 2, M en R, onder 2

De vermelding dat de aangeduide groep leerlingen de leerlingen betreffen in het voedingsgebied is overbodig, omdat in het tweede lid, onderdeel b van de desbetreffende artikelen reeds is vermeld dat de belangstellingsmeting plaatsvindt in het voedingsgebied.

Onderdelen B, J, O en Q

In deze onderdelen wordt ingevoegd dat de werkwijze van de inspectie ten behoeve van haar adviestaak in ieder geval een gesprek omvat met het bevoegd gezag dat de aanvraag heeft ingediend. Aangezien het gesprek als vast onderdeel in de werkwijze van de inspectie wordt opgenomen, vindt dit gesprek dus altijd plaats en voorafgaand aan het geven van advies aan de Minister. Het gesprek maakt deel uit van de totstandkoming van het advies, waarbij het startdocument leidend is voor dit gesprek. Het gesprek geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid aanvullende informatie te geven die aansluit bij de aanvraag en/of die de aanvraag verduidelijkt en onderbouwt. Voor de inspectie is het gesprek noodzakelijk om vragen over het startdocument te kunnen stellen. Ook markeert het gesprek het begin van een toezichtrelatie met de aanvragers.

Onderdelen C en N

Voor een aanvraag als bedoeld in dit artikellid geldt dezelfde procedure als voor andere aanvragen. Dat wil zeggen dat voor 1 juli een voorgenomen aanvraag bij de Minister moet worden gemeld. Dit verhoudt zich niet met de periode van 6 maanden die in het voorstel was opgenomen.

Het voorgestelde nieuwe vierde lid regelt dat bij het ontbreken van openbaar onderwijs binnen 10 kilometer een openbare school voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht indien daaraan behoefte bestaat. Zo’n openbare school kan worden aangevraagd door burgemeester en wethouders (die op grond van het derde lid de opdracht hebben om een dergelijke aanvraag te doen), maar ook door een openbare stichting. Het is niet noodzakelijk om burgemeester en wethouders een opdracht te geven indien een aanvraag wordt gedaan door een openbare stichting. De tweede volzin van het derde lid is door het opnemen van het vierde lid overbodig geworden.

Onderdelen D en P

Voor een verhuizing van de school is geen toestemming nodig van de Minister. Van een verhuizing is sprake als de nieuwe vestigingsplaats hemelsbreed gemeten minder dan 3 kilometer verwijderd is van het oude vestigingsadres.

Bedraagt die afstand 3 kilometer of meer dan is sprake van een zodanige verplaatsing dat de procedure van stichting van een school van toepassing is. De Minister kan echter toestaan dat een vestiging die 3 kilometer of meer wordt verplaatst en waarvoor niet voldoende belangstelling blijkt toch voor bekostiging in aanmerking komt. Dit kan aan de orde zijn indien de verplaatsing het gevolg is van een herschikking van scholen in gebieden met leerlingendaling.

Onderdeel E

In het voorgestelde artikel 75 van de WPO zijn niet alleen voorwaarden voor de aanvraag geregeld, maar ook bevoegdheden van de Minister en de inspectie. Daarom wordt artikel 84a, eerste lid, WPO, verduidelijkt voor wat betreft de van toepassing zijnde leden van artikel 75 WPO, die de wijze van aanvraag betreffen. In het voorgestelde derde lid is verduidelijkt welke leden van artikel 75 van overeenkomstige toepassing zijn op de besluitvorming van de aanvraag tot verzelfstandiging van een vestiging.

Onderdeel F

Dit is een technische aanpassing. Onderdeel a van artikel 153, zesde lid, WPO is – gezien de tekst van onderdeel c – overbodig. Artikel 153, zesde lid, WPO regelt in welke situaties geen beroep kan worden gedaan op het zijn van de laatste school van de richting of de laatste openbare school. Een van die situaties is dat sprake is van een omzetting van een openbare naar een bijzondere school of omgekeerd (artikel 84 WPO). De voorwaarden die gesteld gaan worden op grond van artikel 84, eerste lid, zoals dat komt te luiden met deze nota van wijziging, zullen in elk geval omzetting mogelijk maken (van openbaar naar bijzonder en omgekeerd) indien de school voldoet aan de stichtingsnorm (conform het huidige artikel 84, vierde lid, onder a, WPO) en een omzetting van bijzonder naar openbaar indien er binnen tien kilometer geen openbare school of school waar openbaar onderwijs wordt gegeven aanwezig is en aan het volgen van openbaar onderwijs behoefte bestaat (conform het huidige artikel 84, vierde lid, onder b, WPO).

Onderdeel G

Dit is een technische aanpassing. Omwille van de leesbaarheid is aangesloten bij de formulering van artikel II, onderdeel S.

Onderdeel H

Omdat zich zeer veel verschillende situaties kunnen voordoen ten aanzien van scholen die bij inwerkingtreding van deze wet op een goedgekeurd plan van scholen staan, is voor de volledigheid gekozen voor het opnemen van een grondslag voor eventuele uitvoeringsvoorschriften.

Onderdeel I

In het voorgestelde artikel 64, derde lid, van de WVO, is geregeld wanneer de Minister een school of scholengemeenschap die ontstaat na splitsing voor bekostiging in aanmerking brengt. De aanvraag moet dan voldoen aan de verplichtingen die worden gesteld in de onderdelen van dit lid. In onderdeel a is onder andere verwezen naar het tweede lid, onderdeel d, van het voorgestelde artikel 67 van de WVO. Het tweede lid van artikel 67 kent echter geen onderdeel d. Bedoeld is te regelen dat artikel 67, eerste lid, onderdeel d, WVO van toepassing wordt verklaard. Ten aanzien van de toepassing van het voorgestelde artikel 67a van de WVO is de verwijzing verduidelijkt naar de leden en onderdelen van dat artikel.

Onderdeel K, onder 1 en R, onder 1

Naar analogie van de voorgestelde bepaling over de belangstellingsmeting in de WPO en de WPO BES wordt in de factor x het totaal aantal leerlingen van 10 tot en met 12 jaar gekoppeld aan een peildatum, te weten 1 januari van het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan.

Onderdeel L

Dit onderdeel corrigeert een onjuiste wijzigingsopdracht.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob