Vastgesteld 8 juni 2017
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een vraag voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over de brief van 17 mei 2017 inzake het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 bij de Koning (I) (Kamerstuk 34 725 I, nr. 2).
De Algemene Rekenkamer heeft deze vraag beantwoord bij brief van 8 juni 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Hoe zou de begroting van de Koning transparanter kunnen, zonder te treden in de grondwettelijke bescherming?
Door de uitbreiding met een extracomptabele bijlage bij de begroting is de transparantie over de kosten van het Koningschap sinds 2015 vergroot. In deze bijlage worden de uitgaven gepresenteerd die op andere begrotingen staan, maar die wel samenhangen met het uitoefenen van het Koningschap.
Bij de Minister-President ligt de taak om het belang van transparantie af te wegen tegen het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Koning. De Raad van State heeft aangegeven dat hiervoor geen generiek toepasbare regel is te maken. Dit zal de Minister-President dus van geval tot geval moeten afwegen.
Wij benadrukken dat de afwegingen die de Minister-President daarin maakt inzichtelijk moeten zijn, opdat transparantie via controle op het besluitvormingsproces kan worden ingevuld.