Gepubliceerd: 17 mei 2018
Indiener(s): Tamara van Ark (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-XV-106.html
ID: 34775-XV-106

Nr. 106 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2018

Bij gelegenheid van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Kinderbijslagvoorziening BES is de Tweede Kamer toegezegd dat na de eerste twee jaren van werking van de wet wordt gerapporteerd over de uitvoering (Kamerstuk 34 275, nr. 6, p. 5). Daarnaast heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van de brief van 14 juli 2017 over het Plan van aanpak verbetering rechtmatigheid en financieel beheer van de RCN-unit SZW (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 77) in de procedurevergadering van 5 september 2017 verzocht om bij gelegenheid van het jaarverslag SZW een update van de stand van zaken te presenteren.

Omdat beide onderwerpen de SZW-uitvoering in Caribisch Nederland betreffen, combineer ik de aanbieding van de rapportages in één brief. De rapportages zijn opgenomen in afzonderlijke bijlagen1. In deze brief beperk ik me tot een korte duiding van en toelichting op de informatie uit deze bijlagen.

Uitvoering Wet kinderbijslagvoorziening BES

De onder het Ministerie van SZW ressorterende RCN-unit SZW is belast met de uitvoering, die een op de lokale context toegeschreven regeling inhoudt. In bijgevoegd uitvoeringsverslag wordt ingegaan op het doorlopen implementatieproces, de inspanningen van de RCN-unit SZW om de doelgroep te bereiken, gegevensuitwisseling en verificatie in de uitvoering, rechtmatigheid en financieel beheer, en de kosten. Het verslag over de uitvoering kinderbijslag BES eindigt met een slotbeschouwing, waarin geconcludeerd wordt dat de Wet kinderbijslagvoorziening BES in de huidige vorm goed uitvoerbaar is gebleken.

Hoewel de huidige aantallen van de kinderbijslag BES op een hoog bereik van de regeling duiden, laat vergelijking met de gegevens uit de bevolkingsadministratie (PIVA) nog een verschil zien tussen enerzijds het aantal kinderen tot 18 jaar in PIVA en anderzijds het aantal kinderen waarvoor kinderbijslag wordt verstrekt. Een belangrijk deel van het verschil kan worden verklaard uit uitsluitingsgronden als verlopen verblijfsvergunning of ontvangen van studiefinanciering. Ook komt het voor dat de kinderbijslag administratief is geblokkeerd.

De RCN-unit SZW wil er alles aan gedaan hebben om potentiële gerechtigden op te sporen en is voornemens om medio 2018 nog een gerichte mailing te sturen naar huisadressen met kinderen waarvoor nog geen kinderbijslag is aangevraagd. Gerechtigden kunnen er voor kiezen om van een aanvraag af te zien, maar door een actieve communicatiestrategie hoopt de RCN-unit SZW deze situatie tot een minimum te beperken.

Stand van zaken verbeterplan rechtmatigheid en financieel beheer

De uitvoering van het Plan van aanpak verbetering rechtmatigheid en financieel beheer RCN-unit SZW ligt op een enkel onderdeel na goed op schema. De audit van de Auditdienst Rijk (ADR) over 2017 bevestigt dat er met name bij de dossiervorming vooruitgang wordt geboekt. Dit geldt met name de uitvoering van de Wet ziekteverzekering BES en de Algemene ouderdomsverzekering BES, die financieel de grootste zijn. Verbetering van de dossiervorming bij de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, die een minder groot financieel belang heeft, is relatief gezien achtergebleven. Dit is een gevolg van de keuzes die de RCN-unit SZW met betrekking tot de inzet van capaciteit heeft moeten maken.

Vertraging wordt opgelopen bij de beoogde aansluiting op het betaalsysteem van de Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN). Deze vertraging blijkt nog niet uit de bijgevoegde rapportage – die de stand per 31 december 2017 weergeeft –, maar is inmiddels de feitelijke situatie op dit moment.

Na bestudering van de aanbestedingsrechtelijke aspecten is gebleken dat de Europese aanbestedingsregels van toepassing zijn op de totstandkoming van het aanvullende contract wat nodig is om de aansluiting op het betaalsysteem van BCN te realiseren. Voor het volgen van een Europese aanbesteding is echter feitelijk geen ruimte, omdat de oplossing gebonden is aan de leverancier van het systeem van BCN. Onrechtmatigheid als gevolg van het niet toepassen van de Europese aanbestedingsregels kan worden voorkomen door mee te liften met de door BCN in 2019 te starten Europese aanbesteding voor een nieuw contract van BCN met ingangsdatum 1 januari 2020. Het nu voorziene tijdpad impliceert vertraging, maar is het meest haalbare.

Voor de beheersing van risico’s in het betalingsverkeer in de periode tot aan de beoogde aansluiting op het systeem van BCN past de RCN-unit SZW nu al functiescheiding toe op het niveau van de werkprocessen. Nu deze aansluiting langer op zich laat wachten, acht ik dat niet voldoende. Ik heb de RCN-unit SZW opdracht gegeven om als aanvullende maatregel periodiek minimaal een steekproefsgewijze check op de juistheid van de betalingen uit te laten voeren. Daarmee acht ik het risico van onrechtmatigheid voldoende beheersbaar.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark