Gepubliceerd: 20 december 2016
Indiener(s): Loes Ypma (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34620-VI-4.html
ID: 34620-VI-4

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 december 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 8 december 2016 voorgelegd aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Bij brief van 19 december 2016 zijn ze door de Minister van Veiligheid en Justitie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Ypma

De griffier van de commissie, Hessing-Puts

Vraag 1. Is het benodigde extra bedrag voor de nationale politie nog steeds 50 of 55 miljoen euro voor 2016, zoals dat is berekend tijdens het debat op 29 juni 2016 over het budget van de nationale politie? In hoeverre is naar verwachting de algemene reserve van de nationale politie toereikend wanneer de nationale politie toch te maken krijgt met een budgetoverschrijding? Wordt er rekening mee gehouden dat de algemene reserve zal moeten worden aangevuld? Hoe wordt de Kamer daarbij betrokken?

In het onderzoek «Inzicht in de omvang van het personele en materiële budget nationale politie 2016–2020» zijn de lasten van de politie voor 2016 ingeschat. Voor 2016 zijn de baten niet volledig tot dat niveau aangevuld. Daarmee zou een tekort van circa € 50 miljoen resteren. De feitelijke lastenontwikkeling in 2016 is niet volledig gelijk aan de inschatting die in het onderzoek is opgenomen. Huidige verwachting is dat een kleiner tekort resteert. Bij de jaarrekening 2016 zal duidelijk worden wat het tekort is. De algemene reserve van de politie kent per 1 januari 2016 een omvang van € 156 miljoen. Met deze omvang is het tekort van 2016 op te vangen zonder dat de algemene reserve onder de kritische grens van 1,5% van de gemiddelde bijdrage in de afgelopen 3 jaar komt. De kamer zal via de jaarstukken van de politie op de hoogte gehouden worden bij de ontwikkeling van de algemene reserve.

Vraag 2. Waaruit bestaan de meevallers en verschuivingen van circa 16 miljoen euro om te voorkomen dat er in 2016 een tekort zal optreden bij het openbaar ministerie (OM) en bij het onderdeel gerechtskosten? Is die 16 miljoen euro voldoende om het door het OM vastgestelde tekort voor 2016 op te vangen? Zo nee, hoeveel is het tekort dan? Is dit tekort structureel?

De opbouw van de € 16 mln. is resultante van volgende budgetmutaties:

  • Verhoging van het budget Personeel en Materieel met € 12,9 mln.;

  • Verhoging van het budget Gerechtskosten met € 5,5 mln.;

  • Verlaging van het verkeersbudget met € 2 mln. (zie ook vraag 24).

Deze € 16 mln. is ook volgens het OM voldoende om het tekort in 2016 op te vangen. Ultimo november is het verwacht tekort lager en is het de verwachting dat het OM niet de totale verhoging van het budgettair kader zal aanwenden. Het eventuele tekort is bovendien niet structureel van aard.

Vraag 3. Wat gebeurt er als de algemene reserve van de nationale politie ontoereikend blijkt te zijn?

Zoals reeds toegelicht is de verwachting dat de algemene reserve van de nationale politie van € 156 mln. in 2016 voldoende is. Als de algemene reserve onder de kritische grens van 1,5% van de gemiddelde bijdrage in de afgelopen 3 jaar zou komen dan zal, conform de regeling financieel beheer politie, een herstelplan worden opgesteld. De algemene reserve bevindt zich ruim boven die kritische grens.

Vraag 4. Hoeveel fte zijn er nu nog boventallig, na de uitstroom in de vrijwillige fase van het personeel bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)? Welke inrichtingen lopen het snelst leeg en hebben daardoor op dit moment een tekort aan personeel?

Per eind november 2016 waren er 362 fte Verplichte VWNW kandidaten binnen DJI. Per 1 januari zal een deel van het personeel van Tilburg ook Verplichte VWNW kandidaat worden. Zoals ik in antwoord op vragen van uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling 2017 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heb aangegeven, is er sprake van een sneller personeelsverloop dan verwacht. Dit snellere personeelsverloop doet zich voor in het gehele gevangeniswezen. In bijvoorbeeld de vestiging Zoetermeer heeft dit geleid tot personele knelpunten, reden dat ik besloten heb een aantal afdelingen te verplaatsen, zoals aan uw Kamer is gemeld (Tweede Kamer, vergaderjaar 2016–2017, Aanhangsel nr. 628).

Vraag 5. Kunt u de noodzaak van de overuitputting van 100 miljoen euro toelichten en aangeven waaraan dat geld besteed is?

Aangezien er geen sprake is van een overuitputting van € 100 mln. zijn er dientengevolge ook geen extra bestedingen verricht. Wij veronderstellen dat er wellicht wordt gedoeld op de voorziene tegenvaller van € 100 mln. op B&T, zie ook het antwoord op vraag 12.

Vraag 6. Waaraan wordt de meevaller bij de politie van 17,4 miljoen euro besteed?

In de tweede suppletoire begroting zijn diverse mee- en tegenvallers opgenomen. Tezamen vormen zij het totaalbeeld van de tweede suppletoire begroting. Per saldo is dat beeld een tegenvaller van € 100 mln. veroorzaakt door de B&T-tegenvaller. De overige mee- en tegenvallers zijn niet één op één tegenover elkaar gezet. Met andere woorden de genoemde meevaller kent geen concrete besteding maar is budgettair onderdeel van het totaalbeeld.

Vraag 7. Wat is de oorzaak van de tegenvallende griffieontvangsten van 23,8 miljoen euro? Komt dit door minder procedures? Is dit naar verwachting structureel? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, waarom zal dit naar verwachting in 2017 weer bijtrekken?

De lager dan geraamde griffierechtontvangsten hangen samen met de zaakinstroom op het terrein van civiel recht en bestuursrecht en is zeer divers van aard en daarmee kan ook het verschuldigde griffierecht sterk verschillen. Jaarlijks wordt het aantal zaken geraamd door middel van het prognosemodel justitiële ketens. Begin volgend jaar is de nieuwe raming beschikbaar en op basis hiervan zal ook de raming van de griffierechtontvangsten voor 2017 en verdere jaren worden bezien.

Vraag 8. Wat is de reden dat een deel van de middelen van de openstaande bijzondere rijksbijdragen als gevolg van een incidentele meevaller van 17,4 miljoen euro bij de politie niet meer aan het doel (o.a. uitzendingen, nationale recherche) worden besteed waarvoor deze middelen in het verleden zijn verstrekt?

De openstaande rijksbijdragen hebben betrekking op posten waarop geen uitgaven aan het betreffende doel meer worden verwacht of waarop uitgaven aan het betreffende doel niet meer noodzakelijk zijn. Het betreft een groot aantal posten die voor een belangrijk deel voortkomen uit bijdragen aan de voormalige regiokorpsen en bijzondere bijdragen die met de komst van het politiebestel zijn opgeheven. Voor deze posten geldt dat uitgaven feitelijk niet meer mogelijk zijn. Bijvoorbeeld omdat een project is afgerond en er géén uitgaven meer zijn of omdat de bestedingsvoorwaarden uitgaven na een bepaalde datum niet toestaan. Voor andere posten geldt dat uitgaven niet noodzakelijk zijn omdat dezelfde uitgaven al vanuit andere middelen worden gedekt.

Vraag 9. Hoe zijn de ervaringen met de cross-borderrichtlijn tot nu toe? Hoe succesvol is de cross-border richtlijn? Hoe realistisch is de verhoging van de raming van boeten en transacties met 26,1 miljoen euro op artikel 33 onder andere vanwege de zogenaamde cross-borderrichtlijn? Op welke resultaten is deze verwachting gebaseerd? Zal naar verwachting in de toekomst de richtlijn tot meer ontvangsten leiden? Zo ja hoeveel?

De CBE Richtlijn wordt in steeds meer EU-Lidstaten structureel toegepast. In Nederland wordt vooral bij de middels digitale handhavingsmiddelen vastgestelde snelheidsovertredingen en bij roodlichtnegatie gebruik gemaakt van kentekenregister bevragingen in het buitenland op basis van de CBE Richtlijn. De Nederlandse systemen zijn ingericht voor de automatische verwerking van flitsovertredingen uit Duitsland, België, Zwitserland, Frankrijk, Polen en Luxemburg. Recentelijk zijn per 1 december 2016 ook Hongarije, Kroatië, Litouwen, Malta, Slowakije en Spanje toegevoegd. Het steven is om uiteindelijk voor alle Lidstaten de geautomatiseerde verwerking van flitsovertredingen te verwezenlijken.

De aantallen uitgestuurde boetebeschikkingen en inningspercentages over het jaar 2016 zal ik, zoals toegezegd in mijn brief van 22 augustus 2016 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 398, nr  527), begin 2017 middels een persbericht over dit onderwerp publiceren.

In het verlengde van de beantwoording van Kamervragen op 12 april 2016 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, Aanhangsel, nr. 2271) zijn op basis van schattingen, ervaringscijfers en uitgaande van gemiddelde boetebedragen naast de huidige inkomsten nog ongeveer € 10 tot 12 miljoen aan inkomsten uit de toepassing van de CBE Richtlijn op jaarbasis te verwachten.

Vraag 10. Wat wordt bedoeld met het «generale beeld» waaraan een groot deel van de schikking met Pon autohandel vrijvalt?

Mee- en tegenvallers moeten in de regel door de vakminister zelf worden opgevangen. Dit wordt specifiek genoemd. Meevallers die niet ten goede komen aan de begroting van een vakminister (of tegenvallers die niet specifiek gedekt behoeven te worden), worden generaal genoemd.

Het «generale beeld» is het totaalsaldo van mee- en tegenvallers op de gehele rijksbegroting.

Vraag 11. Betekent het niet doorvoeren van de genoemde 9 euro dat dit niet noodzakelijk was om de kosten van het Centraal Justitieel Incassobureau te dekken? Kan dit nader worden toegelicht?

Er is geen sprake van het niet doorvoeren van de 9 euro administratiekostenvergoeding. De noodzakelijke verhoging van het tarief administratiekostenvergoeding met ingang van 1 januari 2016 naar 9 euro leidde niet al onmiddellijk tot hogere ontvangsten, omdat de daadwerkelijke betaling aan het CJIB op de vanaf 1 januari 2016 verstuurde geldboetes gemiddeld na twee maanden plaatsvindt. Dit betekent dat op een groot deel van de begin 2016 betaalde geldboetes nog een tarief van 7 euro van toepassing was.

In de ontvangstenraming 2016 was wel rekening gehouden met 9 euro ontvangsten op al de in 2016 betaalde geldboetes. Het gevolg is een ontvangstentegenvaller die verwerkt is in deze tweede suppletoire begroting.

Vraag 12. Hoe wordt naar verwachting het tekort van 100 miljoen euro op Boeten en Transacties opgevangen in 2016? Kan worden aangegeven hoe deze tegenvaller effect heeft op de begroting van 2017? Welke tegenvaller moet in de begroting van 2017 nog opgevangen worden?

Er wordt – gelet op de vergevorderde begrotingsuitvoering – in 2016 geen specifieke dekking aangewezen voor de voorziene tegenvaller van € 100 mln. op B&T.

Deze tegenvaller wordt conform de in het kabinet afgesproken budgettaire regels behandeld. Dat houdt in dat bij de slotwet 2016 zal blijken hoe groot de per saldo tegenvaller op de begroting van 2016 is. Vervolgens wordt het saldo van mee- en tegenvallers gerealiseerd bij Najaarsnota (tweede suppletoire begroting) in casu de € 100 mln tegenvaller B&T, opgeteld bij het saldo bij slotwet. Het tekort is een probleem op de begroting van VenJ dat conform de reguliere begrotingssystematiek onderdeel zal zijn van de voorjaarsbesluitvorming.

Vraag 13. In welke zin en op welke termijn kan de motie-Zijlstra/Samsom (Kamerstuk 34 550, nr. 7) ertoe bijdragen dat de boetes en transacties realistischer worden geraamd, gelet op het feit dat in artikel 33 een bedrag van 100 miljoen euro is opgenomen voor tegenvaller boetes en transacties?

Er zijn de laatste jaren belangrijke stappen gezet om het zicht op de ontvangsten uit boetes en transacties te verbeteren. Het uitgangspunt is dat de raming van onderop wordt opgebouwd. Dit betekent dat aan de hand van ervaringscijfers wordt gekeken hoeveel uren de verschillende handhavingsmiddelen naar verwachting in handhaving zullen staan en hoe hoog het overtredingspercentage is, zodat de raming zoveel mogelijk op basis van evidence-based informatie wordt opgesteld. Dit geldt ook na uitvoering van de motie Zijlstra/Samsom. U wordt in een aparte brief over uitvoering van de motie Zijlstra/Samson geïnformeerd.

Vraag 14. Kan een overzicht worden gegeven van de inkomsten uit Boeten en Transacties van de afgelopen vijf jaar? Waarom dalen de inkomsten uit Boeten en Transacties ieder jaar?

Hieronder treft u het overzicht van de inkomsten uit Boeten en Transacties van de afgelopen zes jaar aan. Zoals de tabel laat zien, dalen de inkomsten uit de Boeten en Transacties niet ieder jaar. De daling in 2014 werd met name veroorzaakt door de vervanging van de analoge palen voor digitale flitspalen. Hierdoor was het aantal flitspalen dat in handhaving stond tijdelijk gereduceerd. De realisatie in 2015 werd met name beïnvloed door de cao-acties van de politie en de vervanging van de radarsets bij de politie.

2011

2012

2013

2014

2015

€ 732.241

€ 898.031

€ 982.386

€ 949.383

€ 777.262

Vraag 15. Waarom lukt het niet om de boetes en transacties meer accuraat te begroten en zijn er elk jaar weer lagere boete-inkomsten?

Er zijn de laatste jaren belangrijke stappen gezet om het zicht op de ontvangsten uit boetes en transacties te verbeteren. Het uitgangspunt is dat de raming van onderop wordt opgebouwd. Dit betekent dat aan de hand van ervaringscijfers wordt gekeken hoeveel uren de verschillende handhavingsmiddelen naar verwachting in handhaving zullen staan en hoe hoog het overtredingspercentage is, zodat de raming zoveel mogelijk op basis van evidence-based informatie wordt opgesteld. Daarbij wordt ook zoveel mogelijk rekening gehouden met o.a. uitval van systemen vanwege bijvoorbeeld molest of onderhoud aan het systeem of infrastructuur. Het is echter zeer lastig om met alle invloeden vooraf goed rekening te houden. Zo kan de verkeersdrukte sterk verschillen, kunnen handhavingsmiddelen defect gaan of kan het zijn dat er een periode niet kan worden gehandhaafd in verband met wegwerkzaamheden of evenementen. In 2015 hebben de cao-acties van de politie een negatief effect gehad op de opbrengsten, Ook technische ontwikkelingen, weersomstandigheden en beleidsmaatregelen kunnen een rol spelen (zoals de verhoging van de maximumsnelheid). Er zal dus altijd sprake zijn van een onzekerheidsmarge.

Vraag 16. Waarop is de verwachting gebaseerd dat de inkomsten uit Boeten en Transacties in 2017 zullen stijgen met ongeveer 20 miljoen euro? Hoe verhoudt zich dit tot de jarenlange tegenvallers op de inkomsten uit Boeten en Transacties?

In het voorjaar van 2016 zijn aanvullende maatregelen aangekondigd, zoals de extra inzet van de teams Verkeer, meer aandacht van de basisteams van de Nationale Politie voor verkeershandhaving en extra inzet van handhavingsmiddelen op gevaarlijke plekken, deze maatregelen hebben effect op de ontvangstenraming.

Vraag 17. In hoeverre zijn er nog effecten van de CAO-acties in 2015 merkbaar en van invloed op de inkomsten uit Boeten en Transacties in 2016? Welke inkomsten zijn hiermee misgelopen?

In de realisatiecijfers over 2016 is zichtbaar dat er ten opzichte van de raming minder boetes worden opgelegd door de teams Verkeer en de basisteams van de politie. Het achterblijven van het aantal wordt o.a. veroorzaakt door een relatief hoog vacaturepercentage bij de teams verkeer, een software-update van de mobiele radarsets, na-ijl effecten van de cao-acties en andere prioriteiten van de basisteams.

In het kader van de cao-acties hebben agenten er voor gekozen om verkeersovertreders niet te bekeuren maar bijvoorbeeld streng toe te spreken, te waarschuwen. De politie heeft aangegeven dat het effect van de cao-acties hierdoor niet meteen is verdwenen en ook in 2016 nog zichtbaar zal zijn (na-ijleffect). Verwacht mag worden dat dit effect in 2017 uitgewerkt is.

Vanwege deze verschillende factoren is het echter niet mogelijk om het effect van de cao-acties te kwantificeren.

Vraag 18. Hoe kunnen de CAO-acties uit 2015 nog van invloed zijn in 2017 en als excuus dienen voor mogelijke tegenvallende inkomsten uit Boeten en Transacties in 2017? Is het gebruikelijk dat CAO-acties door het politiepersoneel zelf tot een dergelijk langdurig tekort op de begroting blijven leiden?

Zie het antwoord op vraag 17.

Vraag 19. Acht u het gepast om tegenvallende inkomsten twee jaar na dato nog te wijten aan door het politiepersoneel uitgevoerde CAO-acties in 2015?

Zie het antwoord op vraag 17.

Vraag 20. Hebben de basisteams van de politie in het kader van de CAO-acties uit 2015 andere prioriteiten gekregen? Door wie zijn deze prioriteiten opgelegd? Worden er nog boetes opgelegd door die basisteams?

Er heeft zich in het kader van de cao-acties geen bijstelling van prioriteiten voorgedaan. Wel is er sprake geweest van acties met een daling van het aantal boetes en transacties tot gevolg. In het kader van de cao-acties hebben agenten er voor gekozen om verkeersovertreders niet te bekeuren maar bijvoorbeeld streng toe te spreken, te waarschuwen. De basisteams houden personen staande wanneer er sprake is van een overtreding. Daarbij kunnen boetes worden opgelegd. De politie heeft aangegeven dat dit de volle aandacht heeft en dat er op meerdere niveaus binnen de politie aandacht voor dit punt wordt gevraagd.

Vraag 21. Hoeveel vacatures voor de teams Verkeer van de politie staan momenteel open? Hoeveel vacatures stonden 1 januari 2016 open en hoeveel op 1 december 2016? Waarom worden de vacatures niet ingevuld?

Er is sprake van vacatures bij de teams verkeer van de politie. Gedurende de reorganisatie was het niet mogelijk deze vacatures in te vullen vanwege de daartoe gemaakte afspraken. Om die reden is het aantal vacatures in de afgelopen periode toegenomen. De formatie van de teams verkeer heeft een omvang van 913,8 fte. De bezetting op 31 december 2015 bedroeg 829,9 fte en de bezetting op 30 november 2016 783,9 fte. De onderbezetting op 30 november 2016 is dus 129,9 fte. Nu de formele plaatsing in het kader van de reorganisatie heeft plaatsgevonden is een aanvang gemaakt met het opvullen van deze onderbezetting door het openstellen van vacatures en interne verschuivingen binnen het personeelsbestand van de politie. Dit zal enige tijd in beslag nemen.

Vraag 22. Hoe lang konden de mobiele radarsets niet gebruikt worden ten koste van een software-update? Welke inkomsten uit boetes zijn hierdoor misgelopen?

De update van de mobiele radarsets heeft in totaal 7 weken geduurd. Het effect hiervan op de totale ontvangsten kan niet worden gekwantificeerd, omdat de effecten van de verschillende factoren die van invloed zijn niet separaat inzichtelijk gemaakt kunnen worden.

Vraag 23. Zijn de mobiele radarsets inmiddels weer in gebruik? Zo nee, wanneer verwacht u dat deze weer in gebruik zijn?

De mobiele radarsets zijn weer in gebruik.

Vraag 24. Hoe kan de mutatie van –2.000 voor verkeershandhaving OM worden verklaard?

Voor de inzet van het verkeersbudget ten behoeve van de verkeershandhaving (trajectcontrolesystemen en flitspalen) zijn de verwachte kosten lager dan geraamd. De kosten van de aanbestedingstrajecten van de trajectcontroles zijn lager dan begroot. Hierdoor wordt het verkeersbudget niet in de volle omvang aangewend. Voor 2016 is het hiermee de verwachting dat het verkeersbudget voor € 2 mln. niet aangewend zal worden.

Vraag 25. Waar gaat de 25 miljoen euro heen nu DJI een lager budget nodig heeft dan geraamd voor de uitvoering van het VWNW-beleid door vrijwillige uittreding?

De tweede suppletoire begroting van VenJ bevat diverse mee- en tegenvallers in de uitgaven en ontvangsten. Hierbij compenseren de meevallers zoveel als mogelijk de tegenvallers (onder meer bij de ontvangsten griffierechten). De meevaller bij DJI wordt aldus gebruikt voor het opvangen van tegenvallers elders op de begroting. Hierbij bestaat geen 1-op-1 relatie tussen specifieke meevallers en tegenvallers.

Vraag 26. Voor welke problematiek wordt de prijsbijstelling 2016 ingezet? Welke problematiek dient daarnaast nog opgelost te worden? Hoe wordt dat gedaan en welke consequenties heeft dat?

De tweede suppletoire begroting van VenJ bevat diverse mee- en tegenvallers in de uitgaven en ontvangsten. Omdat de tegenvallers (onder meer bij de ontvangsten griffierechten) de meevallers overschrijden is besloten tot het inhouden van de prijsbijstelling.

De tweede suppletoire begroting bevat daarnaast een tegenvaller bij de verkeersboetes van € 100 mln. Hiervoor is vooralsnog geen dekking op de begroting van VenJ. In de slotwet zal worden weergegeven hoe hoog de tegenvaller op dit dossier uiteindelijk uitvalt en in hoeverre deze kan worden gecompenseerd door meevallers. Bij een eventuele overschrijding van de begroting 2016 dient deze door VenJ in 2017 alsnog te worden gedekt. De consequenties hiervan zijn op dit moment nog niet te benoemen.

Vraag 27. Welke mee- en tegenvallers zijn nog meer onder de post «diversen» ondergebracht?

De post «diversen» in de verticale toelichting bij de Najaarsnota betreft een saldo van vele (enkele honderden) kleine mee- en tegenvallers en herschikkingen op de begroting, veelal in de orde van enkele tien- of honderdduizenden euro’s. In de toelichting zijn de grote mutaties die onder deze post vallen reeds toegelicht: tegenvallers bij het OM van bij elkaar opgeteld € 13,5 mln.

Vraag 28. Waardoor zijn de tekorten bij het OM ontstaan? Is de 16 miljoen euro die wordt ingezet om deze tekorten op te vangen eenmalig of structureel? Kan het antwoord worden toegelicht?

De tekorten zijn o.a. ontstaan door de vertraagde detachering van parket-secretarissen bij de politie, de bijdrage van het OM voor digitaal werken in de strafrechtsketen en taken die nog door het OM worden uitgevoerd in afwachting van overdracht aan het CJIB. De inzet van de € 16 mln in 2016 is niet structureel.

Vraag 29. Is bekend welke redenen ten grondslag liggen aan de lagere stroom van rechtszaken en dus de lagere griffieontvangsten?

Dat is niet bekend. De ontwikkeling van de instroom van het aantal zaken wordt jaarlijks nader toegelicht in het jaarverslag van de Rechtspraak. Het jaarverslag van de rechtspraak verschijnt in het voorjaar van 2017. Het is overigens de vraag of er (vergaande) conclusies kunnen worden getrokken uit de gerealiseerde instroomontwikkelingen. De zaakinstroom op het terrein van civiel recht en bestuursrecht is zeer divers van aard en daarmee kan ook het verschuldigde griffierecht sterk verschillen.

Vraag 30. Waarom wordt ervoor gekozen een boete op te leggen voor het in bezwaar gaan tegen boetes in plaats van voor het invullen van bijvoorbeeld vacatures bij de teams Verkeer van de politie, het in gebruik nemen van radarsets en het realistischer ramen van boetes en transacties? Welk effect heeft dit op het recht van mensen om in bezwaar te gaan tegen boetes opgelegd door de overheid?

Er is geen sprake van het opleggen van een boete bij het in bezwaar gaan. Om de belasting van de justitiële keten te verminderen en de vitaliteit te behouden, wordt onderzocht of een heffing moet worden ingevoerd voor bezwaar en (hoger) beroep in WAHV-zaken. Deze mogelijke heffing beoogt – gezien het grote aantal zaken waarin niet ten gunste van de justitiabele wordt besloten – dat een betere afweging wordt gemaakt om van dat recht gebruik te maken. De invoering is medio 2018 voorzien.

Vraag 31. Hoe succesvol is de cross-border richtlijn? Zal, naar verwachting, in de toekomst de richtlijn tot meer ontvangsten leiden? Zo ja hoeveel?

Voor het antwoord verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 9.

Vraag 32. Is de in de nota van wijziging vastgestelde inschatting dat de ontvangsten op boeten en transacties te laag is, structureel? Komt dit door het tegenvallende aantal boetes en het aantal vacatures bij de teams Verkeer van de politie?

In artikel 33 is een verwachte tegenvaller op de B&T verwerkt die uitsluitend betrekking heeft op 2016. De achterliggende oorzaak van dit tekort kan aan verschillende factoren worden toegeschreven. Een oorzaak is het lager aantal geconstateerde overtredingen door de politie. Voor de teams Verkeer geldt dat er een relatief hoog percentage vacatures is, die door de reorganisatie tijdelijk niet konden worden ingevuld. Daarnaast heeft er in het voorjaar een software-update van de mobiele radarsets plaatsgevonden, waardoor deze een periode niet konden worden gebruikt. Tevens werken de na-effecten van de CAO-acties nog enige tijd door en hebben de basisteams van de politie andere prioriteiten gekregen. Bovendien is er sprake van een daling van het gemiddelde tarief bij met name de snelheidsboetes.

Vraag 33. Welke EU-landen zullen naar verwachting binnen nu en een half jaar de cross-border richtlijn ondertekenen? Wat is de planning voor alle andere landen?

De meeste EU-lidstaten hebben al hun kentekenregister opengesteld zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld en geven daarmee uitvoering aan de Richtlijn voor Cross Border Enforcement (CBE). Denemarken, Finland, Ierland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk moeten de uitwisseling van kentekenregistergegevens nog realiseren. Voor Denemarken en het Verenigd Koninkrijk geldt daarbij dat zij pas de formele verplichting tot openstelling hebben per 1 mei 2017. Een concrete datum van aansluiting op de kentekenregisteruitwisseling voor deze landen is op dit moment nog niet bekend.

Vraag 34. Is de nabetaling COA-afrekening 2015 na de inzet van de asielreserve bij deze najaarsnota compleet afgehandeld?

Ja, met deze nabetaling is 2015 met COA afgehandeld.

Vraag 35. Waarom is er minder geld ingezet voor vertrek terwijl er nog wel vertrekplichtige vreemdelingen in Nederland zijn?

De vermindering van 3,85 mln. euro is ingezet ten behoeve van de regeling «Return- and Emigration of Aliens from the Netherlands (1,2 mln. euro) en ten behoeve van Vluchtelingenwerk Nederland (2,65 mln. euro). De verhoging van het budget voor Vluchtelingenwerk Nederland is bedoeld ten behoeve van versterking van hun werkzaamheden in het kader van terugkeer.

Vraag 36. Welke subsidies van 301.000 euro onder «overig toegang, toelating en opvang vreemdelingen» zijn geschrapt en waarom? Kunt u dit uitsplitsen per organisatie en de reden waarom zij minder of geen subsidie meer krijgen?

Deze subsidie is niet geschrapt. Het betreft een overboeking naar een ander beleidsartikel (Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving) waaruit namens VenJ de subsidie wordt verstrekt aan Stichting Comensha en de bijdrage verstrekt voor het nationaal verwijzingsmechanisme mensenhandel

Vraag 37. Hoe wordt de asielreserve weer aangevuld?

De uitname (EUR 173,5 mln) uit de asielreserve in 2016 wordt in de jaren 2017 en 2018 weer aangevuld met de meevallers, respectievelijk EUR 90,5 mln en EUR 83 mln, die in die jaren ontstaan door de lagere instroom in 2016. Aanvullen van de asielreserve is noodzakelijk omdat het saldo in de asielreserve voor NJN al bestemd was voor inzet in de jaren 2017 en 2018.

Vraag 38. Kunt u toelichten waarom er, ondanks een lagere asielinstroom, toch een overschrijding van 100 miljoen euro plaatsvindt? Hoe verhoudt deze overschrijding zich tot de andere begrotingen? Is in deze overschrijding ook de overboeking van ODA-budget terug naar BuHa-OS opgenomen?

In het saldo van mee- en tegenvallers in ontvangsten en uitgaven op de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn alle mutaties bij Najaarsnota, inclusief de overboeking van ODA-budget terug naar BHOS, meegenomen. Er is geen relatie tussen de overschrijding van 100 mln. euro op de totale VenJ begroting en de asielinstroom. De overschrijding van 100 mln. euro wordt veroorzaakt door een tegenvaller in de Boetenontvangsten.

Vraag 39. Met welke bedragen en welke bestemmingen wordt de asielreserve aangevuld?

Wat is de reden dat de asielreserve aangevuld gaat worden nu er een lagere asielinstroom is? Wordt weer een toename van het aantal asielzoekers verwacht? Zo ja, op grond waarvan?

De uitname (EUR 173,5 mln) uit de asielreserve in 2016 wordt in de jaren 2017 en 2018 weer aangevuld met de meevallers, respectievelijk EUR 90,5 mln en EUR 83 mln, die in die jaren ontstaan door de lagere instroom in 2016. Aanvullen van de asielreserve is noodzakelijk omdat het saldo in de asielreserve voor NJN al bestemd was voor inzet in de jaren 2017 en 2018. Voor 2017 houden we rekening met een toename van het aantal asielzoekers ten opzichte van 2016. Deze toename wordt veroorzaakt door de verwachte instroom van nareizigers.

Vraag 40. Kunt u toelichten wat het mislukken van een bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten inzake de bed, bad en brood-regeling als consequentie heeft voor de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie? Gaan de 19,3 miljoen euro weer terug naar 92 «Nominaal en onvoorzien», waarmee het dus vrij te besteden is?

Zoals gemeld in mijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 21 november, stop ik met de financiële tegemoetkoming aan gemeenten. Immers, een akkoord over lokale vreemdelingenvoorzieningen ligt niet binnen bereik en er bestaat geen juridische verplichting voor een tegemoetkoming. De gemeenten met een lokale bed, bad broodvoorziening krijgen nog eenmaal een tegemoetkoming in hun onkosten voor de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2016. De middelen zullen hiertoe vanaf de begroting van Veiligheid en Justitie worden overgeheveld naar het Gemeentefonds.

Vraag 41. Welke afspraken liggen ten grondslag aan de overheveling van de meevaller als gevolg van een lagere asielinstroom naar ODA?

Met betrekking tot ODA is de afspraak dat de eerstejaars asielopvang wordt toegerekend aan ODA. De ODA-toerekening wordt twee keer per jaar geactualiseerd. Bij VJN en NJN, in beide gevallen op basis van de meest recente raming van de asielinstroom. Voor 2016 geldt dat de verlaging van de asielinstroom 2016 leidt tot een lagere ODA-toerekening. Deze is bij NJN verwerkt voor zowel de begroting van VenJ als voor de begroting van BHOS.

Vraag 42. Welke problemen bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie nopen tot een investering van 9,3 miljoen euro in een I-Plan VenJ?

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de afgelopen jaren ingezet op verbetering, vernieuwing en versterking van de informatievoorziening (IV) en de ICT-functie. Het I-Plan heeft hier met betrekking tot de gemeenschappelijke informatievoorziening invulling aan gegeven. Deze gemeenschappelijkheid is voor de ambities die er zijn op IV gebied binnen VenJ, alsmede ook in het kader van Digitaal 2017, randvoorwaardelijk. Een ander belangrijk punt waar het I-Plan invulling aan heeft gegeven zijn de aanbevelingen van de cie Elias.

Vraag 43. Op welke privacy- en beveiligingsaspecten en verbeteringen ziet het Veiligheid en Justitie brede informatieplan?

De informatie waarmee de VenJ-er werkt, moet rechtmatig en veilig zijn verkregen en op

passende wijze worden beschermd tegen ongewenste inzage en oneigenlijk gebruik. Het huidige VenJ brede I-Plan 2014–2017 heeft een aantal verbeteringen gerealiseerd op het gebied van privacy- en beveiligingsaspecten. Door het organiseren van een gemeenschappelijke aanpak worden VenJ-onderdelen geholpen bij deze complexe materie. Informatiebeveiliging, Cyber Security en Privacy is één van de 20 thema’s die door het I-Plan VenJ wordt gerealiseerd.

Met betrekking tot het thema Informatiebeveiliging, Cyber Security en Privacy is o.a. het volgende opgeleverd:

  • De rol van een Chief Information Security Officer (CISO) is geïntroduceerd binnen VenJ en al haar onderdelen inclusief een VenJ breed overleg (CISO-board). De CISO board heeft tot doel om de CIO-Raad VenJ op het gebied van Informatie Beveiliging (IB) (on)gevraagd te adviseren en om kennis te produceren en onderling te delen;

  • Er is een opleidings- en certificeringstraject opgezet en afgerond voor de CISO’s;

  • Invulling VenJ Risicokaart met de kritieke informatiesystemen is volledig en actueel voor de IB gegevens. Daarbij wordt voldaan aan onder meer de Baseline Informatiebeveiliging Rijk (BIR);

  • Het Security Operation Center (SOC) VenJ is ingericht met als doel het gezamenlijk signaleren van en reageren op dreigingen op VenJ-breed niveau. De Security Information en Event Manager (SIEM) helpt hierbij en is afgelopen maand in gebruik genomen;

  • Besturingsmodel om de afhandeling van beveiligingsincidenten te verbeteren is gereed wordt op dit moment geïmplementeerd in het kader van SOC/SIEM;

  • Er is een opleidingstraject opgezet voor (nieuwe) medewerkers van het SOC/SIEM;

  • Er zijn awareness trainingen en initiatieven geweest op IB gebeid;

  • Een circulaire en handreiking mbt wet meldplicht datalekken is opgesteld in aanloop tot de implementatie AVG;

  • Onderzoek naar de AVG implementatie bij 7 onderdelen is gereed;