Gepubliceerd: 26 juni 2017
Indiener(s): Pia Dijkstra (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34730-III-3.html
ID: 34730-III-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 26 juni 2017

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 14 juni 2017 voorgelegd aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken. Bij brief van 23 juni 2017 zijn ze door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De adjunct-griffer van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

Hoe wordt bepaald op welke websites geadverteerd wordt?

Antwoord op vraag 1

Op basis van de doelstellingen van de campagne worden doelgroepen bepaald. Het mediabureau adviseert over de inzet van mediakanalen om deze doelgroepen te bereiken en koopt de mediainzet in.

Vraag 2

Wie hebben het besluit genomen om niet meer op GeenStijl te adverteren en om welke redenen? Wat is er veranderd in het toetsingskader waardoor dit niet langer gebeurde? Kunt u tevens dit toetsingskader toesturen en aangeven welke websites er specifiek worden uitgesloten?

Vraag 3

Wat zijn de criteria om op bepaalde websites wel/niet te adverteren?

Antwoord op vraag 2 en 3

De rijksoverheid kent geen algemene lijn die voorschrijft op welke websites wel of niet mag worden geadverteerd en mag in haar rol als adverteerder permanent afwegen of en waar ze gebruik wil maken van advertentieruimtes.

De rijksoverheid maakt – mede uit efficiency-overwegingen – gebruik van een mediabureau voor het plaatsen van advertenties. Dit bureau baseert het advies (mede) op een afwegingskader dat voorschrijft dat websites niet gericht mogen zijn op het verspreiden of uitdragen van illegale downloads, pornografie/seks, geweld, overmatig drankgebruik, drugsgebruik, online gokken en schendingen van de wet in het algemeen. Daarnaast mogen advertenties alleen worden geplaatst op Nederlandse sites of gericht op de Nederlandse bezoekers van buitenlandse sites. Dit is vastgelegd in de contracten met exploitanten.

Het staat departementen vanzelfsprekend te allen tijde vrij om – behoudens lopende contractuele verplichtingen – de afweging te maken wel of niet op een bepaalde website te adverteren. De departementen hebben – om voor hen moverende redenen – het besluit genomen om al dan niet tijdelijk niet meer op GeenStijl te adverteren.

Vraag 4

Kunt u een overzicht geven van alle (uitgevoerde en geplande) campagnes, inclusief de kosten, opgesplitst per medium en per medium verder opgesplitst in specifieke kranten, websites, etc.

Antwoord op vraag 4

Uitgevoerde campagnes

Informatie over de gevoerde campagnes en de daarbij ingezette mediatypes en kosten is beschikbaar via de Jaarevaluatie campagnes rijksoverheid, die op 17–05 jl. is aangeboden aan de Kamer. Deze informatie is ook beschikbaar op rijksoverheid.nl: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/inhoud/jaarevaluatie-campagnes

Geplande campagnes

Voor 2017 zijn de volgende campagnes door de ministeries centraal aangemeld:

Onderwerp campagne

Departement

Douane Reizigerscampagne

Financiën/Belastingdienst

Digitalisering Belastingdienst MijnOverheid

Financiën/Belastingdienst

Verkiezingen

BZK

Preventie. Maak het ze niet te gemakkelijk

VenJ

VanAnaarBeter

IenM

Overal dichtbij met 24/7 BZ

BZ

4&5 mei

VWS

NL Alert

VenJ

Orgaandonatie

VWS

NIX18 geen alcohol en tabak onder de 18 jaar

VWS

Depressies

VWS

Bob

IenM

Aandacht Auto. Daar kun je mee thuis komen

IenM

Geweld in huiselijke kring

VWS

Meedoen met een handicap

VWS

Armoede en kinderen

SZW

Verlies Nederlanderschap

VenJ

Beschut werk

SZW

Na afronding van de campagnes wordt het campagneverslag toegevoegd aan het dossier op rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes).

Vraag 5

Vallen onder het budget van ruim € 22 mln. alle kosten voor campagnes van alle departementen, dus bijvoorbeeld ook de mediacampagnes van Defensie? Zo niet, welke campagnes en/of departementen vallen hier buiten?

Antwoord op vraag 5

In de 1e suppletoire wet van Algemene Zaken wordt in tabel 2.2. het bedrag van ruim € 22 miljoen genoemd. Dit betreft de bijdrage van AZ aan het agentschap Dienst Publiek en Communicatie voor de gemeenschappelijke dienstverlening zoals publieksvoorlichting, website rijksoverheid.nl, communicatieonderzoek. Dit heeft geen betrekking op de kosten van campagnes van de departementen.

De totale bestedingen aan voorlichtingscampagnes in 2016 bedroegen ruim € 19 mln en zijn door de opdrachtgevende ministeries betaald. De campagne van Defensie valt onder de categorie «arbeidsmarktcommunicatie». In de Jaarevaluatie campagne rijksoverheid (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/inhoud/campagnes-2016) zijn de kosten van overheidscampagnes toegelicht.

Vraag 6

Voert Algemene Zaken (AZ) ten aanzien van de campagnes van andere departementen slechts uit of worden er vanuit AZ bepaalde (rand)voorwaarden opgelegd?

Antwoord op vraag 6

Er worden vanuit AZ geen inhoudelijke randvoorwaarden opgelegd. In de Voorlichtingsraad is afgesproken dat alle voorlichtingscampagnes centraal worden aangemeld, getoetst en verplicht worden geëvalueerd. Aanmelding van campagnes door ministeries bij DPC is verplicht voor alle campagnes die gebruik maken van Zendtijd rijksoverheid en/of met een mediabudget van € 150.000,- inclusief btw en hoger. Als Inkoop- en Uitvoeringscentrum (IUC) voor de communicatiediscipline van de rijksoverheid, voert DPC de inkoop van campagneontwikkeling, media en onderzoek uit en adviseert de ministeries waar nodig.

Toetsing van de aangemelde campagnes vindt plaats door een toetsingscommissie, bestaande uit AZ en enkele departementen. De Toetsingscomissie ziet toe op aanmelding van de rtv-campagnes, eerbiediging van de toezegging aan de Tweede Kamer van maximaal twintig massamediale campagnes per jaar.

Vraag 7

Op welk niveau worden de beslissingen genomen om op bepaalde websites wel/niet te adverteren?

Antwoord op vraag 7

De Dienst Publiek en Communicatie adviseert en koopt in, het opdrachtgevende departement beslist.

Vraag 8

Welke externe organisaties, inclusief namen, worden ingeschakeld ten behoeve van de campagnes en ook de online mediacampagnes?

Antwoord op vraag 8

DPC is Inkoop- en Uitvoeringscentrum voor de communicatiediscipline van de rijksoverheid. Voor de ontwikkeling van campagnes, inkoop van media en uitvoering van onderzoek heeft DPC een infrastructuur van (raam-)overeenkomsten georganiseerd. Het gaat daarbij om de volgende mogelijke leveranciers:

Ontwikkelen van campagnes:

  • Grote campagnes: Roorda & Tabula Rasa, JWT, Publicis, KesselsKramer

  • Middelgrote en kleine campagnes: Roorda, Oddshop, Grey

  • Pr bij aangemelde campagnes: BKB, Hollander van der Meij, Schuttelaar & partners

Advies over en inkoop van media:

  • Initiative

Uitvoeren van onderzoek:

  • Kantar Public (voor campagne-effectonderzoek)

  • Blauw, Ferro en Mare (o.a. voor doelgroeponderzoek en het pre- en concepttesten van strategieen, boodschappen en middelen)

  • Memo2 (voor effecten van online inzet)

Vraag 9

Op welke wijze worden online campagnes geëvalueerd?

Antwoord op vraag 9

Voor de online campagnemiddelen die worden ingezet (o.a. websites, facebookpagina’s, banners, online video’s en gesponsorde posts) worden metingen uitgevoerd die inzicht geven in sitebezoek, doelgroepbereik, advertentiezichtbaarheid, conversie (online doelvoltooiingen) en kosten. Voor de campagnes waarvoor DPC in opdracht van het departement een campagne-effectonderzoek uitvoert analyseert het onderzoeksbureau Memo2 deze kencijfers aan de hand van een benchmark en rapporteert die in de standaard campagneeffectrapportage (zie www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/campagnes/inhoud/campagneresultaten-2016).

Vraag 10

Kunt u een schematisch overzicht geven waarin de beslissingen zijn opgenomen met betrekking tot online campagnes vanaf het besluit een campagne te starten t/m de afrondende evaluatie, waarbij alle actoren worden meegenomen?

Antwoord op vraag 10

Campagnes worden als beleidsinstrument, naast wetgeving, handhaving en subsidies, ingezet als dit effectief en efficiënt is voor het bereiken van beleidsdoelstellingen. De rijksoverheid ziet online als onderdeel van crossmediale campagnes, een mix van elkaar versterkende en aanvullende online en offline middelen.

Het proces ziet er als volgt uit:

Opdrachtverlening campagne

Strategie- en conceptontwikkeling en uitwerking

Start en optimalisatie campagne

Afronden en evalueren

Opdrachtverlening campagne

Vanuit de opdrachtgever volgt een briefing met hierin een opdracht en de doelstellingen van de campagne aan een reclamebureau en/of het mediabureau. Opdrachtgever is het vakdepartement of de Dienst Publiek en Communicatie in opdracht van het vakdepartement.

Strategieontwikkeling, conceptontwikkeling en uitwerking campagne

De bureaus leveren campagnestrategie, een mediastrategie en een creatief concept aan de opdrachtgever. Concepten kunnen getest worden onder de doelgroep door een onderzoeksbureau. Als het opdrachtgevende departement het concept goedkeurt, wordt het uitgewerkt in content, middelen en acties. Ook een mediaplan op titelniveau wordt geleverd. Opdrachtgevend departement keurt de middelen, content, acties en mediaplan goed.

Start en optimalisatie campagne

Bureaus leveren geaccordeerde content, middelen en acties aan bij exploitanten, leveranciers en opdrachtgever, waarna het eindproduct wordt uitgezonden, live gezet, of uitgevoerd. Tijdens de looptijd wordt de campagne geoptimaliseerd door het mediabureau aan de hand van key performance indicators en de campagnedoelstellingen. Een onderzoeksbureau kan extra webanalyses uitvoeren (zie vraag 8).

Afronden en evalueren campagne

Dienst Publiek en Communicatie levert een eindrapport op van het campagne-effectonderzoek en rapporteert hier jaarlijks op Verantwoordingsdag over aan de Tweede Kamer.