Kamerstuk 34950-IIA-1

Jaarverslag Staten-Generaal 2017

Dossier: Jaarverslag en slotwet Staten-Generaal 2017

Gepubliceerd: 16 mei 2018
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34950-IIA-1.html
ID: 34950-IIA-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

Aangeboden 16 mei 2018

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen (x € 1 mln.)*

Gerealiseerde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen (x € 1 mln.)*

* Door het afronden van de bedragen in miljoenen per artikel, kan een afrondingsverschil in het totaal op hoofdstukniveau ontstaan.

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen (x € 1 mln.)*

Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen (x € 1 mln.)*

* Door het afronden van de bedragen in miljoenen per artikel, kan een afrondingsverschil in het totaal op hoofdstukniveau ontstaan.

Inhoudsopgave

A.

ALGEMEEN

4

 

1.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

4

 

2.

Leeswijzer

7

       

B.

BELEIDSVERSLAG

9

 

3.

Beleidsartikelen

9

   

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

9

   

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

13

   

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

16

   

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

22

 

4.

Niet-beleidsartikel

23

   

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

23

 

5.

Bedrijfsvoeringparagraaf

24

       

C.

JAARREKENING

27

 

6.

Verantwoordingsstaat

27

 

7.

Saldibalans

28

 

8.

WNT verantwoording 2017 – Staten-Generaal

32

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2017 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37, tweede en derde lid, en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2017 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer op basis van artikel 7.12, van de Comptabiliteitswet 2016, over:

  • a. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in artikel 3.8 van de Comptabiliteitswet 2016;

  • b. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, bedoeld in artikel 3.9 van de Comptabiliteitswet 2016;

  • c. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk, bedoeld in artikel 2.35 van de Comptabiliteitswet 2016;

  • d. het gevoerde begrotingsbeheer, het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering, bedoeld in de artikelen 3.2 tot en met 3.4 van de Comptabiliteitswet 2016 en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • e. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk stukken voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2017;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2017 opgenomen rijksrekening van uitgaven en geraamde ontvangsten over 2017, alsmede over de rijkssaldibalans over 2017 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2017 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2017 is als volgt opgebouwd:

  • A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

  • B. het beleidsverslag met de artikelen en de Bedrijfsvoeringsparagraaf;

  • C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat; de saldibalans en de WNT-verantwoording 2017.

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaatsartikel. In de toelichting per artikelonderdeel is een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de jaarverslagen en slotwetten over 2017 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139. Het betreft met name de volgende artikelen:

Artikelen in CW 2016 en CW 2001

Art. in CW 2016

Art. in CW 2001

3.2 – 3.4

19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid

3.5

22, eerste lid; 26, eerste lid

3.8

58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid

3.9

58, eerste lid, onderdeel b en c

2.37

60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid

2.35

61, tweede tot en met vierde lid

2.40

64

7.12

82, eerste lid; 83, eerste lid

7.14

82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid

Beleidsverslag

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidsconclusies

  • D. Budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op het artikelonderdeel

Budgettaire gevolgen van beleid

In de toelichting op de artikelonderdelen wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2017 en de realisatie 2017.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

De Bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

3. BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

C Beleidsconclusies

Gegeven de algemene doelstelling worden jaarlijks accenten gelegd. Voor 2017 zag de Eerste Kamer de volgende bijzondere aandachtspunten:

  • 1. Europese samenwerking

  • 2. Verdere ontwikkeling digitaal parlement

  • 3. Beheer gebouwen

  • 4. Opzet eigen automatiseringsafdeling, los van de Tweede Kamer.

  • 5. Organisatieontwikkeling

Europese samenwerking

Op Europees vlak vindt intensievere samenwerking plaats op het niveau van de Speakers Conference (voorzitters van nationale parlementen en het Europees parlement), de Interparlementaire Conferentie die toezicht houdt op het Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie en op het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), de interparlementaire samenwerking in het kader van het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie, de COSAC en in interparlementaire samenwerking en uitwisseling van informatie op velerlei beleidsterreinen.

Verdere ontwikkeling digitaal parlement

De Eerste Kamer heeft haar werkzaamheden vergaand gedigitaliseerd, onder meer door middel van een aparte Vergaderapp. Op basis van het rapport van de Tijdelijke commissie werkwijze Eerste Kamer wordt het digitale parlement verder doorontwikkeld in 2018.

Beheer gebouwen

Tijdens de renovatie van het Binnenhof – waarschijnlijk vanaf midden jaar 2020 – zal de Eerste Kamer verhuizen naar het pand Lange Voorhout 34–36/Kazernestraat. In dit pand was de Hoge Raad gehuisvest en eerder de Koninklijke Bibliotheek. De Eerste Kamer gaat een begin maken met inrichten van dit project. Rijksvastgoedbedrijf coördineert de renovatie.

Opzet eigen automatiseringsafdeling

In jaar 2017 is een begin gemaakt met de loskoppeling van de «Dienst Automatisering(DA)» van de Tweede Kamer.

Organisatieontwikkeling

In jaar 2017 zijn samen met adviesdienst EC&OP organisatie en de functies herschreven, met de competenties en competentieprofielen, naar de huidige situatie. Tevens zijn kerncompetenties van de griffie Eerste Kamer vastgesteld. Verder heeft de Tijdelijke commissie Werkwijze Eerste Kamer een rapport gepubliceerd met een aantal aanbevelingen over de eigen (interne) werkwijze, die in 2018 zullen worden geïmplementeerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Art.nr.

Verplichtingen:

11.844

9.915

11.047

11.732

11.711

11.940

– 229

                 
 

Uitgaven:

11.807

9.938

11.017

11.771

10.889

11.940

– 1.051

                 

1.1

Apparaat Eerste Kamer

6.530

6.528

7.086

8.317

7.363

8.260

– 897

                 

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.304

3.346

3.368

3.360

3.439

3.607

– 168

                 

1.3

Verenigde vergadering

1.973

64

563

94

87

73

14

                 
 

Ontvangsten:

204

101

213

198

169

140

29

E Toelichting artikelonderdeel

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling, maar zorgvuldig zal ramen, rekening houdend met de toestand van ’s Rijks financiën.

1.1 Apparaat Eerste Kamer
Specificatie apparaatsuitgaven

Apparaat

2017

Personeel

4.187.703

Eigen personeel

3.997.199

Externe inhuur

69.738

Overig personeel

120.766

Materieel

3.174.667

Overig (Leden EK)

3.439.111

Overig (Prinsjesdag)

87.131

Totaal apparaat

10.888.612

Personeel

In 2017 heeft er geen personeelsuitbreiding plaatsgevonden, en er is aanzienlijk minder uitgeput dan eerder begroot, doordat er tussentijds personeel vertrok. Ook de Overige personeelsuitgaven waren minder dan begroot, door minder inhuur uitzendkrachten op formatiebasis.

Materieel

In tegenstelling tot de verwachting is er in 2017 minder uitgeput dan eerder begroot. Dit komt o.a. door de volgende posten: minder Vergoeding reis- en verblijfkosten buitenland, minder Publiciteitskosten (o.a. Websitekosten).

1.2 Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

Vergoeding Leden Eerste Kamer der Staten-Generaal

Minder «Vergoedingen voor werkzaamheden», door vertrekkende Leden; en door lagere cao stijging dan verwacht.

1.3 Verenigde vergadering

Europese samenwerking

Op Europees vlak vindt intensieve samenwerking plaats op het niveau van de Speakers Conference (voorzitters van nationale parlementen het Europees parlement), de Interparlementaire Conferentie die toezicht houdt op het Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid en Defensiebeleid (GBVB/GVDB) van de Europese Unie, de interparlementaire samenwerking in het kader van het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie, de COSAC en in interparlementaire samenwerking en uitwisseling van informatie en velerlei beleidsterreinen. Dit uit zich in 2017 ook in de buitenlandse reizen (zie ook post «Materieel»).

Verdere ontwikkeling digitaal parlement

De Eerste Kamer is het eerste parlementaire huis ter wereld dat agenda’s en vergaderstukken in beginsel uitsluitend digitaal (via de «Eerste Kamer App») aan haar Leden aanbiedt. In het content managementsysteem en de websites van de Kamer zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. De digitalisering van de stukkenstroom is, ook buiten het kader van het vergadercircuit, in 2017 verder verfijnd.

Beheer gebouwen

Voor het gehele gebouw van de Eerste Kamer (inclusief het deel dat van de Raad van State is overgenomen) blijft een grootscheepse renovatie (met name ook installatietechnisch) op termijn noodzakelijk. In 2014 heeft overleg met de Rijksvastgoedbedrijf plaatsgevonden om nader te bezien wat er aan technische aanpassingen aan het gebouw noodzakelijk en mogelijk is. Een verhuizing, om de verbouwing ordentelijk te kunnen laten verlopen, vindt waarschijnlijk vanaf jaar 2020 plaats.

Ontvangsten

Ontvangsten zijn in 2017 o.a. beïnvloed door Restaurant Eerste Kamer, Fractie terugbetalingen en verkoop iPad 's en telefoons.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer geraamd, alsmede hun nagelaten betrekkingen en, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Zorgdragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden.

Tabel 2.1 Aantallen deelgerechtigden
 

2014

2015

2016

2017

Pensioenen oud-leden

455

460

455

448

Wachtgelden oud-leden

55

36

15

69

Totaal

510

496

470

517

Tabel 2.2
 

2013

2014

2015

2016

2017

2.1 schadeloosstelling

18.700

18.801

19.304

22.583

22.180

gemiddeld per lid TK

125

125

129

152

148

2. 2 pensioenen en wachtgelden

10.999

8.859

8.775

8.606

11.296

– totaal 1 en 2

26.699

27.660

28.079

31.189

33.476

gemiddeld per lid TK

198

184

187

208

223

2.3 schadeloosstelling leden Europarlement

191

144

99

103

103

Gemiddeld per lid EP

96

96

99

103

103

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Art.nr.

Verplichtingen:

29.890

27.804

28.227

31.243

33.580

31.675

1.905

                 
 

Uitgaven:

29.890

27.804

28.178

31.292

33.580

31.675

1.905

                 

2.1

Schadeloosstelling

18.700

18.801

19.304

22.583

22.181

19.986

2.195

                 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

10.999

8.859

8.775

8.606

11.296

11.586

– 290

                 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

191

144

99

103

103

103

0

                 
 

Ontvangsten:

86

34

51

33

25

86

– 61

E Toelichting artikelonderdeel
2.1 Schadeloosstelling

In 2017 zijn de totale uitgaven op dit onderdeel hoger dan begroot (€ 2,194 mln.). Dit betreft o.a. de eindheffing over 2016, die is in 2017 betaald en bedroeg (€ 2,634 mln.). Verder is aan de schadeloosstelling in 2017 € – 0,358 mln. minder betaald dan in 2016. Aan pensioenpremie is € 0,088 mln. meer betaald.

2.2 Pensioenen en wachtgelden

Op dit artikelonderdeel worden de pensioenen, de wachtgelden, de outplacementregeling voor oud-leden en de uitvoeringskosten van het USZO/ABP betaald. Op dit onderdeel is een overschot ontstaan van € 0,29 mln.

De uitgaven voor wachtgelden oud-leden laten een stijging zien ten opzichte van 2016. De uitgaven zijn gestegen van € 1,278 mln. in 2016 naar € 4,261 mln. in 2017. De verkiezingen in 2017 zijn hiervoor een verklaring.

Op dit artikel wordt ook de outplacementregeling van oud-leden betaald. In 2017 ging dit om een bedrag van € 0,842 mln. (in 2016 € 0,015 mln.).

De uitgaven aan pensioenen laten een daling zien (€ 6,948 mln. in 2016 en € 5,826 mln. in 2017). De uitgaven voor de pensioenen zijn moeilijk voorspelbaar als gevolg van het ontbreken van inzicht in het moment van instroom van pensioengerechtigde oud-leden. De daling van de wachtgelden oud-leden ligt in de beperking van de duur als gevolg van wijziging van de APPA. Daarnaast is het moment dat een oud-lid een nieuwe baan verwerft van invloed.

2.3 Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

Vanaf de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 worden er geen Europarlementariërs meer betaald door de Tweede Kamer, met uitzondering van één herkozen lid. Deze blijft tot de volgende Europese Verkiezingen op de begroting van de Tweede Kamer drukken, tenzij dit lid wederom herkozen wordt.

Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit wil zij verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2014 – 2017) de uitgaven per artikelonderdeel binnen dit artikel als totaal en als gemiddelde per Kamerzetel opgenomen.

Tabel 3.1 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel
(bedragen x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

– apparaatskosten

61.759

68.292

68.639

68.177

– kennis en onderzoek

719

180

160

165

– publicatie officiële documenten

1.768

1.512

1.528

1.525

– fractiekosten

25.730

27.431

26.813

33.601

– uitzending leden

333

298

187

131

– enquêtes

2.215

1.230

115

0

– bijdrage ProDemos

1.672

1.867

1.751

totaal artikel 3

92.524

100.615

99.309

105.348

gemiddeld per zetel

617

671

662

702

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C Beleidsconclusies

Speerpunten en aandachtspunten 2017

Het presidium had de volgende speerpunten:

Informatiepositie Kamer

In maart 2017 is een nieuwe Kamer aangetreden, met 71 nieuwe Kamerleden. In oktober 2017 stond een nieuw kabinet op de trappen van het bordes, wat betekende dat er nog twaalf nieuwe Kamerleden aantraden, onder wie een aantal bekende gezichten. In totaal zijn er tachtig nieuwe Kamerleden begonnen. Zowel de (nieuwe) Kamerleden als de (nieuwe) bewindspersonen zijn en worden – met cursussen of in kennismakingsgesprekken – geïnformeerd over de informatieplicht die het kabinet in de richting van de Kamer heeft, voortvloeiend uit artikel 68 van de Grondwet. Te vaak nog moeten Kamerleden of -commissies vragen om informatie die de regering uit eigen beweging had kunnen verstrekken. De nieuwe Kamerleden zijn allen wegwijs gemaakt in het Kamerwerk via het zgn. informatieplein en door middel van cursussen, een formule die prima is bevallen. De kabinetsformatie was de tweede die onder regie van de Kamer is uitgevoerd. De Kamer heeft de voorzieningen geboden die nodig waren, waarbij zich geen problemen hebben voorgedaan

Transparantie Kamerwerk en betere ontsluiting digitale informatie

De transparantie van het parlementaire proces is verbeterd door onder meer de doorontwikkeling van audiovisuele faciliteiten. Zo zijn de functionaliteiten en het gebruiksgemak van de app Debat Direct in 2017 verder verbeterd. De vormgeving van de nieuwe website is over de gehele linie doorgevoerd en er zijn nadere stappen gezet om informatie nog toegankelijker en gestructureerder weer te geven. Belangrijk daarin is de introductie van de wetgevingsmonitor, waarmee belangstellenden – ambtenaren, wetenschappers, journalisten en burgers – beter inzicht krijgen in de bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstellen. Met de wetgevingsmonitor ziet iedereen in welke fase van het proces een wetsvoorstel zich bevindt, door welke commissie het wordt behandeld, wie de indiener is, om wat voor soort wet het gaat en wanneer het wetsvoorstel is ingediend. De live ondertiteling van het mondeling vragenuur is vanaf februari 2017 een feit. De ondertiteling is beschikbaar via een aparte livestream. Het live ondertitelen wordt verder uitgebreid. Als eerste krijgen belangrijke plenaire debatten en debatten waar veel publieke belangstelling voor bestaat een live ondertiteling. Eén van de gevolgen van méér openheid, is dat de afhankelijkheid van de digitale infrastructuur steeds groter wordt. Daarmee is ook de beveiliging van de digitale infrastructuur en informatie een groeiend aandachtspunt. In overleg met relevante en kundige overheidsinstanties en met een intensivering van de eigen maatregelen en voorzieningen is de beveiliging tegen cybercrime geïntensiveerd. De Tweede Kamer trekt veel bezoekers. Mensen komen voor debatten, tentoonstellingen en groepsbezoeken aan bijv. fracties. In 2017 kwam het aantal bezoekers uit op 87.365. Via ProDemos bezochten nog eens 93.000 jongeren de Kamer en daarnaast werden nog 32.491 andere bezoekers/toeristen door ProDemos rondgeleid. Voor het eerst heeft de Tweede Kamer op Bevrijdingsdag het Kamergebouw opengesteld voor bezoekers. Deelname aan het Bevrijdingsfestival levert een bijdrage aan meer openheid van de Kamer. Op 5 mei 2017 waren er diverse optredens in de centrale hal van de Tweede Kamer en ook de Plenaire Zaal was open voor het publiek. In totaal hebben 3.000 mensen de Kamer op 5 mei bezocht. Dit aantal is apart geregistreerd en komt bovenop de eerder genoemde bezoekersaantallen.

Onderstaande aandachtspunten dragen bij aan de invulling van de speerpunten:

Renovatie Binnenhof/verhuizing naar Bezuidenhoutseweg

In 2017 heeft de nieuw ingestelde Bouwbegeleidingscommissie een voortvarende start gemaakt en zijn in afstemming met het presidium ontwerpkeuzes gemaakt voor zowel de voorlopige huisvesting als de renovatie. Een projectteam is ingesteld om de Bouwbegeleidingscommissie hierbij te ondersteunen en om de belangen van de Tweede Kamer te behartigen in de samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf. Voor medewerkers hebben er verschillende informatiebijeenkomsten plaatsgevonden. Daarnaast zijn er rondleidingen georganiseerd door het gebouw aan de Bezuidenhoutseweg.

Reorganisatie Kamerorganisatie

Om de Kamerambities te kunnen verwezenlijken, is gebouwd aan een professionele, slagvaardige ambtelijke organisatie. Op dit terrein zijn er in 2016 en 2017 de eerste stappen gezet. De volgende diensten zijn gereorganiseerd, of hebben een reorganisatie in gang gezet:

  • Communicatie;

  • DIV, deze dienst is in het kader van de uitvoering van de aanbevelingen van de Klankbordgroep versterking van de kennis- en onderzoeksfunctie (KVKO) opgegaan in de nieuwe dienst Analyse en onderzoek (DAO) en de nieuwe dienst Informatie en archief (DIA);

  • BOR, opgegaan in de nieuwe dienst Analyse en onderzoek (DAO);

  • Dienst Automatisering;

  • P&O;

  • Facilitaire Dienst (schoonmaak).

Ter bevordering van een goed sociaal klimaat is het beleid rondom ongewenste omgangsvormen opgenomen in het introductieprogramma en hebben de vertrouwenspersonen trainingen gevolgd. De gesprekken met medewerkers over hun resultaten en ontwikkeling zijn in 2017 verdubbeld ten opzichte van 2016. In het kader van het leiderschapsprogramma heeft elk diensthoofd een ontwikkelassessment doorlopen

Risico’s

De Tweede Kamer heeft de taakstelling van kabinet-Rutte I op de beïnvloedbare politieke artikelen structureel ingevuld, hierdoor is de ruimte voor innovatie sterk afgenomen.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Art.nr.

Verplichtingen:

97.690

99.047

100.320

96.927

108.035

101.005

7.030

 

Waarvan garantieverplichtingen

421

0

0

0

1.129

0

1.129

                 
 

Uitgaven:

95.429

92.524

100.615

99.309

105.349

101.005

4.344

                 

3.1

Apparaat Tweede Kamer

64.281

61.759

68.292

68.639

68.177

66.327

1.850

                 

3.2

Onderzoeksbudget

927

719

180

160

164

2.190

– 2.026

                 

3.3

Drukwerk

2.432

1.768

1.512

1.528

1.525

1.782

– 257

                 

3.4

Fractiekosten

27.077

25.730

27.431

26.813

33.601

28.364

5.237

                 

3.5

Uitzending leden

186

333

298

187

131

430

– 299

                 

3.6

Parlementaire enquêtes

526

2.215

1.230

115

0

0

0

                 

3.7

Bijdrage ProDemos

0

0

1.672

1.867

1.751

1.912

– 161

                 
 

Ontvangsten:

4.766

4.385

5.845

5.001

3.669

3.966

– 297

E Toelichting artikelonderdeel
3.1 Apparaat Tweede Kamer

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is sprake van een overschrijding van € 1,85 mln. De overschrijding is verklaarbaar vanuit een stijging van de lonen. Daarnaast is 2017 geïnvesteerd in de Informatiebeveiliging, ook zijn de uitgaven voor de formatie op dit artikelonderdeel betaald.

Specificatie apparaatsuitgaven
(bedragen x € 1.000)

Apparaat

2017

Personeel

 

Eigen personeel

37.318

Externe inhuur

4.421

Overig personeel

1.313

Materieel

 

Overig materieel

25.125

Totaal apparaat

68.177

Toelichting

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstuk 32 360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel. Concreet betekent dit dat de Tweede Kamer in een begrotingsjaar ongeveer € 4,0 mln. mag uitgeven aan niet-formatief personeel. In 2017 heeft de Tweede Kamer aan deze norm te voldaan.

Werkkostenregeling

Sinds 2013 worden in het kader van de «werkkostenregeling» de reis- en overige kostenvergoedingen aan de Kamerleden netto uitbetaald. Hierdoor was er sprake van financiële vrijval op het artikelonderdeel «schadeloosstelling». Deze vrijval, waarvan het structurele karakter niet vaststaat, is in de afgelopen jaren (na reallocatie naar artikel «Apparaat») ingezet voor de realisatie van diverse grotere (ICT)-projecten (digitaal parlement).

De toevoeging van andere Rijksorganisaties en de verlaging van de vrije ruimte van 1,5% naar 1,2% heeft in 2015 en 2016 Rijksbreed geresulteerd in een overschrijding. De Tweede Kamer heeft een eindheffing over 2016 ontvangen van € 2,634 mln. (betaling heeft plaatsgevonden in 2017).

3.2 Onderzoeksbudget

Dit betreft de uitgaven voor de Toekomst- en Onderzoek agenda. In 2017 hebben beperkt onderzoeken plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een onderbenutting van € 2,025 mln. in 2017.

3.3 Drukwerk

Deze begrotingspost betreft de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en Officiële publicaties op Overheid.nl. De uitgaven in 2017 zijn lager dan begroot er is sprake van een overschot van circa € 0,257 mln.

3.4 Fractiekosten

De fracties ontvangen op grond van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer een vergoeding per Kamerzetel. De regeling kent bijzondere bepalingen met betrekking tot wijzigingen als gevolg van de uitslag bij verkiezingen. Nieuwe of gegroeide fracties ontvangen per direct een hogere bijdrage. Fracties die afnemen in omvang houden nog twaalf maanden de oude, hogere, bijdrage. Fracties die de Kamer verlaten ontvangen nog 5 maanden een bijdrage.

Als gevolg van de verkiezingen zijn de uitgaven voor de fractiekosten € 31,98 mln. Dit is € 6,787 mln. hoger dan in 2016 (uitgaven € 26,39 mln.). De grote politieke verschuiving na verkiezingen hebben geleid tot deze hogere uitgaven.

Daarnaast is in het presidium van 1 november 2017 besloten dat de fracties een compensatie van 1% ontvangen ter dekking van de loonkostenstijging in 2017. Dit bedrag is eind 2017 uitbetaald.

Op dit artikel is ook een bedrag van € 1,621 mln. betaald. Dit bedrag heeft betrekking op het beroep op de trekkingsrechten conform de oude regeling.

Met de invoering van de nieuwe Regeling in 2014 is de bevoorschotting op 100% gesteld en vindt er geen opbouw van trekkingsrechten plaats.

Per ultimo 2017 staat een bedrag van € 7,96 mln. open aan trekkingsrechten. Verwachting is dat dit bedrag in de komende jaren verder zal dalen.

3.5 Uitzending Leden

Er zijn in 2017 minder reizen gemaakt dan voorzien. Dit resulteert in een onderbenutting van € 0,3 mln.

3.7 Bijdrage ProDemos

De bijdrage aan ProDemos wordt verstrekt op basis van de door ProDemos opgestelde activiteitenbegroting . De bijdrage bedraagt 90% van het bedrag dat door de Tweede Kamer is opgenomen in de begroting. De overige 10% wordt verstrekt na ontvangst van de jaarrekening en accountantsverklaring. Daarnaast vindt er toetsing plaats aan de spelregels zoals die in het Convenant tussen ProDemos en de Tweede Kamer is opgenomen.

Ontvangsten

In 2017 is € 3,7 mln. ontvangen. De ontvangsten bestaan uit diverse posten. Zoals de omzet van het restaurantbedrijf, doorbelastingen aan derden en inhoudingen op lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschap- en bevallingsuitkeringen. De totale ontvangsten zijn € 0,298 mln. lager dan begroot.

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Art.nr.

Verplichtingen:

1.285

1.589

944

1.070

1.098

1.472

– 374

                 
 

Uitgaven:

1.384

1.799

1.357

1.070

1.008

1.472

– 464

                 

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.384

1.799

1.357

1.070

1.008

1.472

– 464

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

23

– 23

E Toelichting artikelonderdeel
4.3 Interparlementaire betrekkingen

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer kent één artikelonderdeel, namelijk «interparlementaire betrekkingen». Dit artikelonderdeel heeft een vijftal subcategorieën. Twee daarvan hebben betrekking op contributies aan internationale organisaties en één op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties en vertegenwoordigers van internationale organisaties. De twee overige categorieën betreffen reizen naar de Overzeese gebiedsdelen en het reizen naar internationale organisaties. De onderbenutting 2017 bevindt zich voor het overgrote deel op het onderdeel uitzending leden en ambtenaren van de Staten-Generaal (€ 0,15 mln.) en voor een kleiner deel op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties (€ 0,11 mln.).

4. NIET-BELEIDSARTIKEL

10. Nominaal en onvoorzien

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

0

0

– 1.912

1.912

                 
 

Uitgaven:

0

0

0

0

0

– 1.912

1.912

                 

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

– waarvan programma

     

0

0

0

0

– waarvan apparaat

     

0

0

0

0

                 

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

– waarvan programma

     

0

0

0

0

– waarvan apparaat

     

0

0

0

0

                 

10.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

– 1.912

1.912

                 
 

Ontvangsten:

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Dit bedrag heeft betrekking op een deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I en II die zowel betrekking heeft op de EK als de TK. Voor de TK geldt dat dit gaat om het deel van de ombuigingstaakstelling van Rutte I dat niet wordt geaccepteerd om dat het hier gaat om niet beïnvloedbare uitgaven (schadeloosstelling, pensioenen en wachtgelden aan de oud-leden).

5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid

In 2017 is uitsluitend betaald na levering van een product of dienst. Voor alle leveringen die groter zijn dan € 5.000,00 excl. BTW worden er meerdere offertes aangevraagd en wordt in ieder geval een opdrachtbrief gemaakt, waarin bij derden (niet zijnde onderdelen van de Staat der Nederlanden) wordt verwezen naar de ARVODI 2016 (zie www.rijksoverheid.nl). Bovendien wordt bij bedragen groter dan € 5.000,00 excl. BTW de verplichting aangemaakt. Alle facturen worden eerst gecontroleerd en getekend door de financieel medewerker, daarna door het Hoofd van betreffende afdeling. Facturen met een bedrag groter dan € 1.500,00 incl. BTW worden ook nog door de Griffier getekend, voordat deze facturen betaald kunnen worden.

Catering en Internet – diensten zijn aanbesteed, resp. nationaal meervoudig onderhands (2B dienst) en niet-openbaar Europees.

De salarisadministratie via Centric heeft een ISAE-3402 verklaring.

Prestatie-indicator: rechtmatig financieel beheer.

Streefniveau 2017: een goedkeurende controleverklaring.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Doorontwikkeling van de ondersteuning aan leden en commissies.

Het betreft hier de doorontwikkeling van de kerntaak van de ambtelijke organisatie: het leveren van een effectieve en optimale ondersteuning aan haar leden en commissies op velerlei gebied: inhoudelijk, organisatorisch en publicitair. Hier vormt het «werkplan 2017 en 2018» de basis, alsmede de «tijdelijke commissie werkwijze».

Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.

Streefniveau 2017: kwalificatie «goed».

3. Financieel en materieelbeheer

Er wordt gewerkt met het financieel systeem «Oracle». Alle documenten, van zowel P&O, Salaris als Financiën en Inkoop worden beoordeeld vanuit minstens het vier-ogenprincipe. Dit om fraude en omissies te voorkomen.

Prestatie-indicator: ordentelijk financieel en materieel beheer.

Streefniveau 2017: een goedkeurende controleverklaring.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering

Het faciliteren van Kamerleden

In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan de verbetering van huisvesting, ICT- ondersteuning en digitalisering van de stukkenstroom. Prestatie-indicator: Klantentevredenheid.

Administratie

Er is een beschrijving van de AO op financieel administratief terrein, waaronder valt de financiële-, de salaris- en de personeelsadministratie. In 2017 is dit verder uitgebouwd in Visio.

Doorontwikkelen van de Managementrapportage in samenhang met het financiële systeem «Oracle». De contracten worden beheerd door de financiële administratie en bijgehouden in een apart Excel bestand. De Werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd per 1 januari 2013.

Overig

Het betaalgedrag is zodanig, dat in 2017 minstens 95% van de facturen binnen 30 dagen is betaald.

Er is een inventarisatie aanwezig van alle in het gebouw zijnde Kunst, Schilderijen, etc. de Keuken inventaris, TV’s, ICT Hardware met proces-verbalen, Meubilair en Apparatuur voor live uitzenden.

De abonnementen van Leden en ambtenaren worden bijgehouden door de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning, specifiek het CIP. Dit zal blijvend worden geactualiseerd.

Streefniveau punt 4 2017: kwalificatie «goed».

Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid

In 2017 geeft het rapport van de Auditdienst Rijk geen aanleiding tot opmerkingen. De tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid zijn niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming beleidsinformatie

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De Tweede Kamer heeft voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie de procedure gevolgd.

3. Financieel en materieelbeheer

Het financieel en materieel beheer is op orde en geeft geen aanleiding tot opmerkingen. In 2017 heeft de Tweede Kamer stevig ingezet op het op orde brengen van de informatiebeveiliging van het financiële informatiesysteem Oracle en de onderliggende database. De Auditdienst Rijk bevestigt dat de Tweede Kamer de informatiebeveiliging op een groot aantal punten heeft verbeterd. Met ingang van 2018 is de stafdienst FEZ proceseigenaar van het beheerproces en worden concrete afspraken gemaakt over de vereiste controles en de informatie die moet worden opgeleverd in de vorm van een beheerrapportage.

4. Overige aspecten van bedrijfsvoering,

De aanbevelingen van de Auditdienst Rijk uit 2016 zijn ingevoerd. Een punt van aandacht voor 2018 is het beeld completeren voor wat betreft de effectiviteit van de beveiliging van het financiële systeem en de beheerrapportages zowel intern als extern richting de samenwerkingspartners.

In het kader van de samenwerking met de Hoge Colleges van Staat is op initiatief van de Tweede Kamer gesproken over het verder professionaliseren van de samenwerking. Een eerste aanzet is gegeven om tot een governancemodel te komen. Het model wordt met ingang van april 2018 ingevoerd en zal bestaan uit een opdrachtgeversberaad en een beheerberaad.

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen

Het Audit Committee is in 2017 driemaal bijeengekomen en heeft een eerste aanzet gegeven richting integraal risicomanagement en intern auditbeleid binnen de Tweede Kamer.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

De Tweede Kamer heeft geen bijzonderheden te melden.

C. JAARREKENING

6. DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2017

     

–1–

   

–2–

 

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

                     
   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

144.180

144.180

4.215

154.424

150.826

3.863

10.244

6.646

– 352

                     
 

Beleidsartikelen

                 

1

Wetgeving en controle EK

11.940

11.940

140

11.711

10.889

169

– 229

– 1.051

29

2

Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

31.675

31.675

86

33.580

33.580

25

1.905

1.905

– 61

3

Wetgeving/controle TK

101.005

101.005

3.966

108.035

105.349

3.669

7.030

4.344

– 297

4

Wetgeving/controle EK en TK

1.472

1.472

23

1.098

1.008

0

– 374

– 464

– 23

                     
 

Niet beleidsartikelen

                 

10

Nominaal en onvoorzien

– 1.912

– 1.912

0

0

0

0

1.912

1.912

0

7. SALDIBALANS

Saldibalans per 31 december 2017 van de Staten-Generaal (HIIA) (Bedragen x € 1.000,–)

Activa

31-12-2017

31-12-2016

 

Passiva

31-12-2017

31-12-2016

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

150.826

143.442

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

3.863

5.232

                 

3)

Liquide middelen

14

9

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofd-boekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

144.608

136.042

                 

5a)

Rekening-courant RHB begrotingsreserves

0

0

 

5)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

230

110

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

2.599

2.287

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel Extra-comptabele posten

151.070

143.561

   

Subtotaal intra-comptabel

151.070

143.561

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

0

0

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

0

0

                 

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

                 

12)

Voorschotten

62.428

45.476

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

62.428

45.476

                 

13a)

Tegenrekening garantie-verplichtingen

7.960

9.089

 

13)

Garantieverplichtingen

7.960

9.089

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

12.626

7.899

 

14)

Andere verplichtingen

12.626

7.899

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

83.014

62.464

   

Subtotaal extra-comptabel

83.014

62.464

                 
 

Overall Totaal

234.084

206.025

   

Overall Totaal

234.084

206.025

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2017 HIIA

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2017 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

1.146

b) Tweede Kamer

12.721

Totaal

13.867

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant FIN/RHB

– 144.607.618,00

Totaal

– 144.607.618

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

20.828

b) Tweede Kamer

209.543

Totaal

230.371

Ad a) Eerste Kamer

De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan volledig uit reguliere debiteuren (€ 6.818) en verstrekte voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen (€ 14.010).

Ad b) Tweede Kamer

De vorderingen van de Tweede Kamer hebben betrekking op nog af te wikkelen reizen (€ 178.343) en nog openstaande facturen (€ 21.660).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

– 188.665

b) Tweede Kamer

– 2.410.558

Totaal

– 2.599.223

Ad a) Eerste Kamer

De schulden van de Eerste Kamer bestaan volledig uit de in de maand december ingehouden loonheffing en sociale premies (€ 188.665) die in de maand januari 2018 zijn afgedragen.

Ad b) Tweede Kamer

De schulden van de Tweede Kamer bestaan voornamelijk uit de ingehouden loonheffing en pensioenpremies (€ 2.410.558) die in de maand januari 2018 zijn afgedragen.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2017 openstaande voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

853.124

b) Tweede Kamer

61.574.593

Totaal

62.427.717

Ad a) Eerste Kamer

Het saldo van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 503.008) en aan Loyalis (€ 262.001).

Ad b) Tweede Kamer

Het saldo van de Tweede Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fracties (€ 32.474.487), afrekeningen aan APG (€ 27.212.562) en aan diverse leveranciers (€ 1.887.554).

Specificatie afgerekende voorschotten in 2017:

(Bedragen in €)

a) Eerste Kamer

454.900

b) Tweede Kamer

28.657.681

Totaal

29.112.581

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag aan openstaande garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

9.088.566

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

0

+/+

 

9.088.566

 
     

Tot betaling gekomen in 2017

1.128.698

 

Garantieverplichtingen binnen begrotingsverband

7.959.868

–/–

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

7.898.324

 

Aangegane verplichtingen in 2017

154.424.489

+/+

 

162.322.813

 
     

Tot betaling gekomen in 2017

149.697.152

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerder begrotingsjaren

0

 

Verplichtingen Binnen Begrotingsverband

12.625.661

–/–

8. WNT-VERANTWOORDING 2017 – STATEN-GENERAAL

Inleiding

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk maximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten de reikwijdte van de wet.

Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings-maximum bedraagt in 2017 € 181.000.

Op 1 juli 2017 is de Evaluatiewet WNT in werking getreden. De Evaluatiewet WNT regelt ondermeer dat de openbaarmakingsverplichtingen niet langer bij wet, maar in de nieuwe artikelen 5, 5a en 5b van Uitvoeringsregeling WNT zijn geregeld (Staatscourant 2017, nr. 23427). De openbaarmakingsverplichtingen zijn daarbij op enkele onderdelen vereenvoudigd. Model 3.70 voor de WNT-verantwoording 2017 sluit aan bij de nieuwe verplichtingen en is daarom ten opzichte van de WNT-verantwoording 2016 op enkele onderdelen gewijzigd.

Bezoldiging van (gewezen) topfunctionarissen

Naam instelling

Naam (gewezen) topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband

(indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Omvang dienstverband in fte

(+ tussen haakjes omvang in 2016)

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalender-mnd.; > 12 kalender-mnd.)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast)

(+ tussen haakjes bedrag in 2016)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn

(+ tussen haakjes bedrag in 2016)

Totale bezoldiging in 2017

(+ tussen haakjes bedrag in 2016)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. G.J.A. Hamilton

Griffier

   

1 (1)

nee

146.803 (142.684)

17.441 (11.680)

164.244 (154.364)

181.000

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mevr. R.G.K. Voss

Griffier

 

1-8-2017

1,11 (1,11)

nee

100.864 (157.673)

10.437 (16.686)

111.301 (174.359)

105.129

De overschrijding is € 6.172. Een deel van de in 2017 uitbetaalde vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering, te weten € 7.015 kan worden toegerekend aan 2016. Hierdoor is er in 2017 geen sprake van een overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Dit is toegestaan o.g.v. artikel 3, lid 2 van de Uitvoeringsregeling WNT.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dhr. F.H. van Dijk

waarnemend Griffier

1-8-2017

 

1

nee

57.973

6.955

64.928

75.871

 

Gewezen topfunctionarissen zijn gemarkeerd met *)

Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom Motivering met **).

Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder zijn gemarkeerd met ***)

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2017 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2017 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.