Kamerstuk 34950-XV-9

Lijst van vragen en antwoorden over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV)

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2017

Gepubliceerd: 21 juni 2018
Indiener(s): Michel Rog (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34950-XV-9.html
ID: 34950-XV-9

Nr. 9 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 juni 2018

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 16 mei 2018 van de Algemene Rekenkamer inzake aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2017 (XV) (Kamerstuk 34 950 XV, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Rog

De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord

Vraag 1

Wat is de relatie tussen de begrotingsgefinancierde uitgaven aan re-integratie, de vastgestelde premies voor de werknemersverzekeringen, het beschikbaar gestelde premiegeld voor re-integratie en de doelstellingen van het re-integratiebudget?

Antwoord 1

De begrotingsgefinancierde uitgaven aan re-integratie komen ten laste van het met SZW-begrotingsmiddelen gevulde arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten (afj). Deze uitgaven drukken dus niet op de met premies gefinancierde fondsen en hebben daarmee ook geen effect op de premies.

De premiegefinancierde uitgaven aan re-integratie komen ten laste van de met premies gevulde fondsen arbeidsongeschiktheidsfonds (aof), Werkhervattingskas (Whk) en Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Deze uitgaven worden verwerkt in de bijbehorende premies voor deze fondsen.

De Minister van SZW stelt met de begroting, binnen het SZA-kader een meerjarig taakstellend budget vast voor een maximaal uit te geven bedrag voor de inkoop van re-integratietrajecten voor Wajong-, WAO-, WIA- en ZW-uitkeringsgerechtigden en de inkoop van werkvoorzieningen voor mensen met een arbeidshandicap. De Minister SZW stelt deze middelen beschikbaar aan UWV en stuurt daarbij op het binnen dit maximumbudget blijven. UWV krijgt ruimte om eventuele overschrijding in het budget voor re-integratie Wajong op te vangen met een onderuitputting van het budget voor re-integratie WAO/WIA/ZW (en vice versa). De feitelijke uitgaven voor Wajong-re-integratie komen ten laste van het begrotingsgefinancierde afj. De overige uitgaven komen ten laste van de premiegefinancierde fondsen. UWV verantwoordt via de fondsennota’s over de toerekening van deze uitgaven naar de verschillende fondsen.

De doelstelling van re-integratie is niet uit te drukken in aantallen ingezette re-integratietrajecten en voorzieningen. Het aantal in te kopen re-integratievoorzieningen is immers geen doel op zich. Het doel van re-integratie en bijbehorende ondersteuning via de re-integratiebudgetten van UWV zijn het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het (weer) aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten en het aan het werk houden van mensen met een arbeidsbeperking. Naast de inkoop van re-integratietrajecten zet UWV ook persoonlijke dienstverlening in om deze doelen te realiseren.

Vraag 2

Wat was de prognose voor 2017 van het aantal in te kopen werkvoorzieningen en re-integratietrajecten en wat zijn de realisaties daarvan?

Antwoord 2

Het doel van re-integratie en bijbehorende ondersteuning via de re-integratiebudgetten van UWV zijn het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het (weer) aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten en het aan het werk houden van mensen met een arbeidsbeperking. Het re-integratiebudget is, naast de persoonlijke dienstverlening door UWV, slechts een middel om dit doel te realiseren. De doelstelling van re-integratie is daarom niet uit te drukken in aantallen ingezette re-integratietrajecten en voorzieningen. Met het vaststellen van het re-integratiebudget geeft de Minister aan tot welk bedrag UWV maximaal middelen kan uitgeven voor re-integratie. UWV heeft in 2017 in totaal 26.773 trajecten en 45.381 voorzieningen ingekocht.

Vraag 3

Wanneer werd het voor het eerst bij u bekend dat de dossiervorming op het gebied van de oudedagsvoorziening ontoereikend is?

Vraag 4

Welke stappen heeft u ondernomen sinds u weet dat de dossiervorming op het gebied van de oudedagsvoorziening ontoereikend is?

Antwoord 3 & 4

Reeds kort na de staatkundige transitie is vastgesteld dat de AOV-dossiers onvoldoende informatie bevatten om de rechtmatigheid van de verstrekte uitkering vast te stellen. De Auditdienst Rijk heeft eind 2011 onder meer geadviseerd om een standaard dossierindeling en -inhoudsopgave op te stellen, hetgeen is gebeurd. Bij de audit over 2016 kwam het thema – ondanks de inspanningen in de tussenliggende periode – meer prominent op de agenda te staan. De bevindingen van de ADR over 2016 vormden aanleiding voor het Plan van aanpak verbetering rechtmatigheid en financieel beheer, waarover uw Kamer bij brief van 14 juli 2017 (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 77) is geïnformeerd. Met de brief van 17 mei 2018 (Kamerstuk 34 775 XV, nr. 106) is een update van de stand van zaken van het verbeterplan gepresenteerd.

In het verbeterplan is het op orde brengen van de dossiervorming een belangrijk aandachtspunt. De beoogde archiveringsslag op Bonaire is afgerond. Op Saba en Sint-Eustatius heeft deze activiteit vertraging opgelopen als gevolg van de orkanen Irma en Maria, maar loopt deze activiteit wel. In de lopende uitvoering is de verbeterslag in de dossiervorming het verst gevorderd bij de loonderving (ZV en OV BES). Het actualiseren en opvragen van ontbrekende gegevens is een doorlopend proces geworden bij elke aanvraag. Bij de AOV worden zoals voorzien de contactmomenten gebruikt om lopende dossiers te verifiëren. Buiten Caribisch Nederland wonende gerechtigden hebben in september 2017 een uitvraagbrief voor gegevens ten behoeve van het dossier gekregen. Nog ontbrekende stukken worden in 2018 gericht opgevraagd, zowel voor cliënten binnen als buiten Caribisch Nederland. Bij de aandacht voor de verbetering van de dossiervorming AOV is de verbeterslag voor de dossiers AWW BES vanwege de beschikbare capaciteit achtergebleven. De audit van de ADR over 2017 bevestigt dat er bij de dossiervorming vooruitgang wordt geboekt.

Vraag 5

Waarom is in het jaarverslag niets opgenomen over de overschrijdingen in artikel 8 (oudedagvoorzieningen) door ontoereikende dossiervorming?

Antwoord 5

In de Uitzonderingsrapportage (paragraaf 6.1) is een overzicht van de geconstateerde overschrijdingen van de rapporteringstoleranties gepresenteerd. Dit is uitgesplitst naar begrotingsartikel, waaronder artikel 8.

Overigens merkt de Auditdienst Rijk in de «managementletter financieel beheer en rechtmatige uitvoering SZW regelgeving sociale zekerheidswetten in Caribisch Nederland 2017» op dat de fouten en onzekerheden op het niveau van het begrotingsartikel ten opzichte van 2016 zijn afgenomen, met uitzondering van de uitkeringen op basis van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES (AWW, begrotingsartikel 9). De over 2017 ten aanzien van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES (AOV, begrotingsartikel 8) geconstateerde tekortkomingen hebben betrekking op het (ontbreken van) bewijs van in leven zijn van AOV-gerechtigden buiten Caribisch Nederland.

Vraag 6

Aan welk soort re-integratietrajecten is het re-integratiebudget besteed en voor welke doelgroepen?

Antwoord 6

UWV koopt re-integratie in voor Wajongers met arbeidsvermogen, publiek verzekerde WGA-uitkeringsgerechtigden, WAO/WAZ’ers en mensen met een ZW-uitkering. UWV onderscheidt bij de inkoop van re-integratietrajecten twee soorten trajecten: Werkfit maken en Naar werk trajecten. Ook koopt UWV scholing in en voor personen met ernstige psychische/psychiatrische aandoeningen zijn er middelen ingezet ter financiering van Individuele Plaatsing en Steuntrajecten (IPS-trajecten). Daarnaast zet UWV middelen in voor het verstrekken van werkvoorzieningen.

Vraag 7

Kan de Minister inzicht geven in de te nemen of genomen acties om het gat tussen de prognose van te besteden re-integratiemiddelen en de bestede middelen te verkleinen?

Antwoord 7

Volledige benutting van het re-integratiebudget is geen doel op zich. Re-integratie is een middel om mensen met een arbeidshandicap te ondersteunen naar werk. De inzet van re-integratie is afhankelijk van de kansen, mogelijkheden en behoefte aan ondersteuning van de doelgroep. Daarnaast is de inzet van re-integratie afhankelijk van de uitvoeringscapaciteit van UWV. Inzet van re-integratie is immers maatwerk. Allereerst is persoonlijke ondersteuning nodig om de kansen en mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigden in kaart te brengen en vast te stellen welke vorm van ondersteuning de beste weg naar werk is. De uitvoeringscapaciteit bepaalt in welke mate en met welke intensiteit de doelgroep opgepakt kan worden. In het regeerakkoord heeft de regering structureel middelen vrijgemaakt om de capaciteit voor persoonlijke ondersteuning aan arbeidsgehandicapten te versterken met ingang van 2019. Naar verwachting zorgt deze uitbreiding voor een grotere benutting van de beschikbare re-integratiemiddelen. Teneinde overschrijding van het totale budget te voorkomen raamt SZW in overleg met UWV de uitgaven aan werkvoorzieningen. Het resterende budget kan UWV inzetten voor de inkoop van trajecten.

We zijn het met de Rekenkamer eens dat het inzicht van het parlement in de benutting van de beschikbare re-integratiemiddelen verbeterd kan worden. De verdeling van het re-integratiebudget in premiegefinancierde- en begrotingsgefinancierde uitgaven wordt in zowel de ontwerpbegroting als in het departementale jaarverslag vermeld. We zullen bezien of deze informatie in samenhang kan worden gepresenteerd, waardoor ook de totale (begrote) uitgaven aan re-integratie beter inzichtelijk zijn.

Daarnaast vinden we het van belang dat onderzoek plaatsvindt naar de effectiviteit van instrumenten gericht op re-integratie. In dit kader werken we samen met het UWV aan een breed onderzoeksprogramma.

Vraag 8

Op basis waarvan wordt bepaald hoe het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) het geld verdeelt tussen re-integratievoorzieningen en werkvoorzieningen?

Antwoord 8

Bij het verdelen van het re-integratiebudget tussen re-integratievoorzieningen en werkvoorzieningen wordt er in eerste instantie naar het aantal benodigde werkvoorzieningen gekeken. Arbeidsbeperkten die binnen de doelgroep vallen hebben recht op de voorzieningen die zij nodig hebben om aan de slag te blijven op hun werkplek. Het resterende re-integratiebudget is beschikbaar voor het inkopen van onder andere re-integratietrajecten en scholing.

Vraag 9

Wat is de reden dat de besteding van het re-integratiebudget achterblijft? Ligt dat aan de omvang van de doelgroep of de noodzaak van begeleiding bij de doelgroep?

Antwoord 9

Het budget voor re-integratie Wajong wordt gebruikt voor de inkoop van zowel re-integratietrajecten als werkvoorzieningen. Er is in 2017 iets minder uitgegeven aan de inkoop van werkvoorzieningen voor werkende Wajongers dan in 2016. Het aantal werkende Wajongers is echter wel toegenomen ten opzichte van 2016. Daarnaast is er sprake van een stijging van het aantal ingekochte re-integratiediensten (trajecten) in 2017 ten opzichte van 2016 van bijna 17% (dit is gebaseerd op gegevens uit het UWV Jaarverslag 2017). Een groot deel van de uitgaven aan deze trajecten wordt echter pas in 2018 en 2019 gedaan, en is daarom niet in het jaarverslag 2017 terug te zien.

Vraag 10

Zijn er nog andere oorzaken voor het achterblijven van de inkoop van re-integratietrajecten dan genoemd op pagina 27 en 28 (van rapport Algemene Rekenkamer)?

Antwoord 10

Voor zover bekend zijn er geen andere oorzaken voor het achterblijven van de inkoop van re-integratietrajecten.

Vraag 11

Wordt bij de bepaling van het budget van het UWV voor re-integratie- en werkvoorzieningen ook gekeken naar de kenmerken van de doelgroep?

Antwoord 11

Het beschikbare re-integratiebudget is een taakstellend budget met een meerjarig tijdpad. Het budget loopt af in de tijd, omdat met het afsluiten van de instroom van de Wajong2010 de omvang van de doelgroep ook zal afnemen. De benutting van de beschikbare middelen wordt op de voet gevolgd. Wanneer mogelijke knelpunten ontstaan door grote veranderingen in de kenmerken van de doelgroep wordt overlegd met UWV.

Vraag 12

Hoeveel extra geld had het UWV in 2017 nodig gehad om iedereen die dat nodig had te kunnen begeleiden naar een re-integratietraject?

Antwoord 12

Hoeveel dienstverlening er nodig is om iemand klaar te maken voor een re-integratietraject wisselt sterk per persoon. Het doel van re-integratie en bijbehorende ondersteuning via de re-integratiebudgetten van UWV zijn het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het (weer) aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten en het aan het werk houden van mensen met een arbeidsbeperking. Dit is maatwerk en niet voor iedereen is het inkopen van een re-integratietraject de beste weg. Hierdoor is het niet mogelijk om een inschatting te maken hoeveel geld UWV nodig zou hebben gehad om iedereen die dat nodig had te kunnen begeleiden naar een re-integratietraject.

Vraag 13

Wat was de beoogde doelstelling van re-integratie en is deze behaald?

Antwoord 13

Het doel van re-integratie en bijbehorende ondersteuning via de re-integratiebudgetten van UWV zijn het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het (weer) aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten en het aan het werk houden van mensen met een arbeidsbeperking. De SZW-begroting bevat geen specifieke doelstelling voor re-integratie. In het kader van de aansturing van UWV heeft de Minister van SZW een prestatie-indicator afgesproken voor de re-integratie van Wajongers. UWV heeft in 2017 de prestatie-indicator «Aantal geplaatste Wajongers» (8.000) met 8.400 plaatsingen ruimschoots gerealiseerd. UWV rapporteert daarnaast over het aantal mensen dat UWV met een arbeidshandicap aan het werk heeft geholpen. In 2017 heeft UWV 13.000 mensen met een arbeidshandicap aan het werk geholpen.

Vraag 14

Waarom worden Europese bijdragen aan het UWV niet gemeld in het jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?

Antwoord 14

De Europese bijdragen aan het UWV, in de vorm van een ESF-subsidie, wordt gemeld op pagina’s 27 en 68 van het jaarverslag van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Vraag 15

Welke stappen worden ondernomen om het systeem van het UWV beter te laten aansluiten op de gemeentelijke systemen?

Antwoord 15

Om meer mensen aan het werk te helpen is het van groot belang dat de publieke partijen die hierin een wettelijke verantwoordelijkheid hebben goed samenwerken Een onderdeel daarvan is ook dat de systemen goed communiceren. Afgelopen tijd zijn de processen ingericht om te zorgen dat er gegevens (bijvoorbeeld over loonwaarde) van gemeenten naar UWV kunnen en andersom. Deze werken technisch goed. Evenals de processen rondom het doelgroepenregister, de no-riskpolis en het vangnet. Daarnaast zijn er stappen gezet waardoor de klantprofielen van gemeenten automatisch, met datascripts, over kunnen gaan naar Sonar, het systeem van UWV.

De uitwisseling van matchingsgegevens kan nog worden vergemakkelijkt als er gewerkt wordt met een standaard dataset. In de verkenning binnen het Programma Matchen op Werk wordt dit meegenomen. Hierover informeren we uw Kamer na de zomer.

Vraag 16

Wat is er nodig om de systemen van het UWV en de gemeenten beter op elkaar te laten aansluiten?

Antwoord 16

Zie antwoord op vraag 15.

Vraag 17

Wat is de ontwikkeling in het openstellen van het aantal klantprofielen sinds de inwerkintreding van de Participatiewet?

Antwoord 17

In 2017 had UWV voor ruim 80.000 werkzoekenden klantprofielen opgesteld. Gemeenten blijven daarbij achter. Daarom worden gemeenten en arbeidsmarktregio’s intensief ondersteund bij het inzichtelijk maken van hun kandidatenbestand. Zo hebben centrumgemeenten vorig jaar een financiële bijdrage ontvangen als stimulans om het aantal gemeentelijke klantprofielen op het gewenste niveau te krijgen. Ook faciliteert UWV gemeenten bij het invoeren van klantprofielen in de systemen van UWV (en daarmee ook de Kandidatenverkenner banenafspraak) en kunnen gemeenten bij UWV een lijst opvragen met burgers behorend tot de doelgroep banenafspraak.

De Kandidatenverkenner werd gelanceerd in september 2016. Er is tussentijds een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd in de programmatuur. Inmiddels is het aantal profielen vanuit gemeenten toegenomen tot 5000. Vanuit gemeenten blijft een inspanning nodig om de transparantie te vergroten. Inzicht in het bestand van werkzoekenden is essentieel om meer mensen aan het werk te krijgen. Op dit moment loopt er een evaluatie. Er worden gesprekken gevoerd met gebruikers van de Kandidatenverkenner. De uitkomsten hiervan worden binnenkort verwacht en gebruikt voor een eventuele doorontwikkeling. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd.

Vraag 18

Wat is de stand van zaken tot het verbetertraject van de kandidatenverkenner?

Antwoord 18

Zie antwoord op vraag 17.

Vraag 19

Op welke manier wordt er gewerkt aan het beter laten aansluiten van Sonar op gemeentelijke systemen met klantprofielen?

Antwoord 19

Zie antwoord op vraag 15.

Vraag 20

Wat is precies de stand van zaken met betrekking tot de herindelingsoperatie Wajong, wat is de prognose van de herindeling voor de komende jaren en wat is de planning van het bijbehorende re-integratiebudget?

Antwoord 20

UWV heeft de herindelingsoperatie Wajong afgerond. Alle Wajongers (ruim 240.000) zijn ingedeeld in de groep met arbeidsvermogen (ruim 116.000) of de groep met duurzaam geen arbeidsvermogen (ruim 119.000). De circa 5.000 Wajongers in de studieregeling worden ingedeeld op het moment dat zij de studie afsluiten. De herindelingsoperatie was een eenmalige operatie.

Van de groep met arbeidsvermogen werken circa 58.000 Wajongers. Voor hen zet UWV werkvoorzieningen is zoals jobcoaching en voorzieningen voor woon/werkverkeer. De overige Wajongers met arbeidsvermogen worden door UWV ondersteund met persoonlijke dienstverlening en/of ingekochte re-integratietrajecten. Het beschikbare re-integratiebudget is een taakstellend budget met een meerjarig tijdpad dat niet meebeweegt met het volume van de doelgroep. Deze middelen worden ingezet ter financiering van de werkvoorzieningen en inkoop van re-integratietrajecten. Het re-integratiebudget loopt af in de tijd. Vooralsnog worden de beschikbare middelen nog niet volledig uitgenut. De benutting van de beschikbare middelen worden op de voet gevolgd en er wordt overleg met UWV wanneer mogelijke knelpunten ontstaan.

Vraag 21

Is het mogelijk om de concretere doelstellingen van het re-integratiebeleid zoals geformuleerd door de Algemene Rekenkamer, de prognose van het aantal in te kopen werkvoorzieningen en re-integratietrajecten per doelgroep, op te nemen in de begroting en in het jaarverslag te koppelen aan de realisaties?

Antwoord 21

Nee.

Het doel van re-integratie en bijbehorende ondersteuning via de re-integratiebudgetten van UWV zijn het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, het (weer) aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten en het aan het werk houden van mensen met een arbeidsbeperking.

Het inkopen van re-integratie-instrumenten is geen doel op zich, maar een middel om mensen te ondersteunen naar werk. UWV krijgt de beschikking over een, binnen het SZA-kader, in de SZW-begroting vastgesteld maximum re-integratiebudget. SZW stuurt daarbij op het niet overschrijden van dit budget.

We zijn het met de Rekenkamer eens dat het inzicht van het parlement in de benutting van de beschikbare re-integratiemiddelen verbeterd kan worden. De verdeling van het re-integratiebudget in premiegefinancierde- en begrotingsgefinancierde uitgaven wordt in zowel de ontwerpbegroting als in het departementale jaarverslag vermeld. We zullen bezien of deze informatie in samenhang kan worden gepresenteerd, waardoor ook de totale (begrote) uitgaven aan re-integratie beter inzichtelijk zijn.

Daarnaast vinden we het van belang dat onderzoek plaatsvindt naar de effectiviteit van instrumenten gericht op re-integratie. In dit kader werken we samen met het UWV aan een breed onderzoeksprogramma.

Vraag 22

Op welk onderzoeksprogramma (in het kader van de effectiviteit van re-integratie-instrumenten) doelt u en hoe is/wordt de Kamer daarover geïnformeerd?

Antwoord 22

SZW is samen met UWV een kennisprogramma gestart ter verbetering van het inzicht in de effectiviteit van re-integratie voor mensen met een arbeidsbeperking die onder de verantwoordelijkheid van UWV vallen. Het kennisprogramma richt zich op de interventies die mensen helpen om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en mensen helpen om werk te vinden en te behouden. Doel van dit programma is het verbeteren van de activerende dienstverlening door UWV en door UWV gecontracteerde re-integratiebureaus en instrumenten effectiever in te zetten. Uw Kamer wordt via de reguliere kanalen geïnformeerd over de uitkomsten van dit programma.