Kamerstuk 34775-X-12

Verslag van een algemeen overleg, gehouden op 21 september 2017, over Kustwacht Caribisch gebied

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 6 oktober 2017
Indiener(s): Han ten Broeke (VVD), Paul van Meenen (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-X-12.html
ID: 34775-X-12

Nr. 12 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 6 oktober 2017

De vaste commissie voor Defensie en de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties hebben op 21 september 2017 overleg gevoerd met mevrouw Hennis-Plasschaert, Minister van Defensie, en de heer Plasterk, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over:

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 20 december 2016 ter aanbieding van jaarplan 2017 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 34 550 X, nr. 61);

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 23 februari 2017 met de beantwoording van vragen van de commissie over het Jaarplan 2017 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 34 550 X, nr. 77);

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 17 mei 2017 over het jaarverslag 2016 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied (Kamerstuk 34 550 X, nr. 87);

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 15 september 2017 met de beantwoording van vragen van de commissie over het Jaarverslag 2016 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied (Kamerstuk 34 550 X, nr. 87) (Kamerstuk 34 775 X, nr. 5).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Ten Broeke

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Van Meenen

De griffier van de vaste commissie voor Defensie, De Lange

Voorzitter: Ten Broeke

Griffier: De Lange

Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Belhaj, Bosman, Ten Broeke, Knops en Popken,

en mevrouw Hennis-Plasschaert, Minister van Defensie, en de heer Plasterk, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Aanvang 10.32 uur.

De voorzitter:

Goedemorgen en welkom bij dit algemeen overleg van de vaste Kamercommissie voor Defensie en de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties. Ik heet welkom de Minister van Defensie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We gaan het vandaag hebben over de kustwacht voor het Caribisch gebied. We hebben een spreektijd van zes minuten afgesproken. Ik geef als eerste het woord aan de heer Bosman van de VVD.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter, dank. Op 6 september jongstleden raasde orkaan Irma over Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius. De ravage was enorm en er waren helaas ook dodelijke slachtoffers. We denken aan alle mensen die daarbij getroffen zijn. De ramp na de ramp is het besef dat alles weg is. Mensen zijn letterlijk hun huis kwijt. Hun huis is niet kapot of ingestort, maar daadwerkelijk weggevaagd. Niet alleen huis en haard zijn weg, maar ook bedrijven en hotels zijn weg. Daarmee zijn ook de banen en een toekomst weggevaagd. In die ramp na de ramp kwamen de mannen en vrouwen van de kustwacht van het Caribisch gebied hun hulp bieden. Ik wil dus allereerst mijn dank en waardering uitspreken voor hun inzet. Zonder die inzet, samen met die van de Nederlandse krijgsmacht en van de ondersteuners van Aruba en Curaçao, was de ramp na de ramp alleen maar groter geweest. De kustwacht bewijst daarmee keer op keer zijn belang en waarde.

Voorzitter. Over de toekomst van die kustwacht in het Caribisch gebied hebben we het vandaag. Met betrekking tot de situatie in het Caribisch gebied kan de VVD alleen maar constateren dat het belang van de kustwacht in het Caribisch gebied alleen maar groter wordt. Naast de controle op drugstransporten en de maritieme veiligheid heeft de VVD ook al jaren zorgen over de ontwikkelingen in Venezuela, het grootste buurland van het Koninkrijk. Het land met een van de grootste olievoorraden ter wereld, een land dat in het verleden geen armoede kende, is nu aan de bedelstaf. Dit is het voorbeeld van het absolute nivelleren. In Venezuela is iedereen even arm en heeft iedereen evenveel honger, behalve de socialistische leiders dan. George Orwell schreef daar eens een mooi boek over: Animal Farm. Maar dat terzijde.

Voorzitter. De zorg over de bootjes met illegalen die richting Aruba en Curaçao komen om de socialistische heilstaat te ontvluchten, wordt alleen maar groter. Die zorg was er al bij de VVD, en die zorg blijft. Voor de detectie van deze bootjes kan de walradar gebruikt worden, begrijp ik. Het walradarsysteem op de Benedenwindse Eilanden bevindt zich nu in het laatste exploitatiejaar. Wat is de status van de vernieuwing, dan wel van de operationele upgrade? Op welke termijn zal deze radar, die van groot belang is voor de veiligheid op de Benedenwindse Eilanden, worden verbeterd dan wel vervangen? Is daar geld voor gereserveerd en, zo ja, hoeveel? Kan de Minister van Defensie toelichten wat het belang is van de walradar in de hele keten van veiligheid? Hoe snel kan er een nieuwe walradar geplaatst worden?

Aan de Minister van Koninkrijksrelaties wil ik vragen hoe hij de budgetten beschikbaar stelt voor deze vernieuwingen. Misschien kan de Minister voor mijn beeldvorming uitleggen hoe hij dat geld, dat van belang is voor de investeringen van de kustwacht, oormerkt. Dat moet namelijk geld zijn dat meerjarig beschikbaar is voor de investeringen die nodig zijn voor de komende vervangingen en vernieuwingen. Misschien kan de Minister van Defensie een toelichting geven over wat er operationeel nodig is voor de inzet van de kustwacht in het gebied voor de komende jaren, en daarmee misschien een overlap creëren. Graag hoor ik van de Minister van Koninkrijksrelaties een toelichting hoe de financiering op de begroting van BZK terechtkomt. Hoe houden we daar als Kamer inzicht in en toezicht op?

Er zijn op dit moment problemen met de operationele vulling van de kustwacht. Zijn de landen zelf actief bezig om mensen van bijvoorbeeld Aruba en Curaçao te benaderen en op te leiden? Zijn de landen daar, met de beschikbare opleidingen van die landen, toe in staat? Welk risico is er voor de inzet van de kustwacht als de personele bezetting niet gehaald wordt? Worden er dan leden van de Nederlandse kustwacht ingezet?

Tot zover mijn inbreng, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bosman. Dan geef ik het woord aan mevrouw Popken, namens de fractie van de PVV.

Mevrouw Popken (PVV):

Dank, voorzitter. Het lijkt ook mij op z'n plaats om te beginnen met het uitspreken van een woord van dank en mijn diepe respect en waardering voor onze mannen en vrouwen van onze krijgsmacht, en nu in het bijzonder van onze marine. Zij stonden in zeer korte tijd klaar om direct te beginnen met het stabiliseren van Sint-Maarten na een orkaan.

Voorzitter. We zien hier tegelijkertijd ook het manco van Sint-Maarten zelf. Vlak na de storm braken er plunderingen uit en werden winkels leeggeroofd. Men was daar niet op zoek naar eten; nee, elektronicazaken werden geplunderd. Men liep met complete tv's en muziekinstallaties de winkel uit. Diefstal op het moment dat ondernemers op hun zwakst waren. De eilandbewoners begonnen al met plunderen toen de storm nog nauwelijks was gaan liggen. Waar waren de lokale autoriteiten toen? Wat klopt er van de berichten dat mariniers op deze plunderaars hebben geschoten, of waarschuwingsschoten hebben gelost? Weet de Minister of er ook aanhoudingen zijn verricht? Zo niet, waar waren de lokale autoriteiten toen? Het pleidooi van de PVV moge duidelijk zijn: onze manschappen, die na een oproep binnen een halve dag de wereld overvliegen om hulp te verlenen aan mensen die dat nodig hebben, verdienen een pluim en onze waardering. De inwoners die deze catastrofe gebruiken en misbruiken om de stad te plunderen en zichzelf te verrijken, verdienen dat duidelijk niet. Zij moeten dan ook keihard aangepakt worden. Het openbaar bestuur van Sint-Maarten heeft in de ogen van de PVV dan ook gefaald, om vervolgens wel op schandelijke wijze van zich te laten horen.

De voorzitter:

Meneer Bosman, u heeft een punt van orde?

De heer Bosman (VVD):

Ja, een punt van orde. Dit is het AO Kustwacht. Vanmiddag hebben we een prima verzamel-AO waar ook Sint-Maarten en het bestuur aan de orde komen. Volgens mij is dit het AO Kustwacht, en dus kijk ik ook naar de rol van de Minister van Defensie, die hier aanwezig is. Ik weet niet of mevrouw Popken daar nog op terecht gaat komen, maar het zou netjes zijn om bij het onderwerp van het AO te blijven, denk ik.

De voorzitter:

U haalt mij in zekere zin de woorden uit de mond. Ik wilde heel even afwachten hoe mevrouw Popken haar eerste termijn vervolgde, maar er vindt inderdaad vanmiddag nog een AO Koninkrijksrelaties plaats. Ik heb ook begrepen dat de Minister die hier vandaag aanwezig is, daar vanmiddag natuurlijk ook bij is – bij leven en welzijn. De Minister heeft daar ook een brief over gestuurd. Ik zou u en uw fractie dus willen aanraden om die brief even tot u te nemen en daar dan voor vanmiddag een bijdrage over voor te bereiden, en het hier vooral over de kustwacht te hebben, want dat is waar we vandaag brieven voor hebben geagendeerd. Daar is ook de Minister van Defensie voor aanwezig. Mevrouw Popken, aan u het woord.

Mevrouw Popken (PVV):

Ik vervolg mijn betoog. Dank.

Voorzitter. Vrij snel ontstond er een mediaoffensief van de Minister-President van Sint-Maarten, de heer William Marlin. De NRC besteedde daar ruim aandacht aan. De Minister-President kreeg de gelegenheid om op een misplaatste manier zijn gal te spuwen over Nederland en onze militairen. Maar waar de NRC alom bekendstaat dat zij geen hoor en wederhoor toepast, kwam die wel van generaal Verkerk. Het is wellicht ongebruikelijk dat een generaal reageert op een mediabericht, maar het haalde wel direct de angel uit de beschuldigingen. Gisteravond las ik in de beantwoording van de Kamervragen dat de heer Marlin blijkbaar spijt heeft van de onrust die zijn uitlatingen over onze mariniers veroorzaakt hebben. Ik vind het opmerkelijk hoe de nare en onheuse beschuldigingen aan het adres van onze mariniers zo groot uitgemeten werden in de media en in de interviews met Marlin, en hoe we deze spijt of excuses – of wat het dan ook moge zijn – behalve in de beantwoording op de Kamervragen nog nergens teruglezen. Mijn vraag aan beide Ministers is dan ook: op welke manier heeft de heer Marlin zijn spijt betuigd? Heeft hij spijt van de uitlatingen zelf of van de onrust die zijn uitlatingen veroorzaakten? Volgt er nog een interview met de heer Marlin...

De voorzitter:

Ik ga u nu toch even onderbreken. Wij hebben u net... Ik heb u ruim de tijd gegeven, en meneer Bosman wees u in een punt van orde op wat er hier vandaag geagendeerd staat. Vanmiddag is er nog de kans om het uitgebreid over de situatie met de mariniers op de eilanden te hebben, en over alle repercussies en uitspraken die daarover zijn gedaan. Hier gaan we het echt over de kustwacht hebben. Ik weet dus niet of u in uw spreektijd nog iets hebt voorbereid over de kustwacht...

Mevrouw Popken (PVV):

Absoluut.

De voorzitter:

Anders zou ik namelijk zeggen: zie ervan af. Ik hoor heel graag nog iets over de kustwacht, want de vorige vragen die u aan beide Ministers stelde, horen echt niet thuis in dit AO.

Mevrouw Popken (PVV):

Voorzitter, ik ga toch echt over mijn eigen inbreng. Ik zal dadelijk zeker nog spreken over de kustwacht. Ik heb mijn inbreng opgedeeld in twee delen. Ik begrijp uw punt, maar ik vervolg toch mijn betoog.

Voorzitter. Naast de orkaan hebben we nog meer onderwerpen op de agenda staan. De marine vaart namelijk niet alleen vanwege de noodhulp, maar ook omdat het Caribisch gebied bol staat van de drugshandel. Waar de Middellandse Zee in de oudheid symbool stond voor z'n handel, staat de Caribische Zee dat voor de drugshandel. Het kartel dat de beste routes in handen heeft, verdient miljarden. De Nederlandse marine vaart daar boven en onder water om deze drugs te onderscheppen, zodat deze niet via de eilanden naar Nederland komen. Nu heb ik echter opgevangen dat het aantal patrouilles dat uitgevoerd wordt, is teruggebracht van vier per week naar twee per week. Mijn vraag aan de Minister is: klopt dat? Voor de PVV zijn deze patrouilles namelijk van essentieel belang voor de stabiliteit van deze eilanden en ook voor de veiligheid van Nederland. De marine onderschept namelijk niet alleen drugs, maar zij moet ook waakzaam zijn om te voorkomen dat Venezolaanse gelukszoekers Curaçao en Aruba bereiken. Kan de Minister hierop reageren? Zijn deze patrouilles in aantal verlaagd? Zo ja, met hoeveel en waarom?

Voorzitter. Het rommelt in de socialistische oliestaat en het laatste wat we moeten doen is het dreigende probleem negeren. De eilanden moeten uitstralen dat zij niet zullen fungeren als bed and breakfast, waar het bedje gespreid klaarstaat. Het moet duidelijk zijn dat degenen die voet aan land proberen te zetten linea recta teruggestuurd worden. Laat ze maar hun buurlanden Colombia of Guyana opzoeken. Kan de Minister hierop reageren? Kan de Minister ook aangeven of ze bereid is om de controles te verscherpen, zodat Curaçao en Aruba zich niet verder ontwikkelen als hubstation voor met name drugssmokkelaars en Venezolaanse gelukszoekers? Deze eilanden zijn al corrupt of instabiel genoeg van zichzelf en verdere problemen met de gigantische instroom kunnen deze landen er niet bij hebben. Graag een reactie.

De voorzitter:

Ik moet u verzoeken om af te ronden, want uw spreektijd is voorbij. Ik geef het woord aan de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Terwijl wij hier spreken over het jaarverslag 2016 en het jaarplan 2017 van de kustwacht, is diezelfde kustwacht op dit moment keihard aan het werk om te doen wat zij ook moeten doen. De vraag die toch een beetje boven dit debat en de afgelopen debatten hangt is: zijn ze daartoe voldoende in staat? De hulpverlening richting het zwaar getroffen Sint-Maarten is nu op gang gekomen. De sprekers voor mij zeiden ook al dat onze mariniers helpen bij het handhaven van de openbare orde. Laten we heel eerlijk zijn: als deze mensen, onze mariniers op dit eiland, er op dit moment niet geweest waren, dan was de ellende nog veel groter geweest. We zijn ook trots dat onze mannen en vrouwen dat daar doen, ondanks dat sommige mensen daar anders over denken. Dat moet dan maar. Ik zou zeggen: bied maar een alternatief of doe iets anders, maar dat debat wordt dus blijkbaar vanmiddag gevoerd. Daar zal ik me niet al te veel mee bemoeien.

Op de Benedenwindse Eilanden is het wel zo dat ten gevolge van de crisis in Venezuela – aan dat land kan ik niet voorbijgaan – het aantal patrouilles van de kustwacht sinds vorig jaar is opgevoerd. Je kunt niet over de kustwacht praten zonder Venezuela en de «socialistische heilstaat» te benoemen, alhoewel ik me realiseer dat we daar ook een apart debat voor hebben. De reden dat het aantal patrouilles is opgevoerd is heel simpel: steeds vaker worden migranten opgepakt. Er is steeds meer druk op de eilanden. Dat is in allerlei debatten al aan de orde geweest. De vraag is hier dan ook of de kustwacht, gezien het krappe budget en ondanks de plussen die er nu bij zijn gedaan voor de komende twee jaar – ik zeg dat met alle complimenten – met zijn organisatie en capaciteiten in staat is om dit probleem te tackelen.

Eind juli onderschepte de Curaçaose kustwacht volgens berichtgeving van de NOS in één weekend 26 ongedocumenteerde Venezolaanse bootvluchtelingen. In totaal waagden er in de eerste zes maanden van 2017 al 122 Venezolanen de oversteek naar Curaçao, een even groot aantal als in heel 2016. Dat is dus een aanzienlijke stijging. Het is niet ondenkbaar dat die migratiestroom naar de ABC-eilanden verder aanzwelt, want Venezuela is in een neerwaartse spiraal beland. In april verwachtte de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nog dat er geen massale migratiestroom naar het Caribisch gebied van het Koninkrijk op gang zou komen, ook niet als de situatie in Venezuela verder zou verslechteren.

Inmiddels is die situatie verslechterd, en neemt die migratie toe. Er zijn signalen dat het aantal Venezolaanse vluchtelingen dat de eilanden probeert te bereiken verder zal gaan toenemen. Ook de kustwacht zelf zou erkennen, zo berichtte de NOS, dat zij voor wat betreft de migratiestroom slechts een topje van de ijsberg kunnen onderscheppen. Vrijwel dagelijks zouden er grote groepen Venezolanen naar Curaçao komen. Ik vraag aan de Minister van BZK of dit klopt. Graag een reactie. Blijft de Minister ook achter zijn uitspraken van april staan? Volgens mij is er toch wel wat meer aan de hand dan wat de Minister toen deed voorkomen. Welke maatregelen gaat de Minister nemen om te voorkomen dat Aruba en Curaçao het Lampedusa of the Caribbean worden? De regering van Curaçao, een eiland met 160.000 inwoners en in oppervlakte twee keer groter dan Texel, heeft laten weten maximaal 250 vluchtelingen op te kunnen vangen. In juni van dit jaar gaven parlementsleden van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten aan dat als de migrantenstroom verder uit de hand loopt, zij vluchtelingen naar Nederland willen sturen. Wat vindt de Minister van BZK van deze oproep?

Overigens komen de meeste Venezolaanse migranten niet illegaal per boot naar de ABC-eilanden, maar legaal op basis van een toeristenvisum van drie maanden. Als dat visum verloopt, keren ze niet terug en verdwijnen ze in de illegaliteit. Welke maatregelen is het kabinet bereid te nemen om deze problematiek op te pakken? Is het bijvoorbeeld een optie om de visumplicht van Venezolanen opnieuw in te voeren? Blijft er door de extra aandacht van de kustwacht voor het opsporen van illegale migranten uit Venezuela nog wel genoeg capaciteit beschikbaar voor de andere taken van de kustwacht, zoals de drugsbestrijding?

Interessant is hoe de operationele en militaire kustwachtsamenwerking met Venezuela verloopt. Vorig jaar ging de jaarlijkse SAR-oefening Open Eyes wegens budgettaire problemen bij Venezuela niet door. De Minister van Defensie geeft aan dat er getracht wordt om contact te leggen met de autoriteiten om deze oefening voor 2017 wel te plannen. De vraag is of dit gelukt is. Het is overigens opvallend dat de Venezolanen wel geld hebben voor het opvoeren van militaire oefeningen, in anticipatie op een Amerikaanse invasie. Er is dus wel geld, maar het komt niet bij de armsten terecht. Dat is dan socialisme 2.0. Het is ook jammer dat de SP niet aanwezig is bij dit debat, want daar had ik nog wel een paar vragen over gehad.

Voorzitter. Terwijl de druk op de kustwacht toeneemt, staat het budget onder niet minder grote spanning. In antwoord op onze feitelijke vragen geeft het kabinet toe dat 99% van het budget van de kustwacht opgaat aan exploitatie en dat er slechts 1% beschikbaar is voor investeringen. Ik zou de Minister van Defensie kunnen vragen hoe dat bij Defensie zit – daar is dat bedrag beduidend hoger – maar 1% lijkt mij niet voldoende om een duurzame kustwacht in de benen te houden. Het kabinet heeft in 2016 ook nog bezuinigd: de cutters mochten maar op één motor varen en havenbezoek en dienstreizen werden geschrapt. We hebben daar als Kamer bijna unaniem van gezegd dat we dat niet moesten doen, en gelukkig heeft het Kabinet dit ook ingezien. De vraag is of de herdimensionering die boven de markt hing nu definitief van de baan is, en hoe dat nu structureel zit. De komende jaren is dat afgedekt, maar ik vraag me werkelijk af hoe dat structureel zit.

Dan het een-na-laatste punt. Ik hoor geluiden dat de vliegcapaciteit van de kustwacht buitengewoon beperkt is. De vraag is of juist gezien dit soort rampen die ons treffen, ook daar niet wat meer zou moeten gebeuren en of het kabinet dat heeft voorzien in de 8 miljoen die nu gereserveerd is voor de kustwacht.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Knops. Ik geef ten slotte in de eerste termijn van de leden het woord aan mevrouw Belhaj van D66.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Wij dragen binnen het Koninkrijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid als het gaat om de maritieme veiligheid. De Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied is hierin essentieel. Opsporing, rechtshandhaving, toezicht en dienstverlening behoren dan ook tot het takenpakket. Bovendien is de kustwacht een bijzonder samenwerkingsverband tussen de vier landen. Hierin behartigt de kustwacht zowel de belangen van de landen als die van ons Koninkrijk als geheel. D66 ziet dit dan ook als de kans om gezamenlijk en duurzaam als één Koninkrijk op te treden.

Voorzitter. Mijn collega's refereerden er al aan: helaas hebben wij allen met afschuw moeten zien hoe de eilanden in ons Koninkrijk werden getroffen door orkaan Irma. Huizen, scholen en complete infrastructuur zijn verwoest. Niets is gespaard gebleven. De verwoesting op Saba, Sint-Eustatius en met name Sint-Maarten is onvoorstelbaar. We leven mee met de slachtoffers en spreken ons respect en onze waardering uit voor de inzet van de mannen en vrouwen van Defensie. Ik zou graag wel tijdens dit AO van de Minister willen weten wat de rol van de kustwacht is geweest, los van alle berichten die we al hebben mogen vernemen via social media. In hoeverre heeft de kustwacht bijgedragen aan het verlenen van noodhulp? Wat zijn de instructies geweest? Hoe zijn materieel en personeel voorbereid op Irma? Het jaarplan zegt hier namelijk niets over. Ook hoor ik graag van de Minister wat de rol van de kustwacht gaat zijn in de wederopbouwfase. Kan zij vertellen of de kustwacht op internationaal of bilateraal niveau samenwerkt aan rampenbestrijding en het verlenen van noodhulp? In hoeverre is hiervan sprake geweest? Wat kan er worden gedaan op het gebied van pooling and sharing? Welke capaciteit hebben bijvoorbeeld de Fransen in huis die het Koninkrijk kan benutten en andersom?

Voorzitter. De kustwacht heeft in het Caribisch gebied in de afgelopen jaren meerdere grote drugsvangsten gedaan. De grootste drugsvangst ooit in het Caribisch gebied was afgelopen jaar. Daarbij is maar liefst 2.000 kilo cocaïne in beslag genomen. Afgelopen april is er opnieuw 700 kilo cocaïne afkomstig uit Colombia in beslag genomen. Dit geeft aan dat de drugsproblematiek in deze regio helaas nog steeds veel aandacht en capaciteit vereist van de kustwacht.

Voorzitter. De kustwacht heeft ook een belangrijke grenscontroletaak om irreguliere migratie te voorkomen dan wel te beheersen. Venezuela is het grootste buurland van ons Koninkrijk. Het land glijdt af naar een autocratisch regime. Gezien de inflatie heeft de bevolking amper nog iets te eten en voelt zij zich genoodzaakt om uit te wijken naar andere gebieden. Vooral inwoners uit de noordelijke provincies zijn geneigd om de overstap naar Curaçao te maken. In mei 2017 waren 6.000 Venezolanen naar Curaçao vertrokken met een toeristenvisum, waar mijn collega al aan refereerde. Een kwart verblijft in een geregistreerde accommodatie, maar niemand weet waar driekwart van deze mensen verblijft. Anderen proberen via gammele bootjes het water over te steken en eindigen vervolgens in het criminele circuit. Kan de Minister vertellen hoeveel mensen uit Venezuela illegaal verblijven op de Caribische eilanden van ons Koninkrijk? Zo nee, wat gaat de Minister doen om deze cijfers wel te achterhalen?

Voorzitter. Ik wil graag de aandacht nog op het volgende richten. De Minister van Defensie schrijft op 7 mei 2017 dat dankzij het valutareservefonds de valutaverschillen in de begroting van 2017 voor de kustwacht zijn opgevangen. Hierdoor zouden besparingen achterwege blijven. Ook in de brief van 20 december 2016 staat dat ingrijpende operationele besparingsopties voor de kustwacht voorlopig van de baan zijn. Kan de Minister uitsluiten dat er minder geld ter beschikking zal worden gesteld voor de kustwacht? Kan de Minister toelichten of de kustwacht met de geraamde begroting in staat is succesvol zijn doelstellingen te behalen nu er extra kosten gemaakt zijn als gevolg van Irma?

Voorzitter. Tot slot. Het Caribisch gebied in ons Koninkrijk heeft elk jaar weer een orkaanseizoen te verduren. Kan de Minister uitleggen waarom er geen specifieke post op de huidige begroting is toegekend voor de kosten die gemoeid zijn met een orkaanseizoen? Vindt de Minister het niet noodzakelijk dat de kustwacht beschikt over voldoende middelen om zijn taken uit te voeren, ook wanneer er sprake is van een orkaan?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Belhaj. Daarmee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Willen de Ministers direct antwoorden of hebben zij nog even wat voorbereidingstijd nodig? Mij blijkt dat dit laatste niet het geval is. Dan geef ik het woord aan de Minister van Defensie voor de beantwoording in eerste termijn.

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik verwacht nog wat aanvullende informatie over bepaalde capaciteiten, maar laten we beginnen. Dat is goed om het tempo erin te houden.

Allereerst dank voor de vriendelijke woorden die u allen sprak over de inzet van onze mensen in het gebied. We hebben allen beelden van de ravage gezien, dus daar hoef ik niet veel woorden aan te wijden. Natuurlijk wil ik wel benadrukken dat onze gedachten uitgingen en uitgaan naar alle getroffenen, want de periode van herstel zal lang zijn.

De orkaan heeft ook de kustwacht getroffen. Natuurlijk probeer je je zo goed mogelijk op zo'n orkaan voor te bereiden, maar in de storm zijn de steiger en de botenliften ernstig beschadigd, waardoor ook twee Super-RHIB's zijn losgeslagen. Deze moeten als verloren worden beschouwd. Ook het gebouw van het steunpunt heeft schade opgelopen, maar heeft gelukkig, zeg ik er gelijk bij, onderdak kunnen bieden aan familie van personeel en enkele toeristen.

Het spreekt voor zich dat ik, net als voor al onze andere mensen die in het gebied aanwezig zijn, groot respect heb voor de kustwachters. Ondanks persoonlijke omstandigheden – ook als je hulpverlener bent, is de eerste reactie om te kijken hoe het met je familie gaat; zijn zij veilig? – hebben zij er werkelijk alles aan gedaan om de gemeenschap en het kustwachtsteunpunt ten dienste te zijn. Het stationsschip, de cutter van het steunpunt, de Dash-8 en de bemanningen zijn ingezet om mensen en goederen vanuit Curaçao naar Sint-Maarten te brengen. U hebt daarover het nodige meegekregen in de media. Dit alles is gebeurd in goede samenwerking met Defensie en de lokale autoriteiten. Daarop kunnen we echt trots zijn.

Er zijn een aantal specifieke vragen gesteld waar ik op in wil gaan. Ik begin met het walradarsysteem. De heer Bosman vroeg naar de regelmatige uitval van onderdelen van dit systeem. Op dit moment valt de uitval nog onder de verantwoordelijkheid van de leverancier. De heer Bosman weet dat het contract tot eind 2017 loopt. Ik zeg er gelijk bij dat om de systeembeschikbaarheid te kunnen garanderen, ook in de jaren daarna, groot onderhoud nodig is. Hiervoor heeft het kabinet onlangs geld vrijgemaakt, dus dat is het goede nieuws. Het onderhoud van de walradar tot aan de geplande vervanging kost 1,8 miljoen euro.

Over het belang van de walradar kan ik duidelijk zijn: dat belang is er. Het is een detecterend systeem waarmee permanent een actueel beeld wordt gegeven van de scheepvaartbewegingen bij de kust. Op deze manier kan de kustwacht heel gericht en informatiegestuurd optreden, wat niet onbelangrijk is als je optreedt op het water. Daarmee wordt de effectiviteit van de kustwacht ook verhoogd. Vervanging van de walradar is voorzien in de jaren 2019–2020. Ik zei net al dat we tot die tijd het huidige systeem onderhouden. Daar is onlangs geld voor vrijgemaakt. We hebben nog geen budget voor de vervanging, die naar verwachting zo'n 8 miljoen euro zal kosten. Collega Plasterk zal daar vermoedelijk op ingaan.

Om de kustwacht te kunnen blijven inzetten – dit was een nadrukkelijke vraag van een aantal van u – is een langetermijnplanning noodzakelijk. De heer Knops heeft natuurlijk gelijk. We hebben bij Defensie een Defensie Investeringsplan. Voor de kustwacht is dat tot op heden anders geregeld. We hanteren een langetermijnplan voor de jaren 2019 tot en met 2028 als het gaat om de vervanging van de luchtverkenningscapaciteit. Ik heb het dan niet alleen over fixed wing, maar ook over bijvoorbeeld helikoptercapaciteit, walradars, kleine vaartuigen, de cutter en diverse kleinere zaken, zoals de hangar.

We hebben eerder besproken dat het ook wel erg prettig zou zijn als we ook een radar zouden hebben voor de Bovenwinden. Daarover is ook contact met de Fransen geweest. Zij hebben toen – dat heb ik vorig jaar uiteengezet – op het laatste moment een andere afweging gemaakt, maar we blijven natuurlijk daarover in contact met de Fransen. Op dit moment is de planvorming, zoals die zo netjes heet, voor het langetermijnplan nog gaande. Het belang van de middelen die ik net heb genoemd, onderschrijven we waarschijnlijk allemaal, maar we kunnen op dit moment nog geen besluiten nemen. Dat heeft er ook mee te maken dat er nog geen financiering is voor de vervanging van de genoemde capaciteit. We schatten de totale kosten over de gehele periode op ongeveer 156 miljoen, wat neerkomt op 15,6 miljoen euro per jaar.

Mevrouw Popken zei dat het aantal patrouilles is teruggebracht. Dat signaal heb ik niet ontvangen. Die patrouilles zijn juist heel specifiek ingericht, ook op de stromen die ons eventueel zouden bereiken vanuit Venezuela. Ze zijn bijvoorbeeld veel specifieker ingezet bij de zogenoemde bekende aanlandplekken. Op een gegeven moment weet je waar die precies zijn. Ik heb echt geen informatie dat die patrouilles zijn teruggebracht. Wel worden ze op basis van het informatiegestuurd optreden specifieker ingezet.

Dan de rol van de kustwacht. In het kader van de grensbewakingstaak draagt de kustwacht nadrukkelijk bij aan de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie, dus ook vanuit Venezuela. Dat doet de kustwacht niet alleen, want hij moet daarbij goed samenwerken met onder andere de immigratiediensten. Na onderschepping van een vaartuig worden aangetroffen personen overgebracht naar een van de nautische steunpunten op Curaçao of Aruba. Daar worden personen overgedragen aan de lokale politiediensten. Vervolgens zijn de landen zelf verantwoordelijk voor de verdere afhandeling van de aangetroffen personen conform lokale procedures.

Ik meende dat de heer Knops zei dat er sprake was van een enorme toename. We zien inderdaad een lichte toename, maar dat is geen enorme toename. De collega van BZK zal daar denk ik uitgebreid op ingaan, want we kijken natuurlijk niet met lede ogen toe hoe het daar eventueel in bepaalde scenario's uit de hand zou lopen. Volgens mij heeft uw Kamer een technische briefing daarover gehad; maar misschien vergis ik mij en staat die nog geagendeerd.

De heer Knops (CDA):

De Kamer heeft inderdaad een briefing gehad, waarvoor dank, maar het was een besloten briefing. Het kan zijn dat we sommige vragen nog een keer stellen. Het is aan de Minister om die dan te beantwoorden. Dit is een procedurele opmerking.

De voorzitter:

Ik denk dat iedereen hier nu de procedure begrijpt.

Minister Hennis-Plasschaert:

Mooi. Dan weet ik in ieder geval zeker dat uw Kamer de briefing heeft genoten. Ik weet ook zeker dat ik daarom nu enigszins met meel in de mond praat als ik zeg dat we niet met lede ogen toekijken hoe de situatie daar verder uit de hand loopt. U weet dat bepaalde scenario's helder op ons netvlies staan en dat die ook tot bepaalde acties hebben geleid. Maar goed, de collega van BZK zal daar vermoedelijk verder op ingaan.

De bilaterale relatie met Venezuela. Ondanks alles wat gaande is, denk ik dat we het er allemaal over eens zijn dat het wel van belang is dat we een hoeveelheid van lijnen openhouden met Venezuela, ook op het gebied van de maritieme veiligheid. In 2016 is de gezamenlijke oefening Open Eyes inderdaad niet gehouden. De uitnodiging voor 2017 heeft Venezuela wel geaccepteerd, maar een planningsbijeenkomst moet nog plaatsvinden. Ik heb even niet scherp wanneer die zou zijn. Ik blijf erbij dat we duidelijk moeten zijn als het gaat om de situatie in Venezuela, maar dat we tegelijkertijd in het oog moeten houden dat het van belang blijft om te investeren in de diplomatieke relaties en kanalen om escalatie van incidenten te voorkomen. Escalatie zou namelijk direct impact hebben op het Koninkrijk.

De heer Knops vroeg nog naar de financiële situatie van de kustwacht, maar ik heb daar voldoende over gezegd.

Er werd nog een vraag gesteld over de lokale vulling.

O, ik krijg net door dat de planningsbijeenkomst as we speak gaande is en dat de verwachte oefening in november/december plaatsvindt. Dat ter informatie.

Dan de vraag over de lokale vulling. Het opleidingsrendement is 90%; dat is de realisatie. De personele gereedheid is 89%. De bezettingsgraad is ongeveer 85%. De vulling van het lokaal personeel verloopt naar wens, maar zoals te doen gebruikelijk heb ik enige ergernis over de landsbesluiten, die achterlopen. Ik heb het dan over de formalisering daarvan. We hebben daar vaak met uw Kamer over gesproken. Met name Curaçao is koploper in de achterstand. Daarover heb ik regelmatig contact met de autoriteiten ter plaatse.

De heer Bosman (VVD):

Begrijp ik goed dat er geen probleem is met de vulling? Ik las in een lokale krant dat er een probleem was met de personele vulling, en wel met het verwerven van lokaal personeel voor de kustwacht. Is die krant dan misschien niet goed geïnformeerd of begrijp ik het niet helemaal goed?

Minister Hennis-Plasschaert:

Dat weet ik niet. Ik praat nu even naar aanleiding van mijn bezoeken aan het gebied en ook naar aanleiding van de informatie die mij natuurlijk met enige regelmaat bereikt. Wat je wel ziet – en daar hebben we ook vaak met de Kamer over gesproken – is dat het soms best lastig is, ook in het kader van de integriteitsonderzoeken die we hebben gedraaid, om personeel aan te trekken. Ik heb nu geen indicatie dat we op dit moment echt problemen hebben met de verwerving, maar de landen zijn niet bepaald groot. Dat betekent dat een personeelslid ook zomaar ineens op een vreselijke wijze onder druk kan worden gezet om aan minder gezellige activiteiten een bijdrage te leveren. U begrijpt precies waar ik op doel. Dat is de afgelopen jaren echt wel een issue geweest. Daar zitten we bovenop. Maar de laatste signalen zijn wat mij betreft niet dat de verwerving onder grote druk staat. Het is echter een feit dat de landen niet groot zijn. Dat geldt ook voor het arbeidsaanbod. Het is in dat opzicht niet een enorme vijver waar je uit kunt vissen.

De heer Bosman (VVD):

Daar heb ik alle begrip voor. We hebben er vanuit de VVD in het verleden weleens zorgen over geuit en gezegd dat het misschien goed is om mensen op roulatiebasis binnen de kustwacht te houden terwijl de wens van de landen juist was om die vooral lokaal gevuld te krijgen. Dat is een spanningsveld, dat snap ik. Maar nu is er ook wel een beetje een spanningsveld ten aanzien van de vulling. Mijn vraag is misschien niet zozeer aan de Minister van Defensie gericht, maar wel aan de Minister van BZK. Zijn de landen actief bezig met een opleidingsprogramma? Zijn ze bezig met een structureel arbeidsbeleid voor de vulling van die kritieke posities binnen bijvoorbeeld de kustwacht?

Minister Hennis-Plasschaert:

Misschien is het goed als ik daar in een volgende terugblik of in een volgend jaarverslag nog even nadrukkelijk op inga. Ik kijk nu even naar de mensen die achter mij zitten, maar ik denk dat het wel noemenswaardig is voor een volgend jaarverslag om nog even terug te blikken op de issues die u hier aan de orde stelt. Mijn grootste zorg op dit moment betreft de integriteit. Dat zal altijd mijn grootste zorg blijven. En ik noem ten tweede, maar misschien moet ik wel een andere volgorde hanteren, de formalisatie van een landsbesluit. Die is mij echt een doorn in het oog.

Ik sprak net al even over de migratiestroom. Mevrouw Belhaj sprak over een massale migratiestroom. Er is geen sprake van een massale migratiestroom, zoals dat wel het geval is over land naar Colombia en Brazilië. Maar ik zei net ook: op basis van recente cijfers kunnen we wel vaststellen dat er een toename is van Venezolaanse migranten die het Caribisch deel van ons Koninkrijk illegaal proberen te bereiken. De inschatting van de internationale organisaties is dat die instroom zal aanhouden en licht zal stijgen als de situatie niet verbetert. Nogmaals, wij kijken echt niet met lede ogen toe en bereiden ons daarop voor. We zijn dan ook continu in gesprek met de landen en ondersteunen en adviseren hen bij het opstellen van crisisplannen.

Mevrouw Belhaj vroeg ook nog naar de rol van de kustwacht bij noodhulp en wederopbouw. Ze hebben natuurlijk gewoon hun reguliere takenpakket. Dat houdt niet ineens op te bestaan na een orkaan. Ik gaf net bij de inleiding al een beetje een beeld van wat er is gebeurd, ook met de kustwacht zelf. Het kustwachtpersoneel heeft zich ter plaatse echt volop ingezet en heeft geholpen bij de inventarisatie en het vaststellen van de schade en bij het verlenen van noodhulp. De Minister van BZK heeft de leiding over de wederopbouw. Ik denk dat hij daar vanmiddag nog uitgebreid met u over komt te spreken, maar het spreekt voor zich dat de kustwacht in zijn algemeenheid naast het reguliere takenpakket ook volop aanwezig is om de helpende hand te bieden na een orkaan, dus in het kader van noodhulp en verdere wederopbouw.

Voorzitter. De heer Knops vroeg tot slot of de luchtcapaciteit wel voldoende is. Er is voldoende luchtcapaciteit voor alle reguliere taken. Die is voldoende, maar u zult begrijpen dat er zeker na een zware storm of een orkaan altijd behoefte is aan meer capaciteit. We zitten nu in zo'n situatie. Dat betekent dus ook dat we aanvullen met middelen vanuit Nederland. Voor het reguliere takenpakket zijn er echter voldoende capaciteiten aanwezig, ook in de lucht.

Voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Mevrouw Belhaj heeft nog een vraag aan u.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik heb gevraagd: als je weet dat er vaker orkanen zullen voorkomen, moet dat dan niet structureel in de begroting worden opgenomen als een voorzien risico-element? Ik heb het antwoord op die vraag gemist. Ik vraag me af in welke mate de huidige begroting eigenlijk nog voldoet, gezien Irma, en in hoeverre het interessant is om dat in de toekomst op te nemen, gezien het feit dat het een voorzien risico kan zijn.

Minister Hennis-Plasschaert:

Daar kunnen we zeker over van gedachten wisselen, maar ik verwijs mevrouw Belhaj naar de collega van BZK. Dat staat immers op zijn begroting.

De voorzitter:

Dan gaan wij door naar de Minister van BZK. Maar eerst heeft de heer Knops nog een vraag. Sorry, mijnheer Knops, ik had u even niet gezien.

De heer Knops (CDA):

Altijd lastig hè, zo'n dode linkerhoek!

Ik weet nu niet of ik bij de Minister van Defensie of de Minister van BZK moet zijn, maar ik stel de vraag toch maar even. De maatregelen waarmee 8 miljoen gemoeid zijn, zijn genomen op grond van kabinetsbesluiten voordat de orkaan boven Sint-Maarten losbarstte. Ik sluit ook een beetje aan bij de vragen van mevrouw Belhaj. Het is mogelijk dat dit een structureel iets is. Ik verwijs ook naar de gebeurtenissen op Saba en Sint-Eustatius. De Minister zegt dat de luchtcapaciteit voldoende is. Dat is een beetje eufemistisch taalgebruik, want de vraag is of die wel voldoende is en of we niet meer zouden moeten focussen op nieuwe scenario's, op contingency planning, op de lange termijn. Het kabinet doet er nu voor twee jaar incidenteel geld bij. Dan lijkt dat toch een beetje op lapwerk. Ik neem nu een woord in de mond dat de Minister van Defensie eerder gebruikte bij het ICT-project. Er wordt incidenteel wel wat gedaan, maar het wordt niet duurzaam geregeld. Ik zou het kabinet ertoe willen oproepen, ook met inachtneming van het feit dat dit vaker zou kunnen gebeuren, om te bekijken wat de taken van de kustwacht zijn en hoe die op de lange termijn duurzaam kunnen worden ingericht. Als er nu ook twee Super-RHIB's en een gebouw kunnen worden afgeschreven! Ja, Defensie schrijft niet af. Dat gaat ook weer allemaal van die 8 miljoen af. De vraag is dus even: is die 8 miljoen voldoende en waarom wordt het niet structureel geregeld?

Minister Hennis-Plasschaert:

Die 8 miljoen is voor de lange termijn niet voldoende. Ik heb daar geen misverstand over laten bestaan, ook niet in eerdere debatten. Ik hecht zeer aan een meer structurele planning, en daarmee ook aan financiering en aan de toekomstbestendigheid van de kustwacht. Ik wilde niet het gras voor de voeten van mijn collega wegmaaien, maar ik denk dat hij u nader zal informeren over de werkgroep governance en financierbaarheid van de kustwacht Caribisch Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan gaan wij nu inderdaad naar de Minister van BZK.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Het is me allereerst een genoegen om hier vanochtend in de commissie van Defensie te gast te mogen zijn. Ik zit inderdaad vanmiddag in een overleg met de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Onderwijl zijn we met het hele team, het 24/7-crisisteam voor de noodhulp en de wederopbouw van de Bovenwinden, aan het werk. Dat waaiert nu alle kanten op. Ik zal zo dadelijk proberen om u ervan te overtuigen dat ik me wil beperken tot de onderwerpen die echt op de agenda staan, maar ik wil eerst even illustreren hoe dat uitwaaiert. De casus waar ik sinds vanochtend mee aan de gang ben en waar ik ook zo dadelijk weer mee aan de gang ga, is dat zich inmiddels 25 Sint-Maartenaren bij gemeenten hebben gemeld met de mededeling dat ze geen huis meer hebben. Ze zijn op eigen kracht naar Nederland gevlogen, wat ook mag, want er is vrij reizen binnen het Koninkrijk. Ze melden zich bij gemeenten en zeggen: we hebben geen onderdak en wat gaat u nu doen?

U kunt zich voorstellen dat dit weer allemaal nieuwe vragen oproept en dat ik nu met mensen van het lokaal bestuur, het Leger des Heils, COA en wie dan ook in gesprek ga over een oplossing voor deze situatie. Dat is natuurlijk ook juridisch van belang. Ik wil hiermee maar even aangeven dat we nu op allerlei terreinen – VWS, OCW, Buitenlandse Zaken, Defensie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – actief zijn om te proberen om de actuele situatie zo goed mogelijk onder ogen te zien en daar op een verstandige manier mee om te gaan. Dat gebeurt met diverse partners, want we hebben ook nog de Europese Unie en de Verenigde Naties. Rutte is nu bij een vergadering van de Verenigde Naties en doet daar natuurlijk zijn best.

Dat is des te meer reden om ons vandaag te focussen op de vragen over de kustwacht die voorliggen, en op vragen die in het verlengde daarvan liggen. Ik noem allereerst de vraag over de financiering van de kustwacht. Zoals u weet, loopt die via de begroting van Koninkrijksrelaties. Het doel van de kustwacht is het leveren van maritieme veiligheid in het Caribisch gebied in het algemeen en in het Caribisch deel van het Koninkrijk in het bijzonder, op het gebied van opsporing, toezicht en dienstverlening. Dat volgt uit de Rijkswet. De exploitatie van de kustwacht komt voor 69% uit de begroting van Koninkrijksrelaties. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten dragen respectievelijk 11%, 16% en 4% bij. Die verdeelsleutel is vastgesteld door de Rijksministerraad en is gebaseerd op de verdeelsleutel die ook is gehanteerd bij de boedelscheiding van het land Nederlandse Antillen. Op de begroting voor 2016 stond voor de kustwacht een bedrag van 37,8 miljoen. Dat is inclusief de bijdrage van de Caribische landen en een incidentele compensatie voor de wisselkoersproblematiek.

Er is in het afgelopen jaar veelvuldig overleg geweest tussen Defensie en Binnenlandse Zaken over zowel de governance als de financiering van de kustwacht Caribisch gebied, met name vanwege het langetermijnplan waarin substantiële vervangingsinvesteringen voorkomen. De huidige BZK-begroting dekt enkel de exploitatie. Op het punt van de langetermijngovernance is inmiddels besloten om voor de lange termijn een werkgroep governance en financierbaarheid in te stellen onder leiding van de heer De Jong van de Algemene Bestuursdienst. Die zal daarover op korte termijn rapporteren.

Er moest wel op korte termijn het een en ander gebeuren. U weet dat de begroting voor Prinsjesdag een beleidsarme begroting was. We hebben daarin eigenlijk alleen maar dingen gedaan die niet anders konden. Er zijn een paar punten waar ongelofelijk veel publiciteit over is geweest, zoals onderwijs en wellicht nog een enkel ander onderdeel. Maar de kustwacht zat er ook in met twee keer 4 miljoen. Dat leidt er in ieder geval toe dat er voldoende budget is voor nu, voor het benodigde onderhoud, de migratieproblematiek, de aanschaf van de noodhulpgoederen en het intensiveren van de Defensieondersteuning aan de kustwacht. En voor de instandhouding van het walradarsysteem voor dit en komend jaar is 1,8 miljoen gereserveerd. Daarmee kan de kustwacht naar verwachting zijn taak op dit moment, gegeven ook de crisissituatie, goed uitvoeren. Dat laat natuurlijk onverlet dat er nog andere hulpmiddelen en taken worden toegevoegd waarvan op dit moment alleen maar vaststaat dat ze op enig moment gefinancierd zullen moeten worden, maar we hebben dat in de noodsituatie nog opengelaten.

Zoals de collega van Defensie al zei: voor de langetermijninvesteringen die nodig zijn om de kustwacht ook na 2019 in staat te stellen om zijn taken te blijven uitvoeren, is op dit moment nog geen besluit genomen. Dat is aan een nieuw kabinet. Maar ik denk dat we hier inderdaad volledig helder over kunnen zijn: die besluiten zullen wel genomen moeten worden, want het kan niet zo doorgaan zonder nieuwe investeringen. Dat is dus de stand van zaken. Nogmaals, we hebben binnen de ruimte die we hebben als demissionair kabinet gebruikgemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid om in de Miljoennota wel wat te doen. Het zat ook nadrukkelijk in de troonrede, en dan ook nog in verschillende passages. Wat dat betreft, is het dus echt wel opgepakt door iedereen in het kabinet. Maar we zijn nog niet klaar.

De heer Knops (CDA):

Dank voor deze uiteenzetting. Begrijp ik dan goed dat voor die 8 miljoen, die twee keer 4 miljoen, incidenteel extra ook de verdeelsleutel geldt, dus dat van de landen verwacht wordt dat ze daar ook een bijdrage aan leveren conform de verdeelsleutel die de Minister net noemde?

Ik noem ten tweede mijn eerder vraag over de Super-RHIB's en dat gebouw, die ik aan de Minister van Defensie stelde. Die pass ik dan nu door naar de Minister van BZK. Leidt dat er ook toe dat er incidenteel nog extra geld komt, omdat dit niet voorzien was op het moment dat het kabinet het besluit nam om twee keer 4 miljoen vrij te maken? Toen was die schade aan het materieel nog niet bekend.

Minister Plasterk:

Op de eerste vraag is het antwoord nee. Wij hebben dit eenzijdig besloten en kunnen er daarmee niet automatisch van uitgaan dat die andere landen dat dan matchen. Het zou mooi zijn als ze dat zouden kunnen doen, maar als wij eigenstandig dat besluit nemen, dan is dat ook onze keuze.

Wat de tweede vraag betreft: het is toch aan een nieuw kabinet om daarover te besluiten. Dat zit niet in de huidige besluitvorming.

De heer Bosman (VVD):

Ik zit toch even met enige verbazing te luisteren. Kennelijk hebben wij dus de afgelopen tijd voor de kustwacht de investeringen ergens anders vandaan gehaald. Waar zijn die dan vandaan gekomen? Kennelijk was het geld alleen maar beschikbaar voor exploitatie. Wie heeft de investeringen gedaan en waar is dat geld vandaan gekomen? En is daar ook die verdeelsleutel op toegepast?

Minister Plasterk:

De investeringen worden steeds in het meerjarenplan ingepland voor zover ze nodig zijn. Ik wil u niet van het kastje naar de muur sturen, maar eerlijk gezegd weet de collega van Defensie beter wat de dagelijkse praktijk is bij het boeken van die investeringen. Maar die worden niet uit de reguliere exploitatie betaald dus die moeten voorzien worden.

De heer Bosman (VVD):

Dat is interessant, want dan heeft kennelijk Defensie aan de lat gestaan, wat ongebruikelijk is omdat er een verdeelsleutel achter zit. Wie heeft die investeringen gedaan? Waar is het geld voor investeringen vandaan gekomen? Die cutters zijn betaald. Die RHIB's zijn betaald. Wie betaalt dat dan? Er kan toch niet zomaar ergens geld vandaan komen dat niet op een begroting staat en dat we niet kunnen controleren? Dat zijn toch investeringen die langjarig in de begroting moeten staan?

Minister Plasterk:

De investeringen die tot dusver zijn gedaan, zijn van voor 10-10-10. Ik heb ook op die schepen gestaan; ze zijn al een paar jaar oud. Die komen uit de boedelscheiding. Ik heb dat niet paraat, maar u kunt natuurlijk in de rekening nazoeken hoe dat destijds allemaal gefinancierd is. Dat is vanzelfsprekend openbare informatie. Maar ze komen uit de boedelscheiding, dus er moeten nu nieuwe investeringen worden gedaan. Vandaar ook dat we met de projectgroep onder leiding van De Jong zullen gaan kijken hoe we het met de governance en de financiering gaan inrichten. Want inderdaad zijn hier nu twee departementen in gezamenlijkheid voor verantwoordelijk vanuit verschillende rollen. We bekijken nu hoe we dit het beste kunnen inrichten. We komen daar binnenkort op terug.

De heer Bosman (VVD):

Ik heb toch nog een vraag, om het heel helder te krijgen. Vanaf 10-10-10, na de boedelscheiding, was Nederland gewoon onderdeel van het hele project kustwacht. Daarin zaten volgens mij gewoon investeringen. Hoe was dat geregeld? Hoe werden investeringen van de kustwacht in de afgelopen zeven jaar geregeld? Hoe kwamen die in de begroting?

Minister Plasterk:

Het gaat natuurlijk met name om de grote investeringen. De vaartuigen die er nu liggen, zijn allemaal van voor 10-10-10.

De voorzitter:

Misschien kan de heer Bosman hier in tweede termijn nog op terugkomen. Dan kunnen we ondertussen ook allemaal even naar de begroting kijken.

Mevrouw Belhaj, gaat uw interruptie over hetzelfde punt?

Mevrouw Belhaj (D66):

Ja, over hetzelfde punt, de financiering. In de reguliere begroting is een investeringsruimte opgenomen. Vervolgens wordt er daarna weer een percentage berekend en verdeeld over verschillende landen. Maar mijn vraag ging specifiek over die om en nabij 42 miljoen die we in 2017 hebben gereserveerd. Blijft dat 42 miljoen? Of gaan we vanwege Irma al in dit jaar een tekort in de begroting zien omdat we een extra inzet hebben gepleegd? Dat zou ik wel graag nu alvast willen weten.

Minister Plasterk:

Ik begrijp de vraag. We hebben nu in het kader van de noodhulp bijvoorbeeld de Karel Doorman, het grootste vrachtschip van Defensie, helemaal volgeladen met spullen. Het is duidelijk dat dat niet allemaal spullen van Defensie zijn. BZK heeft voor een groot deel het voortouw genomen in de organisatie daarvan. Dat is op dit moment ongedekt, dus we zullen natuurlijk moeten gaan bepalen waar die rekening landt. Maar we hebben bedacht dat het geen zin heeft als een interdepartementale werkgroep eerst twee maanden gaat zitten vergaderen over hoe de rekening wordt verdeeld. We zijn bezig met het inladen van de vorkheftrucks en de vrachtwagens die daar moeten helpen om de rommel op te ruimen en het gewone leven weer op orde te brengen. Maar het zal op enig moment gedekt moeten gaan worden. Het is een noodhulpsituatie; het is natuurlijk niet de normale manier van begroten van het verschepen van vrachtwagens, dat moge duidelijk zijn. Mevrouw Belhaj heeft dus volledig gelijk dat dat nog zal moeten worden opgepikt.

De vraag in het verlengde daarvan – zo heb ik hem verstaan – is of je met deze kennis niet ook moet heroverwegen wat je structureel doet. Dat is een heel redelijke vraag, maar ik vraag er begrip voor dat ik daar op dit moment geen antwoord op kan geven. Het zal op enig moment terugkomen op de tafel in de Trêveszaal, dat lijkt mij ook.

Dan wil ik een ander punt oppikken, namelijk de situatie rond Venezuela. Dit onderwerp raakt met name aan Buitenlandse Zaken. Er zijn al diverse debatten over geweest en er zal binnenkort weer een debat over komen, waarbij ik bij collega Koenders zal aanschuiven en waarbij V en J tot op zekere hoogte ook een rol heeft. Want het gaat ook over immigratie. Ik wil me nu dus beperken. Maar over het punt van de kustwacht, waar we het vandaag over hebben, wil ik wel iets zeggen. Ik wil ook ingaan op de specifieke vraag van de heer Knops. Ik was er een paar weken geleden, op afscheidsreis, dacht ik toen. In het kader van die afscheidsreis heb ik toen de kustwacht bezocht, en twee weken geleden weer, in het kader van de ramp. De nacht voordat ik er kwam, was er een boot gepakt met zeven Venezolanen aan boord. Dat waren alle zeven criminelen. Ze hadden wapens en drugs aan boord er was geen enkel misverstand over dat het geen vluchtelingen waren. Met hen is ook gedaan wat je met criminelen doet. Ze zijn vastgezet. Ze hebben ook allemaal niet om asiel gevraagd of een vluchtelingenstatus aangevraagd. Er was geen enkel misverstand over dat het geen vluchtelingen waren. De vluchtelingenstroom over zee is echt minimaal. De heer Knops heeft gelijk dat het aantal mensen dat wordt aangehouden, groot is. Het neemt ook toe, waarschijnlijk omdat de criminaliteit toeneemt. Die neemt weer toe omdat de wanorde in Venezuela toeneemt. Er is in die zin dus wel een verband, maar het zijn geen mensen die heel graag hun leven willen voortzetten als eerzaam burger op Curaçao, Aruba of Bonaire.

Er is daar inderdaad een toename van illegalen, maar dat zijn bijna allemaal overstay-mensen, dus mensen die een paar maanden bij familie gaan zitten. Er zijn natuurlijk heel veel banden tussen familie en vrienden. Je kunt de eilanden ook in de verte zien liggen op een heldere dag. Ze mogen tot dertig dagen blijven en ze kunnen één maal verlengen. Daarna horen ze terug te gaan, maar dat doen ze dan niet. Dat aantal neemt nu wel toe. Het zijn er inmiddels naar schatting enige honderden. Wat de regering daaraan doet is bij binnenkomst kijken of men voldoende cash heeft, of men een retourticket heeft, of de verblijfsduur goed beperkt is en of er een geloofwaardig verblijfsadres is. Maar dat weerhoudt mensen er niet van om naderhand alsnog uit beeld te verdwijnen. Dat is wel zorgwekkend. We werken met de landen samen om daar van alles aan te doen.

Hoe zit het dan met het statement dat er geen massale migratiestroom is? Onder verwijzing naar wat ik zonet zei, zeg ik dat dit nog steeds een correcte beschrijving is van de situatie. Er is wel een toename. Die komt, nogmaals, niet over zee, maar die zit hem in mensen die legaal binnenkomen en weer hadden moeten vertrekken. We bereiden ons inderdaad wel voor op situaties, die dus nog niet in beeld zijn, waarin die vluchtelingenstroom exponentieel zal groeien. Maar in alle openheid kan ik daarover wel het volgende zeggen. Ik heb daar ook met de Ministers-Presidenten van Curaçao en Aruba uitgebreid over gesproken. Hun belangrijkste vraag aan ons is: ga nou niet op wat voor manier dan ook de indruk wekken dat we grote stromen kunnen verwerken, want dat kunnen we niet. Dan zou je mensen op ideeën kunnen brengen: ze zijn er kennelijk helemaal klaar voor, dus laten we ernaartoe gaan. Die werking wil je natuurlijk niet hebben. Onderwijl moet je natuurlijk ook niet gek zijn. Je moet je voorbereiden op allerlei scenario's, maar voor zover dat gebeurt, gebeurt dat in vertrouwelijkheid. Ik vraag er begrip voor dat ik het hiertoe in het openbaar wil beperken. Er wonen 30 miljoen mensen in Venezuela en ongeveer 300.000 op de Benedenwindse Eilanden in Caribisch Nederland. Dus als maar 1% van de Venezolanen ernaartoe zou komen, zou er al een ramp gebeuren. Daar is dus geen enkele sprake van. Er is daar geen plek om vluchtelingenstromen op te vangen. Dat is het uitgangspunt voor de regering daar. Het belangrijkste wat wij op dit moment kunnen doen, is niet de indruk wekken dat het anders is. Dat dragen we ook uit op internationale fora, natuurlijk binnen het kader van alle mensenrechtenprogramma's. We moeten niet de indruk wekken dat mensen daarnaartoe kunnen komen. Dat is nu de stand van zaken op dat punt.

De heer Knops (CDA):

Ik heb de term massale immigratie niet in de mond genomen. Ik heb alleen gezegd dat er een verdubbeling zou zijn. Dat lijkt mij op zichzelf al reden om de alarmbellen te laten rinkelen, juist omdat de absorptiecapaciteit van de eilanden buitengewoon beperkt is. Dat geeft de Minister ook aan. Je wilt geen illegalen, maar je wilt zeker geen criminelen op je eiland. Dat daarop geacteerd wordt, is dus heel goed. Ik voel het antwoord van de Minister – daar ga ik niet over – al aankomen, maar ik vraag het toch. Is de kustwacht voldoende gedimensioneerd om de bedreigingen van illegale migratie, vluchtelingen en criminelen die de eilanden uitzoeken als toevluchtsoord, tegen te gaan? Want dat is wat de kustwacht moet doen. Is hij daarvoor voldoende geëquipeerd? De Minister zegt dat er mensen zijn die niet teruggaan, maar als je niet weet wie er blijft, weet je ook niet hoe groot het probleem is. Ik kan me voorstellen dat dat lastig is bij de keuzes die je moet maken.

Minister Plasterk:

Dat begrijp ik wel, maar ik probeer het toch te ontwarren. Niemand zegt dat er een massale stroom is, maar de toename aan mensen die er illegaal verblijven, loopt niet via de zee. De rol van de kustwacht is daarbij dus ook redelijk beperkt. Die mensen landen gewoon op vliegveld Hato. Ze mogen daar ook landen, alleen moeten ze later teruggaan. Het heeft dus niet zo gek veel met de capaciteit van de kustwacht te maken. Wel neemt door de toenemende instabiliteit in Venezuela de criminaliteit toe en wordt het des te belangrijker dat de kustwacht de criminelen blijft afvangen voor de kust. In die zin is er dus wel een verband. Daarvoor verwijs ik naar wat we zonet hebben besproken. Ik vraag er dus echt begrip voor dat wij nu niet in het openbaar uiteenzetten welke voorzieningen er allemaal eventueel zouden klaarstaan. Dat is niet omdat we naïef zijn over wat er zich daar zou kunnen afspelen. We willen alleen geen aanzuigende werking creëren.

De voorzitter:

De Minister vervolgt zijn beantwoording.

Minister Plasterk:

Ik denk eigenlijk dat ik daarmee door de vragen heen ben.

De voorzitter:

Ik wil nu eerst even schorsen, om humanitaire redenen; zo heet dat in deze commissie.

De vergadering wordt van 11.28 uur tot 11.36 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord in tweede termijn aan de heer Bosman van de fractie van de VVD. De spreektijd is twee minuten maximaal.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Dank voor de beantwoording van mijn vragen in eerste termijn door zowel de Minister van Defensie als de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik heb nog wel enige verwondering daarbij, zeker ten aanzien van de financiering van de investeringen in de kustwacht. De boedelscheiding is een momentopname. Ik mag dan aannemen dat we in de nieuwe constellatie bezig zijn met langetermijnplanning, met investeringen die je langjarig wegzet. Net zo goed als met de kosten die voorbijkomen ten aanzien van de walradar kan het niet anders dan dat je die in de termijn wegzet. Of het nu gaat over investeringen of over loon- en prijsbijstellingen, al die zaken zijn de afgelopen zeven jaar kennelijk niet gebeurd. Klopt het dan dat Defensie of de kustwacht nog een tegoed heeft bij BZK, omdat die bedragen kennelijk nooit zijn geoormerkt of nooit zijn overgemaakt? Over hoeveel geld hebben we het dan? Daar ben ik wel heel benieuwd naar.

Ik had nog een vraag aan de Minister van BZK over het personeel van de kustwacht op Aruba en Curaçao. Is er onderwijs? Is er aansluiting? In hoeverre zijn ze in staat om die vulling te leveren?

Ik heb op Twitter wat discussie gehad met mensen die wat teleurgesteld waren over de opmerkingen van de Minister-President van Sint-Maarten in relatie tot de tocht van de Karel Doorman. Ik heb gezegd dat dit essentieel is en dat mensen op Sint-Maarten dit belangrijk vinden. Ik hoop van harte dat ook het bestuur op Sint-Maarten dat nog een keer onderschrijft. Ik hoop ook dat de Minister van Binnenlandse Zaken of misschien de Minister van Defensie nog een keer kan benadrukken dat het essentieel is dat de Karel Doorman die kant op gaat, omdat het schip vol zit met hulpmiddelen. Een opmerking van de Minister-President van Sint-Maarten doet daar niets aan af, juist voor de mensen van Sint-Maarten.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bosman. Dan mevrouw Popken.

Mevrouw Popken (PVV):

Dank, voorzitter. Ik houd het heel kort. Ik dank beide Ministers voor de beantwoording van mijn vragen. Ik had nog een vraag over de patrouilles. De Minister gaf aan dat die niet zijn teruggebracht, maar dat door het specifieker inzetten wellicht het beeld kan ontstaan dat het minder is geworden. Ik vraag me af of zij ons iets nader kan informeren over hoe de patrouilles in elkaar steken, hoeveel het er zijn en hoe het werkt. Dat mag ook met een brief. De boodschap die ik kreeg, was dat het wel daadwerkelijk gebeurde. Laten we dus even dubbelchecken of dat klopt.

Ten aanzien van Venezuela hoor ik de Minister zeggen dat er geen massale instroom is. De toestroom is wel verdubbeld, maar ze komen niet per boot maar per vliegtuig. Er zou beter moeten worden gekeken waarom iemand komt en of hij voldoende financiële middelen heeft. Maar ja, wat doen we dan met de mensen die er nu al zijn, die niet teruggegaan zijn en die daar dus blijven hangen? Ik vind de maatregelen niet concreet genoeg om bij een mogelijke massale instroom te kunnen denken: ja, dat is goed geregeld. Dat gevoel heb ik nu niet, dus ik krijg daar graag een reactie op. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Popken. Dan ga ik naar de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de bewindslieden voor de beantwoording. Over Venezuela hebben we overigens nog een debat op 3 oktober. Dat was op verzoek van de regering uitgesteld. De Kamer heeft daar ruimhartig aan meegewerkt, omdat het was gepland op de dag van de orkaan Irma. Het debat over Venezuela zal dus op 3 oktober plaatsvinden. We zijn nu dus een beetje gehandicapt in dat wat we adresseren, want alles heeft met elkaar te maken.

Als ik terugkijk op wat dit kabinet de afgelopen vier jaar heeft gedaan rondom de kustwacht, dan is het oordeel niet mals. Ik kan niet anders dan concluderen dat er onvoldoende vooruit is gekeken en dat er te veel incidenteel is gedaan. Als ik de Minister van Binnenlandse Zaken hoor zeggen dat er nu een werkgroep komt, denk ik: ja, maar wat heeft u de afgelopen vier jaar daaraan gedaan? De Kamer heeft jaar op jaar in de debatten gevraagd om meer aandacht voor de kustwacht, voor de problematiek die er was en voor de opgaven die er zijn in relatie tot de zeer beperkte luchtcapaciteit. Meer inzet op migranten betekent minder drugs kunnen vangen; zo simpel is het. Je kunt niet alles tegelijk doen. Ik noem de investeringen die telkens vooruitgeschoven werden. Nu, op de valreep, komt er eindelijk geld. Ik moet het kabinet daarmee complimenteren en dat doe ik dan ook, maar ik zeg er tegelijkertijd bij dat er de afgelopen jaren te weinig is gebeurd. Het is ook te laat gebeurd. Daardoor is de inzet zelfs bij een calamiteit als een orkaan heel fragiel. Die relatie durf ik wel te leggen. Er hoeft maar iets stuk te gaan of je bent niet inzetbaar. Ik wil dus toch graag een reflectie van de Minister van Binnenlandse Zaken op dit punt.

Ik had nog gevraagd of de visumplicht voor Venezolanen opnieuw kan worden ingevoerd. Is dat een optie? Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Suriname kent bijvoorbeeld wel een visumplicht, maar Venezuela niet. Ik weet niet precies wat daar de reden voor is, maar ik vraag de Minister om dit punt mee te nemen.

Ten slotte. Hoe gaat het met de aanvaartijden op de eilanden? Bijvoorbeeld Saba heeft een vliegveld dat heel dicht op de zee ligt en waar de kans op ongelukken aanzienlijk is. Ook daar heeft de kustwacht een taak. Hebben we voldoende capaciteit? Is de Minister van Binnenlandse Zaken bereid om dat aspect mee te nemen in de werkgroep die hij heeft opgericht? Ik denk dat we nu voor eens en voor altijd een goed plan moeten hebben en dat het knutselwerk van de afgelopen jaren tot het verleden moet gaan behoren.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Knops. Ik zeg erbij dat u wel een punt heeft als u zegt dat de configuratie van de debatten die we hebben, nu wat ongelukkig lijkt te zijn. Daarom ben ik vrij ruimhartig in het toestaan van overlap, inclusief uw vraag over visumverlening, die wellicht ook op 3 oktober gesteld zou kunnen worden.

Dan ga ik naar mevrouw Belhaj.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Ik dank beide Ministers voor de beantwoording van de vragen. Ik heb nog drie opmerkingen. Een van die opmerkingen heb ik in eerste termijn niet gemaakt, maar ik zou toch graag een reactie op dit punt willen. Naar aanleiding van de berichtgeving dat drugssmokkel vanuit onder andere Colombia tegenwoordig ook plaatsvindt met drones en onderzeebootjes, vraag ik me af in welke mate de huidige interceptiecapaciteit van de kustwacht is geëquipeerd om daarmee om te gaan. Ik denk dat dit om iets anders vraagt dan wat de huidige werkwijze kan bieden.

Ik ben tevreden met het antwoord dat nu geen reactie kan worden gegeven op mijn vraag over de overschrijdingen van de benodigde vlieg- en vaaruren. Ik vraag de Ministers wel of het mogelijk is om richting december per brief al een eerste indicatie aan de Kamer te sturen van de overschrijdingen van de vaardagen, de vaaruren en de vlieguren. Dan hebben we alvast tijdig een indicatie.

Tot slot vraag ik me af of expliciet verzocht kan worden of de commissie die onderzoek doet naar de wijze waarop de begroting en wellicht ook de verdeelsleutel worden gerealiseerd, een reactie kan geven op de mogelijkheid van het rekening houden met klimatologische effecten. Kunnen in dit kader de kostenposten «onvoorzien risico» en «voorzien risico» structureel worden opgenomen in de begroting?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Belhaj. Daarmee is een einde gekomen aan de tweede termijn van de zijde van Kamer. De Ministers zijn in staat om de vragen terstond te beantwoorden. Ik geef het woord aan de Minister van Defensie.

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter, dank. De heer Bosman stelde nog een vervolgvraag over funding en opleidingen. Op pagina 22 van het jaarplan is een specifieke paragraaf over opleidingen en trainingen opgenomen. Landen zelf verzorgen geen specifieke kustwachtopleidingen. Dat moet duidelijk zijn. Daarmee heb ik een deel van die vraag beantwoord, denk ik. In eerste termijn heb ik ook aangegeven dat ik graag bereid ben om in een volgend jaarverslag – dus niet zozeer in het jaarplan – wat meer beeld te geven bij de personele vulling. Daar gaat het best redelijk mee, maar er is een aantal zorgpunten. Ik zei net al dat de integriteit een zorgpunt blijft. Dat heeft ook te maken met de omvang van de landmacht. De roulatie van lokale krachten op kritische functies heeft ook de aandacht van de Kamer. Het gaat om dat soort zaken. Ik zal dit doen in het eerstvolgende jaarverslag.

Ten aanzien van de patrouilles zeg ik mevrouw Popken graag toe dat ik ook daarop wat nader zal ingaan in het eerstvolgende jaarverslag. Ik zei net al dat de patrouilles op bepaalde locaties zijn geïntensiveerd. Dat heeft te maken met zaken zoals aanlandplekken, maar vooral met het informatiegestuurde optreden van de kustwacht. Daarnaast hebben we natuurlijk samenwerking met een veelheid aan partners in de keten. We hebben net vastgesteld dat je moet roeien met de riemen die je hebt. De inzet kan niet oneindig zijn. Daarom benadruk ik weer het belang van het informatiegestuurde optreden, net zoals we dat overigens hier in Nederland nationaal doen. Ik denk dat ik geen exacte jaartallen ga noemen in het jaarverslag, omdat ik dan wat te veel operationele informatie prijsgeef, maar ik beloof de Kamer dat ik mijn best zal doen voor een goed inkijkje.

Voorzitter. Ik denk dat ik hiermee de aan mij gestelde vragen heb beantwoord.

De voorzitter:

Mevrouw Belhaj, heel kort nog.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik had gevraagd naar de interceptiecapaciteiten als men drugs gaat vervoeren via drones en onderzeeboten. In welke mate is onze kustwacht geëquipeerd om om te gaan met die ontwikkelingen? Maar misschien is dit geen vraag voor de Minister van Defensie, maar voor de Minister van BZK.

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik denk dat ik ook namens de collega van BZK kan stellen dat de behoeftestelling van de kustwacht, net als die van de krijgsmacht in brede zin, niet statisch of in beton gegoten is. Je kijkt naar de ontwikkelingen om te bepalen hoe en met welke capaciteit je daarop kunt inspelen. Het is niet statisch en het is ook niet in beton gegoten, omdat je kijkt naar de ontwikkelingen en hoe je daar met welke capaciteiten op in kunt spelen. Dus de behoeftestelling en de juiste capaciteit moeten, overigens niet per se op de manier die u suggereert, onderdeel uitmaken van het langetermijnplan waarover nu gesproken wordt.

Minister Plasterk:

Voorzitter. Er zijn een paar vragen in mijn richting gesteld. Allereerst werd er gevraagd hoe het de afgelopen jaren na de boedelscheiding, dus na 10-10-10, is gegaan met de investeringen. Er zijn sindsdien een aantal kleinere investeringen gedaan, ordegrootte van maximaal 1 miljoen. Daar is steeds een oplossing voor gezocht en daar hebben we samen ook budget voor gevonden. De eerste grote vervangingsinvestering betreft de Super-RHIB's. Die zijn vervangen door de Metal Sharks. Daarvoor is binnen de begroting van BZK voor 2017/2018 totaal 8 miljoen vrijgemaakt. De aankomende investeringen zijn opgenomen in het langetermijnplan en dat gaat lopen vanaf 2019. Dat is dus voor een volgend kabinet. Er loopt nu een langetermijnplan, maar dat loopt inderdaad af aan het eind van deze periode.

De heer Bosman (VVD):

Dan toch effe voor de duidelijkheid. Dat langetermijnplan is dus niet voorzien van geld? Het is wel een plan, maar er zit geen geld onder?

Minister Plasterk:

In het kader van het langetermijnplan hebben we nog deze periode geld weten vrij te spelen, bijvoorbeeld toen dat nodig bleek voor het vervangen van de Super-RHIB's. Daar hebben we 8 miljoen voor vrijgemaakt zodat die door de Metal Sharks konden worden vervangen. Hoe dan ook komt aan dat plan aan het eind van dit jaar een eind en moet er dan een nieuw plan komen. En daar is nog geen budget voor.

Over het personeel is al door de collega het een en ander gezegd. Ik wil best toezeggen – dat zal dan wellicht door een opvolger van mij op enig moment gebeuren – dat ik in een volgend gesprek met de regeringen van Curaçao en Aruba zal aanroeren dat het goed zou zijn als zij ook zouden kunnen bijdragen aan het klaarzetten van zo veel mogelijk capaciteit om mensen in die richting te begeleiden, ook als er daar geen specifieke opleiding voor de kustwacht is. Door er mensen voor te interesseren kunnen ze er ook een bijdrage aan leveren, want als je er budget voor verschaft maar er zijn geen mensen die het kunnen doen, dan kun je inderdaad je bijdrage toch moeilijk leveren.

Er werd even naar gevraagd, maar ik wil nu zo min mogelijk aandacht besteden aan de opmerking van de Minister-President van Sint-Maarten. Hij heeft daar een korte passage aan gewijd op zijn facebooksite en er was, geloof ik, ook een persbericht. Nou goed, daar wil ik het dan maar bij laten. Ik ga het daar vanmiddag ook bij laten, denk ik, want dat doe ik dan daar.

De heer Knops zegt: zou dat budget voor Koninkrijksrelaties niet eigenlijk structureel wat hoger moeten? Hij zegt eigenlijk: fijn dat het nu wordt aangekondigd, maar had het niet eerder gemoeten? Hoe kijk ik daar achteraf nou op terug? Ten eerste heeft dit kabinet ordegrootte 45 miljard bezuinigd en ik heb over de hele breedte daarom geen groot enthousiasme bespeurd om het budget voor Koninkrijksrelaties onder die omstandigheden heel erg te verhogen. Ten tweede zijn er wel een paar nieuwe feiten, namelijk de mate waarin het van de rails is gelopen in Venezuela. Dat had de Tweede Kamer in de oude samenstelling bij het opstellen van het regeerakkoord vijf jaar geleden niet voorzien en dat geldt al helemaal voor de schade nu door deze orkaan. Er zijn dus ook wel nieuwe feiten waarvan ik zou willen bepleiten dat die bij het vormen van een nieuw kabinet en een nieuw regeerakkoord mee kunnen spelen bij het vaststellen van de begroting. Maar nogmaals, ik ga niet over mijn termijn heen regeren. Dat moet dan ook maar door een nieuwe coalitie gewogen worden.

De heer Knops (CDA):

Ik verwijt deze Minister en de coalitiepartijen niet dat ze vijf jaar geleden niet hebben voorzien wat er nu gebeurt. Maar tussen vijf jaar geleden en nu zijn er echt wel een aantal debatten in de Kamer gevoerd waarin heel nadrukkelijk is aangegeven dat wij ons zorgen maken over de ontwikkelingen, bijvoorbeeld de problemen bij de kustwacht. Ik vind het dus een beetje misplaatst dat de Minister hier deze opmerking maakt, want dat zou suggereren dat de Kamer nu pas aan de bel trekt. Ik heb de Minister gecomplimenteerd voor het feit dat hij het nu doet, maar ik blijf er wel bij dat het incidenteel is en dat het niet eens is geregeld voor de komende periode. Natuurlijk is er bezuinigd, maar in dit geval gaat het om 8 miljoen. Het is geen 270 miljoen voor lerarensalarissen, iets waar deze Minister zich wel heel druk over heeft gemaakt. Ik wil het wel in perspectief plaatsen. Dit gaat over veiligheid en ik heb dit punt, zeker niet als enige in de Kamer, de afgelopen twee jaar gemaakt. Ik constateer gewoon – laat ik het daar dan maar bij laten – dat er pas gehandeld wordt als er een kalf verdronken is en dat vind ik buitengewoon spijtig.

De voorzitter:

Voor die constatering heb ik u ruimschoots de ruimte gegeven. Als de Minister daarop wil antwoorden, is dat aan hem.

Minister Plasterk:

Ik wil de heer Knops alle credits geven dat hij hier al een aantal jaren aandacht voor heeft gevraagd. Dat is juist. Dat is zo.

Dan werd de visumplicht nog genoemd. Dat is sowieso een BZ-verantwoordelijkheid en ik stel me voor dat dat in het debat van 3 oktober nader aan de orde kan komen.

Ik meen dat ik alle in mijn richting gestelde vragen heb beantwoord.

De voorzitter:

Ik kijk of dat ook door de Kamer zo wordt ervaren. Dat lijkt het geval te zijn en dan rest mij niets anders dan met u de toezeggingen door te nemen. Dat is een tweetal. Wij hebben er althans twee genoteerd. Ik verzoek u om even mee te luisteren zodat we dat straks goed in onze administratie kunnen verwerken.

De eerste toezegging die ik heb genoteerd betreft, overigens net als de tweede, de Minister van Defensie.

  • De Minister van Defensie zegt toe in het jaarverslag 2017 nader in te gaan op het vraagstuk van de lokale werving voor functies binnen de Kustwacht in het Caribisch gebied, mede in relatie tot de kleinschaligheid van de eilanden. Die relatie zal ze daarbij in ogenschouw nemen.

  • De Minister van Defensie zegt toe in het jaarverslag van 2017 nader in te gaan op de frequentie en de prioriteitstelling van de patrouilles in het Caribisch gebied.

Ik zie instemmend geknik bij beide bewindspersonen, maar niet bij mevrouw Belhaj. Dan gaan we dus de puntjes op de i zetten en mevrouw Belhaj gaat mij daarbij helpen.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik twijfel of de Minister heeft aangegeven dat zij iets zal gaan doen om de commissie tijdig dit jaar aan te geven welke urenoverschrijdingen er gaan plaatsvinden en in welke mate het klimatologische aspect structureel wordt meegenomen in de nieuwe begrotingen.

De voorzitter:

Wij hebben die toezegging niet gehoord, maar dat kan aan ons liggen. Dus ik ga de Minister vragen of er misschien sub rosa alsnog een ...

Minister Hennis-Plasschaert:

Wat was dat?

De voorzitter:

Het gaat over de urenstellingen. Mevrouw Belhaj, kunt u nog een keer de vraag herhalen? Dan weet de Minister ook direct waar de toezegging materieel over zou moeten gaan.

Mevrouw Belhaj (D66):

Het zijn twee vragen, vragen die ik in mijn tweede termijn duidelijk heb aangegeven. De eerste is dat ik graag zou willen dat we dit jaar nog te horen krijgen in welke mate de vlieg- en vaaruren die onderliggend zijn aan de huidige begroting, overschreden gaan worden. Mijn tweede vraag is of er onderzocht kan worden, wanneer er een nieuwe begroting wordt gemaakt, of er onvoorziene risico's in de begroting kunnen worden opgenomen. Je weet immers dat er vaak orkanen plaatsvinden. Kan daar in ieder geval aandacht aan worden besteed?

De voorzitter:

Op de tweede vraag is volgens mij geantwoord. Dat laten de beide bewindspersonen aan het nieuwe kabinet over, want de begroting is immers zojuist ingediend. Op die eerste vraag zou de Minister van Defensie wellicht kunnen aangeven of ... Is dit iets wat op de gebruikelijke manier in de jaarverslagen kan worden opgenomen?

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik denk dat ik een poging kan doen om de overschrijding ... Er worden uren overschreden. Dat lijkt me voor de hand liggend. Ik zal mijn uiterste best doen om het in het jaarverslag op te nemen en dus niet per separate brief. Ik kijk achterom en ik zie aan de gezichten dat dat schijnt te gaan lukken.

De suggestie om structureel rekening te houden met het orkaanseizoen en de eventuele gevolgen daarvan, inclusief de financiële impact ervan. Ik kijk even naar de collega van BZK want ik ben misschien te ruimhartig als ik zeg dat we dat meegeven aan de werkgroep. Die kan er dan ook naar kijken als het gaat om die governance en die financierbaarheid.

Minister Plasterk:

Voor zover dat dekkingsproblemen oplevert, is dat aan het nieuwe kabinet. Dat werd door de voorzitter al gezegd.

De voorzitter:

Er zal dus worden getracht om die overschrijdingen op de vlieg- en vaaruren in een volgend jaarverslag weer te geven. We weten nu immers al dat er sprake van is, want daarvan is kond gedaan in de brief en tijdens dit AO. Er zal wellicht in de werkgroep over worden gesproken, maar of dat leidt tot nieuw beleid en geld, hangt af van het nieuwe kabinet. Ik interpreteer het maar even!

Onder dankzegging aan de beide bewindspersonen en hun respectievelijke staven voor hun aanwezigheid en onder dankzegging aan allen die de moeite hebben genomen om bij dit AO aanwezig te zijn, beëindig ik dit AO. Die dank geldt vanzelfsprekend ook de leden voor hun inbreng.

Sluiting 11.55 uur.