Kamerstuk 34775-X-88

Reactie op verzoek commissie om inzicht in besluitvormings- en verantwoordingsproces inzake speciale en geheime operaties

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 27 maart 2018
Indiener(s): Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-X-88.html
ID: 34775-X-88

Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2018

De vaste commissie voor Defensie van de Tweede Kamer (VCD) heeft verzocht de Kamer via openbare informatie inzicht te verschaffen in het besluitvormings- en verantwoordingsproces inzake speciale en geheime operaties (ingezonden op 22 februari 2018).

Op 21 februari 2018 heeft de VCD al een vertrouwelijke briefing ontvangen over bovengenoemd onderwerp. Hierna volgt naar aanleiding van uw verzoek een beknopte openbare weergave van hetgeen op 21 februari jl. is gewisseld.

«Speciale operaties» gaan over de inzet van daartoe specifiek aangewezen onderdelen van de krijgsmacht in complexe situaties en «geheime operaties» over het inzetten van personeel in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV). Voor beide soorten operaties is geheimhouding noodzakelijk. Verder geldt dat dergelijke inzet uitzonderlijk is en dat de regering het uitgangspunt hanteert dat de inzet van militairen in het openbaar moet worden verantwoord.

Het besluit tot uitvoering van een speciale operatie geschiedt binnen de Ministeriële Kerngroep Speciale Operaties (MKSO), zie ook de brief van de Minister van Defensie van 23 augustus 2000 (Kamerstuk 26 800 X, nr. 46). Geheime operaties worden uitgevoerd binnen de kaders van de WIV en na een besluit van de Minister van Defensie. Er bestaat geen informatieplicht richting het parlement zo lang sprake is van noodzakelijke geheimhouding. Artikel 68 van de Grondwet staat toe dat informatie wordt geweigerd als verstrekking «in strijd is met het belang van de staat». Het tweede lid van artikel 100 biedt de mogelijkheid informatie te weigeren als sprake is van «dwingende redenen». Wel bestaat de verplichting om de informatie zo spoedig mogelijk alsnog te verstrekken zodra dat kan.

De rechtmatigheid van optreden onder de WIV valt onder het toezicht van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Informatie die voortkomt uit geheime operaties en die zich daarvoor leent, kan met het parlement worden gedeeld in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten