Kamerstuk 35000-XVI-76

Verhoudingen tussen de Stichting Siriz en de Vereniging ter bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019

Gepubliceerd: 29 oktober 2018
Indiener(s): Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35000-XVI-76.html
ID: 35000-XVI-76

Nr. 76 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2018

Op verzoek van het Kamerlid Bergkamp (D66) stuur ik u een brief waarin de bestuurlijke, financiële en rechtspersoonlijke verhoudingen tussen Stichting Siriz en de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) uiteengezet worden (Handelingen II 2018/19, nr. 15, debat over de Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2019).

Als bijlagen ontvangt u de statutenwijziging van Stichting Siriz en de Statutenwijziging van de VBOK1. Tevens is bijgevoegd het jaarverslag 2017 van Stichting Siriz, het jaarverslag 2017 van de VBOK en het bedrijfsuittreksel van beide organisaties2. Tot slot is het gezamenlijk beleidsplan 2018 van Siriz en VBOK bijgevoegd3. Hieruit is het volgende te concluderen.

De VBOK is een vereniging met bestuur. In de statuten van Siriz wordt met ‘de vereniging’ VBOK bedoeld. Siriz is een stichting met raad van bestuur, die ook uit één persoon mag bestaan. Op 9 juli 2018 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden. De belangrijkste passages uit de statuten van Stichting Siriz die verwijzen naar de (nieuwe) verhoudingen tussen Stichting Siriz en VBOK zijn:

RAAD VAN TOEZICHT: SAMENSTELLING, BENOEMING, SCHORSING, ONTSLAG EN BEZOLDIGING

Artikel 12

Samenstelling

12.1. De stichting heeft een raad van toezicht. Het aantal leden van de raad van toezicht bestaat uit een aantal leden dat gelijk is aan het aantal leden van het bestuur van de vereniging, tenzij het lid dat is benoemd op bindende voordracht van de cliëntenraad niet tevens bestuurslid is van de vereniging. In dat laatste geval is het aantal leden van de raad van toezicht gelijk aan het aantal leden van het bestuur van de vereniging plus één.

Benoeming

12.7. De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de raad van toezicht.

a. Tot lid van de raad van toezicht kunnen alleen worden benoemd en bestuurder kunnen slechts zijn, personen die zitting hebben in het bestuur van de vereniging, met uitzondering van de zetel die wordt vervuld op bindende voordracht van de cliëntenraad.

b. Ten minste één lid van de raad van toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van de cliëntenraad, tenzij deze van de mogelijkheid een voordracht te doen, geen gebruik heeft gemaakt. De cliëntenraad houdt bij het opstellen van de voordracht rekening met de door de raad van toezicht opgestelde profielschets. De overige leden van de raad van toezicht worden benoemd op bindende voordracht van de vereniging, tenzij deze van de mogelijkheid een voordracht te doen, geen gebruik heeft gemaakt. De vereniging houdt bij het opstellen van de voordracht rekening met de door de raad van toezicht opgestelde profielschets.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 22

22.1. De raad van bestuur is, met voorafgaande goedkeuring door de raad van toezicht, bevoegd de statuten te wijzigen. Voor het wijzigen van artikel 12 lid 1 en lid 7 van de statuten is de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de vereniging vereist.

Op dit moment zijn er nog verschillen tussen het bestuur van VBOK (4 leden) en de RvT van Siriz (5 leden). Er zijn twee bestuursleden van VBOK die lid zijn van de raad van toezicht van Siriz, namelijk de voorzitter en de penningmeester van de VBOK. Dit komt omdat de statutenwijziging nog zo vers is. Bij elke nieuwe vacature van de Raad van Toezicht van Siriz moet er een bestuurslid van de VBOK worden benoemd.

VBOK en Siriz hebben ook een gezamenlijk beleidsplan met als missie:

Een zo groot mogelijk maatschappelijk en politiek draagvlak voor bescherming van het ongeboren menselijk leven en bieden van preventie, ondersteuning en zorg op het terrein van onbedoelde zwangerschap.

In het gezamenlijk beleidsplan staat dat de bestuurder van Siriz tevens algemeen directeur van de VBOK is en het managementteam aanstuurt. De primaire processen van de VBOK, respectievelijk Siriz, worden aangestuurd door één managementteam.

De bijdrage van de VBOK aan Stichting Siriz is in 2016 € 825.000, in 2017 € 670.000 en in 2018 staat € 890.000 op de begroting.

In de statuten van Siriz staat het volgende vermeld over het vermogen:

Artikel 4

4.1. Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd door:

a. gelden verkregen van de vereniging ten behoeve van de door de vereniging aan de stichting opgedragen taken;

b. giften en donaties;

c. subsidies en sponsorbijdragen;

d. hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten; erfstellingen en legaten mogen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving;

e. hetgeen verkregen wordt uit door de stichting uitgeoefende activiteiten;

f. hetgeen op andere wijze verkregen wordt.

Dit geconstateerd hebbende wil ik mij de komende weken buigen over de vraag of dit van invloed is op de door mij voorgestane objectiviteit van hulpverlening. In het verlengde hiervan meld ik de Kamer nogmaals dat ik de financiering van keuzehulpgesprekken centraal wil organiseren. Dit is een belangrijk onderdeel van het Zevenpuntenplan dat ik met een brede coalitie van veldpartijen heb gemaakt. Ik vind het belangrijk dat er door middel van de uitwerking van dit plan een divers aanbod is voor vrouwen met een hulpvraag bij onbedoelde zwangerschap. Iedere organisatie die deze hulp zal verlenen draagt bepaalde waarden met zich mee, en dient daarover volstrekt transparant te communiceren.

Organisaties die in aanmerking willen komen voor financiering moeten voldoen aan kwaliteitscriteria. Dit is nieuw ten opzichte van de huidige praktijk. Voorbeelden van kwaliteitscriteria zijn 1) de aanbieder is verantwoordelijk voor gekwalificeerde medewerkers en stelt hen in staat om aan gestelde kwaliteitseisen te voldoen 2) organisaties moeten een minimaal aantal, bijvoorbeeld 25, keuzehulpgesprekken per jaar voeren 3) er is bij de organisatie – indien nodig – een adequate klachtenafhandeling.

Voor alle partijen die keuzehulpgesprekken aanbieden is het wettelijke kader (Wet afbreking zwangerschap) het uitgangspunt. De verantwoordelijkheid en keuze voor het uitdragen van een zwangerschap of het eventueel afbreken daarvan ligt bij de vrouw. Belangrijke uitgangspunten bij keuzehulpverlening zijn dat de vrouw over alle alternatieven goed geïnformeerd wordt, dat de hulpverlening niet sturend mag zijn en dat medische informatie correct is. Op kwalitatief goede keuzehulpgesprekken conform de kwaliteitscriteria zal de IGJ toezien. Ik zal de Kamer in november nader informeren over bovenstaande.

Ik vertrouw erop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis