Gepubliceerd: 28 november 2017
Indiener(s): Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34845-XII-2.html
ID: 34845-XII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikelen 1 en 2, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

2

     

2.

Het beleid

3

     

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

5

2.3

De niet-beleidsartikelen

19

2.4

De agentschappen

21

1. Leeswijzer

Algemeen

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen waarin aangegeven wordt welke Ministers voor welke begrotingsartikelen of onderdelen op dit moment in de begroting van HXII verantwoordelijk zijn. Dit naar aanleiding van de beleidsherverkavelingen die voortvloeien uit het Regeerakkoord.

Verantwoordelijkheidsverdeling Ministers

Artikel (onderdeel)

Omschrijving

Beleidsverantwoordelijke Ministers

Opmerking

 

Beleidsartikelen

   

11

Integraal Waterbeleid

Minister van IeW

 

13.01

Ruimtelijk Instrumentarium

Minister van BZK

 

13.02

Geo-informatie

Minister van BZK

 

13.03

Gebiedsontwikkeling

Minister van BZK

 

13.04

Ruimtegebruik bodem

Minister van IenW

Deel Structuurvisies naar BZK

13.05

Eenvoudig Beter

Minister van BZK

 

14

Wegen en Verkeersveiligheid

Minister van IenW

 

16

Openbaar Vervoer en Spoor

Minister van IenW

 

17

Luchtvaart

Minister van IenW

 

18

Scheepvaart en Havens

Minister van IenW

 

19.01

Tegengaan Klimaatverandering

Minister van EZK

 

19.02

Internationaal beleid, Coördinatie en Samenwerking

Minister van IenW

Deel Klimaat naar EZK

20

Lucht en Geluid

Minister van IenW

 

21

Duurzaamheid

Minister van IenW

 

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Minister van IenW

 

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Minister van IenW

 

24

Handhaving en Toezicht

Minister van IenW

 

25

Brede Doeluitkering

Minister van IenW

 

26

Bijdrage Investeringsfondsen1

   
 

Niet-beleidsartikelen

   

97

Algemeen Departement

Minister van IenW

 

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Minister van IenW

 

99

Nominaal en Onvoorzien

Minister van IenW

 
X Noot
1

De beleidsverantwoordelijke Minister op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds wordt toegelicht in de Tweede suppletoire begroting van respectievelijk het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2017 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

Model 2.25 Rijksbegrotingsvoorschriften 2017

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € miljoen

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in €

miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2017 voor de begroting van Infrastructuur en Milieu (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijzing van de begroting 2017 (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 XII, nr.2). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2 beleidsartikelen en paragraaf 2.3 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2018 (Kamerstukken II, 2017–2018, 34 775 XII, nr. 2) toegelicht. De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel en/of beleidsmatig relevant.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 2.4) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten mutaties

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de Miljoenennota 2018. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 2.2 (de beleidsartikelen) en 2.3 (de niet-beleidsartikelen).

Suppletoire mutaties 2017 (Tweede suppletoire begroting) (in € mln.)
 

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting

 

7.994,4

246,8

Stand vastgestelde begroting 2017

 

7.994,4

246,8

Stand 1e suppletoire begroting 2017

 

7.871,8

276,0

       

– Mutaties Miljoenennota 2018 (uitkomst 2017)

 

– 410,7

– 0,3

       

– Belangrijkste mutaties Najaarsnota 2017

     

1.

Regeringsvliegtuig

97

– 33,0

 

2.

Hydrologische maatregelen

13

– 1,3

3,0

3.

Bijstelling ETS-ontvangsten

19

 

– 64,0

4.

Overige interdepartementale overboekingen

     
 

– waarvan uit het Infrastructuurfonds

26

– 85,6

 
 

– waarvan uit het Deltafonds

26

– 9,1

 
 

– waarvan uit het Hoofdstuk XII

div.

– 34,8

 
 

Diversen

 

4,5

3,3

Stand 2e suppletoire begroting

 

7.301,8

218,0

Toelichting
1. Regeringsvliegtuig

In de brief (Kamerstukken II 2015–2016 33 400, nr. 79) van 8 juli 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanschaf van een vervangend Regeringsvliegtuig. Bij Voorjaarsnota 2017 is € 90 miljoen toegevoegd aan de begroting van IenM voor de vervanging van het Regeringsvliegtuig in 2017. Het koopcontract voor de levering van het nieuwe regeringsvliegtuig is getekend en het oude regeringsvliegtuig is verkocht. Een deel van de betaling vindt niet meer in 2017 plaatst waardoor deze middelen doorschuiven naar volgend jaar.

2. Hydrologische maatregelen

Conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt in totaal € 30 miljoen vrijgemaakt vanuit de opbrengsten van grondverkopen ten behoeve van hydrologische maatregelen door provincies. Dit jaar wordt er € 4,3 miljoen overgeboekt waarbij de dekking voor € 3 miljoen bestaat uit de opbrengsten van de grondverkoop door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De overige dekking wordt enerzijds voorzien uit artikel 11 (€ 0,3 miljoen) en anderzijds uit artikel 98 (€ 1,0 miljoen). De dekking uit artikel 98 is mogelijk als gevolg van lagere kosten personele exploitatie (woon-werkverkeer/ minder opleidingen). Ook zijn er lagere kosten met betrekking tot externe inhuur onder andere doordat externen later gestart zijn dan gepland bij de implementatie van het nieuwe omgevingsstelsel.

3. Bijstelling ETS-ontvangsten

De ETS-ontvangsten vallen in 2017 naar verwachting € 64,0 miljoen lager uit dan begroot. De neerwaartse bijstelling van de ETS-ontvangsten volgt uit een verlaging van de verwachte prijs per emissierecht van € 7 naar € 5.

4. Overige interdepartementale overboekingen

Dit betreft diverse interdepartementale overboekingen en overboekingen naar het Provincie-, Gemeente-, het BTW-compensatiefonds voor andere het programma Beter Benutten (€ 9,1 miljoen), het programma Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (€ 45,0 miljoen), het project Rotterdamse Baan (€ 11,1 miljoen) en voor het project Logistiek multimodaal knooppunt Venlo (€ 21,2 miljoen) vanuit het Infrastructuurfonds en de uitvoering en planuitwerking van de gebiedsontwikkeling van het project Ooijen-Wanssum (€ 5,2 miljoen) en het project Vismigratie Afsluitdijk (€ 4,7 miljoen) vanuit het Deltafonds. Verder wordt vanuit Hoofdstuk XII een bijdrage geleverd aan het Gemeentefonds en Provinciefonds voor diverse saneringsopgaves (€ 22,1 miljoen) en voor de implementatie van het programma Basis registratie Ondergrond (€ 3,1 miljoen).

2.2 De beleidsartikelen

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid zijn de mutaties in de 2e suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2018 (Kamerstukken II, 2017–2018, 34 775 XII, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden onder de tabellen op het niveau van het artikel-onderdeel toegelicht. Dit rekening houdend met de normering zoals eerder met uw Kamer is gedeeld.

Artikel 11 Integraal waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

11

Integraal waterbeleid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

56.898

54.279

35.685

1.784

95.675

Uitgaven:

56.206

55.637

794

– 1.980

54.451

Waarvan juridisch verplicht:

       

92%

11.01

Algemeen waterbeleid

44.543

42.658

243

– 1.310

41.591

11.01.01

Opdrachten

14.729

11.972

1.506

– 2.008

11.470

11.01.02

Subsidies

11.361

11.612

0

243

11.855

 

– Partners voor Water (HGIS)

11.311

11.541

0

93

11.634

 

– Overige subsidies

50

71

0

150

221

11.01.03

Bijdrage aan agentschappen

16.453

17.074

0

405

17.479

 

– waarvan bijdrage aan RWS

16.043

16.624

0

355

16.979

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

410

450

0

50

500

11.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

2.000

2.000

– 1.263

50

787

11.02

Waterveiligheid

2.889

3.168

0

– 3

3.165

11.02.01

Opdrachten

2.889

3.168

0

– 3

3.165

11.03

Grote oppervlaktewateren

2.727

2.777

574

– 696

2.655

11.03.01

Opdrachten

2.727

2.777

574

– 696

2.655

11.03.05

Bijdrage aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

11.04

Waterkwaliteit

6.047

7.034

– 23

29

7.040

11.04.01

Opdrachten

3.148

4.149

– 23

– 182

3.944

11.04.02

Subsidies

391

644

0

– 208

436

11.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

741

350

0

0

350

11.04.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.767

1.891

0

419

2.310

 

Ontvangsten

3.000

3.043

0

226

3.269

Verplichtingen

De ophoging van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door de vastlegging van een 3-jarige subsidie aan Deltares in 2017 voor de bouw van een nieuwe Geocentrifuge. Hiervoor is een verplichtingen schuif benodigd vanuit de jaren 2018, 2019 en 2020.

11.01 Algemeen Waterbeleid

Een bedrag van circa € 1,8 miljoen wordt binnen Algemeen Waterbeleid overgeheveld vanuit het opdrachtenbudget aan de bijdrage van het agentschap Rijkswaterstaat. Het betreft de middelen die voor de Icoon Afsluitdijk waren gereserveerd voor beheer en onderhoud en door RWS voor beheer en onderhoud wordt ingezet. Daarnaast wordt er vanuit het opdrachtenbudget artikel 11 een bedrag van 1 miljoen ingezet voor de dekking van de BRO (basis registratie ondergrond) op artikel 13. Verder wordt er voor de financiering van doorvaart en medegebruik windparken in 2017 € 0,5 miljoen overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken (EZ). De Ministeries van IenM en EZ hebben overeenstemming bereikt over een 30/70 kostenverdeling van respectievelijk € 10 miljoen en € 21,7 miljoen voor het realiseren van nautische voorzieningen ten behoeve van doorvaart en medegebruik van windparken op zee. Het overige deel van de mutaties binnen het opdrachtenbudget bestaat grotendeels uit een overheveling naar het provinciefonds voor hydrologische maatregelen.

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

13

Ruimtelijke ontwikkeling

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

90.220

143.404

6.404

– 13.236

136.572

Uitgaven:

102.337

155.569

164

– 19.272

136.461

Waarvan juridisch verplicht:

       

91%

13.01

Ruimtelijk instrumentarium

9.081

10.575

376

– 192

10.759

13.01.01

Opdrachten

9.081

9.360

186

– 342

9.204

 

– Wabo

1.696

0

0

0

0

 

– Architectonisch beleid

2.920

2.588

125

– 392

2.321

 

– Overige opdrachten

4.465

6.772

61

50

6.883

13.01.02

Subsidies

0

1.215

0

150

1.365

13.01.03

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

0

0

0

0

0

13.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

190

0

190

13.02

Geo-informatie

28.408

33.264

1.317

– 1.376

33.205

13.02.01

Opdrachten

2.510

7.695

– 511

– 2.326

4.858

13.02.02

Subsidies

690

1.690

300

– 23

1.967

 

– Basisregistraties

690

1.690

300

– 23

1.967

13.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

25.208

23.879

1.528

973

26.380

 

– Kadaster

25.208

23.879

1.528

973

26.380

13.03

Gebiedsontwikkeling

10.993

9.927

190

– 45

10.072

13.03.01

Opdrachten

2.642

4.376

– 2.212

– 45

2.119

13.03.02

Subsidies

60

60

0

0

60

13.03.03

Bijdrage aan agentschappen

0

0

2.402

0

2.402

 

– waarvan bijdrage aan RWS

0

0

2.402

0

2.402

13.03.04

Bijdrage aan medeoverheden

8.291

5.491

0

0

5.491

 

– Projecten BIRK

4.432

1.632

1.309

0

2.941

 

– Projecten Nota Ruimte

1.309

1.309

– 1.309

0

0

 

– Projecten Bestaand Rotterdams Gebied

2.550

2.550

0

0

2.550

13.04

Ruimtegebruik bodem

40.721

42.515

– 1.354

– 22.045

19.116

13.04.01

Opdrachten

5.054

6.423

146

– 610

5.959

13.04.02

Subsidies

12.000

18.204

– 1.000

– 9.708

7.496

 

– Bedrijvenregeling

10.000

10.681

– 1.000

– 8.296

1.385

 

– Bodemsanering NS

0

0

0

0

0

 

– Subsidies Caribisch Nederland

0

5.523

0

– 1.412

4.111

 

– Overige subsidies

2.000

2.000

0

0

2.000

13.04.03

Bijdrage aan agentschappen

5.846

5.382

0

115

5.497

 

– waarvan bijdrage aan RWS

5.846

5.382

0

115

5.497

13.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

17.821

12.506

– 500

– 11.842

164

 

– Meerjarenprogramma Bodem

14.910

12.362

– 500

– 11.698

164

 

– Programma Gebiedsgericht instrumentarium

2.911

144

0

– 144

0

13.04.07

Bekostiging

0

0

0

0

0

 

– Uitvoering klimaatadaptie

0

0

0

0

0

13.05

Eenvoudig Beter

13.134

59.288

– 365

4.386

63.309

13.05.01

Opdrachten

6.309

33.454

– 365

4.500

37.589

 

– Eenvoudig Beter

6.309

33.454

– 365

4.500

37.589

13.05.02

Subsidies

0

9.000

0

0

9.000

13.05.03

Bijdrage aan agentschappen

6.825

16.834

0

– 114

16.720

 

– waarvan bijdrage aan RWS

6.825

16.834

0

– 114

16.720

 

Ontvangsten

3.824

8.824

268

3.000

12.092

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget volgt uit onderstaande toelichtingen. Het lagere verplichtingenbudget komt voornamelijk door de overboekingen van € 21,7 miljoen aan het Gemeentefonds en Provinciefonds ten behoeve van de financiering van de bodemsaneringsprojecten miljoen. Daarnaast wordt het verplichtingenbudget opgehoogd met € 3 miljoen voor het overboeken van de ontvangsten uit de grondverkopen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aan de hydrologische maatregelen door provincies. Ook vindt er een ophoging van de verplichtingen plaats van € 4,5 miljoen met de overboeking van de gereserveerde middelen voor Eenvoudig Beter van artikel 18 naar artikel 13. Tevens worden de verplichtingen opgehoogd door de dekking van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) vanuit artikel 11 naar artikel 13 met € 1 miljoen.

13.02 Geo-informatie

Basis Registratie Ondergrond (BRO)

Er wordt een bijdrage van € 3 miljoen geleverd aan EZ en € 0,3 miljoen aan RWS voor de implementatie van de BRO. Voor de dekking van de BRO komt € 1 miljoen over van artikel 11.

Publieke Dienstverlening op Kaart (PDOK)

Aan het Kadaster wordt een aanvullende opdracht verstrekt voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart). Hiervoor vindt dekking plaats vanuit een extra bijdrage van € 0,5 miljoen door EZ en circa € 0,4 miljoen vanuit het opdrachtenbudget van artikel 13.

13.03 Gebiedsontwikkeling

Conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 wordt in totaal € 30 miljoen vrijgemaakt vanuit de opbrengsten van grondverkopen ten behoeve van hydrologische maatregelen door provincies. Dit jaar wordt er € 4,3 miljoen overgeboekt waarbij de dekking voor € 3 miljoen bestaat uit de opbrengsten van de grondverkoop door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De overige dekking wordt enerzijds voorzien uit artikel 11 (€ 0,3 miljoen) en anderzijds uit artikel 98 (€ 1,0 miljoen). De dekking uit artikel 98 is mogelijk als gevolg van lagere kosten personele explotatie (woon-werkverkeer/ minder opleidingen). Ook zijn er lagere kosten met betrekking tot externe inhuur onder andere doordat externen later gestart zijn dan gepland bij de implementatie van het nieuwe omgevingsstelsel.

13.04 Ruimtegebruik Bodem

Financiering Bodemsaneringsprojecten

IenM draagt via het Provinciefonds bij aan de bodemsaneringsopgave van het terrein van de voormalige Vetgas fabriek te Amersfoort voor € 7,5 miljoen en de asbest problematiek in Goor en omgeving (Overijssel) voor € 5,5 miljoen. Daarnaast draagt IenM via het Gemeentefonds € 8,7 miljoen bij aan de bodemsaneringsopgave Vogelmeerpolder Amsterdam.

Op 13.04 wordt vanwege stijgende drinkwatertarieven een aanvullende subsidie verstrekt op de drinkwatertarieven in Caribisch Nederland voor 3 jaar. Vanwege vertraging in vaststelling van de hogere tarieven op Caribisch Nederland (tweede helft van 2017) is het niet noodzakelijk om het volledig gereserveerde extra budget voor 2017 in 2017 beschikbaar te stellen. Dit budget wordt in 2017 ingezet voor de bodemsaneringsprojecten en in 2018 weer beschikbaar gesteld voor Caribisch Nederland.

13.05 Eenvoudig beter

Eenvoudig Beter

Bij de Ontwerpbegroting 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter. De vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar begroting Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord. Met deze overboeking van € 4,5 miljoen worden de middelen voor de implementatie van de omgevingswet naar Hoofdstuk XII artikelonderdeel 13.05 geboekt.

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten houdt verband met de opbrengsten uit grondverkopen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van € 3,0 miljoen. Deze middelen worden via het Provinciefonds conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 ingezet ten behoeve van hydrologische maatregelen door provincies.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

14

Wegen en verkeersveiligheid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

31.892

31.601

2.135

1.738

35.474

Uitgaven:

34.406

45.621

1.874

1.738

49.233

Waarvan juridisch verplicht:

       

95%

14.01

Netwerk

17.587

29.152

1.493

2.220

32.865

14.01.01

Opdrachten

11.790

22.699

1.352

2.122

26.173

 

– Beter Benutten

6.471

17.922

550

4.019

22.491

 

– BOA wegverkeersbeleid

2.165

1.253

0

150

1.403

 

– Wegverkeersbeleid

1.792

2.804

– 160

– 1.068

1.576

 

– Overige opdrachten

1.362

720

962

– 979

703

14.01.02

Subsidies

1.176

1.176

– 41

– 5

1.130

14.01.03

Bijdrage aan agentschappen

4.621

5.277

182

103

5.562

 

– waarvan bijdrage aan RWS

4.621

5.277

182

103

5.562

14.02

Veiligheid

16.819

16.469

381

– 482

16.368

14.02.01

Opdrachten

6.766

6.252

189

– 524

5.917

14.02.02

Subsidies

8.539

8.187

164

30

8.381

 

– VVN

3.744

3.651

75

– 20

3.706

 

– SWOV

4.020

3.780

74

25

3.879

 

– Overige subsidies

775

756

15

25

796

14.02.03

Bijdrage aan agentschappen

584

584

0

12

596

 

– waarvan bijdrage aan RWS

584

584

0

12

596

14.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

30

30

0

0

30

 

– Euro NCAP

30

30

0

0

30

14.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

900

1.416

28

0

1.444

 

– CBR

900

1.416

28

0

1.444

 

Ontvangsten

6.782

6.782

0

0

6.782

Verplichtingen

De hogere verplichtingen komen met name door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds van 2,2 miljoen naar Opdrachten Beter Benutten. Hiernaast heeft ook een bijdrage van € 0,5 miljoen aan het Ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden in het kader van het Programma Aanpak Stikstof.

14.01 Netwerk

Opdrachten

De hogere uitgaven voor Beter Benutten (BB) van € 4 miljoen hebben betrekking op een aanvullend budget op het onderdeel ITS (intelligente Transport Systemen).

Deels wordt dit binnen het artikel opgevangen door een herschikking van de opdrachtenbudgetten, waarbij € 0,9 miljoen van wegverkeersbeleid en € 0,9 miljoen vanuit de overige opdrachten naar het opdrachtenbudget van Beter Benutten gaan. Bij wegverkeersbeleid is dit met name zichtbaar op het onderdeel zelfrijdende auto, waar enerzijds de markt minder ondersteuning vraagt en anderzijds doordat de ontwikkeling van pilots meer tijd vergt.

Het restant van € 2,2 miljoen komt vanuit het beschikbare projectbudget voor Beter Benutten op het Infrastructuurfonds.

Artikel 16 Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

16

Openbaar vervoer en Spoor

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

9.436

2.604

4.215

– 13.373

– 6.533

Uitgaven:

32.910

30.712

6.089

– 14.785

22.016

Waarvan juridisch verplicht:

       

93%

16.01

OV en Spoor

32.910

30.712

6.089

– 14.785

22.016

16.01.01

Opdrachten

5.973

8.044

612

– 2.926

5.730

 

– ERTMS

0

47

0

0

47

 

– Overige opdrachten

5.973

7.997

612

– 2.926

5.683

16.01.02

Subsidies

23.562

19.421

5.443

– 11.887

12.977

 

– GSM-R

20.283

11.284

4.323

– 11.997

3.610

 

– Bodemsanering NS percelen

0

0

0

0

0

 

– Overige subsidies

3.279

8.137

1.120

110

9.367

16.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.022

894

0

18

912

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

0

44

0

0

44

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.022

850

0

18

868

16.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

2.253

2.253

34

10

2.297

 

– CLU Betuweroute en HSL

2.253

2.253

34

10

2.297

16.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

100

100

0

0

100

 

Ontvangsten

0

2.702

0

659

3.361

Verplichtingen

Op de subsidieregeling Beheersing GSM-R Interferentie zijn minder aanvragen binnengekomen dan verwacht. Het IenM-aandeel van de niet-bestede middelen wordt teruggeboekt naar de Investeringsruimte Spoor op het Infrastructuurfonds (€ 12,3 miljoen). Bij de Eerste suppletoire begroting 2017 is het aandeel van EZ (€ 11,3 miljoen) op artikel 99 geplaatst en doorgeschoven naar de jaren 2020 en 2021 in afwachting van de eindafrekening met het Ministerie van EZ.

Daarnaast heeft een overboeking aan het Ministerie van EZ van € 1,5 miljoen plaatsgevonden ten behoeve van de jaarlijkse bijdrage voor de ACM toezichtstaken in het kader van de Spoorwegwet.

16.01 Spoor

Overige opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget op Spoor wordt voor € 1,5 miljoen veroorzaakt door een overboeking naar het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van de ACM toezichtstaken in het kader van de Spoorwegwet

Daarnaast wordt budget overgeheveld naar diverse opdrachtenbudgetten Luchtvaart voor het aanpakken en het onderzoeken van de capaciteitsproblemen op de luchthaven Schiphol (€ 0,5 miljoen) en voorlichting rondom vliegroutes van de luchthaven Lelystad (€ 0,2 miljoen).

Door vertraging in de totstandkoming van de opdracht aan het RIVM in het kader van het rekenmodel trillingen spoor, zal € 0,3 miljoen euro doorschuiven naar 2018.

Subsidies GSM-R

Op de subsidieregeling Beheersing GSM-R Interferentie zijn minder aanvragen binnengekomen dan verwacht. Het IenM-aandeel van de niet-bestede middelen wordt teruggeboekt naar de Investeringsruimte Spoor op het Infrastructuurfonds (€ 12,3 miljoen). Bij de Eerste suppletoire begroting 2017 is het EZ-aandeel (€ 11,3 miljoen) op artikel 99 geplaatst en doorgeschoven naar de jaren 2020 en 2021 in afwachting van de eindafrekening met het Ministerie van EZ.

Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

17

Luchtvaart

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

11.956

9.033

8.572

1.713

19.318

Uitgaven:

14.049

14.018

5.160

– 504

18.674

Waarvan juridisch verplicht:

       

96%

17.01

Luchtvaart

14.049

14.018

5.160

– 504

18.674

17.01.01

Opdrachten

8.739

7.916

2.360

255

10.531

 

– Opdrachten GIS

3.487

3.450

1.390

0

4.840

 

– Overige opdrachten

5.252

4.466

970

255

5.691

17.01.02

Subsidies

3.664

4.419

2.800

– 761

6.458

17.01.03

Bijdrage aan agentschappen

69

106

0

2

108

 

– waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

0

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

49

86

0

2

88

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

20

20

0

0

20

17.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.477

1.477

0

0

1.477

17.01.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

100

100

0

0

100

 

– LVNL

100

100

0

0

100

 

Ontvangsten

325

1.158

0

135

1.293

Verplichtingen

De hogere verplichtingen worden voornamelijk veroorzaakt door een verplichtingenschuif van € 1,8 miljoen waarbij verplichtingenbudget vanuit latere jaren naar 2017 is gehaald als gevolg van het aangaan van een verplichting voor de subsidie tarieven Bonaire. Dit betreft een incidentele subsidie die in 2017 in zijn geheel wordt aangegaan en vastgelegd. Daarnaast zijn er minder opdrachten uitgevoerd door het Netherlands Aerospace Centre (NLR), waardoor het verplichtingenbudget met € 0,13 miljoen is verlaagd.

De resterende wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

18

Scheepvaart en Havens

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

11.665

35.136

– 589

7.858

42.405

Uitgaven:

27.752

31.363

190

– 437

31.116

Waarvan juridisch verplicht:

       

99%

18.01

Scheepvaart en havens

27.752

31.363

190

– 437

31.116

18.01.01

Opdrachten

16.908

20.110

– 340

– 171

19.599

 

– Topsector logistiek

15.323

18.153

– 1.340

0

16.813

 

– Caribisch Nederland

0

100

1.000

310

1.410

 

– Overige opdrachten

1.585

1.857

0

– 481

1.376

18.01.02

Subsidies

8.225

8.936

0

– 314

8.622

 

– Topsector logistiek

7.775

7.850

0

0

7.850

 

– Overige subsidies

450

1.086

0

– 314

772

18.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.441

1.114

0

23

1.137

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.441

1.114

0

23

1.137

18.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

1.178

1.203

530

25

1.758

 

Ontvangsten

0

700

0

69

769

Verplichtingen

De hogere verplichtingen worden met name veroorzaakt door een overboeking van € 6,5 miljoen vanuit het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII ten behoeve van Topsector Logistiek. Vanwege de goedkeuring van het jaarplan 2017 van de Topsector Logistiek is een aanvullende verplichtingenruimte noodzakelijk voor het opstarten van de activiteiten.

Als gevolg van de orkanen Irma en Maria in het Caribisch gebied, wordt noodhulp voor spoedreparaties verstrekt (€ 1,6 miljoen) om de havens op Saba en Sint Eustatius weer toegankelijk en veilig te maken.

De resterende wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 19 Klimaat

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

19

Klimaat

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

60.195

74.847

3.052

1.237

79.136

Uitgaven:

61.434

78.960

– 2.056

– 2.876

74.028

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

19.01

Tegengaan klimaatverandering

13.244

25.411

– 4.244

– 2.918

18.249

19.01.01

Opdrachten

2.506

12.268

– 4.769

– 3.556

3.943

19.01.02

Subsidies

0

1.987

150

507

2.644

19.01.03

Bijdrage aan agentschappen

10.738

11.156

375

131

11.662

 

– Waarvan bijdrage aan KNMI

398

358

0

66

424

 

– Waarvan bijdrage aan Nea

6.934

7.752

375

0

8.127

 

– Waarvan bijdrage aan RWS

3.406

3.046

0

65

3.111

19.02

Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

48.190

53.549

2.188

42

55.779

19.02.01

Opdrachten

7.643

5.964

– 112

– 2.013

3.839

 

– Uitvoering CDM

0

0

0

0

0

 

– RIVM

0

0

0

0

0

 

– Interreg

322

322

0

– 260

62

 

– Overige opdrachten

7.321

5.642

– 112

– 1.753

3.777

19.02.02

Subsidies

1.533

1.298

– 602

0

696

 

– Interreg

1.533

1.298

– 602

0

696

 

– Overige subsidies

0

0

0

0

0

19.02.03

Bijdrage aan agentschappen

36.695

41.568

2.902

1.520

45.990

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

29.308

31.682

2.246

807

34.735

 

– waarvan bijdrage aan RVO

7.008

9.627

656

1.093

11.376

 

– waarvan bijdrage aan RWS

379

259

0

– 9

250

19.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

2.319

4.719

0

535

5.254

 

Ontvangsten

226.500

230.400

0

– 63.336

167.064

Verplichtingen

De hogere verplichtingen worden vooral veroorzaakt door het eerder aangaan van verplichtingen in verband met de Demonstratieregeling Klimaattechnologieën en -innovaties in transport (DKTI Transport). In de Staatscourant wordt de regeling dit jaar gepubliceerd, dit betekent dat de verplichtingen dit jaar al worden aangegaan.

19.01 Tegengaan klimaatverandering

Brandstofvisie

Dit betreft met name lagere uitgaven in 2017 voor het programma brandstofvisie. Er wordt een kasschuif doorgevoerd tussen artikel 19 en 20. Het kasoverschot bij de Brandstofvisie in 2017 wordt ingezet voor het tekort op artikel 20 voor de Sanering Wegverkeerslawaai á € 1,5 miljoen (20.01.04) en uitvoeringskosten luchtkwaliteit á € 0,8 miljoen (20.01.01). In 2018 wordt hetzelfde bedrag weer teruggeboekt van artikel 20 naar artikel 19.

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Opruimen drugsafvaldumping

IenM levert een bijdrage aan de kosten van het opruimen van drugsafvaldumping. Hiervoor wordt in totaal € 1 miljoen exclusief btw overgeboekt naar het Provinciefonds vanuit het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 19.02. Dit betreft de invulling van het amendement Cegerek en Dijkstra (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 XII, nr. 17).

HBJZ juridische expertise

De directie Juridische Zaken (HBJZ) voert verschillende juridische opdrachten uit en hiervoor worden middelen overgeboekt van DGMI vanuit het opdrachtenbudget. De uitgaven van HBJZ worden verantwoord op artikel 97.

Gecoördineerde opdrachtverlening RVO

De gecoördineerde opdrachtverlening aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt verantwoord op artikel 19 Klimaat. In het kader hiervan worden vanuit andere artikelen en artikelonderdelen middelen overgeheveld naar de agentschapsbijdrage van artikelonderdeel 19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking.

Ontvangsten

De ETS-ontvangsten vallen in 2017 naar verwachting € 64,0 miljoen lager uit dan begroot. De neerwaartse bijstelling van de ETS-ontvangsten volgt uit een verlaging van de verwachte prijs per emissierecht van € 7 naar € 5.

Artikel 20 Lucht en geluid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

20

Lucht en Geluid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

32.977

20.903

– 522

5.930

26.311

Uitgaven:

30.402

18.503

– 522

2.336

20.317

Waarvan juridisch verplicht:

       

100%

20.01

Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder

30.402

18.503

– 522

2.336

20.317

20.01.01

Opdrachten

5.013

5.072

0

1.152

6.224

 

– Verkeersemissies

1.035

1.781

0

305

2.086

 

– Geluid- en luchtsanering

3.978

2.947

0

– 135

2.812

 

– Overige opdrachten

0

344

0

982

1.326

20.01.02

Subsidies

1.004

4

0

0

4

 

– Euro 6 en Euro-VI

0

0

0

0

0

 

– Verkeersemissies

1.004

4

0

0

4

20.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.419

1.686

0

36

1.722

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.419

1.686

0

36

1.722

20.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

22.020

10.620

– 522

1.148

11.246

 

– NSL

385

385

0

– 352

33

 

– Wegverkeerlawaai

21.635

10.235

– 522

1.500

11.213

 

– Overige bijdrage medeoverheden

0

0

0

0

0

20.01.07

Bekostiging

946

1.121

0

0

1.121

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget wordt vooral veroorzaakt doordat verplichtingen eerder dan verwacht zijn aangegaan. Het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) heeft het budget in de Staatscourant gepubliceerd. De verplichtingen worden in het huidige jaar aangegaan maar deze stonden geraamd in 2018.

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Brandstofvisie

Er is sprake van lagere uitgaven in 2017 bij de brandstofvisie. Daarom wordt er een kasschuif doorgevoerd tussen artikel 19 en 20. Het kasoverschot bij de Brandstofvisie in 2017 wordt ingezet voor het tekort op artikel 20 voor de Sanering Wegverkeerslawaai á € 1,5 miljoen en uitvoeringskosten luchtkwaliteit á € 0,8 miljoen. In 2018 wordt hetzelfde bedrag weer teruggeboekt van artikel 20 naar artikel 19.

Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

21

Duurzaamheid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

18.871

22.902

1.977

– 1.437

23.442

Uitgaven:

20.900

22.549

785

– 1.017

22.317

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

21.04

Duurzaamheidsinstrumentarium

1.594

3.170

– 1.100

– 951

1.119

21.04.01

Opdrachten

1.394

3.170

– 1.100

– 951

1.119

21.04.03

Bijdrage aan agentschappen

200

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

200

0

0

0

0

21.05

Duurzame Productketens

16.184

18.050

1.557

745

20.352

21.05.01

Opdrachten

8.733

9.568

457

564

10.589

 

– Uitvoering Duurzame productketens

7.182

3.892

– 98

568

4.362

 

– Caribisch Nederland afvalbeheer

1.551

3.102

0

0

3.102

 

– Overige opdrachten

0

2.574

555

– 4

3.125

21.05.02

Subsidies

621

1.443

1.100

40

2.583

21.05.03

Bijdrage aan agentschappen

6.830

7.039

0

141

7.180

 

– waarvan bijdrage aan RWS

6.830

7.039

0

141

7.180

21.06

Natuurlijk kapitaal

3.122

1.329

328

– 811

846

21.06.01

Opdrachten

1.460

1.141

328

– 623

846

21.06.02

Subsidies

287

188

0

– 188

0

21.06.03

Bijdrage aan agentschappen

1.375

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.375

0

0

0

0

 

Ontvangsten

0

0

0

591

591

Verplichtingen

De lagere verplichtingen worden veroorzaakt door de hieronder vermelde mutaties.

21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium

De verlaging van het opdrachtenbudget op het artikelonderdeel 21.04 Duurzaamheidsinstrumentarium betreft voornamelijk een overboeking naar OCW van € 0,5 miljoen. Het betreft een bijdrage voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek/Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek van Afval Naar Grondstof (VANG). De verlaging wordt daarnaast veroorzaakt door 2 overboekingen naar EZ: een overboeking van € 0,2 miljoen voor de kosten van de ontwikkeling door het CBS van de Monitor ontwikkeling brede welvaart en een overboeking van € 0,1 miljoen voor de kosten van het programma Duurzaam Door.

21.05 Duurzame Productketens

De verhoging van het opdrachtenbudget op het artikelonderdeel 21.05 Duurzame Productketens wordt met name veroorzaakt door een overheveling van € 0,6 miljoen vanuit het artikelonderdeel 21.06 Natuurlijk Kapitaal voor kosten betreffende biotische kringloop, incidentele subsidies natuurlijke kringloop en de ketenaanpak.

21.06 Natuurlijk kapitaal

De verlaging van het opdrachtenbudget op het artikelonderdeel 21.06 Duurzaam kapitaal houdt verband met het artikelonderdeel 21.05, zie ook de toelichting bij 21.05 Duurzame productketens.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

33.108

30.227

14.905

– 225

44.907

Uitgaven:

33.780

43.367

4.814

– 625

47.556

Waarvan juridisch verplicht:

       

100%

22.01

Veiligheid chemische stoffen

5.853

8.226

– 161

– 412

7.653

22.01.01

Opdrachten

3.312

4.601

– 161

– 453

3.987

22.01.02

Subsidies

600

1.720

0

0

1.720

 

– NANoREG

425

1.335

0

0

1.335

 

– Overige subsidies

175

385

0

0

385

22.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.941

1.905

0

41

1.946

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.941

1.905

0

41

1.946

22.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

22.02

Veiligheid biotechnologie

3.070

3.070

– 170

0

2.900

22.02.01

Opdrachten

3.070

3.070

– 170

0

2.900

22.02.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

22.03

Veiligheid bedrijven en transport

24.857

32.071

5.145

– 213

37.003

22.03.01

Opdrachten

4.377

3.373

831

47

4.251

 

– Omgevingsveiligheid

389

– 146

– 49

0

– 195

 

– Overige opdrachten

4.050

4.333

880

47

4.446

22.03.02

Subsidies

14.768

23.796

3.714

– 300

27.210

 

– Asbest en safety deals

12.278

21.287

3.714

0

25.001

 

– Overige subsidies

2.490

2.509

0

– 300

2.209

22.03.03

Bijdrage aan agentschappen

2.666

1.856

0

40

1.896

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.666

1.856

0

40

1.896

22.03.04

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

 

– Bijdragen asbestsanering

0

0

0

0

0

 

– Bijdragen programma Externe Veiligheid

0

0

0

0

0

 

– Overige bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

22.03.05

Bijdragen aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

22.03.09

Inkomensoverdracht

3.046

3.046

600

0

3.646

 

Ontvangsten

675

2.432

0

660

3.092

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

42.586

42.522

1.074

2.732

46.328

Uitgaven:

41.719

41.582

1.074

1.372

44.028

Waarvan juridisch verplicht:

       

100%

23.01

Meteorologie en seismologie

24.690

24.553

870

1.372

26.795

23.01.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

23.823

23.613

870

1.372

25.855

 

– Meteorologie

23.389

23.179

643

1.372

25.194

 

– Seismologie

434

434

227

0

661

23.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

867

940

0

0

940

 

– Contributie WMO (HGIS)

867

940

0

0

940

23.02

Aardobservatie

17.029

17.029

204

0

17.233

23.02.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

17.029

17.029

204

0

17.233

 

– Aardobservatie

17.029

17.029

204

0

17.233

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Het KNMI ontvangt een bijdrage voor de kosten die het KNMI maakt voor de dienstverlening aan Veiligheidregio’s (€ 0,1 miljoen). Daarnaast ontvangt het KNMI een compensatie voor een deel van de transitiekosten die het KNMI maakt voor de overdracht van de facilitaire dienstverlening aan RWS (€ 0,2 miljoen). Tenslotte ontvang het KNMI een verliescompensatie doordat de kosten voor de dienstverlening hoger zijn uitgevallen dan verwacht (€ 1 miljoen).

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

24

Handhaving en toezicht

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

109.561

104.649

2.110

0

106.759

Uitgaven:

109.561

104.649

2.110

0

106.759

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

24.01

Handhaving en toezicht

109.561

104.649

2.110

0

106.759

24.01.03

Bijdrage aan het agentschap ILT

109.561

104.649

2.110

0

106.759

 

– Afval, industrie en bedrijven

24.549

23.325

421

0

23.746

 

– Rail en wegvervoer

24.765

23.526

774

0

24.300

 

– Scheepvaart

21.089

20.063

108

0

20.171

 

– Luchtvaart

17.352

16.500

353

0

16.853

 

– Water, producten en stoffen

21.806

21.235

454

0

21.689

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 25 Brede doeluitkering (BDU)

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

25

Brede doeluitkering

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

866.780

860.481

15.228

3.136

878.845

Uitgaven:

888.311

915.049

15.228

0

930.277

Waarvan juridisch verplicht:

       

100%

25.01

Brede doeluitkering

888.311

915.049

15.228

0

930.277

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De hogere verplichting komt door een bijdrage vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve de Rijksbijdrage aan het Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding (Nieuw Waterland).

Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

26

Bijdrage investeringsfondsen

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

5.695.277

5.209.307

– 345.049

– 93.098

5.244.212

Uitgaven:

6.168.329

5.682.359

– 345.049

– 82.172

5.255.138

26.01

Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

5.450.478

5.033.227

– 358.751

– 74.357

4.600.119

26.02

Bijdrage aan het Deltafonds

717.851

649.132

13.702

– 7.815

655.019

 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Voor een specificatie van de mutaties wordt verwezen naar de Tweede suppletoire van de begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 97 Algemeen departement

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

97

Algemeen departement

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

43.309

144.317

4.921

– 196

149.042

Uitgaven:

50.480

148.585

2.346

– 33.243

117.688

97.01

IenM-brede programmamiddelen

50.480

148.585

2.346

– 33.243

117.688

97.01.01

Opdrachten

22.618

118.212

1.081

– 32.702

86.591

 

– Onderzoeken ANVS

3.696

3.617

72

0

3.689

 

– Overige opdrachten

18.922

114.595

1.009

– 32.702

82.902

97.01.02

Subsidies

1.430

1.430

940

– 548

1.822

97.01.03

Bijdrage aan agentschappen

21.205

23.716

325

7

24.048

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

213

2.583

0

0

2.583

 

– waarvan bijdrage aan ILT

12.188

12.188

224

0

12.412

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.422

2.563

55

7

2.625

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

6.382

6.382

46

0

6.428

97.01.06

Bijdrage aan ZBO en RWT

5.227

5.227

0

0

5.227

 

– StAB

5.227

5.227

0

0

5.227

 

Ontvangsten

2.189

2.189

– 893

0

1.296

97.01 IenM -brede programmamiddelen

Overige opdrachten

In de brief (Kamerstukken II 2015–2016 33 400, nr. 79) van 8 juli 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanschaf van een vervangend Regeringsvliegtuig. Bij Voorjaarsnota 2017 is € 90 miljoen toegevoegd aan de begroting van IenM voor de vervanging van het Regeringsvliegtuig in 2017. Het koopcontract voor de levering van het nieuwe regeringsvliegtuig is getekend en het oude regeringsvliegtuig is verkocht. Een deel van de betaling vindt niet meer plaats in 2017 en schuift door naar volgend jaar.

Subsidies

Dit betreft een schuif van 2017 naar 2018. Het OPERA-project wordt eind 2017 voor 98% afgerond. Volgens subsidievoorwaarde dient 10% van het totale subsidiebedrag te worden gereserveerd voor de afrekening met accountantsverklaring. De finale afrekening zal echter pas begin 2018 worden afgegeven.

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

317.847

339.792

1.620

– 4.139

337.273

Uitgaven:

321.827

346.423

5.420

– 8.143

343.700

98.01

Personele uitgaven

218.900

229.184

9.935

– 4.723

234.396

 

– waarvan eigen personeel

192.144

195.529

5.524

– 2.106

198.947

 

– waarvan externe inhuur

17.418

24.476

4.331

– 1.666

27.141

 

– waarvan overige personele uitgaven

9.338

9.179

80

– 951

8.308

98.02

Materiele uitgaven

102.927

117.239

– 4.515

– 3.420

109.304

 

– waarvan ICT

19.845

25.128

1.725

– 4.532

22.321

 

– waarvan bijdrage aan SSO's

54.937

60.318

– 910

4.166

63.574

 

– waarvan overige materiële uitgaven

28.145

31.793

– 5.330

– 3.054

23.409

 

Ontvangsten

3.530

17.732

350

300

18.382

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

98.01 Personele uitgaven

De lagere kosten op personele uitgaven (€ 4,7 miljoen) worden voor een groot deel veroorzaakt door vacatureruimte, onder andere door opgelopen vertragingen bij de vacaturevervulling, met name bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Daarnaast wordt bij Eenvoudig Beter en ERTMS als gevolg van opgelopen vertraging bij beide projecten, een deel van de voorziene capaciteit op een later moment ingevuld (met name externe inhuur). Tot slot is er sprake geweest van een lager aantal uitkeringen dan begroot aan postactieven.

98.02 Materiële uitgaven

De lagere kosten voor ICT wordt veroorzaakt door uitbesteding van een deel van de kantoorautomatisering aan rijksbrede SSO’s en een verdere toename van facilitaire dienstverlening ten behoeve van het pand Rijnstraat leidt tevens tot een verhoogde bijdrage aan rijksbrede SSO’s. De lagere reguliere materiële uitgaven zijn het gevolg van een overboeking van budget naar RWS voor compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet en lagere uitgaven door vertraging bij de invoering van een nieuw systeem voor de voering van de begrotingsadministratie en een aanpassing van het kasritme voor ERTMS.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten worden veroorzaakt door de Planbureau voor de Leefomgeving die extra onderzoek verricht.

Artikel 99 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2017 (Bedragen x € 1.000)

99

Nominaal en onvoorzien

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

 

21

136.822

– 109.101

329

28.050

Uitgaven:

 

21

136.822

– 109.101

329

28.050

Nominaal en onvoorzien

 

21

136.822

– 109.101

329

28.050

Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

2.4 De agentschappen

Conform de Rijksbegrotingvoorschriften worden hieronder de exploitatie en kasstroomoverzichten opgenomen van agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan

€ 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

Rijkswaterstaat

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. Tweede suppletoire begroting 2017 (bedragen X € 1.000)

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)

Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3)

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

2.173.987

– 8.593

63.112

2.228.506

Omzet nutv werkzaamheden

0

347.976

0

347.976

Omzet overige departementen

28.360

 

0

28.360

Omzet derden

175.683

 

4.000

179.683

Rentebaten

800

 

0

800

Vrijval voorzieningen

3.000

 

0

3.000

Bijzondere baten

       

Totaal baten

2.381.830

339.383

67.112

2.788.325

         

Lasten

       

Apparaatskosten

997.445

8.338

31.106

1.036.889

– Personele kosten

744.372

8.338

31.106

783.816

Waarvan eigen personeel

691.030

8.338

11.106

710.474

Waarvan externe inhuur

51.842

 

20.000

71.842

Waarvan overige p-kosten

1.500

 

0

1.500

– Materiele kosten

253.073

0

0

253.073

Waarvan apparaat ICT

30.000

 

0

30.000

Waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

 

0

56.000

Waarvan overige M-kosten

167.073

 

0

167.073

Onderhoud

1.326.662

331.045

36.006

1.693.713

Rentelasten

8.748

 

0

8.748

Afschrijvingskosten

39.975

 

0

39.975

– Materieel

38.500

 

0

38.500

Waarvan apparaat ICT

6.000

 

0

6.000

– Immaterieel

1.475

 

0

1.475

Overige lasten

       

– Dotaties voorzieningen

       

– Bijzondere lasten

       

Totaal lasten

2.372.830

339.383

67.112

2.779.325

Saldo van baten en lasten

9.000

0

0

9.000

Dotatie aan reserve Rijksrederij

– 9.000

   

– 9.000

Te verdelen resultaat

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

Areaalgroei

  • Om een betere relatie te leggen tussen de gevraagde productie en de daarvoor benodigde capaciteit is binnen IenM voor RWS het instrument Strategisch Capaciteitsmanagement ontwikkeld. Daarbij wordt op basis van vastgestelde normen, rekenregels en tarieven voor alle werkprocessen van RWS doorgerekend wat de benodigde capaciteit voor de komende 5 jaar is op basis van de huidige verwachte producten en prestatieopgaven. Hieruit is naar voren gekomen dat RWS de komende jaren als gevolg van areaalgroei (autonome ontwikkeling) meer sluizen, stuwen en tunnels oplevert die op basis van de huidige capaciteit niet bemand kunnen worden. Dit leidt tot een extra capaciteitsbehoefte van 36 FTE in 2017 oplopend naar 68 FTE in 2022. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 4,3 miljoen.

Waterveiligheid

  • Begin 2016 is er bij een aantal stormvloedkeringen (Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Haringvlietsluizen) geconstateerd dat er een formatietekort van totaal 10,2 FTE is, als gevolg van de complexiteit van de objecten. Hierdoor is meer inzet nodig voor bijvoorbeeld het opstellen van faalkansrapportages en meer begeleiding van de aannemers van RWS ten aanzien van het beheer en onderhoud van de stormvloedkeringen. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 0,9 miljoen.

  • RWS is één van de vertegenwoordigers voor het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW). Om de kennis op het gebied van waterveiligheid te versterken wordt in samenspraak met de voorzitter van ENW 5 extra formatieplaatsen gecreëerd in 2017 en verder. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 0,6 miljoen.

  • In 2014 heeft RWS het beheer van de stormvloedkering Ramspol overgenomen van Waterschap Groot Salland (nu Waterschap Drents Overijsselse Delta). RWS voert het Beheer en Onderhoud middels een andere methodiek uit dan het waterschap. De RWS-eisen hebben tot gevolg dat voor het beheer en onderhoud aan de kering meer capaciteitsinzet nodig is dan aanvankelijk ingeschat. Hiervoor is 6,2 FTE toegevoegd in 2017 en latere jaren. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 0,6 miljoen.

Connecting Mobility

  • Connecting Mobility (CM) is een uitvoeringsprogramma dat werkt aan de realisatie van de Routekaart binnen het actieprogramma «Beter Geïnformeerd Op Weg». Hiervoor is 12 FTE toegevoegd in 2017 tot en met 2019. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 1,3 miljoen.

Wet Werk en Zekerheid

  • Op basis van de wet Werk en Zekerheid is het sinds 1 mei 2016 niet meer mogelijk om gebruik te maken van payrolling binnen de rijksoverheid. Gevolg van de wet is dat 13 oud-payrollers, die binnen RWS kerntaken uitvoeren, conform wettelijke verplichting zijn verambtelijkt voor de jaren 2017 tot en met 2019. Dit betekent een verhoging van de omzet IenM in 2017 met € 1,1 miljoen.

Daarnaast is de omzet IenM in 2017 verhoogd door o.a. loon- en prijsbijstelling (€ 30,0 miljoen), het project SWUNG naleving geluidsplafonds (€ 14,0 miljoen), bijdrage arbeidsgehandicapten (€ 1,8 miljoen), bijdrage kansrijke vluchtelingen (€ 0,1 miljoen), bijdragen van het Ministerie van Economische Zaken aan het project Wind op Zee en Maritiem informatiepunt (€ 7,5 miljoen) en aan het project Nautische voorzieningen windparken (€ 1 miljoen)

Omzet derden

De stijging ten opzichte van de begroting 2017 met € 4,0 miljoen wordt veroorzaakt door de opbrengsten grote wateren. Dit betreft het effectueren van overdrachtsafspraken tussen het Rijksvastgoedbedrijf en IenM/RWS.

Lasten

Apparaatskosten

Dit betreffen de personele uitgaven samenhangend met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 18,0 miljoen), areaalgroei (€ 4,3 miljoen), stormvloedkeringen (€ 0,9 miljoen), waterveiligheidsexperts (€ 0,6 miljoen), Ramspol kering (€ 0,6 miljoen), Connecting Mobility (€ 1,3 miljoen), payrollers (€ 1,1 miljoen), bijdrage van EZ aan het project Wind op Zee en Maritiem informatiepunt (€ 0,8 miljoen), bijdrage arbeidsgehandicapten (€ 1,9 miljoen), bijdrage kansrijke vluchtelingen (€ 0,1 miljoen) en bijdrage van EZ aan het project nautische voorzieningen windparken (€ 1 miljoen).

Onderhoud

Deze mutatie bestaat uit de prijsbijstelling (€ 12,0 miljoen), het project SWUNG naleving geluidsplafonds (€ 14,0 miljoen) bijdrage van EZ aan het project Wind op Zee en Maritiem informatiepunt (€ 6,7 miljoen) en de opbrengsten grote wateren (€ 4,0 miljoen).

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)

Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2017

250.657

351.277

 

601.934

2a

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.376.530

– 8.593

67.112

2.435.049

2b

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 2.327.555

8.593

– 415.088

– 2.734.050

2.

Totaal operationele kasstroom

48.975

0

– 347.976

– 299.001

3a

Totaal investeringen (–/–)

– 29.400

   

– 29.400

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

2.340

2.340

3.

Totaal investeringskasstroom

– 29.400

0

2.340

– 27.060

4a

Eenmalige uitkering aan het moederdepartement (–/–)

 

– 32.507

 

– 32.507

4b

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

14.200

   

14.200

4c

Aflossingen op leningen (–/–)

– 34.000

 

11.000

– 23.000

4d

Beroep op leenfaciliteit (+)

33.000

 

– 3.000

30.000

4.

Totaal financieringskasstroom

13.200

– 32.507

8.000

– 11.307

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017

283.432

318.770

– 337.636

264.566

Toelichting

Operationele kasstroom

De ontvangsten binnen de operationele kasstroom liggen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de omzet IenM waar extra middelen zijn toegekend voor o.a. loon-en prijsbijstelling, het project SWUNG naleving geluidsplafonds en areaalgroei. De uitgaven binnen de operationele kasstroom zijn hoger door de hogere opbrengst en door de nog uit te voeren werkzaamheden.

Boekwaarde desinvesteringen

De panden Meenteweg (Zwolle) en Beatrixhaven 12 (Werkendam) zijn reeds voor 2017 verkocht en gedesinvesteerd. Hierbij is bij het deactiveren van de gebouwen echter vergeten om de grond mee te nemen (grond opbrengst is met gebouw verrekend). Hierom zijn de gronden in 2017 gedeactiveerd (Meenteweg: € 0,1 miljoen en Beatrixhaven: € 0,1 miljoen) met als opmerking verschroot. De overige desinvesteringen 2017 betreffen voornamelijk «restwaarde-uitkeringen» vanuit contract met leaseplan voor auto's (€ 1,7 miljoen). De Stormmeeuw (schip Rijksrederij) is verkocht via RVB, boekwinst (€ 1 miljoen)

Aflossingen op leningen

De oplevering van de activa laat in 2017 nog op zich wachten. Hierdoor zijn de aangevraagde leningen laag waardoor de aflossing minder wordt.

Beroep op leenfaciliteit

Daarnaast is vanwege de gunstige liquiditeitspositie van RWS besloten om voorlopig geen leningen af te sluiten voor activa met een levensduur van 3 jaar.

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI Suppletoire begroting 2017 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde Begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4)=(1)+(2)+(3) Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

44.528

– 210

2.215

46.533

Omzet IenM – Nutv werkzaamheden

 

6.228

6.228

Omzet overige departementen

2.402

 

219

2.621

Omzet derden

23.347

 

– 1.308

22.039

Rentebaten

   

Bijzondere baten

   

Totaal baten

70.277

– 210

7.354

77.421

         

Lasten

       

Apparaatskosten

40.009

– 210

4.345

44.144

– Personele kosten

29.960

– 210

2.842

32.592

* waarvan eigen personeel

29.460

– 210

1.690

30.940

* waarvan externe inhuur

500

1.037

1.537

* waarvan overige personele kosten

 

115

115

.-Materiële kosten

10.049

1.502

11.551

* waarvan apparaat ICT

1.612

 

2.177

3.789

* waarvan bijdrage aan SSO’s

4.966

 

– 448

4.518

* waarvan overige materiele kosten

3.471

– 227

3.244

Materiele Programmakosten

       

* Aardobservatie

17.029

5.175

22.204

* Overig

10.986

 

– 1.027

9.959

Rentelasten

242

 

– 242

Afschrijvingskosten

2.011

 

103

2.114

– materieel

2.011

 

103

2.114

– immaterieel

   

Overige lasten

   

– dotatie voorziening

   

– bijzondere lasten

   

Totaal lasten

70.277

– 210

8.354

78.421

Te verdelen resultaat

0

– 1.000

– 1.000

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De omzet IenM neemt toe als gevolg van een incidentele compensatie voor onvoorziene hogere personeelskosten, de loon- en prijsbijstelling 2017 en de offerte 2017.

Omzet IenM – Nog uit te voeren werkzaamheden

De hogere kosten in het kader van aardobservatie (€ 5 miljoen) worden gedekt vanuit de balans (vooruit ontvangen bedragen EUMETSAT). Daarnaast is voor een aantal beleidsintensiveringen nog vooruit ontvangen bedragen beschikbaar (€ 1,5 miljoen) welke in 2017 ingezet zullen worden.

Omzet overige departementen

De omzet is in eerste instantie verhoogd doordat verwachting was dat er een nieuw project voor het Ministerie van Economische zaken zou gaan starten. Inmiddels is duidelijk dat het nieuwe project van het Ministerie van Economische Zaken dit jaar niet meer zal starten waardoor de omzet is verlaagd. Tevens is de omzet van het RIVM verlaagd vanwege het aflopen van een project.

Omzet derden

De omzet derden neemt af vanwege tegenvallende opbrengsten op het gebied van maatwerk. Uitgebrachte offertes voor maatwerk worden niet gehonoreerd vanwege beperkte financiële middelen bij opdrachtgevers.

Lasten

Personele kosten

Door een uitbreiding van de bezetting zijn de kosten eigen personeel verhoogd. Door hogere inhuurkosten voor projecten en tijdelijke vervanging van medewerkers is de inhuur verhoogd.

Materiële apparaatskosten

Bij het opstellen van de begroting 2018 zijn ten onrechte apparaatskosten onder programmakosten geboekt. De stijging op de materiële kosten apparaat ICT betreft de correctie hiervan (€ 2 miljoen).

Materiële programmakosten

De uitgaven in het kader van aardobservatie zijn circa € 5 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot doordat de contributie aan EUMETSAT hoger is uitgevallen voorzien.

Rentelasten

Er worden geen mutaties in de rentekosten voorzien.

Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1)+(2)+(3) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

13.400

– 1.732

0

11.668

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.011

 

1.465

3.476

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 3.945

 

– 7.786

– 11.731

2.

Totaal operationele kasstroom

– 1.934

– 7.104

– 9.038

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 3.927

– 1.697

160

– 5.464

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringskasstroom

– 3.927

– 1.697

160

– 5.464

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

   

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

– 366

366

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

3.927

1.697

– 160

5.464

4.

Totaal financieringskasstroom

3.561

2.063

– 160

5.464

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017

11.100

– 1.366

– 6.321

3.143

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2016.

Operationele kasstroom

Het resultaat van de mutaties in de staat van baten en lasten hebben een negatieve invloed op de operationele kasstroom van (€ 1,0 miljoen). Daarnaast is het saldo van de contributie uitgaven en de ontvangen bijdrage in het kader van aardobservatie circa € 1,4 miljoen hoger dan eerder begroot door een stijging van de contributie uitgaven EUMETSAT en wordt voor een bedrag van circa € 1,5 miljoen aan uitgaven gedaan voor projecten waar reeds eerder de middelen voor zijn ontvangen. Tot slot zijn in 2017 een tweetal grote facturen betaald die nog betrekking hadden op 2016, welke leidt tot per saldo een daling van de kastroom met € 3,2 miljoen.

Investeringen- en financieringskasstroom

De investeringen en het beroep op de leenfaciliteit zijn aangepast conform de leenaanvraag 2017 van het KNMI.