Kamerstuk 34552-15

Nadere toelichting bij de tweede nota's van wijziging op de wetsvoorstellen Belastingplan 2017, Overige fiscale maatregelen 2017 en de Fiscale vereenvoudigingswet 2017

Dossier: Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)

Gepubliceerd: 25 oktober 2016
Indiener(s): Eric Wiebes (staatssecretaris financiƫn) (VVD)
Onderwerpen: belasting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34552-15.html
ID: 34552-15

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2016

Hierbij bied ik u drie nota’s van wijziging aan. Het betreft de tweede nota van wijziging op de wetsvoorstellen Belastingplan 2017 (Kamerstuk 34 552, nr. 16), Overige fiscale maatregelen 2017 (Kamerstuk 34 553, nr. 8) en de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 (Kamerstuk 34 554, nr. 8).

Belastingplan 2017

Belastingstelsel Caribisch Nederland

Met de nota van wijziging op het Belastingplan 2017 worden drie wijzigingen in het fiscale stelsel van de BES-eilanden voorgesteld die per 1 januari 2017 in werking treden. Het gaat om het met één jaar verlengen – tot 1 januari 2018 – van de lagere tarieven van de algemene bestedingsbelasting (ABB) op Sint Eustatius en Saba. In (budgettaire) samenhang daarmee worden twee aanpassingen in het formele belastingrecht op de BES-eilanden voorgesteld. Het betreft de mogelijkheid voor de inspecteur om een vergrijpboete op te leggen nadat in een eerder stadium al een verzuimboete is opgelegd. Voorts wordt voorgesteld de bestuurdersaansprakelijkheid te verruimen van alleen de loonbelasting naar alle belastingen, premies en accijnzen. Tevens wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om de bestuurdersaansprakelijkheid in lijn te brengen met het Nederlandse regime, bijvoorbeeld door de aansprakelijkheid te beperken tot bestuurders aan wie te verwijten is dat de belastingschuld onbetaald is gebleven.

Wijzigingen vbi-maatregel en APV-maatregel

Er zijn een tweetal voorstellen opgenomen die betrekking hebben op de vbi- en APV-maatregelen. Abusievelijk is de in het Belastingplan 2017 opgenomen fictieve vervreemding met betrekking tot de vbi niet aan de Invorderingswet toegevoegd als een van de redenen die leidt tot de beëindiging van het uitstel van betaling van een conserverende belastingaanslag. Dit wordt hersteld in de tweede nota van wijziging. Daarnaast is een voorstel opgenomen dat voorkomt dat over de aanmerkelijkbelangclaim op aandelen in een vbi die door de voorgestelde APV-maatregel toegerekend worden aan de inbrenger als gevolg van het gelijktijdig in werking treden van de vbi-maatregel direct moet worden afgerekend.

Innovatiebox

Deze tweede nota van wijziging bevat een aantal technische aanpassingen voor de innovatiebox waardoor de bedoelde uitwerking van de innovatiebox zoals opgenomen in het wetsvoorstel wordt verstevigd. Met de eerste aanpassing worden een exclusieve licentie op een aanvullend beschermingscertificaat en een exclusieve licentie op de aanvraag van een octrooi of kwekersrecht gelijkgesteld met een aanvullend beschermingscertificaat respectievelijk de aanvraag van een octrooi of kwekersrecht. De tweede aanpassing betreft een verduidelijking voor de situatie dat een belastingplichtige een immaterieel activum heeft doorontwikkeld. De beide andere aanpassingen zien op het terugnemen van het innovatieboxvoordeel wanneer de aanvraag voor een octrooi of kwekersrecht ter zake van een immaterieel activum wordt afgewezen. In de eerste plaats wordt geregeld dat de kwalificerende voordelen uit hoofde van een immaterieel activum dat samenhangt met de aanvraag voor een octrooi of kwekersrecht en op die grond als kwalificerend immaterieel activum wordt aangemerkt voor de toepassing van de innovatiebox worden teruggenomen wanneer vaststaat dat de betreffende aanvraag niet wordt toegewezen. In de tweede plaats wordt geregeld dat het innovatieboxvoordeel slechts wordt teruggenomen voor zover in de aan de afwijzing of intrekking van de aanvraag voorafgaande jaren het immateriële activum ook niet op andere wettelijke gronden als kwalificerend immaterieel activum wordt aangemerkt.

Overige fiscale maatregelen 2017

Deze tweede nota van wijziging bevat een correctie plaats ten aanzien van de in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017 opgenomen aanpassing van de wijnaccijnstarieven. De wijnaccijnstarieven zijn aangepast teneinde de budgettaire neutraliteit van de eerder besloten vereenvoudiging van de wijnaccijnstarieven te realiseren. Abusievelijk is echter geen rekening gehouden met het amendement van het lid Schouten c.s. van 20 juni 2012 dat met ingang van 1 januari 2017 is afgelopen.1 Hierdoor valt een bedrag van € 11,4 miljoen per jaar vrij, dat via deze nota van wijziging wordt aangewend om de in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017 voorgestelde accijnstarieven op niet-mousserende wijn en tussenproducten te corrigeren.

Fiscale vereenvoudigingswet 2017

De tweede nota van wijziging op de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 voorziet in een aanpassing van het overgangsrecht met betrekking tot de nieuwe regeling voor de teruggaaf van btw voor oninbare vorderingen. Die aanpassing is beperkt en richt zich alleen op vorderingen die opeisbaar zijn geworden in het kalenderjaar 2015. Zonder deze aanpassing zou in bepaalde gevallen onbedoeld een heffingslek kunnen ontstaan.

Aankondiging derde nota van wijziging Belastingplan 2017

Verder wijs ik u erop dat ik een nota van wijziging voorbereid, waarin – kort gezegd – wordt voorgesteld de behandeling van IB-ondernemers en resultaatgenieters met een onzelfstandige werkruimte in een huurwoning in lijn te brengen met de huidige praktijk ten aanzien van IB-ondernemers en resultaatgenieters met een onzelfstandige werkruimte in een koopwoning. Hierdoor worden zij binnen de winst- en resultaatsfeer materieel hetzelfde behandeld. De opbrengst van die maatregel wordt aangewend voor een verruiming van de aftrekmogelijkheid van bepaalde gemengde kosten voor IB-ondernemers en resultaatgenieters. Voor een nadere toelichting op deze nota van wijziging verwijs ik u naar mijn antwoorden op de vragen van de heer Bashir over de uitspraak van de Hoge Raad dat zzp’ers hun huur kunnen aftrekken. Deze antwoorden heb ik vandaag eveneens aan uw Kamer toegezonden.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes