Kamerstuk 34775-VI-11

Reactie op het artikel in de Volkskrant van 4 november 2017 over de gedetineerde Robert M.

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 4 november 2017
Indiener(s): Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-VI-11.html
ID: 34775-VI-11

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2017

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over het artikel dat vandaag in de Volkskrant is gepubliceerd over de gedetineerde Robert M. (hierna: betrokkene). Betrokkene heeft ernstige zedenmisdrijven gepleegd met zeer jonge kinderen als slachtoffer. Op 26 april 2013 is betrokkene voor deze misdrijven in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 19 jaar en terbeschikkingstelling.

Betrokkene is in staat gebleken de regels rond contact met de media te omzeilen en het uitvoerend personeel hierin op het verkeerde been te zetten. De controle in de penitentiaire inrichting (PI) ten aanzien van deze gedetineerde had daarbij in mijn ogen ook scherper uitgevoerd moeten worden. De slachtoffers en ouders van de slachtoffers worden nu publiekelijk en opnieuw geconfronteerd met het leed dat hen door betrokkene is aangedaan. Dit kan leiden tot verdriet en boosheid bij hen en in de samenleving. Ik betreur dit ten zeerste en ik vind het belangrijk uw Kamer nader over deze gebeurtenissen te informeren.

Achtergrond

Mijn ambtsvoorganger is recent op de hoogte gesteld van het feit dat betrokkene op 10 juni jl. contact heeft gehad met twee journalisten van de Volkskrant tijdens een bezoek in de PI waar betrokkene verblijft. Daarnaast heeft betrokkene in 2016 via briefverkeer contact gezocht met zowel de Volkskrant en Trouw als met de raadsman van een groot deel van de slachtoffers en hun ouders. Ook heeft betrokkene meerdere malen telefonisch contact gehad met de Volkskrant.

Naar aanleiding hiervan heeft mijn ambtsvoorganger op 20 oktober jl. een brief ontvangen van de raadsman van de slachtoffers, waarin deze verzoekt om opheldering rondom het hebben van contact door betrokkene met de media. Daarnaast heeft de Volkskrant op 23 oktober jl. vergelijkbare vragen gesteld. Op 25 oktober jl. zijn de vragen van de raadsman en de Volkskrant beantwoord.

Ik heb begrepen dat de raadsman inzage heeft gehad in een concept-artikel en hierover een gesprek heeft gevoerd met de Volkskrant. Vanuit het belang van de slachtoffers en ouders van de slachtoffers heeft deze raadsman de ouders voorafgaand aan publicatie geïnformeerd en doen informeren. Zowel vanuit de gemeente Amsterdam als vanuit mijn ministerie is veelvuldig contact geweest met de Volkskrant, om hen te doordringen van de impact van een dergelijk artikel op betrokkenen. Gisteren nog heb ik een dringend beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de hoofdredacteur van de Volkskrant bij hun journalistieke afwegingen vooral ook de belangen van slachtoffers zwaar te laten wegen.

Contact met de media via bezoek

Ingevolge de Penitentiaire beginselen wet (Pbw) hebben alle gedetineerden recht op het telefoneren en het ontvangen van bezoek, zo ook betrokkene. Wel geldt dat gedetineerden toestemming dienen te vragen voor alle contacten met de media. In dat verband is het relevant te melden dat betrokkene weliswaar toestemming had gevraagd voor een bezoek, maar heeft nagelaten te melden dat het ging om twee journalisten. Op 10 juni jl. heeft betrokkene bezoek gehad van de twee journalisten van de Volkskrant zonder vooraf toestemming te hebben gevraagd aan de directeur van de inrichting. Beide personen zijn door betrokkene aangemeld als «relatiebezoek». De betreffende journalisten hebben zowel vooraf als tijdens hun bezoek tegenover de PI niet kenbaar gemaakt dat zij journalisten waren en werkten aan een artikel over betrokkene. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft de Volkskrant om opheldering gevraagd omtrent het feit dat de journalisten zich niet kenbaar hebben gemaakt bij de PI.

Contact met de media via briefverkeer

Op grond van de Pbw hebben gedetineerden het recht om brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen. De directeur van de inrichting kan toezicht uitoefenen op de inhoud hiervan. Dit geldt niet voor brieven of poststukken afkomstig van of gericht aan zijn raadsman in de strafzaak. Betrokkene heeft op enig moment een brief aan het dagblad Trouw, de Volkskrant en de raadsheer van de slachtoffers gericht. De brieven waren daarbij zo geadresseerd dat deze leken te zijn gericht aan de raadslieden van betrokkene, door gebruik van de aanhef «advocaten». Hierdoor heeft er geen toezicht plaatsgevonden op de inhoud van deze brieven.

Getroffen maatregelen

Ik kan u melden dat naar aanleiding van deze gebeurtenissen de directeur, meteen nadat hij hiervan op de hoogte raakte, toezichtmaatregelen heeft getroffen ten aanzien van betrokkene. Naast inhoudelijke controle van in- en uitgaande post en het uitluisteren van telefoongesprekken die betrokkene voert, wordt ook het bezoek aan betrokkene thans vooraf gescreend. Communicatie die betrokkene met zijn raadsman voert valt hier buiten. Deze toezichtsmaatregelen lopen reeds en zullen als daartoe aanleiding is worden verlengd.

De directeur van de penitentiaire inrichting heeft daarnaast de situatie uitgebreid besproken met alle personeel van de unit. Daarbij is duidelijk gemaakt dat van medewerkers mag worden verwacht dat zij altijd penitentiair scherp zijn. Ik heb DJI opdracht gegeven om te onderzoeken hoe ongeoorloofd contact van gedetineerden met de media eerder gesignaleerd kan worden en zo nodig maatregelen te treffen.

Ik betreur het dat ondanks alle inspanningen niet voorkomen is dat de slachtoffers opnieuw geconfronteerd zijn met het leed dat hen eerder is aangedaan.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker