Kamerstuk 34550-VII-9

Verlenging diverse subsidieregelingen Minister van BZK per 1 januari 2017

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2017

Gepubliceerd: 25 oktober 2016
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-VII-9.html
ID: 34550-VII-9

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Ontvangen ter Griffie op 27 oktober 2016.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 26 november 2016.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 27 november 2016.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2016

Met deze brief leg ik met toepassing van artikel 24a, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 het ontwerp van een wijziging van een aantal subsidieregelingen aan uw Kamer voor1. Het betreft de Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013, de Subsidieregeling Stichting VSO 2013, de Subsidieregeling SVO 2015, de Subsidieregeling ProDemos, de BZK Subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei en de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013. Deze regelingen vervallen met ingang van 1 januari 2017. Voorgesteld wordt deze regelingen te verlengen. Hieronder wordt per regeling dit voorstel gemotiveerd.

Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013

De Subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal 2013 is in 2016 geëvalueerd. Uit de onderzoeksbevindingen blijkt dat het Kenniscentrum Europa decentraal (hierna KED) de BZK-subsidie gebruikt voor de doelen die in de subsidieregeling worden genoemd. De realisatie vindt tevens doelmatig plaats.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt aan het KED een subsidie voor het (kosteloos) geven van voorlichting en advies aan gemeenten, provincies, waterschappen, en decentrale samenwerkingsverbanden over de toepassing van Europees recht en beleid. Naast het vergroten van kennis en expertise over het Europees recht en beleid voert het KED ook activiteiten uit die zijn gericht op de juiste toepassing van de wetgeving bij de decentrale overheden en op het bevorderen van het «Europabewustzijn».

Betrokkenen bij de koepelorganisaties (VNG, IPO en UvW, die overigens ook het KED financieel ondersteunen) waarmee is gesproken, bevestigen de doeltreffende en doelmatige werkwijze van het KED. Tevens blijkt dat bij de koepelorganisaties en hun achterban een groot draagvlak is voor voorzetting van de activiteiten van het KED. Zij wijzen er op dat de activiteiten van het KED onverminderd relevant zullen blijven in de toekomst.

Op basis van de evaluatie is besloten de subsidieregeling voor de subsidiëring van het KED voort te zetten voor een periode van vijf jaar. Hiertoe strekt bijgaande ontwerpregeling.

Subsidieregeling Stichting VSO 2013 en Subsidieregeling SVO 2015

In de Stichting Verbond Sectorwerkgevers (VSO) en de Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO) zijn de overheidswerkgevers en de vakorganisaties van overheidswerknemers verenigd. Met de Subsidieregeling Stichting VSO 2013 en de Subsidieregeling SVO 2015 wordt aan beide stichtingen subsidie verleend ten behoeve van het in stand houden van een adequaat overlegstelsel inzake arbeidsmarktbeleid. Deze subsidieregelingen worden thans geëvalueerd. In afwachting van de resultaten van deze evaluaties worden deze subsidieregelingen met een jaar verlengd tot 1 januari 2018. Hiertoe strekt bijgaande ontwerpregeling2. De uitkomsten van de evaluaties zullen worden meegenomen in de besluiten over de verlenging van de regeling voor subsidie aan VSO en SVO na het jaar 2018. Hierover wordt u nader geïnformeerd. De activiteiten die worden gesubsidieerd en de criteria waaronder die subsidiëring plaatsvindt, blijven ongewijzigd.

Subsidieregeling ProDemos

De subsidieregeling ProDemos uit 2013 is in 2016 geëvalueerd. Uit die evaluatie is onder meer gebleken dat de gebruikers en afnemers over het algemeen positief oordelen over de activiteiten die de Stichting ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat (ProDemos) met de subsidie uitvoert. Met name wordt positief geoordeeld over de breedte en de kwaliteit van het aanbod van de verschillende activiteiten en producten die de stichting biedt. Daarnaast wordt positief geoordeeld over de authenticiteit (het echte beleven van politiek) van het aanbod.

Op basis van de evaluatie is besloten de subsidiëring van de Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat (ProDemos) voor een periode van vijf jaar te verlengen. Hiertoe strekt bijgaande ontwerpregeling3. De activiteiten die worden gesubsidieerd en de criteria waaronder die subsidiëring plaatsvindt, blijven ongewijzigd.

De wijziging van de bepaling over de egalisatiereserve kent de volgende achtergrond. Vanaf 2020 zal het Binnenhofcomplex enige jaren worden gesloten voor een grootscheepse renovatie. Deze renovatie heeft grote gevolgen voor de bedrijfsvoering van ProDemos. Daarom is het van belang dat ProDemos de komende jaren een iets hogere egalisatiereserve kan aanhouden, om eventuele hogere lasten of lagere inkomsten in de periode tijdens de renovatie op te kunnen vangen.

BZK Subsidieregeling Nationaal Comité 4 en 5 mei

De Subsidieregeling Stichting Nationaal Comité 4 en 5 mei uit 2013 vervalt met ingang van 1 januari 2017; deze subsidieregeling is in 2016 geëvalueerd. Uit die evaluatie is onder meer gebleken dat de gebruikers en afnemers over het algemeen positief oordelen over de activiteiten die de Stichting Nationaal Comité 4 en 5 mei met de subsidie uitvoert. Met name wordt positief geoordeeld over het grote aantal activiteiten van de stichting, de laagdrempeligheid van die activiteiten, de samenwerking met diverse andere organisaties en de betrokkenheid van burgers bij de ontwikkeling daarvan.

Op basis van de evaluatie is besloten de subsidiëring van Stichting Nationaal Comité 4 en 5 mei voor een periode van vijf jaar te verlengen. Hiertoe strekt bijgaande ontwerpregeling4. De activiteiten die worden gesubsidieerd en de criteria waaronder die subsidiëring plaatsvindt, blijven ongewijzigd.

Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt aan de Oorlogsgravenstichting een subsidie met het oog op de vijf doelen die in de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 worden genoemd. Het gaat hierbij om het aanleggen en in stand houden van de in de subsidieregeling bedoelde graven en erevelden, bezoeken van nabestaanden aan graven en erevelden die zich buiten Nederland bevinden, het verstrekken van informatie en geven van voorlichting, het doen van necrologisch onderzoek en het verzorgen van bloemleggingen op Nederlandse oorlogsgraven en bij de door de stichting in stand gehouden gedenkstenen van Nederlandse oorlogsslachtoffers. In 2016 is de subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 geëvalueerd. Uit het evaluatierapport kwam naar voren dat de Oorlogsgravenstichting de huidige subsidietaken doelmatig uitvoert. In het rapport werd echter ook geconstateerd dat er een scherpere afbakening dient te komen van wat onder gesubsidieerde taken valt en wat niet. Ook is in zijn algemeenheid geconstateerd dat tijden veranderen en daarom mogelijk andere eisen gesteld worden aan de Oorlogsgravenstichting. Deze constateringen vormen aanleiding om te bezien of de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 al dan niet aangepast dient te worden. Aangezien het hierbij gaat om de kerntaken en de toekomstige richting van de Oorlogsgravenstichting, is het verstandig hiervoor voldoende tijd te nemen. Daarom wordt ingezet op een zorgvuldig vervolgtraject met alle betrokkenen, met dien verstande dat het maatschappelijk belang van de Oorlogsgravenstichting niet ter discussie staat. Om deze reden is besloten de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting 2013 nu voor één jaar te verlengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk