Kamerstuk 34775-VI-120

Verslag van een schriftelijk overleg over de uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 10 september 2018
Indiener(s): Helma Lodders (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-VI-120.html
ID: 34775-VI-120

Nr. 120 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 september 2018

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 12 juni 2018 inzake de uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) (Kamerstuk 34 775 VI, nr. 106).

De vragen en opmerkingen zijn op 6 juli 2018 aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 7 september 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Minister

7

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorliggende uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Vrijwilligerswerk is belangrijk voor Nederland. Het past binnen onze cultuur om zich in te zetten voor een ander. Zeker in het licht van de vergrijzing is het een opgave om ook in de toekomst vrijwilligerswerk overeind te houden. Daarom vinden deze leden dat mogelijkheden om vrijwilligerswerk te stimuleren serieus moeten worden opgepakt. Het stimuleren van vrijwilligerswerk mag echter nooit ten koste gaan van de veiligheid. Het gaat bij vrijwilligerswerk vaak over ondersteuning van kwetsbare, afhankelijke mensen. Niemand moet zich zorgen maken of de persoon die ze ondersteunt of de persoon waarmee ze werken wel deugt.

De regeling zoals voorgesteld is nog niet definitief. Het is daardoor lastig om nu precies inzicht te hebben in de regeling. Op basis van deze brief hebben de leden van de VVD-fractie nog enkele vragen.

Resultaten tot nu toe

Sinds 1 januari 2015 bestaat er reeds een regeling Gratis VOG. In deze regeling kunnen enkel organisaties zonder winstoogmerk, die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en die voor 70% of meer uit vrijwilligers bestaan, in aanmerking komen voor een gratis VOG. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister voor hoeveel vrijwilligers gebruikmakend van deze regeling een VOG is aangevraagd en in hoeveel situaties deze verstrekt is. Kan de Minister aangeven of het aantal vrijwilligers sinds de invoering van het gratis verstrekken van de VOG is toegenomen en of daarmee het vooraf gestelde doel behaald is? Graag ontvangen deze leden een toelichting waarom wel of waarom niet. Het verstrekken van een VOG kan ook bijdragen aan de veiligheid. Kan de Minister aangeven of het aantal meldingen en incidenten sinds de invoering van het gratis verstrekken van de VOG inderdaad is afgenomen?

Het kader

De Minister geeft aan dat hij een kader zal opstellen om organisaties te ondersteunen in het beargumenteren waarom volgens hen sprake is van vrijwilligerswerk met mensen in een afhankelijkheidssituatie. De leden van de VVD-fractie zouden graag van de Minister horen of het kader gaat voorzien in een definitie van wat een vrijwilliger is en of hij daarbij aansluit bij een bestaande definitie. Zo ja, welke definitie? Gaat het kader in op wat een afhankelijkheidsrelatie betekent en gaat het kader duidelijkheid bieden op mogelijke grensvlakken tussen vrijwilligerswerk en professionele zorg? Genoemde leden vinden dat de Minister moet voorkomen dat het kader misbruikt kan worden als goedkope manier voor (kwaadwillende) zorgorganisaties om professionele zorg in te wisselen voor vrijwilligerswerk.

Beschikbaarheid experts

Het kan voor organisaties een hele klus zijn om een goed en breder integriteitsbeleid op te stellen en vervolgens ook uit te voeren en te handhaven. De leden van de VVD-fractie juichen het instellen van een regionale en/of lokale pool van experts dus toe. Graag zouden genoemde leden zien dat deze pool van experts ook beschikbaar is in het geval van integriteitsproblemen om ze bij te staan in het volgen en handhaven van hun eigen integriteitsbeleid. Graag ontvangen deze leden een reactie van de Minister.

Voorbereiding

Voor het kunnen slagen van de regeling is het belangrijk dat Justis goed voorbereid is. Kan de Minister aangeven of Justis voldoende voorbereid is op de uitbreiding van deze regeling? Op de website www.gratisvog.nl valt te lezen dat Justis acht weken de tijd heeft om een organisatie te laten weten of zij in aanmerking komt voor de regeling, maar dat er zo snel mogelijk geprobeerd wordt om uitsluitsel te geven. Heeft Justis genoeg capaciteit om dit na te komen en wat zijn de extra kosten aan hun kant om dit te organiseren? Worden deze kosten betaald uit de zeven miljoen euro die beschikbaar is vanuit het regeerakkoord? Zo ja, wat blijft er dan nog over voor de daadwerkelijke gratis VOG’s en zo nee, wie neemt die kosten dan voor zijn rekening?

Monitoring

Er wordt gesteld dat de regeling Gratis VOG bijdraagt aan de veiligheid van vrijwilligerswerk. De leden van de VVD-fractie krijgen hier graag inzicht in. Deze leden horen graag van de Minister hoe hij de effecten van deze regeling gaat monitoren en wanneer zij kunnen controleren of het doel van deze regeling behaald is. Daarnaast zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd of deze regeling financieel haalbaar is binnen het gestelde budget en wat er gebeurt als er meer aanvragen zijn dan dat er budget is. Graag ontvangen genoemde leden een reactie van de Minister.

Proces

De leden van de VVD-fractie blijven graag betrokken bij het voorstel om VOG’s gratis te verstrekken. Tot slot hebben deze leden dus de vraag aan de Minister of er nog momenten komen voor het stellen van vragen voor het in werking treden van dit voorstel.

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Genoemde leden staan positief tegenover deze regeling. De VOG draagt bij aan een veilige inzet van vrijwilligers. Deze leden zouden dan ook graag zien dat alle vrijwilligers verplicht een VOG zouden moeten overleggen alvorens zij ingezet worden. De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister dit met hen eens is, aangezien hij in zijn brief ook aangeeft het belangrijk te vinden dat vrijwilligerswerk plaatsvindt in een veilige omgeving en risico’s op grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers zoveel mogelijk moeten worden beperkt. Deze leden willen weten waarom de Minister niet kiest voor een verplichte VOG voor alle vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie.

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de uitbreiding van de regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) naar alle vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie. Deze leden constateren dat het kabinet hiermee voortvarend aan de slag is gegaan met een wens die genoemde leden hebben uitgesproken in de initiatiefnota «Vrijwilligers zijn kampioenen» van het Kamerlid Bruins Slot1 en in de motie-Keijzer2. Vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor de samenleving en verdienen optimale steun en zo min mogelijk onnodig knellende regelgeving. Genoemde leden zijn van mening dat het aanvragen van een VOG voor vrijwilligers een belangrijke maatregel is in het bieden van een veilige omgeving voor kwetsbare mensen. Het is daarom goed dat het kabinet de knellende voorwaarden die momenteel nog worden gesteld bij de aanvraag voor een gratis VOG wegneemt. Deze leden hebben wel nog een enkele vraag bij de uitwerking van de regeling.

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat met het laten vallen van het criterium van minimaal 70% vrijwilligers onder andere speeltuinverenigingen en welzijnsorganisaties in het vervolg niet meer uitgesloten zijn van de regeling Gratis VOG voor vrijwilligers.

De leden van de CDA-fractie vragen of de bestaande servicepunten van NOC*NSF, Nederlandse Organisaties Vrijwilligers (NOV) en Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) hun rol blijven houden om in de eigen branche als herkenbare en nabij staande organisaties hun diensten te verlenen.

Genoemde leden vragen of het klopt dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid de beoordelende rol van de aanvragen van een VOG in het najaar van 2017 heeft overgedragen aan Justis. Klopt het daarnaast ook dat Justis op zijn beurt heeft aangegeven deze taak niet passend te vinden in de eigen primaire rol en taakstelling? Hoe gaat de Minister hiermee om? Wordt een andere organisatie gezocht om de beoordelende rol uit te voeren? Zo ja, hoe wordt geborgd dat met de overdracht van deze taak de continuïteit en dienstverlening niet in gevaar komt?

De leden van de CDA-fractie vragen welke investeringen naast de gratis VOG gedaan worden in het activeren van verenigingen, koepelorganisaties, sportbonden en gemeenten om te investeren in een veilige omgeving. Worden hierover door VWS afspraken gemaakt met NOV, NOC*NSF en CIO?

De leden van de CDA-fractie vragen of naast financiële drempels ook andere drempels voor het aanvragen van VOG’s voor vrijwilligers worden weggenomen. Wordt de aanvraagprocedure bijvoorbeeld ook versimpeld? Zo ja, hoe? Is het bijvoorbeeld mogelijk voor verenigingen om de VOG voor haar vrijwilligers aan te vragen, zodat vrijwilligers ontlast worden van een ingewikkelde aanvraagprocedure? Zo niet, wat zijn hierin de belemmeringen?

Genoemde leden vragen waarom kerkelijke organisaties niet kunnen deelnemen via de website www.gratisvog.nl, terwijl ook vrijwilligers bij deze organisaties onder de regeling Gratis VOG komen te vallen. Kan de Minister aangeven waarom het systeem hiervoor nog niet gereed is, welke acties er ondernomen worden om dit wel goed te regelen en op welke termijn het systeem wel gereed kan zijn.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Kamer tijdig geïnformeerd kan worden over de definitieve voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de nieuwe regeling Gratis VOG.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Genoemde leden hebben nog een aantal vragen over het voornemen van de Minister.

De Minister schrijft in zijn brief over vrijwilligersorganisaties die moeten voldoen aan een aantal eisen voordat ze gebruik kunnen maken van de nieuwe regeling, zoals het beargumenteren van de afhankelijkheidssituatie en het aantonen van beleid gericht op integriteit. Toch leidt dit, aldus de Minister, wellicht niet tot een sluitende aanpak. Hoe gaat de Minister deze aanpak wel sluitend maken? Komen er bijvoorbeeld publiekscampagnes of heeft de Minister andere middelen voor ogen? Ook stelt de Minister dat ongeveer de helft van alle Nederlanders boven de 15 jaar als vrijwilliger actief is, al dan niet in de vorm van een afhankelijkheidssituatie. Kan de Minister aangeven hoeveel van de vrijwilligers van 15 jaar of ouder een afhankelijkheidsrelatie met een persoon heeft en actief is bij een organisatie die in aanmerking komt voor de toekomstige gratis VOG-regeling? En kan de Minister aangeven hoeveel van deze mensen al een gratis VOG hebben gekregen binnen de huidige regeling?

KWINK groep heeft onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van een gratis VOG voor alle vrijwilligers. Het onderzoek ging uit van een nul-variant, een uitbreiding naar alle vrijwilligers met een afhankelijkheidsrelatie en een situatie waarin specifieke groepen vrijwilligers werden toegelaten tot de regeling. In het onderzoek wordt aangestipt dat de vrijwilligersorganisaties in de categorieën scholen en verzorging die buiten de huidige regeling vallen ongeveer 21,1% van de bevolking van Nederland van 15 jaar of ouder betreft. Mocht deze groep worden toegelaten tot de regeling, dan komen er tussen de 88.000 en 117.000 aanvragen bij in het eerste jaar na uitbreiding.3 Is de Minister bereid onderzoek uit te laten voeren naar de totale animo van vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen bij organisaties die werken in een afhankelijkheidsrelatie om zo meer inzicht te krijgen in het totale aantal vrijwilligers die mogelijk een VOG gaan aanvragen binnen de nieuwe regeling? Kan de Minister de Kamer informeren over de totale omvang van het potentiële aantal vrijwilligers voordat de nieuwe regeling ingaat? En kan de Minister de eventuele kosten die dit met zich meebrengt inzichtelijk maken?

Uit het onderzoek van KWINK groep komt naar voren dat de huidige regeling, de nul-variant, nog niet het volledige potentieel heeft benut. Kan de Minister aangeven waarom dit, drie jaar na invoering, nog steeds het geval is? In datzelfde onderzoek wordt gesteld dat het bepalen of een situatie een afhankelijkheidssituatie betreft «maatwerk is, waarbij vele factoren een rol spelen en een onderscheid naar groepen afhankelijken alleen niet volstaat». Kan de Minister toelichten hoe hij de verruiming van de huidige regeling gaat beoordelen? Is er sprake van een algemeen geldend criterium waaraan alle organisaties moeten voldoen, of bestaat er ruimte voor maatwerk binnen de verruiming?

KWINK groep geeft in zijn rapport ook aan dat vraag en aanbod bij een verruiming zeer waarschijnlijk niet op elkaar gaan aansluiten. Het maximale aanbod van gratis VOG’s is in de huidige regeling vastgesteld op 100.000 per jaar. Uit het rapport blijkt echter dat bij zowel de nul-variant als de uitgebreide varianten het aantal aanvragen de 100.000 waarschijnlijk gaat overstijgen wanneer meer organisaties aanspraak kunnen maken op de regeling in de komende jaren. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat, bij een grotere vraag, organisaties wel de mogelijkheid behouden om een gratis VOG aan te vragen? Het verschil, zeker in combinatie met het principe «first come, first serve» dat gehanteerd wordt bij de aanvragen, roept een vraag op bij de leden van de D66-fractie. Kleine, minder professioneel georganiseerde organisaties kunnen door dit principe buiten de boot gaan vallen. Hoe wil de Minister borgen dat niet alleen grote, maar ook kleine vrijwilligersorganisaties de kans krijgen en de mogelijkheid behouden om een gratis VOG aan te vragen voordat het maximum bereikt is?

De leden van de D66-fractie hebben ook nog een aantal vragen over de kosten van een gratis VOG. In het regeerakkoord is afgesproken dat er zeven miljoen euro per jaar beschikbaar is voor de regeling. Kan de Minister toelichten hoe het beschikbare budget tot nu toe is ingezet? En kan de Minister toelichten hoe het resterende budget voor 2018 en de jaren daarna gebruikt wordt?

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de uitwerking regeling gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Desalniettemin hebben zij een aantal vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd hoe de betrokken organisaties staan ten opzichte van de extra bureaucratie om een gratis VOG aan te vragen. Worden de (vrijwilligers)organisaties voldoende ondersteund in de aanvraag? Is de Minister het met genoemde leden eens dat veel bureaucratie een afschrikkende werking heeft, waardoor sommige organisaties geen gebruik willen maken van de regeling? Kan de Minister aangeven waarom de extra bureaucratische lasten noodzakelijk zijn, zo vragen deze leden.

De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat de regeling beter werkt als er reeds preventiebeleid is opgesteld. Hoe worden echter de doorgaans kleinere verenigingen zonder dit beleid aangemoedigd en ondersteund om dergelijk beleid op te stellen en gebruik te maken van de regeling? Moeten zij zelf contact zoeken met de pool experts of worden zij benaderd, zo vragen deze leden.

Genoemde leden vragen of de Minister het met hen eens is dat deze regeling alleen effectief is, indien zij in voldoende mate bekend is bij de organisaties. Deze leden vragen daarom of het mogelijk is dat verenigingen die niet vallen onder de koepelorganisaties proactief worden geïnformeerd in plaats van dat zij zelf actief op een website informatie moeten zoeken.

Tevens constateren de leden van de GroenLinks-fractie dat maar liefst 43% van de sportbestuurders in 2017 niet bekend was met de regeling Gratis VOG. Daarom vragen deze leden of de huidige informatievoorziening richting de leden van de koepelorganisatie wel voldoende effectief is.

Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de jongeren die meedoen aan de maatschappelijke diensttijd ook in aanmerking komen voor deze regeling.

II. REACTIE VAN DE MINISTER

Reactie op de vragen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben gevraagd om inzicht te verstrekken over resultaten van de huidige regeling Gratis VOG. Zij vragen zich onder andere af of vooraf gestelde doelen zijn behaald.

De huidige regeling Gratis VOG wordt uitgevoerd door Justis. Justis geeft op hun website inzicht in het aantal gratis VOG’s dat is aangevraagd, verstrekt en geweigerd. In de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2018 zijn ruim 280.000 gratis VOG’s verstrekt en bijna 400 VOG’s geweigerd. In onderstaande tabel staan enkele relevante gegevens per jaar.

Totaal aantal aanvragen en weigeringen gratis VOG

Periode

Aantal ontvangen aanvragen

Aantal afgegeven VOG's zonder antecedenten

Aantal afgegeven VOG's met antecedenten

Aantal geweigerde VOG's

% geweigerd

2015

57.804

51.592

5889

77

0,13%

2016

82.964

74.010

8614

128

0,15%

2017

90.197

80.048

9482

127

0,14%

tot 1/7/2018

49.870

45.076

5712

58

0,11%

Het doel van de huidige regeling Gratis VOG is tweeledig. In de eerste plaats is het doel om te voorkomen dat vrijwilligers met relevante antecedenten actief zijn in het vrijwilligerswerk met minderjarigen of mensen met een verstandelijke beperking. Ten tweede wordt met de regeling gestimuleerd dat organisaties die met vrijwilligers werken een breder preventie- en integriteitsbeleid voeren, zodat de sociale veiligheid binnen het vrijwilligerswerk wordt vergroot en seksueel grensoverschrijdend gedrag door vrijwilligers wordt voorkomen.4 Het onderzoeksbureau Van Montfoort heeft begin 2017 een brede evaluatie uitgevoerd betreffende de regeling Gratis VOG.5 Uit deze evaluatie blijkt onder andere dat deelnemende vrijwilligersorganisaties zich actief bezighouden met het voorkomen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. De meeste organisaties voeren een gedegen preventie- en integriteitsbeleid waar het aanvragen van een VOG deel van uitmaakt.6 Het tweede doel van de regeling wordt dus behaald. Ten aanzien van het eerste doel van de regeling merk ik op dat het aan vrijwilligersorganisaties zelf is om vrijwilligers die geen VOG kunnen overleggen niet actief te laten zijn. Er zijn geen gegevens beschikbaar of dit daadwerkelijk gebeurt. Ik zal dit punt bij de evaluatie van de nieuwe regeling Gratis VOG meenemen.

Zoals de Minister van Justitie en Veiligheid uw Kamer eerder heeft bericht, is de VOG in 2016 op effectiviteit getest.7 De onderzoeksresultaten onderschrijven de positieve effecten van screening. De onderzoekers laten zien dat personen met (relevante) justitiële antecedenten weinig solliciteren naar functies waarvoor een VOG vereist is. Er gaat daarmee een duidelijk preventieve werking uit van de VOG.8 Het is echter niet mogelijk om na te gaan welke preventieve werking uitgaat van de regeling Gratis VOG en hoeveel incidenten daadwerkelijk worden voorkomen. De voornaamste reden daarvoor is dat het lastig is om in kaart te brengen in hoeverre een eventuele toe- of afname van het aantal incidenten toe te schrijven is aan de regeling Gratis VOG.

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen gesteld over het kader dat wordt opgesteld om organisaties te ondersteunen in het beargumenteren of sprake is van een afhankelijkheidssituatie, zoals bedoeld in de regeling. De leden willen onder andere weten of een definitie wordt gegeven van vrijwilligerswerk.

Het kader, dat op dit moment wordt opgesteld, wordt gebruikt om te bepalen of organisaties in aanmerking komen voor de regeling. Hierbij zijn in ieder geval relevant de doelgroep waarmee wordt gewerkt – er moet sprake zijn van een kwetsbare doelgroep – en de situatie of «setting» waar binnen het vrijwilligerswerk plaatsvindt. Indien bijvoorbeeld sprake is van een 1:1 situatie of langdurig contact dan zal eerder sprake zijn van een afhankelijkheidssituatie. Het is niet eenvoudig om een sluitende definitie te geven van een afhankelijkheidssituatie.

Eén van de criteria om in aanmerking te komen voor de regeling Gratis VOG is dat sprake moet zijn van vrijwilligerswerk. Er zal daarom worden aangegeven wat hier in het kader van deze regeling onder wordt verstaan. Het dient in ieder geval te gaan om onbetaalde activiteiten die een onverplicht karakter hebben en plaatsvinden in enig georganiseerd verband. Voor de ingangsdatum van de regeling zal dit gecommuniceerd worden via de website www.gratisvog.nl

De nog te formuleren definitie dient enkel om te bepalen wanneer gebruik gemaakt kan worden van deze regeling. Ik zie op voorhand geen aanleiding dat het kader kan leiden tot arbeidsmarktverdringing of overige ongewenste effecten op de arbeidsmarkt.

De leden van de VVD-fractie vragen of de pool van experts ook benut kan worden op het moment dat zich concrete problemen rondom integriteit voordoen.

Ik wil de pool van experts voornamelijk inzetten om kennis en informatie te verstrekken aan vrijwilligersorganisaties over de wijze waarop breder en integraal integriteitsbeleid ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden. Onderdeel van dit beleid is een stappenplan en/ of handelingsperspectief op het moment dat integriteitsproblemen zich voordoen. Voor het ondersteunen van organisaties die zich daadwerkelijk geconfronteerd zien met een incident hebben de experts onvoldoende capaciteit beschikbaar. Bovendien beschikken de experts niet per definitie over de juiste (juridische) competenties om organisaties bij te staan. Vrijwilligersorganisaties kunnen soms ondersteuning en begeleiding ontvangen via hun (sport)bond of koepelorganisatie.

De leden van de VVD-fractie hebben gevraagd of Justis voldoende is voorbereid op de uitbreiding van de regeling. Tevens wordt gevraagd of de uitbreiding van benodigde capaciteit bij Justis ten koste gaat van de zeven miljoen euro die via het Regeerakkoord beschikbaar is gesteld.

Justis voert twee taken uit voor de huidige regeling. In de eerste plaats neemt Justis een besluit of organisaties kunnen worden toegelaten tot de regeling. Justis neemt dit besluit mede op basis van een advies van de koepelorganisaties.9 In de tweede plaats voert Justis de juridische screening uit nadat een aanvraag voor een VOG is ingediend en geeft het – indien op basis van de screening geen bezwaren tot uitvoering van de betreffende functie worden geconstateerd – de VOG af. De kosten van een VOG bestaan grotendeels uit benodigde personeelskosten voor de juridische screening.

Voor de nieuwe regeling zal Justis eerstgenoemde taak niet meer uitvoeren. Om onnodige administratieve lasten te voorkomen wordt de huidige lijst met door Justis toegelaten organisaties overgenomen. Na uitbreiding van de regeling zal deze besluitvorming worden uitgevoerd door het Ministerie van VWS of een nader te bepalen derde partij. Een klein deel van de zeven miljoen euro wordt hiervoor gereserveerd. Het grootste deel zal worden verstrekt aan Justis ten behoeve van gratis te verstrekken VOG’s.

De leden van de VVD-fractie benadrukken dat het van belang is om de regeling Gratis VOG goed te monitoren. Zij vragen zich onder andere af of de regeling financieel haalbaar is binnen het gestelde budget.

De regeling Gratis VOG zal periodiek geëvalueerd worden. De eerste evaluatie zal naar verwachting eind 2019 of begin 2020 plaatsvinden. Ik zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van deze evaluatie. Het uitgangspunt van de nieuwe regeling is dat alle vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie en actief zijn bij organisaties die voldoen aan de criteria een gratis VOG kunnen aanvragen. Het beschikbare budget is gebaseerd op het onderzoek van KWINK groep.10 Ondanks het feit dat het niet mogelijk is om op voorhand exact te bepalen hoeveel vrijwilligers een gratis VOG aan gaan vragen, verwacht ik op basis van ervaringen met de huidige regeling dat het budget voldoende zal zijn. Ik zal gedurende het jaar het aantal gratis aangevraagde VOG’s monitoren en de Tweede Kamer tijdig informeren op het moment dat sprake is van een dreigende budgetoverschrijding.

De leden van de VVD-fractie vragen of er voor 1 november 2018 nog mogelijkheden komen om vragen te stellen over de regeling Gratis VOG.

Meer gedetailleerde informatie over de regeling Gratis VOG en het aanvraagproces komt voor 1 november 2018 beschikbaar op de website gratisvog.nl. Ik zal uw Kamer daarover per brief informeren.

Reactie op de vragen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie zouden graag zien dat alle vrijwilligers verplicht een VOG moeten overleggen voordat zij worden ingezet en willen weten waarom niet gekozen is voor een dergelijke verplichting.

Er is geen wettelijke basis om de VOG voor vrijwilligers verplicht te stellen.

Daarbij zou met een dergelijke wettelijke maatregel de verantwoordelijkheid in volle omvang verschuiven naar de overheid, terwijl dat juist primair hoort te (blijven) liggen bij de organisaties die vrijwilligers inzetten. Vrijwilligersorganisaties zijn immers primair zélf verantwoordelijk voor het waarborgen van een veilige omgeving voor kwetsbare groepen. Een VOG alleen biedt geen garantie voor het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Ik vind het vooral van belang dat organisaties voldoende aandacht hebben voor de risico’s die samenhangen met vrijwillige inzet en hier vervolgens beheersmaatregelen voor nemen. Dat kan bijvoorbeeld ook door het instellen van een vertrouwenscontactpersoon of het opvragen van referenties, afhankelijk van het type vrijwilligerswerk en de context of situatie waarbinnen het vrijwilligerswerk plaatsvindt.

Het verplicht stellen van een VOG voor alle vrijwilligers vind ik ten slotte voor veel vrijwilligers een te «zwaar» instrument. De administratieve lasten van een verplichting wegen mijns inziens niet op tegen de baten.

Reactie op de vragen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat het criterium komt te vervallen dat sprake moet zijn van een organisatie die voor minimaal uit 70% uit vrijwilligers bestaat. Tevens vragen de leden naar de rol van de koepelorganisaties en Justis gedurende het aanvraag- en beoordelingsproces en de rol van de koepelorganisaties in het activeren van hun achterban.

Het klopt dat het criterium dat sprake moet zijn van een organisatie die voor 70% uit vrijwilligers bestaat met de nieuwe regeling komt te vervallen. Dat betekent dat ook vrijwilligers die bijvoorbeeld werkzaam zijn binnen speeltuinverenigingen, zorg- en welzijnsinstellingen en scholen in aanmerking kunnen komen voor de regeling, mits zij voldoen aan de overige criteria.

Op dit moment vindt nauw overleg plaats met NOC*NSF, NOV en CIO over hun rol bij de nieuwe regeling Gratis VOG. Zij zullen nauw betrokken blijven bij de regeling Gratis VOG en zullen middelen krijgen om hun achterban te informeren over het belang van adequaat integriteitsbeleid en de regeling Gratis VOG. Tevens zullen de koepelorganisaties een rol krijgen in het opstellen van het nog op te stellen kader, het opstellen en/ of actualiseren van diverse (overige) informatieproducten en de landelijke en regionale pool van experts. Binnen de sport heeft de Algemene Vergadering van NOC*NSF het plan van aanpak voor de implementatie van de aanbevelingen van Commissie De Vries goedgekeurd. Dit plan behelst een groot aantal maatregelen die bijdragen aan een veilige omgeving in de sport. Voorbeelden zijn een meldplicht voor bestuurders bij constatering van seksuele intimidatie, een centraal casemanagementsysteem voor de zorgvuldige en transparante afhandeling van meldingen, en diverse maatregelen om op verenigingsniveau de betrokkenheid van ouders en leden op dit thema te bevorderen.

Zoals ik reeds heb aangegeven in reactie op vragen van de VVD-fractie zal Justis voor de nieuwe regeling niet langer een besluit nemen of een organisatie al dan niet toegelaten wordt tot de regeling. Deze taak zal worden uitgevoerd door het Ministerie van VWS of een nader te bepalen derde partij. Justis heeft toegezegd zorg te dragen voor een zorgvuldige overdracht van kennis en expertise waardoor de continuïteit naar verwachting niet in gevaar zal komen.

De leden van de CDA-fractie vragen of ook werk gemaakt kan worden van het versimpelen van de aanvraagprocedure. Zij vragen zich onder andere af of verenigingen een VOG kunnen aanvragen voor hun vrijwilligers.

Op dit moment vinden er overleggen plaats met Justis en de koepelorganisaties om te verkennen op welke wijze de aanvraagprocedure aangepast moet worden. Hierbij wordt eveneens getracht om de procedure voor (vrijwilligers)organisaties te versimpelen. Op dit moment moeten organisaties aangeven voor welke vrijwilligers zij een gratis VOG willen aanvragen. De daadwerkelijke aanvraag moet echter gedaan worden door vrijwilligers zelf omdat het besluit om al dan niet een VOG aan te vragen een persoonlijke en individuele afweging is. Het is immers zijn aanvraag; hij/zij geeft toestemming voor de screening. Dit blijft met de nieuwe regeling onveranderd.

De leden van de CDA-fractie vragen waarom kerkelijke organisaties niet kunnen deelnemen aan de regeling, terwijl ook vrijwilligers bij deze organisaties onder de regeling kunnen vallen. De leden vragen wanneer het systeem, dat voor deze organisaties de toegang regelt, gereed kan zijn.

Anders dan andere vrijwilligersorganisaties beschikken kerkelijke gemeenten en parochies vanwege hun eigenstandige positie niet over een KvK-nummer. Hierdoor hebben zij momenteel geen toegang tot e-herkenning en kunnen zij niet elektronisch communiceren met de overheid, en daarmee met Justis. Momenteel kunnen vrijwilligers van de Rooms-Katholieke kerk op alternatieve wijze gratis VOG’s aanvragen. We hebben hierover binnenkort overleg met de kerken. Om tot een structurele oplossing te komen, onderzoek ik de mogelijkheden om het RSIN-nummer te gebruiken als communicatiemiddel tussen Justis en kerkelijke gemeenten en parochies. In de implementatie hiervan, die afhankelijk is van meerdere partijen, is inmiddels een aantal belangrijke stappen gezet. De ontwikkelingen omtrent het gebruik van RSIN volg ik nauw zodat ik hier, voor wat betreft de gratis VOG, bij kan aanhaken.

De leden van de CDA-fractie vragen of zij tijdig geïnformeerd kunnen worden over de definitieve voorwaarden van de nieuwe regeling Gratis VOG.

Meer gedetailleerde informatie over de regeling Gratis VOG en het aanvraagproces komt voor 1 november 2018 beschikbaar op de website gratisvog.nl. Ik zal uw Kamer daarover per brief informeren.

Reactie op de vragen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze de aanpak sluitend gemaakt kan worden, bijvoorbeeld door publiekscampagnes in te zetten. Ook vragen de leden zich af hoeveel vrijwilligers (potentieel) gebruik kunnen maken van de regeling en hoeveel van deze vrijwilligers al een gratis VOG hebben gekregen binnen de huidige regeling. De leden van de D66-fractie vragen om een onderzoek uit te voeren naar het animo onder vrijwilligers die mogelijk een VOG gaan aanvragen binnen de nieuwe regeling voordat de regeling ingaat.

De aanpak wordt niet sluitend genoemd omdat enkel het overleggen van een VOG onvoldoende is om grensoverschrijdend gedrag in het vrijwilligerswerk te voorkomen. Met de VOG wordt aan de hand van de registratie in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS, ook wel het strafblad genoemd) beoordeeld of strafbare gedragingen in het verleden een risico kunnen opleveren in de functie die betrokkene wil gaan bekleden. De afgifte van een VOG is een momentopname en geeft alleen inzicht in het justitiële verleden van de aanvrager. Deze toets is dus niet allesomvattend. De VOG dient daarom in alle gevallen onderdeel uit te maken van een breder gehanteerd integriteitsbeleid om effectief te (kunnen) zijn. Daarom wordt als onderdeel van de regeling ingezet op het aanpassen van bestaande websites, het opstellen en actualiseren van handreikingen en het instellen van een landelijke en een regionale pool van experts.

Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2017 in totaal 48,5% van de mensen van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk doet. Van deze vrijwilligers doet 65,2% dat regelmatig.11 Dat betekent dat ongeveer 4,5 miljoen mensen van ouder dan 15 jaar regelmatig vrijwilligerswerk doet. KWINK groep heeft in het najaar van 2017 een onderzoek gedaan naar de (potentiële) omvang van de doelgroep en kosten als de huidige regeling Gratis VOG wordt uitgebreid.12 Uit dit onderzoek blijkt dat het niet met zekerheid te zeggen is hoeveel vrijwilligers van 15 jaar en ouder potentieel in aanmerking komen voor de regeling omdat het niet eenvoudig is om een eensluidende definitie te geven van een afhankelijkheidssituatie. Ook kan op voorhand niet worden nagegaan hoeveel vrijwilligers een VOG aanvragen als deze gratis wordt. KWINK groep heeft een aantal aannames moeten doen om aantallen en kosten inzichtelijk te maken. Zoals ik heb aangegeven in reactie op vragen van de VVD-fractie zijn in de periode van 1 januari 2015 tot 1 juli 2018 ruim 280.000 gratis VOG’s verstrekt.

Ik zie op dit moment geen aanleiding om nieuw onderzoek te doen naar aantallen en kosten. Er zijn geen onderzoeksgegevens beschikbaar die aanleiding zijn voor een nieuw onderzoek. Zoals ik reeds heb aangegeven in reactie op vragen van de VVD-fractie zal ik gedurende het jaar het aantal gratis aangevraagde VOG’s monitoren en de Tweede Kamer tijdig informeren op het moment dat sprake is van een dreigende budgetoverschrijding.

De leden van de D66-fractie vragen waarom de huidige regeling nog steeds niet volledig wordt benut, of sprake kan zijn van maatwerk binnen de verruiming van de regeling en op welke wijze kleinere organisaties gebruik kunnen maken van de nieuwe regeling als het principe «first come, first serve» wordt gehanteerd.

Om organisaties toe te rusten in het opzetten en ontwikkelen van een breder preventie- en integriteitsbeleid – een van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de regeling – is in 2015 de toolkit «In veilige handen» ontwikkeld. Daarnaast heeft van medio mei tot eind juni 2015 de mediacampagne «Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag: Maak er een Punt van» plaatsgevonden om het thema breed onder de aandacht te brengen. Specifiek met betrekking tot de gratis VOG kwam uit de »Evaluatie Regeling Gratis VOG», uitgevoerd door onderzoeksbureau Van Montfoort, naar voren dat nog niet alle vrijwilligersorganisaties in Nederland bekend zijn met de regeling.13 Tevens zou een aantal organisaties niet deelnemen aan de regeling omdat zij het aanvragen van een VOG voor hun vrijwilligers niet nodig vinden. Daarom is aan de koepelorganisaties die het vrijwilligersveld vertegenwoordigen, NOC*NSF, Vereniging NOV en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) gevraagd om hun communicatie richting de eigen achterban verder te intensiveren. Tevens is de voorlichting richting gemeenten geïntensiveerd omdat gemeenten een belangrijke rol spelen in de communicatie naar vrijwilligersorganisaties.

Voor de nieuwe regeling Gratis VOG heb ik bovengenoemde koepelorganisaties gevraagd om de regeling (opnieuw) onder de aandacht te brengen van hun achterban en tevens om aandacht te schenken aan sectoren die voorheen niet in aanmerking kwamen voor de regeling. Ook zullen bestaande toolkits en websites worden aangepast en zal ik – om vrijwilligersorganisaties te ondersteunen – een regionale en landelijke pool van experts vragen om relevante kennis en informatie te verstrekken over het ontwikkelen en implementeren van breder integriteitsbeleid. Zoals ik reeds heb aangegeven in reactie op vragen van de VVD-fractie zal ik een kader opstellen

om te bepalen of organisaties in aanmerking komen voor de regeling. Hierbij zijn relevant de doelgroep waarmee wordt gewerkt – er moet sprake zijn van een kwetsbare doelgroep – en de situatie of «setting» waarbinnen het vrijwilligerswerk plaatsvindt. Indien bijvoorbeeld sprake is van een 1:1 situatie of langdurig contact dan zal eerder sprake zijn van een afhankelijkheids-situatie. Het is niet eenvoudig om een sluitende definitie te geven van een afhankelijkheids-situatie. Wel moet in ieder geval sprake zijn van vrijwilligerswerk en moet – zoals dat nu ook het geval is – sprake zijn van een breder integriteitsbeleid.

Het beschikbare budget voor de nieuwe regeling Gratis VOG is gebaseerd op de verwachte toename van het aantal aanvragen na verruiming en zal grotendeels worden aangewend voor (meer) gratis aan te vragen VOG’s. De verwachting is dat het budget voldoende is om deze toename te dragen en dat alle vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie een gratis VOG kunnen aanvragen. Zoals ik eerder heb aangegeven zal ik gedurende het jaar het aantal gratis aangevraagde VOG’s monitoren en de Tweede Kamer tijdig informeren op het moment dat sprake is van een dreigende budgetoverschrijding.

De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze het beschikbare budget voor 2018 en de jaren erna wordt aangewend.

In 2018 worden voornamelijk middelen ingezet voor het voorbereiden van de nieuwe regeling (onder andere het aanpassen van de website www.gratisvog.nl, het aanpassen van het digitale verwerkingssysteem van Justis en het werven en selecteren van personeel door Justis voor het doen van de juridische screening). De verwachting is dat de nieuwe regeling vanaf 1 november 2018 van start gaat en vanaf dat moment gratis VOG’s volgens de nieuwe voorwaarden kunnen worden aangevraagd. Vanaf 2019 is het beschikbare budget grotendeels beschikbaar voor gratis aan te vragen VOG’s via Justis. De overige middelen worden aangewend voor onder andere het beoordelen van- en adviseren over de binnengekomen aanvragen van organisaties (toelating tot de regeling), het instellen van een regionale en landelijke pool van experts en monitoring en evaluatie.

Reactie op de vragen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie vragen aandacht voor (extra) bureaucratie om gebruik te kunnen maken van de regeling Gratis VOG. Zij vragen of organisaties voldoende ondersteund worden in de aanvraag en of met name kleinere verenigingen actief worden benaderd.

Het uitgangspunt van de nieuwe regeling Gratis VOG is om de bureaucratie en administratieve lasten zo beperkt mogelijk te houden. Tegelijkertijd is het noodzakelijk om enkele voorwaarden te stellen aan het gebruik van de regeling om ervoor te zorgen dat deze het gewenste effect heeft en om eventueel misbruik zoveel mogelijk te voorkomen. Er wordt getracht om de bureaucratie en administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken; het uitgangspunt is dat deze in ieder geval niet toenemen ten opzichte van de huidige regeling Gratis VOG. Overigens bleek uit het evaluatierapport van Van Montfoort (2017), dat 51 van de 52 bevraagde organisaties positief waren over de aanvraagprocedure van de huidige regeling.14

Ten behoeve van de nieuwe regeling Gratis VOG wordt geïnvesteerd in het verbeteren van het gebruiksgemak van de bestaande website gratisvog.nl en in het stroomlijnen van het aanvraagproces. Voor vragen over de regeling kunnen organisaties terecht bij de koepelorganisaties. Tevens zal een pool van landelijke en regionale experts worden ingesteld die kan ondersteunen in het ontwikkelen en implementeren van breder integriteitsbeleid. Deze pool zal ook een stimulerend effect hebben op de bekendheid van de regeling. Gezien het feit dat er vele tienduizenden organisaties zijn die vrijwilligers inzetten is het in beginsel niet mogelijk om organisaties actief te benaderen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of verenigingen die niet vallen onder de koepelorganisaties proactief worden geïnformeerd. Daarbij vragen de leden van de GroenLinks fractie zich af of de huidige informatievoorziening wel voldoende effectief is.

Mede in overleg met de koepelorganisaties NOV, NOC*NSF en CIO zal ik bepalen op welke wijze verenigingen en organisaties die niet lid zijn van deze koepelorganisaties geïnformeerd kunnen worden. In het nog te ontwikkelen communicatieplan zal hier extra aandacht aan worden besteed.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de jongeren die meedoen aan de maatschappelijke diensttijd ook in aanmerking komen voor deze regeling.

Organisaties die een aanbod formuleren voor de maatschappelijke diensttijd kunnen voor de regeling Gratis VOG in aanmerking komen als zij voldoen aan de criteria. Er moet dus onder andere sprake zijn van vrijwilligerswerk met mensen in een afhankelijkheidssituatie en er moet een breder integriteitsbeleid binnen de organisatie aanwezig zijn.