Kamerstuk 34825-5

Nota naar aanleiding van het verslag

Dossier: Samenvoeging van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem

Gepubliceerd: 6 maart 2018
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34825-5.html
ID: 34825-5

Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 6 maart 2018

Inhoudsopgave

1.

Inleiding

1

2.

Toets aan het beleidskader gemeentelijke herindeling

2

3.

Financiële aspecten

3

1. Inleiding

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD, D66 en de ChristenUnie en de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de SP en de SGP in het verslag. Bij de beantwoording van de vragen heb ik zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aangehouden. In een enkel geval heb ik vragen samengenomen omdat zij hetzelfde onderwerp raken.

De leden van de CDA-fractie vragen waarom het herindelingsadvies en de bijbehorende reactienota niet als bijlagen bij de memorie van toelichting zijn opgenomen. Anders dan in voorgaande jaren heeft de regering ervoor gekozen het herindelingsadvies aan de Minister van BZK, dat strikt genomen geen deel uitmaakt van het wetsvoorstel, op digitale wijze beschikbaar te stellen. Bij deze keuze speelt een rol dat herindelingsadviezen de afgelopen jaren omvangrijker zijn geworden en veelal van een groot aantal bijlagen worden voorzien, met een totale omvang van soms honderden pagina’s. Het meezenden van deze documenten in fysieke vorm leidt op verschillende momenten in het wetgevingsproces tot een papierproductie die niet past in het streven van de rijksoverheid om papierverspilling tegen te gaan. Om ervoor te zorgen dat de Kamers en anderen van de herindelingsadviezen en de achterliggende stukken kennis kunnen nemen, is ervoor gekozen deze documenten, in aanvulling op de beschikbaarstelling via gemeenten en provincies, op www.rijksoverheid.nl te publiceren.

2. Toets aan het beleidskader gemeentelijke herindeling

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de inwoners, maatschappelijke organisaties en de lokale politiek betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het voorstel tot gemeentelijke herindeling. In hoofdstuk 2 en § 3.1 van de memorie van toelichting is beschreven hoe het voorstel tot herindeling tot stand is gekomen en hoe de raden, maatschappelijke organisaties en inwoners daarbij zijn betrokken. Het lokale politieke draagvlak is groot. Dat blijkt ook uit het feit dat de herindeling door de gemeenteraden zelf is geïnitieerd en dat het herindelingsontwerp en het herindelingsadvies met grote meerderheid van stemmen zijn vastgesteld. Naast inloopavonden en informatievoorziening via (sociale) media hebben de gemeenten voorafgaand aan de opstelling van het herindelingsontwerp diverse werkgroepen ingesteld voor het maken van een toekomstvisie voor de nieuwe gemeente. Hieraan hebben inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties deelgenomen. De resultaten van deze «visiegroepen» hebben een plek gekregen in het herindelingsadvies. Dit traject heeft geleid tot diverse concrete «icoonprojecten» die in de nieuwe gemeente een plaats krijgen, zoals het icoonproject Lokale Democratie. De gemeenten hebben inmiddels een programmanager aangesteld om de icoonprojecten samen met de deelnemers van de visiegroepen verder te brengen.

De leden van de SP-fractie vragen of een meerderheid van de inwoners voor de herindeling is en, indien er geen burgerraadpleging heeft plaatsgevonden, waarom daarvoor niet is gekozen. De gemeenten hebben ervoor gekozen om inwoners en andere belanghebbenden bij de herindeling te betrekken middels inloopavonden en visiegroepen. De gemeenten hebben de inschatting gemaakt dat er onder inwoners geen grote bezwaren leefden tegen de herindeling en dat een referendum niet het beste instrument is om het maatschappelijk draagvlak te onderzoeken. Op grond van het Beleidskader gemeentelijke herindeling is het primair aan gemeenten om te bepalen hoe het maatschappelijk draagvlak voor een gemeentelijke herindeling wordt onderzocht. Voor de beoordeling van het maatschappelijk draagvlak voor een gemeentelijke herindeling is niet vereist dat een referendum heeft plaatsgevonden.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken omtrent acties van de gemeenten gericht op de versterking van de lokale democratie ten behoeve van kleinschaligheid en borging van de identiteit. De leden van de SGP-fractie vragen of dorpsraden, thematische raden en digitale inspraakmogelijkheden voldoende kunnen ondervangen dat bestuurders en politici verder van de burgers komen te staan. De periode tot de datum van herindeling wordt gebruikt om het icoonproject Lokale Democratie verder te concretiseren. De initiatiefnemers van het project zijn hierover zowel ambtelijk als bestuurlijk in gesprek met de gemeenten. De Jongerenraad Going4OneAltena en de Sportraad Altena zijn inmiddels gevormd en hebben hun werkzaamheden gestart. De gemeenten benadrukken dat zij in het nieuwe organisatiemodel waarborgen hebben ingebouwd om de afstand tussen bestuur en bevolking klein te houden, bijvoorbeeld met zogenaamde kernregisseurs. Daarnaast is in het nieuwe dienstverleningsconcept beschreven dat contact van inwoners met de gemeente laagdrempelig zal zijn voor iedereen, dus ook voor mensen die minder digitaal vaardig zijn. In de besturingsfilosofie voor de nieuwe gemeente wordt benadrukt dat de samenleving centraal staat, dat de bestuurders aanwezig en beschikbaar zijn in de kernen en dat zij van buiten naar binnen werken. Met andere woorden: de vraag van de inwoners staat centraal. Deze manier van werken, tezamen met de thematische raden en dorpsraden, biedt een goed perspectief waarbij bestuur en burger elkaar weten te vinden.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe de toegankelijkheid en bereikbaarheid van belangrijke voorzieningen gewaarborgd blijft in de nieuwe gemeente. Het uitgangspunt van de gemeenten is dat bestaande voorzieningen ook in de nieuwe gemeente beschikbaar blijven. De gemeenten zijn van oordeel dat de toegankelijkheid en bereikbaarheid van belangrijke voorzieningen slechts in beperkte mate afhankelijk is van de bestuurlijke organisatie.

De leden van de SGP-fractie vragen of in het verleden overwogen is om de gemeenteraden beter te betrekken bij de samenwerking tussen de drie gemeenten en hoe voorkomen kan worden dat de informatieachterstand van politici toeneemt na het groter worden van de gemeentelijke organisatie. Voorts vragen deze leden welke complexe en gemeentegrensoverstijgende opgaven de gemeente Aalburg onvoldoende het hoofd kon bieden. Zoals is toegelicht in de memorie van toelichting, stonden de gemeenteraden volgens het rapport «Bestuurlijke toekomst Land van Heusden en Altena» van de heer C.P. Veerman op relatieve afstand van de samenwerkingsverbanden tussen de drie gemeenten, waardoor zij volgens de heer Veerman te maken kregen met een informatieachterstand. De gemeenten herkennen die bevinding niet direct en hebben ten tijde van de samenwerking dan ook geen extra inzet gepleegd om de raden te betrekken. Het risico van een informatieachterstand zal in de nieuwe gemeente Altena kleiner zijn omdat er dan geen sprake meer is van samenwerking tussen de drie gemeenten. Verder is de verwachting dat de herindeling zal bijdragen aan een professionelere organisatie van zowel het gemeentebestuur (inclusief de griffie) als het ambtenarenapparaat. De complexe en gemeentegrensoverstijgende opgaven bedoeld in de memorie van toelichting zijn bijvoorbeeld het uitvoeren van een langetermijnvisie, het schakelen met andere overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven, en taken in het sociaal domein en in verband met de Omgevingswet en digitalisering.

3. Financiële aspecten

De leden van de SP-fractie vragen waarop de verwachting is gebaseerd dat de structurele verlaging van de algemene uitkering wordt opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. De verlaging van de algemene uitkering houdt vooral verband met het wegvallen van het vaste bedrag dat iedere gemeente ontvangt. In de huidige situatie ontvangt elk van de drie gemeenten dit bedrag; na de herindeling is dat alleen de nieuwe gemeente. De verwachting dat tegenover deze verlaging een structurele financiële besparing staat, is onder meer gebaseerd op het gegeven dat de nieuwe gemeente minder bestuurders zal tellen (van drie naar één burgemeester, gemeentesecretaris en griffier; minder wethouders). De mogelijke efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie houden verband met het samenvoegen van de verschillende organisaties en het kunnen voorzien in meer specialistische functies. In welke mate dergelijke efficiencyvoordelen worden behaald, hangt vanzelfsprekend af van de sturing daarop door de nieuwe gemeente.

Op grond van de maatstaf herindeling krijgen de gemeenten voor de kosten om de herindeling te realiseren (frictiekosten) een uitkering uit het gemeentefonds, die over een periode van vijf jaar wordt uitgekeerd. Het vorige kabinet heeft deze maatstaf verruimd. In dit geval gaat het om een uitkering van ongeveer € 11,19 miljoen. Uit de herindelingsscan blijkt dat er sprake is van een financieel gezonde basis voor de nieuw te vormen gemeente. Het ligt dan ook niet in de lijn der verwachting dat er incidentele of structurele financiële tekorten ontstaan als gevolg van de herindeling.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren