Kamerstuk 35000-XV-88

Reactie op het verzoek van het lid Van Brenk, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 4 september 2018, over het bericht ‘Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland’

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019

Gepubliceerd: 13 februari 2019
Indiener(s): Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35000-XV-88.html
ID: 35000-XV-88

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2019

Naar aanleiding van het bericht dat Turkije weekendscholen gaat financieren in Nederland1 heeft uw Kamer verzocht om een brief.2 Hierbij ontvangt u een reactie op en verdere informatie over deze berichtgeving, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken.

Zoals ik eerder heb aangegeven in beantwoording van vragen van uw Kamer3 is Nederland een open en vrije samenleving. De vrijheden van vereniging en van vergadering zoals vastgelegd in onze Grondwet zijn een groot goed. Het staat landen vrij om behoud van de eigen taal en cultuur te stimuleren in het buitenland. In veel gevallen betalen landen daaraan mee en zijn ze daar ook helder over. Nederland doet dit ook.

Het staat iedere burger vrij om hun kinderen buiten de onderwijstijd informele scholing te laten volgen. Wat het kabinet niet wenselijk vindt, is informele scholing die de integratie in Nederland belemmert of antidemocratische opvattingen stimuleert. Het kabinet vindt het van belang dat in ons land alle mensen meedoen in de samenleving; informele scholing zou dat niet in de weg moeten staan.

Op dit moment heeft het kabinet geen volledig zicht op de aard en omvang van informele scholing op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie. Dit omdat weekendscholen geen scholen zijn in de zin van de onderwijswetgeving. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de Inspectie van het Onderwijs hier geen wettelijke bevoegdheden heeft.

Zoals eerder aangegeven in beantwoording van vragen van uw Kamer en tijdens het Wetgevingsoverleg van 19 november jl. heeft de Minister van Buitenlandse Zaken in heldere bewoording de duidelijke Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen ook gedeeld met zijn Turkse collega, onder andere tijdens de gesprekken met zijn Turkse collega op 3 en 4 oktober jl. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit gesprek toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit programma voor weekendscholen nastreeft en alle relevante informatie over deze weekendscholen met Nederland zal delen.

Uit de opvolging van dit gesprek blijkt dat de Turkse overheid inderdaad relevante informatie over de weekendscholen deelt. Zowel het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken als het Presidency for Turks Abroad (de verantwoordelijke organisatie) hebben informatie gedeeld via het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Uit die informatie blijkt dat er inmiddels vanuit Nederland 18 projectaanvragen zijn ontvangen. Daarvan zijn er uiteindelijk 12 goedgekeurd.

Volgens de Turkse overheid is het voornaamste doel van deze weekendscholen om Turkse Nederlanders de Turkse taal te leren. De 12 weekendscholen die een subsidie van Turkije krijgen zullen per jaar gedurende 32 tot 40 weken, op zaterdag of zondag lessen aanbieden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan een curriculum. In eerste instantie zullen de NGO’s die de weekendscholen in Nederland aanbieden, zelf verantwoordelijk zijn voor de lesinhoud. Hierbij ligt de nadruk op taalonderwijs, maar kan ook les worden gegeven over geschiedenis, cultuur of religie. De uiteindelijke curricula zullen worden ingedeeld in drie leeftijdscategorieën: 6–9 jaar, 10–13 jaar en 14–17 jaar oud. Afgesproken is dat Turkije Nederland blijft informeren over het te ontwikkelen lesaanbod. Daarnaast zal er in het kader van de aangekondigde verkenning naar informele scholing in Nederland contact gelegd worden met organisaties die informele scholing aanbieden dat zich richt op taal, cultuur en/of religie.

Uit informatie van de Turkse overheid blijkt dat projectaanvragen beoordeeld worden op vastgestelde criteria, zoals de competentie van de organisaties en docenten om onderwijs te geven, hun ervaring en het lesprogramma. Per goedgekeurde aanvraag wordt er subsidie van circa 8.000 euro tot 16.500 euro gegeven, voor één tot drie klassen. Er wordt verder specifiek genoemd dat activiteiten die tegen de wet, openbare orde, algemene gezondheid en moraliteit van de samenleving indruisen niet zullen worden geaccepteerd. Meer informatie over het Anadolu weekendscholen project is te vinden op de website van het Presidency for Turks Abroad: www.ytb.gov.tr.

Ik deel de zorgen van uw Kamer, zoals geuit in de verschillende vragen die gesteld zijn. Daarom heb ik tijdens het Wetgevingsoverleg4 van 19 november jl. toegezegd dat ik voornemens ben een verkenning te laten uitvoeren naar vormen van informele scholing in Nederland om meer inzicht in aard en omvang ervan te verkrijgen. In deze brede verkenning zullen deze Turkse weekendscholen worden meegenomen. Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de verdere afbakening van deze verkenning.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees