Gepubliceerd: 20 september 2016
Indiener(s): Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-IV-2.html
ID: 34550-IV-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETVOORSTEL

3

       

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

4

       

1.

Leeswijzer

4

       

2.

De beleidsagenda Koninkrijksrelaties

6

 

Overzichtstabel belangrijkste beleidsmatige mutaties

8

 

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

9

 

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

9

 

Overzicht van risicoregelingen

10

       

3.

De beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

13

 

Artikel 1 Waarborgfunctie

13

 

Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners (vervallen)

17

 

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

18

 

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

22

       

4.

De niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

24

 

Artikel 3 Nominaal en onvoorzien (vervallen)

24

 

Artikel 6 Apparaat

25

 

Artikel 7 Nominaal en onvoorzien

26

       

5.

De beleidsagenda BES-fonds

27

       

6.

Het beleidsartikel BES-fonds

28

 

Artikel 1 BES-fonds

28

       

7.

Bijlagen

31

 

7.1.

Verdiepingshoofdstuk Koninkrijksrelaties

31

 

7.2.

Verdiepingshoofdstuk BES-fonds

36

 

7.3.

Moties en toezeggingen

37

 

7.4.

Subsidies

51

 

7.5.

Overzicht evaluatie- en overig onderzoek

52

 

7.6.

Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland

54

 

7.7.

Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

57

 

7.8.

Overzicht eilandelijke inkomsten

58

 

7.9.

Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

59

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

In afwijking van het derde lid is besloten de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat van het BES-fonds in één wet te laten vaststellen, op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, S.A. Blok

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Algemeen

Inleiding

Voor u ligt de begroting 2017 voor Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2016 is hieronder de belangrijkste wijziging opgenomen.

• Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Op verzoek van de Tweede Kamer wordt met ingang van de begroting 2017 inzicht gegeven in de niet-juridische verplichtingen. Het overzicht en de toelichting hierop is te vinden in de tabel «Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven» in de beleidsagenda.

Beleidsagenda’s

De beleidsagenda’s geven een kernachtig overzicht van de hoofdlijnen van het beleid.

De beleidsagenda voor Koninkrijksrelaties (IV) wordt afgesloten met vier overzichten:

• Overzichtstabel belangrijkste mutaties

In de beleidsagenda is een overzichtstabel opgenomen met de belangrijkste beleidsmatige mutaties.

• Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

In dit overzicht worden de niet-juridische verplichtingen opgenomen. Zie ook de toelichting hierboven bij de groeiparagraaf.

• Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

In de tabel van de meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen is per artikel voor de periode 2015–2021 opgenomen wanneer een beleidsdoorlichting is gerealiseerd of gepland. De aanvullende informatie wordt opgenomen in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek».

• Overzicht van risicoregelingen

In de beleidsagenda is een tabel «verstrekte garanties en verstrekte leningen» opgenomen.

De beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting Koninkrijksrelaties is opgebouwd uit drie beleidsartikelen: artikel 1 Waarborgfunctie, artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur en artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen.

De begroting van het BES-fonds kent één beleidsartikel: artikel 1 BES-fonds.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A Algemene doelstelling

  • B Rol en verantwoordelijkheid

  • C Beleidswijzigingen

  • D1 Budgettaire gevolgen van beleid

  • D2 Budgetflexibiliteit

  • E Toelichting op de instrumenten

Budgetflexibiliteit

De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is 1 januari 2017.

De niet-beleidsartikelen

De begroting Koninkrijksrelaties heeft twee niet-beleidsartikelen: artikel 6 Apparaat en artikel 7 Nominaal en onvoorzien.

Bijlagen

De bijlagen 7.1 en 7.2 bevatten de verdiepingshoofdstukken voor Koninkrijksrelaties en BES-fonds. De bijlage 7.3 is een overzicht van de moties en toezeggingen voor beide hoofdstukken.

Vervolgens volgen voor Koninkrijksrelaties een overzicht subsidies (bijlage 7.4) en een overzicht evaluatie- en overig onderzoek (bijlage 7.5).

Met betrekking tot het BES-fonds volgen het overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland (bijlage 7.6), het overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland (bijlage 7.7), het overzicht eilandelijke inkomsten (bijlage 7.8) en het overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland (bijlage 7.9).

2. DE BELEIDSAGENDA KONINKRIJKSRELATIES

Algemeen

Het Koninkrijk is per 10 oktober 2010 staatkundig opnieuw ingericht: vier autonome landen die een aantal taken gemeenschappelijk uitvoeren. Het Koninkrijk vervult een waarborgfunctie (artikel 43 van het Statuut): als de landen (Curaçao, Sint Maarten en Aruba) niet zelfstandig kunnen voldoen aan de verantwoordelijkheid voor rechtszekerheid, deugdelijk bestuur en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van hun inwoners, komt de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk in beeld. Het Statuut geeft het Koninkrijk de instrumenten om aan die verantwoordelijkheid invulling te geven.

Kinderrechten

In 2017 wordt wederom ingezet op duurzame verbetering van de situatie van kinderen in Caribisch Nederland. In nauw overleg met UNICEF en de eilanden wordt uitvoering gegeven aan het actieplan Kinderrechten. Op basis van de prioritering in het actieplan wordt onder andere ingezet op de opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en professionalisering van betrokken organisaties.

Geschillenregeling

Artikel 12a van het Statuut van het Koninkrijk schrijft voor dat er een Geschillenregeling moet komen. Tijdens de Koninkrijksconferentie van 16 juni 2015 is afgesproken dat nader bestuurlijk overleg wordt gevoerd gericht op de totstandkoming van een rijkswet. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een voorstel tot een Rijkswet Koninkrijksgeschillen in openbare internetconsultatie gegeven.

Wisselkoers

In de begroting worden de uitgaven geraamd in euro’s, maar daadwerkelijke uitgaven vinden ten dele plaats in dollars. De huidige ontwikkeling van de euro/dollar-wisselkoers leidt derhalve tot druk op de budgetten.

Landen (Aruba, Sint Maarten, Curaçao)

Regionale samenwerking

Er bestaan vele raakvlakken tussen de zes eilanden en Nederland en zeker ook tussen de eilanden onderling. Hierdoor bestaat er een groeiende belangstelling vanuit de eilanden om vanuit een ander perspectief te kijken naar mogelijkheden van nauwere samenwerking – in allerlei vormen – binnen het Koninkrijk, mede vanuit de wens van efficiënte deling van kennis en expertise.

Financieel toezicht

Het is van belang dat alle eilanden van het Koninkrijk streven naar financiële soliditeit en duurzaam houdbare overheidsfinanciën. Het College financieel toezicht (Cft) vervult daarbij een toezichthoudende rol, voortvloeiend uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) vervult deze rol ten aanzien van Aruba. Indien de financiële situatie daartoe aanleiding geeft zal de Koninkrijksregering op basis van de adviezen van de colleges financieel toezicht de landen aanspreken om maatregelen te nemen.

De financiële situatie op Aruba en Sint Maarten blijft kwetsbaar en zal ook in 2017 en latere jaren inzet van de regeringen van beide landen vergen om de financiën duurzaam op orde te krijgen en te houden. Zorgelijk is vooral de financiële situatie op Sint Eustatius. Sinds 2015 is een toezichtregime ingesteld en heeft de Rijksvertegenwoordiger in samenwerking met het eiland, het Cft en de verantwoordelijk accountant een plan van aanpak opgesteld ter verbetering van het bestuurlijk en financieel functioneren van het eilandgebied. In 2016 is voorafgaand toezicht op de uitgaven van het eiland ingesteld om te bewaken dat beschikbare budgetten niet zouden worden overschreden. Hoewel in 2016 de basis is gelegd, zal de Rijksvertegenwoordiger in 2017, in samenwerking met het eiland, het plan van aanpak verder uitvoeren. Extra aandacht zal daarbij uitgaan naar het verbeteren van de kwaliteit en de inrichting van het ambtelijk apparaat (door o.a. gerichte opleidingen).

Rechtshandhaving

De rechtshandhaving in de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt in 2017 verder versterkt. In 2016 is een begin gemaakt met een extra inzet op de aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit, met name op Sint Maarten. Waar het zwaartepunt in 2016 lag bij de opbouw, ligt in 2017 de nadruk op het bereiken van zichtbare resultaten. Een sterkere rechtshandhaving is mogelijk door een tijdelijke uitbreiding van het Recherche Samenwerkingsteam (RST), het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in het bijzonder gericht op bestrijding van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, high impact crimes en mensenhandel en -smokkel.

Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius, Saba)

Caribisch Nederland (CN) Follow up kabinetsreactie Spies

De kabinetsreactie op het rapport over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Caribisch Nederland, «Vijf jaar verbonden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Europees Nederland», is op 12 mei 2016 gepubliceerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 300 IV, nr. 59). De in de kabinetsreactie opgenomen maatregelen zijn aanvullend op de meerjarenprogramma’s van de openbare lichamen.

Sociaaleconomische ontwikkeling

Voor de sociaaleconomische ontwikkeling (verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie) van Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen op basis van het «tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten» BES middelen van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Overzichtstabel belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)

Opbouw uitgaven (x € 1.000)
 

art. nr.

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

257.466

292.623

268.404

124.099

123.198

 

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

5.029

5.526

6.768

1.121

1.108

1.108

               

Nieuwe mutaties:

 

11.500

– 6.287

– 3.148

– 1.248

– 1.248

121.950

waarvan:

             

a. integrale aanpak SZW

4.2

2.256

         

b. overheveling apparaat KR naar HVII (BZK)

6.1

– 3.937

– 3.259

– 2.920

– 2.920

– 2.920

– 2.920

c. wisselkoersproblematiek

7.3

12.000

         

Overige mutaties

 

1.181

– 3.028

– 228

1.672

1.672

124.870

Stand ontwerpbegroting 2017

 

273.995

291.862

272.024

123.972

123.058

123.058

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
 

art. nr.

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

36.475

36.475

36.475

36.475

36.475

 

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

6.300

         
               

Nieuwe mutaties:

 

0

0

0

0

0

36.475

               

Overige mutaties

 

0

0

0

0

0

36.475

Stand ontwerpbegroting 2017

 

42.775

36.475

36.475

36.475

36.475

36.475

Toelichting

a. Integrale aanpak SZW

Dit betreft een bijdrage vanuit Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ten behoeve van financiering van integrale projecten van Caribisch Nederland.

b. Overheveling apparaat KR

Een klein gedeelte van de medewerkers van BZK (de directie Koninkrijksrelaties) valt onder een ander begrotingshoofdstuk (H IV: Koninkrijksrelaties in plaats van H VII: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Dit beperkt de gewenste flexibiliteit voor de inzet van medewerkers binnen BZK. Daarom is deze post overgeboekt naar H VII.

c. Wisselkoersproblematiek

Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is in 2016 incidenteel € 12 mln. gereserveerd. Deze reservering zal door BZK verder worden aangevuld vanuit de middelen die staan op artikel 7.3 Onvoorzien. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering. De systematiek van deze reservering wordt aan de hand van voorgenoemde principes nader uitgewerkt.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemming (bijdragen x € 1.000)

Art.nr

Naam artikel (€ tot. Uitg. art.)

Juridisch verplichte

uitgaven

Niet-juridisch verplichte

uitgaven

Bestemming van de niet-juridisch

verplichte uitgaven

4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

(14.676)

7.658 (52%)

7.018 (48%)

• onderzoek/kennisoverdracht

(5.513)

       

• opdrachten (1.505)

Totaal aan niet verplichte uitgaven

 

7.018

 

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen
   

(realisatie)

(planning)

         

Artikel

Naam artikel

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

 

Geheel artikel-onderdeel?

1

Waarborgfunctie

   

     

 

Ja

4

Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

                 

4.1

Aruba, Curaçao en Sint Maarten

 

     

   

Nee1

4.2

Caribisch Nederland

 

     

   

Nee2

5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

 

     

   

Ja

X Noot
1

De onder artikelonderdeel 4.1 geraamde pensioentoelagen (€ 5,0 mln.) worden niet in de beleidsdoorlichting meegenomen.

X Noot
2

De evaluatiecommissie Caribisch Nederland onder voorzitterschap van mevrouw Spies heeft in 2015 haar rapport uitgebracht en de kabinetsreactie is in mei 2016 aan de Tweede Kamer gestuurd. Caribisch Nederland loopt daarom niet mee in deze beleidsdoorlichting.

Voor een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de meest recente jaarverslagen en/of de site van het Ministerie van Financiën: http://www.rijksbegroting.nl/beleidsevalutaties.

Voor de meerjaren planning van de beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de bijlage bij deze begroting: «Evaluatie- en overig onderzoek». Voor de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en overige evaluaties zijn hyperlinks opgenomen die meteen verwijzen naar de betreffende documenten.

Overzicht van risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Overzicht van verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties

Geraamd te verlenen

Geraamd te vervallen

Uitstaande garanties

Geraamd te verlenen

Geraamd te vervallen

Uitstaande garanties

Garantie-

plafond

Totaal

plafond

   

2015

2016

2016

2016

2017

2017

2017

2017

 

5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/

leningen (vanaf 2016)

Leningen aan het land Aruba

3.378

0

1.454

1.924

0

1.047

877

0

877

Voorschotten 9e Europees

Ontwikkelings Fonds (EOF)

4.226

0

0

4.226

0

4.226

0

0

0

 

Totaal

7.604

0

1.454

6.150

0

5.273

877

0

877

Leningen aan het land Aruba: Deze post heeft betrekking op een door Nederland verstrekte garantstelling van leningen aan het land Aruba vallende onder Staatsgarantie. De leningen zijn gedurende de periode 1990 – 1997 uitgegeven door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Vanwege de toenmalige financiële situatie van Aruba is door Nederland een garantstelling gegeven. Het garantieplafond is gekoppeld aan de hoogte van de uitstaande lening en wordt per aflossing van Aruba verlaagd met datzelfde bedrag. Het betreft hier een leningenportefeuille met diverse looptijden. De langst lopende lening eindigt in 2020. Aruba heeft tot op heden nog geen aflossing gemist. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

9e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF): De garantstellingen zijn op verzoek van de Europese Commissie in het kader van het Europees Ontwikkelings Fonds (EOF) verstrekt door Nederland. De Europese Commissie verlangt van de lidstaten, bij projecten niet vallend binnen de Europese grenzen, een garantstelling voor individuele Landen en gebieden overzee (LGO’s). De uitvoering van de projecten vindt plaats op Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland. De garantstelling voor het 9e EOF (2008 – 2013) loopt door totdat deze subsidies geheel afgewikkeld zijn. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Voor de jaren t/m 2017 zijn er geen uitgaven en ontvangsten op garanties geraamd, omdat er geen indicaties zijn dat Aruba niet aan haar betalings-verplichtingen kan voldoen en de EC op dit moment geen beroep op de garantstelling heeft gedaan.

Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Overzicht van verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd lening

5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

Begrotingssteun Aruba

5.445

25 jaar

 

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA)

1.340

 

Maatregel Tussenbalans

7.704

30 jaar

 

Water- en Energiebedrijf Aruba

5.993

30 jaar

 

Leningen lopende inschrijving Curaçao

933.541

30 jaar

 

Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

205.540

30 jaar

Begrotingssteun Aruba

In 1985 tot 1988 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,4 mln. met een jaarlijkse rente van 2,5%. Vanaf eind 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,8 mln. Eind 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.

Lening OBNA

Dit betreft een lening aan de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) ten behoeve van aanvullende liquiditeitssteun.

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 1996 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). Inmiddels is er op deze lening een bedrag van € 4,0 mln. afgelost. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Leningen lopende inschrijving Curaçao

Op 15 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat vijf leningen verstrekt aan het land Curaçao. De looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar. Daarna zijn de volgende leningen verstrekt:

Bedragen in ANG (x € 1.000)

Start

Eind

60.000

16-09-2013

16-09-2043

250.000

01-06-2014

01-09-2044

267.000

20-01-2015

20-01-2045

35.000

30-12-2015

30-12-2045

Het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Op 21 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat een vijftal leningen verstrekt aan het land Sint Maarten. De looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar. Op 12 oktober 2012 heeft de Nederlandse Staat een volgende lening verstrekt. De looptijd van deze lening is 5 jaar. Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat drie leningen aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 150 mln. Aan Sint Maarten is op 21 november 2014 eveneens een lening verstrekt van ANG 30,2 mln. De looptijd van deze leningen is 30 jaar.

Het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

3. DE BELEIDSARTIKELEN KONINKRIJKSRELATIES

Artikel 1. Waarborgfunctie

A Algemene doelstelling

Het waarborgen van de rechtszekerheid, deugdelijkheid van bestuur en de mensenrechten in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B Rol en verantwoordelijkheid

Elk land in het Koninkrijk heeft de zorg voor de verwezenlijking van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. Het waarborgen hiervan is een aangelegenheid van het Koninkrijk. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van de verantwoordelijkheid voor het Statuut, aanspreekbaar op de waarborgtaak van het Koninkrijk. Vanuit deze verantwoordelijkheid worden de ontwikkelingen met betrekking tot het functioneren van het openbaar bestuur en de verwezenlijking van de mensenrechten en de rechtszekerheid in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten gevolgd. Het feit dat het Koninkrijk de bevoegdheid heeft in het kader van de waarborgfunctie op te treden, sterkt de instituties van de landen in hun taak om de beginselen van de democratische rechtsstaat te realiseren. De Rijksministerraad kan maatregelen nemen, als er sprake is van ernstige inbreuk op fundamentele rechten en vrijheden in een land of in een situatie waarin rechtszekerheid of deugdelijk bestuur niet langer gewaarborgd zijn en de interne controlemechanismen feitelijk disfunctioneren. Van geval tot geval zal dan moeten worden bezien of ingrijpen in de zin van artikel 43, 50 of 51 van het Statuut, noodzakelijk is en welke maatregel dan het meest passend is.

C Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen voor dit artikel.

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Waarborgfunctie

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

26.754

72.652

70.858

66.552

61.552

61.552

61.552

                 
 

Uitgaven:

65.475

72.652

70.858

66.552

61.552

61.552

61.552

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

100%

       
                 

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

65.475

72.652

70.858

66.552

61.552

61.552

61.552

 

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

0

0

21.868

18.968

15.968

15.968

15.968

 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

0

0

21.868

18.968

15.968

15.968

15.968

 

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

65.475

72.652

48.990

47.584

45.584

45.584

45.584

 

Duradero

939

769

0

0

0

0

0

 

Grensbewaking (Defensie)

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

6.100

 

Kustwacht (Defensie)

38.504

37.802

39.558

38.102

35.402

35.402

35.402

 

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

15.595

24.668

0

0

0

0

0

 

Rechterlijke macht (VenJ)

4.337

3.313

3.332

3.382

4.082

4.082

4.082

                 
 

Ontvangsten:

5.192

5.357

4.857

4.857

4.857

4.857

4.857

D2 Budgetflexibiliteit

Bijdrage aan ZBO’s / RWT’s

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

De uitgaven zijn vastgelegd in de beheersovereenkomst tussen het Recherche Samenwerking Team en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

De uitgaven zijn vastgelegd in de Rijkswet Kustwacht en de Beheersovereenkomst tussen de Kustwacht en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de beheersovereenkomst Koninklijke Marechaussee en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in de uitzendregeling voor rechters en ambtenaren.

E Toelichting op de instrumenten

In artikel 1 staan de rechtszekerheid, deugdelijkheid van bestuur en de mensenrechten in de landen van het Koninkrijk centraal. Zowel rechtszekerheid als de waarborging van mensenrechten is afhankelijk van een goed functionerende rechtshandhavingketen. Om concreet invulling te geven aan deze algemeen geformuleerde doelstelling, worden de beschikbare middelen ingezet ten behoeve van instituties die essentieel zijn voor de rechtshandhaving.

Het betreft bijdragen aan:

  • grensbewaking door de Koninklijke Marechaussee (KMar);

  • de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kustwacht);

  • het Recherche Samenwerkingsteam (inclusief additionele inzet Sint Maarten);

  • het Gemeenschappelijk Hof en het Openbaar Ministerie (Rechterlijke Macht);

1.1 Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

Bijdragen aan ZBO/RWT

Recherchecapaciteit (Nationale Politie)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet politie en het Protocol Recherche Samenwerkingsteam heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) als taak de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken op dit gebied. Het RST heeft vestigingen op Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten, waar men werkt onder gezag van de lokale Openbaar Ministeries.

Vanaf 2017 wordt de bijdrage aan de Nationale Politie voor recherchecapaciteit onder dit instrument toegelicht.

Prioriteiten voor 2017 blijven vooralsnog de aanpak van witwassen, mensenhandel, wapensmokkel, internationale drugshandel en bendevorming. Deze prioriteiten worden vastgesteld in het Justitieel Vierpartijen Overleg van december 2016. Gemiddeld zijn er bij het RST ongeveer 70 uit Nederland uitgezonden medewerkers werkzaam, die uitgezonden worden voor een periode van drie tot vijf jaar. Dit aantal wordt aangevuld met 36 medewerkers uit de lokale korpsen en 15 overige lokaal geworven medewerkers. De betrokken Ministers van (Veiligheid en) Justitie van de landen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stellen gezamenlijk de jaarstukken van het RST vast in het Justitieel Vierpartijen Overleg.

Recherchecapaciteit Sint Maarten

De aanpak van de integriteitproblematiek op Sint Maarten is onlosmakelijk verbonden met de benodigde versterking van de rechtshandhavingketen. Daarom zijn er ook afspraken gemaakt over de bijstand voor en versterking van de rechtshandhaving op Sint Maarten, in het bijzonder gericht op bestrijding van grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit, high impact crimes en mensenhandel en -smokkel. De versterking van de rechtshandhavingketen vindt primair plaats bij het Recherche Samenwerkingsteam, het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

Nederland stelt sinds 2005 structureel personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar) beschikbaar ten behoeve van ondersteuning in de rechtshandhaving op Curaçao en Sint Maarten en incidenteel in Caribisch Nederland. Sinds 2008 levert een flexibele pool van 43 fte een bijdrage aan de bestrijding van de geweldscriminaliteit, het grens- en vreemdelingentoezicht, de bestrijding van mensensmokkel en -handel en de bestrijding van drugssmokkel via de luchthavens. Vanaf 1 juli 2015 is ook Aruba aangesloten bij de flexibele pool. De medewerkers van de KMar functioneren daarbij onder aansturing van de lokale diensthoofden en vallen onder het lokale gezag (Ministers van Justitie).

Kustwacht (Defensie)

De Kustwacht is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast. Dit jaarplan wordt voorbereid door de Kustwachtcommissie, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt.

Door de landen in het Koninkrijk is overeenstemming bereikt over het type vaartuig dat als vervanging zal dienen voor de Super Rigid Hull inflatable Boats (Super-RHiBS). De twaalf nieuwe Metal Shark Defiants 38 worden vanaf begin 2017 in gebruik genomen.

Rechterlijke macht (VenJ)

Om een goed niveau van rechtshandhaving en rechtspleging in de drie landen en Caribisch Nederland te garanderen, is volledige bezetting van het Gemeenschappelijk Hof en het Openbaar Ministerie van groot belang. Omdat bij de landen de personele capaciteit ontbreekt, draagt Nederland hieraan bij. Nederland stelt daarom op verzoek van de landen rechters en Officieren van Justitie ter beschikking. Deze treden in lokale dienst, waarbij een buitenlandtoelage wordt vergoed ten laste van deze begroting.

Ontvangsten

De exploitatie van de Kustwacht, exclusief de inzet van Defensiemiddelen en de luchtverkenningcapaciteit, wordt voor 69% gefinancierd vanuit de begroting Koninkrijksrelaties. Aruba, Curaçao en Sint Maarten dragen respectievelijk 11%, 16% en 4% bij. De ontvangsten betreffen de bijdragen van de landen aan de Kustwacht over het voorafgaande jaar.

Artikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners (VERVALLEN)

Dit artikel is niet meer van toepassing. Bij de wijziging van de begrotingsstructuur in 2016 is dit artikel vervangen door artikel 4 (Bevorderen sociaaleconomische structuur), artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) en artikel 6 (Apparaat).

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

179.435

0

0

0

0

0

0

                 
 

Uitgaven:

344.415

0

0

0

0

0

0

                 

2.1

Apparaat

12.879

0

0

0

0

0

0

 

Personele uitgaven

9.914

0

0

0

0

0

0

 

Eigen personeel

9.422

0

0

0

0

0

0

 

Externe inhuur

129

0

0

0

0

0

0

 

Overig personeel

363

0

0

0

0

0

0

 

Materiële uitgaven

2.965

0

0

0

0

0

0

 

Overig materieel

2.965

0

0

0

0

0

0

                 

2.2

Duurzame economische ontwikkeling

14.841

0

0

0

0

0

0

 

Subsidies

986

0

0

0

0

0

0

 

IUCN

938

0

0

0

0

0

0

 

Subsidies Caribisch Nederland

48

0

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdracht

3.123

0

0

0

0

0

0

 

Pensioenen

3.123

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan medeoverheden

2.850

0

0

0

0

0

0

 

Sociaaleconomische initiatieven BES

2.850

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

7.882

0

0

0

0

0

0

 

Samenwerkingsprogramma`s

7.882

0

0

0

0

0

0

 

waarvan: Caribisch Nederland

4.008

0

0

0

0

0

0

                 

2.4

Schuldsanering

316.695

0

0

0

0

0

0

 

Leningen

316.695

0

0

0

0

0

0

 

Lopende inschrijving

316.695

0

0

0

0

0

0

                 
 

Ontvangsten:

50.589

0

0

0

0

0

0

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

A Algemene doelstelling

Het op verzoek ondersteunen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het verbeteren van de sociale en economische ontwikkeling en de overheidsfinanciën. Het versterken van de bestuurlijke en financiële samenhang en centrale coördinatie vanuit Den Haag voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het stellen van randvoorwaarden die de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van middelen van de Rijksbegroting garanderen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn volledig zelf verantwoordelijk voor de beleidvorming en -uitvoering in de landen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan op basis van (individuele) verzoeken beleidsmatige assistentie bieden om de landen te ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van kennis en expertise.

De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maken elk deel uit van het staatsbestel van Nederland. In het Statuut is bepaald dat voor deze eilanden regels kunnen worden gesteld en andere specifieke maatregelen kunnen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de Rijkscoördinatie van beleid met betrekking tot Caribisch Nederland. Dit krijgt vorm door het opstellen en monitoren van het meerjarenprogramma, het beheer van het BES-fonds, afstemming van rijksbeleid door middel van de zogenoemde Caribisch Nederland tafel, het beheer van de Rijksdienst Caribisch Nederland en het inzetten van de Rijksvertegenwoordiger in de nieuwe rol.

C Beleidswijzigingen

Kabinetsreactie Spies

De in de kabinetsreactie opgenomen maatregelen zijn aanvullend op de meerjarenprogramma’s en zullen een plaats daarin krijgen om de integraliteit te bevorderen (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 400 IV, nr. 59). De inspanning dient erop gericht te zijn de komende jaren de additionele maatregelen naast de meerjarenprogramma’s tot uitvoering te brengen. De rijksoverheid en de openbare lichamen staan hiervoor gezamenlijk aan de lat.

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

0

19.127

14.676

13.342

14.602

14.602

14.602

                 
 

Uitgaven:

0

19.127

14.676

13.342

14.602

14.602

14.602

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

52%

       
                 

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

0

6.266

6.777

6.696

6.809

6.809

6.809

 

Opdrachten

0

1.157

1.668

1.587

1.700

1.700

1.700

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

1.157

1.668

1.587

1.700

1.700

1.700

 

Inkomensoverdracht

0

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

 

Toeslagen op pensioenen NA

0

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

5.009

 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

0

100

100

100

100

100

100

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

100

100

100

100

100

100

                 

4.2

Caribisch Nederland

0

12.861

7.899

6.646

7.793

7.793

7.793

 

Subsidies

0

60

60

0

0

0

0

 

Subsidies Caribisch Nederland

0

60

60

0

0

0

0

 

Opdrachten

0

4.099

4.741

4.166

5.313

5.313

5.313

 

Kinderrechten

0

1.000

1.000

0

0

0

0

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

3.099

2.236

1.666

796

796

796

 

Opdrachten Caribisch Nederland

0

0

1.505

2.500

4.517

4.517

4.517

 

Inkomensoverdracht

0

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

 

Pensioenen en uitkeringen Politieke ambtsdragers

0

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

7.602

1.998

1.380

1.380

1.380

1.380

 

Bijzondere uitkering sociaaleconomische initiatieven

0

6.702

1.498

1.380

1.380

1.380

1.380

 

Onderzoek, Kennisoverdracht en Comm.

0

900

500

0

0

0

0

                 
 

Ontvangsten:

0

9.013

3.213

3.213

3.213

3.213

3.213

D2 Budgetflexibiliteit

4.1. Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Inkomensoverdracht

De uitgaven voor inkomensoverdracht liggen vast in de Vaste verrekenkoersregeling pensioenen (1990).

4.2. Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidieregeling ten behoeve van Project uitzending managers (PUM) Netherlands.

Opdrachten

Betreft de uitgaven voor kinderrechten naar aanleiding van de motie van Van Laar en Segers.

Inkomensoverdracht

Uitgaven ten behoeve van de Regeling Pensioen ambtsdragers Caribisch Nederland.

Bijdragen aan medeoverheden

De bijzondere uitkering sociaaleconomische initiatieven is vastgelegd in de meerjarenprogramma’s van Caribisch Nederland.

E Toelichting op de instrumenten

4.1. Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Opdrachten

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Op verzoek van Aruba, Curaçao en Sint Maarten kan Nederland projecten ondersteunen die bijdragen aan het verbeteren van de sociale en economische ontwikkeling en de overheidsfinanciën. Onder dit instrument worden de projecten verantwoord die in opdracht van Nederland worden uitgevoerd.

Ook terugkerende reguliere projecten, zoals de Koninkrijksspelen en de Koninkrijksconferentie die in Nederland wordt georganiseerd, vallen onder dit instrument.

Inkomensoverdracht

Toeslagen op pensioenen NA

Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden worden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (NAf) en Arubaanse florin (Afl) enerzijds en de euro anderzijds gecompenseerd uit begrotingshoofdstuk IV.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Op verzoek van Aruba, Curaçao en Sint Maarten kan Nederland projecten ondersteunen die bijdragen aan het verbeteren van de sociale en economische ontwikkeling en de overheidsfinanciën. Onder dit instrument worden de projecten verantwoord die door de landen zelf worden uitgevoerd.

4.2. Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidies Caribisch Nederland

Project uitzending managers (PUM) Netherlands senior experts is een non-profit organisatie die bedrijven uit ontwikkelingslanden en opkomende markten adviseert die geen commerciële consultancy kunnen betalen. De subsidie draagt bij aan ondernemerschap, zelfredzaamheid en duurzame ontwikkeling van midden- en klein bedrijf. Het programma voor Caribisch Nederland is op 1 september 2014 van start gegaan en loopt door tot 31 december 2017.

Opdrachten

Kinderrechten

In 2017 wordt voor kinderrechten ingezet op duurzame verbetering van de situatie van kinderen in Caribisch Nederland. In nauw overleg met UNICEF en de eilanden wordt uitvoering gegeven aan het actieplan Kinderrechten. Op basis van de prioritering in het actieplan wordt onder andere ingezet op de zinvolle vrijetijdsbesteding, opvoedingsondersteuning en professionalisering van betrokken organisaties (amendement van de leden Van Laar en Segers dat beoogde voor de periode van 2015–2017 € 3 mln. vrij te maken voor de verbetering van de positie van kinderen in Caribisch Nederland).

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Het programma Bestuurlijke ontwikkeling richt zich de komende jaren op het verhogen van de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur op de zes eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het programma kent een viertal pijlers/ prioriteiten. Ten eerste vraagt de Caribische bestuurlijke context en het insulaire karakter van de zes eilanden steeds om het verder vergroten van de bestuurskracht. In het verlengde hiervan is het van belang om blijvend te investeren in menselijk kapitaal, bijvoorbeeld door het toerusten van de ambtelijke apparaten. Ten derde wordt er gewerkt aan het integraal werken vanuit de departementen in de richting van de eilanden. Met name ten aan zien van Caribisch Nederland zal dit tot verbeteringen moeten leiden in de uitvoering van beleid. Ten slotte is het van belang onderzoek en kennisoverdracht te bevorderen teneinde de beleidsvorming en de praktijk te voeden met nieuwe inzichten.

Opdrachten Caribisch Nederland

BZK verstrekt opdrachten aan bedrijven en organisaties ten aanzien van het goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën van Caribisch Nederland.

Bijdragen aan medeoverheden

Bijzondere uitkering sociaaleconomische initiatieven

Dit budget is beschikbaar voor uitkeringen aan de openbare lichamen ten behoeve van sociaaleconomische initiatieven.

Onderzoek, Kennisoverdracht en Communicatie

Dit budget is beschikbaar voor incidentele knelpunten.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op rentebetalingen over leningen die aan Aruba verstrekt zijn.

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

A Algemene doelstelling

Houdbare overheidsfinanciën door uitvoering van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). De staatsschuld van de landen van het Koninkrijk wordt beheerst. Afspraken omtrent schuldsanering naar aanleiding van de nieuwe staatkundige structuur worden uitgevoerd. Nieuwe schulden zijn mogelijk indien aan de voorwaarden van de Rft wordt voldaan. De Staat der Nederlanden heeft een verplicht lopende inschrijving indien naar het oordeel van het College financieel toezicht (Cft) aan de eisen van de Rft is voldaan.

B Rol en verantwoordelijkheid

Het financieel toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het ordelijk en tijdig verlenen van de opdracht tot inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten aan het Agentschap van het Ministerie van Financiën, wanneer is voldaan aan de voorwaarden uit de Rijkswet financieel toezicht. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het monitoren van tijdige rentebetalingen en aflossingen op verleende leningen door de betreffende landen, en eventuele escalatie daarop.

C Beleidswijzigingen

Niet van toepassing.

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

0

0

0

0

0

0

0

                 
 

Uitgaven:

0

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

100%

       
                 

5.1

Schuldsanering landen Curacao en Sint Maarten

0

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

 

Leningen

0

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

 

Schuldsanering

0

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

                 
 

Ontvangsten:

0

28.405

28.405

28.405

28.405

28.405

28.405

D2 Budgetflexibiliteit

Leningen

De in de tabel genoemde bedragen zijn langlopende verplichtingen voor aflossingen en rentebedragen van de landen Curaçao en Sint Maarten. De budgetten zijn voor 100% juridisch verplicht.

E Toelichting op de instrumenten

5.1 Schuldsanering landen Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren. Het gaat daarbij om de schuldomvang op 31 december 2005, bestaande uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd. Ook de herfinanciering van deze leningen en de financiering van de rentelasten op deze leningen vallen onder de regeling van de schuldsanering.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande schulden van Curaçao en Sint Maarten.

4. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN KONINKRIJKSRELATIES

Artikel 3 Nominaal en onvoorzien (VERVALLEN)

Dit artikel is niet meer van toepassing. Bij de wijziging van de begrotingsstructuur in 2016 is dit artikel vervangen door artikel 7 (Nominaal en onvoorzien).

Artikel 6 Apparaat

Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van de onder deze begroting vallende onderdelen gepresenteerd.

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 6 Apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

0

16.321

18.071

17.492

17.101

16.201

16.201

                 
 

Uitgaven:

0

16.321

18.071

17.492

17.101

16.201

16.201

                 

6.1

Apparaat

0

16.321

18.071

17.492

17.101

16.201

16.201

 

Personele uitgaven

0

10.339

11.924

11.109

10.984

10.084

10.084

 

Eigen personeel

0

10.135

11.721

10.906

10.812

9.912

9.912

 

Externe inhuur

0

204

203

203

172

172

172

 

Materiële uitgaven

0

5.982

6.147

6.383

6.117

6.117

6.117

 

Overig materieel

0

5.982

6.147

6.383

6.117

6.117

6.117

E Toelichting op de instrumenten

6.1. Apparaat

Personele uitgaven

Eigen personeel

De uitgaven aan het eigen personeel van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn opgenomen, inclusief de uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Externe inhuur

De uitgaven aan externe inhuur van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn opgenomen.

Overig personeel

De uitgaven aan overig personeel van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn opgenomen.

Materiële uitgaven

Overig materiaal

De materiële uitgaven van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn opgenomen, inclusief de materiële uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Artikel 7 Nominaal en onvoorzien

D1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 7 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

0

15.966

1.276

2.207

2.200

2.187

2.187

                 
 

Uitgaven:

0

15.966

1.276

2.207

2.200

2.187

2.187

                 

7.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

                 

7.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

                 

7.3

Onvoorzien

0

15.966

1.276

2.207

2.200

2.187

2.187

E. Toelichting op de instrumenten

Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen.

5. DE BELEIDSAGENDA BES-FONDS

Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen om hun toebedeelde en deels wettelijke taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, eigen inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Jaarlijks vindt in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Caribisch Nederland besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de wet Financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.

Een totaaloverzicht van bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen (bijzondere uitkeringen) wordt jaarlijks op de derde woensdag van mei aan de Tweede Kamer verstrekt. De verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 7.9 van deze begroting. Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland is op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) opgenomen als bijlage 7.6 bij deze begroting. Om de inzichtelijkheid van deze bijlage te vergroten is ook een overzicht van de rijksinkomsten op Caribisch Nederland opgenomen.

6. HET BELEIDSARTIKEL BES-FONDS

Artikel 1 BES-fonds

A Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering; dat wil zeggen dat de openbare lichamen zelf mogen bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen.

Omdat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook een coördinerende taak vervult als schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende vakdepartementen wordt twee maal per jaar per eiland een bestuurlijk overleg georganiseerd. Deze bijeenkomsten bieden de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de vakdepartementen in Den Haag waarmee een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau wordt bewerkstelligd.

De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om corrigerend op te treden op het gebied van financiën en financieel beheer. De openbare lichamen mogen in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

C Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 BES-Fonds

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Art.nr.

Verplichtingen:

46.939

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

                 
 

Uitgaven:

46.586

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

 

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

100%

       
                 

1.1

BES-fonds

46.586

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

 

Opdrachten

98

100

100

100

100

100

100

 

Onderzoek

98

100

100

100

100

100

100

 

Bijdragen aan medeoverheden

46.488

33.309

32.550

32.641

32.656

32.656

32.747

 

Overige uitkering

0

60

0

0

0

0

0

 

Vrije uitkering

46.488

33.249

32.550

32.641

32.656

32.656

32.747

                 
 

Ontvangsten:

46.586

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

D2 Budgetflexibiliteit

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor toebedeelde en wettelijke taken.

E Toelichting op de instrumenten

1.1 BES-fonds

Opdrachten

Onderzoek

Dit betreft middelen voor onderzoek naar de vrije uitkering.

Bijdrage aan medeoverheden

Overige uitkering

Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet FinBES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Een bijzondere uitkering wordt uitgekeerd aan de eilandgebieden met als hoofddoel het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van maatschappelijke participatie.

Vrije uitkering

De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering wordt dit jaar een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden in de onderwijshuisvesting, en de in 2015 verstrekte lening van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor de weginfrastructuur op Saba.

Tot slot worden gedurende de periode 2014–2018 bedragen teruggevorderd die verband houden met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (voorschotten werkkapitaal). Ook deze kosten worden ingehouden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

7. BIJLAGEN

7.1 Verdiepingshoofdstuk Koninkrijksrelaties

In de onderstaande tabellen is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2021 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.

Artikel 1 Waarborgfunctie
Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

70.252

70.208

61.552

61.552

61.552

0

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

70.252

70.208

61.552

61.552

61.552

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

1.500

4.500

5.700

0

0

0

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

1.500

4.500

5.700

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

900

– 3.850

– 700

0

0

61.552

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

900

– 3.850

– 700

0

0

61.552

 

waarvan:

           
 

a. Rechtshandhaving Sint Maarten

 

– 3.850

– 700

     

Stand ontwerpbegroting 2017

72.652

70.858

66.552

61.552

61.552

61.552

1.1

Rechtshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

72.652

70.858

66.552

61.552

61.552

61.552

Ontvangsten (x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2016

4.857

4.857

4.857

4.857

4.857

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

500

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

4.857

Stand ontwerpbegroting 2017

5.357

4.857

4.857

4.857

4.857

4.857

Toelichting

a. Rechtshandhaving Sint Maarten

Dit betreft de technische verwerking van de bij Voorjaarnota aangekondigde extra inzet op de rechtshandhaving in Sint Maarten. Dit wordt gedekt uit het budget voor de integriteitskamer, die later van start gaat en door herprioritering binnen bestaande middelen voor samenwerkingsprogramma's en de waarborgfunctie.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

14.559

14.424

13.306

13.306

13.306

0

4.1

Curacao, Sint Maarten en Aruba

9.460

9.473

9.473

9.473

9.473

0

4.2

Caribisch Nederland

5.099

4.951

3.833

3.833

3.833

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

2.407

– 194

– 60

0

0

0

4.1

Curacao, Sint Maarten en Aruba

– 93

– 194

– 60

0

0

0

4.2

Caribisch Nederland

2.500

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

2.161

446

96

1.296

1.296

14.602

4.1

Curacao, Sint Maarten en Aruba

– 3.101

– 2.502

– 2.717

– 2.664

– 2.664

6.809

 

waarvan:

           
 

a. technische mutaties

– 3.101

– 1.652

– 1.517

– 2.664

– 2.664

– 2.664

 

b. rechtshandhaving Sint Maarten

 

– 850

– 1.200

     

4.2

Caribisch Nederland

5.262

2.948

2.813

3.960

3.960

7.793

 

waarvan:

           
 

c. technische mutaties

3.100

1.652

1.517

2.664

2.664

2.664

 

d. integrale aanpak SZW

2.256

         

Stand ontwerpbegroting 2017

19.127

14.676

13.342

14.602

14.602

14.602

4.1

Curacao, Sint Maarten en Aruba

6.266

6.777

6.696

6.809

6.809

6.809

4.2

Caribisch Nederland

12.861

7.899

6.646

7.793

7.793

7.793

Ontvangsten (x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2016

3.213

3.213

3.213

3.213

3.213

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

5.800

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

3.213

Stand ontwerpbegroting 2017

9.013

3.213

3.213

3.213

3.213

3.213

Toelichting

a en c. Technische mutaties

Betreft technische reallocaties waarmee een juiste scheiding wordt aangebracht tussen budgetten voor de landen en Caribisch Nederland.

b. Rechtshandhaving Sint Maarten

Dit betreft de technische verwerking van de bij Voorjaarnota aangekondigde extra inzet op de rechtshandhaving in Sint Maarten. Dit wordt gedekt uit het budget voor de integriteitskamer, die later van start gaat en door herprioritering binnen bestaande middelen voor samenwerkingsprogramma's en de waarborgfunctie.

d. Integrale aanpak SZW

Dit betreft een bijdrage vanuit Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten behoeve van financiering van integrale projecten van Caribisch Nederland.

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

0

5.1

Schuldsanering landen Curacao en Sint Maarten

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

0

5.2

Leningen en/of garanties landen Curacao, Sint Maarten en Aruba

0

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

28.516

5.1

Schuldsanering landen Curacao en Sint Maarten

0

0

0

0

0

28.516

5.2

Leningen en/of garanties landen Curacao, Sint Maarten en Aruba

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2017

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

5.1

Schuldsanering landen Curacao en Sint Maarten

149.929

186.981

172.431

28.517

28.516

28.516

5.2

Leningen en/of garanties landen Curacao, Sint Maarten en Aruba

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten (x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2016

28.405

28.405

28.405

28.405

28.405

0

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

0

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

28.405

Stand ontwerpbegroting 2017

28.405

28.405

28.405

28.405

28.405

28.405

Artikel 6 Apparaat
Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

21.466

20.938

20.020

19.629

18.729

0

6.1

Apparaat

21.466

20.938

20.020

19.629

18.729

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

– 1.584

16

16

16

16

16

6.1

Apparaat

– 1.584

16

16

16

16

16

 

Nieuwe mutaties

– 3.561

– 2.883

– 2.544

– 2.544

– 2.544

16.185

6.1

Apparaat

– 3.561

– 2.883

– 2.544

– 2.544

– 2.544

16.185

 

waarvan:

           
 

a. overheveling apparaat KR

– 3.937

– 3.259

– 2.920

– 2.920

– 2.920

– 2.920

 

b. Uitkeringen NA en BES

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

Stand ontwerpbegroting 2017

16.321

18.071

17.492

17.101

16.201

16.201

6.1

Apparaat

16.321

18.071

17.492

17.101

16.201

16.201

Ontvangsten (x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2016

0

0

0

0

0

0

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

0

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

0

Toelichting

a. Overheveling apparaat KR

Een klein gedeelte van de medewerkers van BZK (de directie Koninkrijksrelaties) valt onder een ander begrotingshoofdstuk (H IV: Koninkrijksrelaties in plaats van H VII: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Dit beperkt de gewenste flexibiliteit voor de inzet van medewerkers binnen BZK. Daarom is deze post overgeboekt naar H VII.

b. Uitkeringen NA en BES

De uitgaven voor de uitkeringen voor (voormalige) politieke gezagsdragers in Caribisch Nederland worden verantwoord op begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.

Artikel 7 Nominaal en onvoorzien
Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.260

72

1.095

1.095

1.095

0

7.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

7.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

7.3

Onvoorzien

1.260

72

1.095

1.095

1.095

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

2.706

1.204

1.112

1.105

1.092

1.092

7.1

Loonbijstelling

1.013

947

910

905

894

894

7.2

Prijsbijstelling

515

509

454

453

451

451

7.3

Onvoorzien

1.178

– 252

– 252

– 253

– 253

– 253

 

Nieuwe mutaties

12.000

0

0

0

0

1.095

7.1

Loonbijstelling

– 1.013

– 947

– 910

– 905

– 894

– 894

7.2

Prijsbijstelling

– 515

– 509

– 454

– 453

– 451

– 451

7.3

Onvoorzien

13.528

1.456

1.364

1.358

1.345

2.440

 

Waarvan:

           
 

a. Wisselkoersproblematiek

12.000

         

Stand ontwerpbegroting 2017

15.966

1.276

2.207

2.200

2.187

2.187

7.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

7.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

7.3

Onvoorzien

15.966

1.276

2.207

2.200

2.187

2.187

Toelichting

a. Wisselkoersproblematiek

Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is in 2016 incidenteel € 12 mln. gereserveerd. Deze reservering zal door BZK verder worden aangevuld vanuit de middelen die staan op artikel 7.3 Onvoorzien. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering. De systematiek van deze reservering wordt aan de hand van voorgenoemde principes nader uitgewerkt.

7.2 Verdiepingshoofdstuk BES-fonds

In de onderstaande tabel is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2021 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.

Artikel 1 BES-Fonds

Uitgaven (x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

0

1.1

BES-fonds

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

0

0

0

0

0

0

1.1

BES-fonds

0

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

32.847

1.1

BES-fonds

0

0

0

0

0

32.847

Stand ontwerpbegroting 2017

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

1.1

BES-fonds

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

Ontvangsten (x € 1.000)

Stand ontwerpbegroting 2016

 

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

0

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

 

0

0

0

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

 

0

0

0

0

0

32.847

Stand ontwerpbegroting 2017

 

33.409

32.650

32.741

32.756

32.756

32.847

7.3 Moties en toezeggingen

A.1 In behandeling zijnde moties

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Van Meenen en Pechtold; Verzoekt de regering om, in overleg met Bonaire, Sint-Eustatius en Saba met de ACM te bekijken of het mogelijk is om een op de lokale omstandigheden toegespitste mededingingsautoriteit op de eilanden in te richten.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd.

De motie van de leden Van Laar en Van Raak; Verzoekt de regering om te inventariseren of binnen de rijksgelden voor Caribisch Nederland voldoende middelen vrij te maken zijn om de kinderbijslag in Caribisch Nederland vanaf 2017 te verhogen naar 150 dollar per kind per maand, en de Kamer hierover uiterlijk bij de begroting 2017 te informeren.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd.

De motie van het lid Ester c.s.; Verzoekt de regering om de impact van deze maatregelen op de naleving van de kinderrechten te monitoren, de Kamer daarover te rapporteren en op basis van de bereikte resultaten aan te geven of een aangescherpt actieprogramma geboden is ter verbetering van de kinderrechten.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd.

De motie van het lid Ganzevoort c.s.; Verzoekt de regering ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een sociaal minimum vast te stellen op basis van Rijksbedragen voor het noodzakelijke levensonderhoud.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd.

De motie van het lid Van Bijsterveld c.s.; Verzoekt •de regering bij de eerstvolgende wijziging van de WolBES voor te stellen daarin de naamgeving van het ambt van de Rijksvertegenwoordiger te vervangen door Commissaris Caribisch Nederland;•de taakomschrijving van het ambt in de WolBES zodanig te verhelderen dat de tweezijdigheid van de functie daaruit ook expliciet blijkt; •te voorzien in een adequate toerusting van dit ambt.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer wordt voor het einde van het jaar geïnformeerd.

De motie van het lid Van Laar c.s.; Verzoekt de regering zo snel mogelijk met de regering van Curaçao in overleg te treden en haar dringend te verzoeken alle in redelijkheid te nemen maatregelen te treffen om de uitstoot van schadelijke stoffen binnen drie maanden maximaal te verminderen en de Kamer te informeren over de resultaten van dit overleg.

Kamerdebat 10-02-2016

Isla raffinaderij (AO d.d. 28/1).

Sinds het AO en de moties van januari/februari van dit jaar is er intensief en constructief overleg met de regering van Curaçao waarbij van de zijde van Curaçao op een tweetal terreinen expliciet om assistentie is verzocht: raffinagedeskundigheid en modernisering wet en regelgeving. Voor beide onderwerpen loopt de aanbesteding. Voor de raffinagedeskundigheid worden thans (medio juli 2016) offertes beoordeeld, voor de modernisering van de wet en regelgeving loopt de uitvraag.

De motie van het lid Van Tongeren; Verzoekt de regering in goed overleg met Curaçao actief bij te dragen aan de handhaving van de voor de Isla-raffinaderij geldende milieunormen en de Dienst Centraal Milieubeheer te vragen hiervoor de noodzakelijke handhavingstrainingen te verzorgen.

Kamerdebat 10-02-2016

Isla raffinaderij (AO d.d. 28/1).

Eerst na afronding van de werkzaamheden van de raffinagedeskundige en de modernisering van de wet- en regelgeving kan worden bezien welke additionele ondersteuning van Curaçao op het terrein van handhaving gewenst is. Een verzoek voor verdere assistentie wordt afgewacht.

De motie van het lid Van Tongeren; Verzoekt de regering in goed overleg de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten te ondersteunen in het uitvoeren van de in het klimaatverdrag van Parijs overeengekomen afspraken.

Kamerdebat 10-02-2016

Isla raffinaderij (AO d.d. 28/1).

Ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en St. Maarten op het terrein van het Klimaatverdrag zal waar dienstig aan de orde komen tijdens de reguliere werkbezoeken aan genoemde landen.

A.2. Uitgevoerde moties

Omschrijving motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid ten Broeke c.s.; Verzoekt de regering er in rijksverband bij de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op aan te dringen het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht te legaliseren en tevens de positie van lhbt’ers in algemene zin te verbeteren.

Initiatiefnota van het lid Sjoerdsma: Wereldwijd jezelf kunnen zijn.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 mei 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 102 nr. 12).

De motie van het lid Van Laar; Verzoekt de regering op korte termijn te verkennen of de gelijkstelling van het bevallings- en vaderschapsverlof uiterlijk per 1 januari 2017 geregeld kan worden, zodat dit zowel in Europees als in Caribisch Nederland zestien weken is; verzoekt de regering tevens hierover voorafgaande aan de begrotingsbehandeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief naar de Kamer te sturen.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de motie is op 29 oktober 2015 overgedragen aan SZW.

De motie van de leden Hachchi en Van Raak; Verzoekt de regering proactief samen met Curaçao scenario's te ontwikkelen op basis waarvan binnen afzienbare tijd een besluit kan worden genomen om het probleem van de Isla-raffinaderij duurzaam op te lossen.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 35).

De motie van de leden Segers en Van Laar; Verzoekt de regering de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie een van de prioriteiten te laten zijn bij het versterken van de rechtshandhaving en de Kamer hierover te informeren.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 april 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 31 568 nr. 174).

De motie van het lid Van Laar; Verzoekt de regering binnen een half jaar een inventarisatie te maken van de staat van alle woningen op deze eilanden; verzoekt de regering tevens een actieplan te maken om te waarborgen dat alle mensen op de eilanden in een leefbare woning wonen, en daar zo nodig aanvullende middelen voor ter beschikking te stellen.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 59).

B.1 In behandeling zijnde toezeggingen

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Staatssecretaris zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier (GroenLinks), de voortgangsrapportages over de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten» tweemaal per jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T01222).

Kamerdebat d.d. 7 december 2010.

Op 21 april 2016 zijn de vijftiende tot en met de achttiende voortgangsrapportage aan de Kamers verzonden.

De Minister zegt toe, de Tweede Kamer voor Prinsjesdag 2016 schriftelijk te informeren over de afwikkeling van de SONA.

Kamerdebat 23-06-2016

Jaarverslag en Slotwet 2015 Koninkrijksrelaties en BES-fonds.

De Tweede Kamer wordt voor Prinsjesdag 2016 geïnformeerd.

De Minister zegt de Tweede Kamer toe, de vragen van het lid Van Laar met betrekking tot de bevindingen van de Arbeidsinspectie op Bonaire voor Prinsjesdag 2016 schriftelijk te antwoorden; daarbij gaat het om capaciteit en dergelijke.

Kamerdebat 23-06-2016

Jaarverslag en Slotwet 2015 Koninkrijksrelaties en BES-fonds.

De Tweede Kamer wordt voor Prinsjesdag 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft de Tweede Kamer toegezegd de suggestie om een juridische loket in Caribisch Nederland te vestigen te doen doorgeleiden naar de collega’s van VenJ.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze toezegging is overgedragen aan VenJ.

De Minister zegt de Eerste Kamer toe dat rond de zomer duidelijkheid zal worden verschaft over de problematiek rond de pensioenaanspraken.

Kamerdebat [21-06-2016] – Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer zal na de zomer worden geïnformeerd.

De Minister zegt de Eerste Kamer toe een aantal vragen die vallen onder het beleidsterrein van een andere bewindspersoon door te geleiden naar deze bewindspersoon. Genoemd zijn: discussie over sociaal minimum (SZW), toegankelijkheid juridische bijstand (V&J) en dier- en milieubescherming (EZ). NB de vragen aan de Staatssecretaris van EZ zijn gekoppeld aan een aangehouden motie.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer wordt najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister zegt de Eerste Kamer toe het stimuleren van remigratie naar het Caribische deel van het Koninkrijk (o.a. studiefinanciering) te agenderen voor de Koninkrijksconferentie.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Eerste Kamer wordt voor de Koninkrijksconferentie geïnformeerd.

De Minister zegt toe een vergelijkbaar onderzoek van Ecorys uit 2015 nogmaals uit te voeren op verzoek van Curaçao en is bereid hier ondersteuning aan te verlenen. De Kamer wordt in het voorjaar 2016 over de uitkomsten geïnformeerd.

Kamerdebat 28-01-2016

ISLA-raffinaderij.

Eerst na afronding van de werkzaamheden van de raffinagedeskundige en de modernisering van de wet- en regelgeving kan door Curaçao worden bezien of een herhaling van het Ecorysonderzoek van 2015 opportuun is. Een verzoek voor het verlenen van assistentie wordt afgewacht.

De Minister zegt toe een werkbezoek af te leggen aan Curaçao en aan de Isla raffinaderij, waarbij de geïnventariseerde expertise proactief bij de autoriteiten op tafel zal worden gelegd. De Kamer zal hierover in het voorjaar 2016 worden geïnformeerd.

Kamerdebat 28-01-2016

ISLA-raffinaderij.

MBZK heeft in juni een werkbezoek aan de eilanden afgelegd. De Tweede Kamer wordt hierover in het najaar van 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft de Tweede Kamer toegezegd te zullen bezien of ervoor gezorgd kan worden dat in gevallen van verhuizingen men in ieder geval aan het loket geen administratiewisseling merkt. De Minister informeert de Tweede Kamer daarover.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft een brief aan de Tweede Kamer toegezegd naar aanleiding van het College voor de Rechten van de Mens.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft de Tweede Kamer toegezegd te zullen kijken naar de afgifte van visvergunningen in het kader van takenoverdracht.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft toegezegd de Tweede Kamer te zullen informeren over de stand van zaken omtrent een glasvezelverbinding met Sint Maarten.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft de Tweede Kamer een verslag van het voortgangsgesprek met het bestuur van Saba toegezegd over het overdragen/decentraliseren van taken.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister heeft de Tweede Kamer toegezegd te zullen kijken naar de mogelijkheid om de renteloze lening voor Saba te verlengen (de Minister komt daarop terug bij de begroting 2017).

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

Deze gesprekken waren bij het opstellen van de begroting nog gaande. Daarom wordt de Tweede Kamer bij één van de komende begrotingsmomenten geïnformeerd.

De Minister zegt toe, de doorrekening van het CAft met betrekking tot de raffinaderij op Aruba direct na publicatie met een appreciatie naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerdebat 23-06-2016

Jaarverslag en Slotwet 2015 Koninkrijksrelaties en BES-fonds.

De Tweede Kamer wordt medio najaar 2016 geïnformeerd.

De Minister zegt de Tweede Kamer toe het Ministerie van SZW te vragen om het toezicht op de arbeidsmarkt te verstevigen. Het antwoord komt bij de begrotingsbehandeling KR.

Kamerdebat 06-06-2016

Evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur BES.

De Eerste en Tweede Kamer wordt voorafgaand aan de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties geïnformeerd.

De Minister zegt toe om geleverde personele ondersteuning aan Caribisch Nederland mee te nemen in de rapportage van de Rijksvertegenwoordiger.

Kamerdebat 21-06-2016

Evaluaties i.h.k.v. de staatkundige vernieuwing en over de Koninkrijksrelaties in den brede.

De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2017 geïnformeerd.

B.2 Uitgevoerde toezeggingen Koninkrijksrelaties

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister zegt toe overheidsinstanties en andere instanties die de suggestie wekken dat Bonaire «buitenland» is, aan te spreken en te corrigeren.

Kamerdebat 13-01-2015 Mondelinge vraag van het lid VAN LAAR (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de onvrede op Bonaire over de keuzes van de rijksoverheid (werkbezoek van een delegatie van leden van de Eerste en Tweede Kamer).

Afgedaan. Toezegging wordt meegenomen in het reguliere BZK beleid.

De Minister zegt toe tijdens de Koninkrijksconferentie 2015, die in april 2015 in Curaçao zal plaatsvinden, het Koninkrijk an sich aan de orde te stellen in de context van begrippen als meerwaarde, samenhorigheid, integriteit, publieke zaak, democratie (en in dat kader het kopen van stemmen noemen).

Kamerdebat 12-11-2014

Koninkrijksaangelegenheden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de werkzaamheden van de werkgroep geschillenbeslechting die aan de orde zullen komen in de Koninkrijksconferentie in de tweede week van juni 2013 te Aruba. Dit ivm het gevolg geven aan de uitvoering van de in 2010 aangenomen motie Yrausquin/Herdé (Kamerstuk 32 213 (R1903), nr. 14).

Brief MBZK d.d. 11 april 2013 «Reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg».

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt toe de Tweede Kamer het meerjarenplan toe te zenden zodra dat vastgesteld is.

Kamerdebat 10-04-2014 Evaluatie rijkscoördinatie Caribisch Nederland.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 34 000-IV nr. 44).

De Minister doet de regering van Curaçao (tijdens de koninkrijksconferentie) de handreiking om mee te denken over de Isla en informeert de Tweede Kamer hierover voor de zomer.

Kamerdebat 21-05-2015 Verzamel overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt toe het meerjarenplan dat in de CN-week tot stand komt aan de Kamer te sturen zodra het concept, waarin kinderrechten, economische ontwikkeling en armoede nadrukkelijk voorop stonden, is vastgesteld.

Kamerdebat 13-01-2015 Mondelinge vraag van het lid VAN LAAR (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de onvrede op Bonaire over de keuzes van de rijksoverheid (werkbezoek van een delegatie van leden van de Eerste en Tweede Kamer).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 34 000-IV nr. 44).

De Minister zegt toe een overzicht met (plannen voor) vastgoed om rijksoverheidsdiensten in te huisvesten op Bonaire, in eigendom van de rijksdienst, mee te in de rapportage rond het meerjarenplan en de Kamer hierover te informeren.

Kamerdebat 13-01-2015 Mondelinge vraag van het lid VAN LAAR (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de onvrede op Bonaire over de keuzes van de rijksoverheid (werkbezoek van een delegatie van leden van de Eerste en Tweede Kamer).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 34 000-IV nr. 44).

De Minister zal tijdens de Koninkrijksconferentie de landen polsen hoe zij tegenover de invoering van een Rijkswet Integriteit staan en zal de Tweede Kamer daarover na afloop van de Koninkrijksconferentie informeren.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zal tijdens de Koninkrijksconferentie de landen polsen hoe zij tegenover de invoering van een werkgroep Voedselvoorziening staan en zal de Tweede Kamer na afloop van de Koninkrijksconferentie hierover informeren.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zal tijdens de Koninkrijksconferentie de landen polsen hoe zij tegenover de invoering van een werkgroep Duurzame economie staan en zal de Tweede Kamer na afloop van de Koninkrijksconferentie hierover informeren.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zal tijdens de Koninkrijksconferentie de landen polsen hoe zij tegenover over het meer betrekken van de jeugd bij kinderrechten staan en zal de Tweede Kamer na afloop van de Koninkrijksconferentie hierover informeren.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt de Tweede Kamer toe na de Koninkrijksconferentie een overzicht van maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de werkgroep Cohesie toe te sturen.

Kamerdebat 20-05-2015

Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt de Tweede Kamer toe (na afloop van de Koninkrijksconferentie) te informeren wat het standpunt van Aruba en Curaçao is ten aanzien van de benedenwindse vaarverbinding, inclusief gezamenlijke doorrekening.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Linthorst, toe om de ontwikkelingsplannen per eiland inclusief het beoogde voorzieningenniveau, nadat zij afgestemd zijn met de andere departementen, aan de Kamer te doen toekomen (T01752).

Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (EK 2014–2015, 34 000-IV nr. S).

De Minister zegt toe het voorstel voor de rijkswet toezicht integriteit op de Koninkrijksconferentie te bespreken en dit terugkoppelt in het verslag van de Koninkrijksconferentie aan de Tweede Kamer hoe dat is gegaan.

Kamerdebat 31-03-2015

Staat van het bestuur Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt toe dat in juni 2015, na het komende Justitieel Vierpartijenoverleg, de Tweede Kamer nader wordt geïnformeerd over het integrale plan ter versterking van de rechtshandhavingsketen in de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Kamerdebat 31-03-2015

Staat van het bestuur Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 205 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 31 568 nr. 165).

De Minister zegt toe de Kamer in het tweede kwartaal van 2015 te informeren over de uitwerking van het besluit dat de vier landen uit het Koninkrijk gezamenlijk zullen werken aan een nadere uitwerking ten behoeve van een meerjarige, fundamentele, ketenbrede aanpak voor de versterking van de rechtshandhavingsketen en deze in te brengen in de Rijksministerraad.

Brief MBZK d.d. 23 maart 2015 «Staat van het bestuur in de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk».

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 31 568 nr. 165).

De Minister zal na het JVO de Tweede Kamer informeren over de beraadslagingen die hebben plaatsgevonden over de uitvoering van het onderzoek naar geldstromen tussen onder- en bovenwereld.

Kamerdebat 20-05-2015 Koninkrijksconferenties 2014 en 2015.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 31 568 nr. 165).

De Minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe inzake Akkoord Aruba over de verdere uitwerking te berichten, zodra vervolgstappen op basis van dit akkoord zijn gezet.

Brief MBZK d.d. 7 mei 2015 inzake Akkoord Aruba.

Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 34 000-IV nr. 45).

De Minister zegt de Tweede Kamer toe te zullen informeren over het vervolg van het bestuurlijk toezicht St. Eustatius.

Brief MBZK d.d. 10 juni 2015 inzake instellen toezicht St. Eustatius.

Afgedaan. De toezegging is mondeling besproken in het AO BES van 10 december 2015.

De Minister zegt toe direct na de CN-week het Meerjarenprogramma en de additionele toezeggingen naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerdebat 21-05-2015

Verzamel overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 34 000-IV nr. 44).

De Minister zegt aan de Tweede Kamer toe de door Bosman genoemde dossiers aan het Cft voor te leggen om een nadere beschouwing op die dossiers te krijgen en zal de reactie van het Cft bij een eerstvolgende gelegenheid (halfjaarrapportage) naar de Kamer sturen.

Kamerdebat 21-05-2015 Verzamel overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 oktober 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 7).

De Minister zegt de Tweede Kamer toe tijdens de Koninkrijksconferentie te suggereren dat op alle zes eilanden kinderrechtenfestivals worden georganiseerd en zal hierover de Kamer informeren na de Koninkrijksconferentie.

Kamerdebat 21-05-2015 Verzamel overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 33 845 nr. 11).

De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de ontwikkelingen nav de brief aan MP Wescot d.d. 8 februari jl.

Kamerdebat 12-02-2013 Verzamel algemeen overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 november 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 30).

De Minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de blogger die in Sint Maarten is opgepakt.

Kamerdebat 02-07-2015 Verzamel algemeen overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De toezegging is afgedaan door rechtstreeks contact met de 2 vragende Kamerleden Van Raak en Bosman door Minister en PG Schram (Curaçao en Sint Maarten).

De Minister zegt toe – samen met zijn collega van OCW – de Tweede Kamer een brief te sturen over de gelijkstelling van havo/vwo diploma’s (met name Curaçao).

Kamerdebat [02-07-2015] – Verzamel algemeen overleg Koninkrijksrelaties.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 oktober 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 31 289 nr. 264).

De Minister zegt de Eerste Kamer toe te zullen informeren over het vervolg van het bestuurlijk toezicht St. Eustatius.

Brief MBZK d.d. 10 juni 2015 inzake instellen toezicht St. Eustatius.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 september 2015 per brief geïnformeerd (TK 2014–2015, 31 568 nr. 166).

De Minister zal bij de regering van Curaçao checken of men zich aan de milieunormen houdt en de Kamer hiervan over twee maanden middels een brief te informeren.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 35).

De Minister zegt toe dat de uiteindelijke besteding van de amendementsgelden voor de kinderrechten voor het eind van het jaar bij de Kamer ligt.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 31 839 nr. 499).

De Minister zegt toe om in zijn kabinetsbrief inzake kinderrechten in Caribisch Nederland (verwacht in de week van 14 december a.s.) aandacht te geven aan de wijze waarop kinderen zelf betrokken kunnen worden bij het beleid over dit onderwerp.

Kamerdebat 10-12-2015 Verzamel algemeen overleg BES-aangelegenheden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 31 839 nr. 499).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf en Van Bijsterveld, toe om de opzet en opdracht voor de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur binnen het Koninkrijk in november/december 2013 aan de Kamer te doen toekomen. Bij het maken van de planning van de evaluatie zal de Minister goed afwegen of een extern aanbesteed onderzoek ten aanzien van de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur nodig is. De Minister zal bij het formuleren van de opzet en opdracht ook ingaan op de vraag of het Statuut aan de orde wordt gesteld, nadat hij dit besproken heeft met de andere landen in het Koninkrijk. Voorts zal de Minister bij de evaluatie de functie, naamgeving en bevoegdheden van de Rijksvertegenwoordiger meenemen (T01753).

Kamerdebat 04-06-2013 Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33 400 IV).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van de leden van de CDA-fractie (i.c. Doek), toe dat de invoering van het dualisme in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet zal worden geëvalueerd (T01154).

Nota nav verslag commissie Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (NAAZ) d.d. 27 april 2010.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Bijsterveld (CDA), toe bij de eerder toegezegde evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur, die zal plaatsvinden vijf jaar na inwerktreding (T01031), ook de mogelijkheden voor vereenvoudiging van de BES-wetgeving te betrekken (T01224).

Kamerdebat 06-07-2010 Consensus rijkswetsvoorstellen (32 017 t/m 320020, 32 026, 32 041, 32 178 en 32 179, 32 186, 32 213).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen/opmerkingen van de leden Van Kappen (VVD), mevrouw Ten Horn (SP) en Laurier (GroenLinks), toe dat de nieuwe staatkundige structuur in werking zal worden geëvalueerd na ommekomst van 5 jaar, waarbij met name ook zal worden gekeken naar de integratie van de BES in het Nederlandse staatsbestel (T01031).

Kamerdebat 19-05-2009

Het staatkundig proces Nederlandse Antillen.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Minister zegt toe de Tweede Kamer te blijven informeren over de uitkomst van de overleggen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba over de beleidsopvolging van de conclusies van het rapport van de evaluatiecommissie Caribisch Nederland.

Brief MBZK d.d. 24 september 2015Antwoorden op de schriftelijke vragen met kenmerk Kamerstuk 34 300 IV.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2015 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 23).

De Minister zegt toe om in het kader van de evaluatie van cie. Spies en het nog te verwachten kabinetsstandpunt te kijken naar de positie, inclusief de taken, van de Hoge Colleges van Staat in relatie tot Caribisch Nederland – en in het bijzonder de financieringsmogelijkheden van de Nationale ombudsman t.b.v. Caribisch Nederland.

Kamerdebat 10-12-2015 Verzamel algemeen overleg BES-aangelegenheden.

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Minister zegt toe, conform de wens van de Tweede Kamer, dat het kabinetstandpunt inzake het rapport evaluatiecommissie Spies zodanig tijdig beschikbaar is dat het in ieder geval voor het zomerreces 2016 in beide Kamers behandeld kan worden. De in een bijlage bij het commissieverzoek d.d. 17 november jl. opgesomde openstaande toezeggingen zullen bij deze kabinetsreactie betrokken worden.

Brief MBZK d.d. 26 november 2015 «Kabinetsreactie op rapport evaluatiecommissie Spies».

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Minister zegt toe dat het kabinet in 2016 met een reactie op het evaluatierapport Caribisch Nederland komt zodat de Kamer voor het zomerreces hierover kan debatteren.

Kamerdebat 08-10-2015 Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (antwoord regering in 1e termijn + re- en duplieken).

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (EK 2015–2016, 34 300-IV nr. K).

De Minister zegt in reactie op het betoog van het lid Van Raak over de afvalwaterzuivering op Bonaire toe dat nu deze met behulp van geld uit Nederland en Europa is gerealiseerd in CN-tafelverband wordt gekeken naar de structurele bekostiging hiervan en de Tweede Kamer hierover te informeren.

Kamerdebat 15-05-2014

BES-aangelegenheden.

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2016 per brief geïnformeerd (TK 2015–2016, 34 300-IV nr. 59).

De Minister zegt toe vanaf november 2013 tweemaal per jaar aan beide Kamers een overzicht te verstrekken van de bij de departementen in voorbereiding zijnde wet- en regelgeving met consequenties voor Caribisch Nederland. Dit overzicht komt in de plaats van de overzichten die tot op heden afzonderlijk werden verzonden door de verschillende departementen.

Brief MBZK d.d. 7 november 2013 «Kabinetsreactie onderzoek deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland».

Afgedaan. Toezegging wordt meegenomen in het reguliere BZK beleid.

7.4 Subsidies

In deze bijlage wordt de subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gebruikt. Volgens artikel 4.21 van de Awb wordt onder een subsidie verstaan: «De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.»

Volgens deze definitie worden niet als subsidies aangemerkt: de aanspraken op financiële middelen die worden verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld, en: de bekostiging van het onderwijs en onderzoek.

Tabel Subsidies (Bedragen x € 1.000)

Begrotingsartikel

Naam subsidie(regeling) (met hyperlink naar vindplaats)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal verleningen jaar 2015

Laatste evaluatie (jaartal) (met hyperlink naar vindplaats)

Volgende evaluatie (jaartal)

Einddatum subsidie (regeling) (jaartal)

Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

                     

2.2

International Union for the Conservation of Nature (IUCN)

938

1

2017

2017

 

Subsidie Caribisch Nederland

48

1

   
   

986

0

0

0

0

0

0

       

Bevorderen sociaaleconomische structuur

                     

4.2

Subsidie Caribisch Nederland

0

60

60

0

0

0

0

 

2017

2017

   

0

60

60

0

0

0

0

       
                         

– ) evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden

                     
                         

1) Tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES; Subsidiebedrag wordt jaarlijks per ministeriële regeling bepaald.

     

7.5 Overzicht Evaluatie- en overig onderzoek

Artikelnummer en naam

Titel, onderwerp

Start

Afronding

1. Waarborgfunctie: Rechshandhaving en deugdelijkheid van bestuur

     

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Hoofdstuk IV, artikel 1 «De waarborgfunctie»

http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2012D08449&did=2012D08449

2010

2012

 

Beleidsdoorlichting Waarborgfunctie

2017

2017

 

Beleidsdoorlichting Waarborgfunctie

2021

2021

3. Overig onderzoek

Protocol flexibele inzetbare pool Koninklijke Marechaussee

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/06/17/rapport-evaluatie-flexibele-pool-koninklijke-marechaussee.html

2012

2013

 

Rijkswetten Justitie (bij VenJ)

2015

2016

       

4.1 Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties: Aruba, Curaçao en Sint Maarten

     

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

2016

2016

 

Beleidsdoorlichting Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

2020

2020

3. Overig onderzoek

Mid-term evaluatie Onderwijs- en Jongerensamenwerkingsprogramma (OJSP)

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/03/18/onderzoeksrapportage-midterm-evaluatie-ojsp-2008---2012-curacao-en-sint-maarten.html

2010

2011

 

Samenwerkingsbeleid Stichting Antilliaanse Medefinancierings Organisatie (AMFO)

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/10/24/eindevaluatie-amfo.html

2014

2014

 

Samenwerkingsbeleid Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) http://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2015D50450&did=2015D50450

2015

2015

 

Samenwerkingsbeleid Fondo Desaroya Aruba (FDA)

2016

2016

4.2 Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties: Caribisch Nederland

     

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

2020

2020

1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

Evaluatie Plan veiligheid nederlandse antillen https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/12/16/aanbiedingsbrief-bij-eindevaluatierapporten-samenwerkingsprogramma-s-sona-en-plan-veiligheid-nederlandse-antillen-en-gevangeniswezen-nederlandse-antillen

2014

2015

 

Staatskundige positie Caribisch Nederland Kamerstukken II, vergaderjaar 2015–2016, 34 300 IV, nr. 59

2015

2016

3. Overig onderzoek

Evaluatie samenwerkingsprogramma: bestuurlijke ontwikkeling nederlandse antillen 2002–2006

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2008/02/13/evaluatie-samenwerkingsprogramma-bestuurlijke-ontwikkeling-nederlandse-10-antillen-2002–2006.html

2008

 

Mid-term evaluatie Sociaal Economisch Initiatief (SEI)

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/10/13/eindrapport-sei-curacao.html

2010

2011

 

Mid-term evaluatie Institutionele Versterking en Bestuurskracht (IVB) Curacao

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-145306.pdf

2010

2011

 

Mid-term evaluatie Institutionele Versterking en Bestuurskracht (IVB) Sint Maarten

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-145305.pdf

2010

2011

 

Onderwijsverbetering in Caribisch Nederland

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/03/01/onderwijsverbetering-in-caribisch-nederland.html

2014

 

Kleine evaluatie Caribisch Nederland

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2014/03/12/rapport-commissie-kleine-evaluatie-caribisch-nederland.html

2014

       

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

     

1. Ex post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid

     

1a. Beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting Schuldsanering, lopende inschrijving en leningen

2016

2016

 

Beleidsdoorlichting Schuldsanering, lopende inschrijving en leningen

2020

2020

3. Overig onderzoek

Evaluatie Rijkswet financieel toezicht

2015

2016

7.6 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland

Ministerie

Artikelonderdeel

Instrument

2015

realisatie

2016

begroting

2017

2018

2019

2020

2021

IV Koninkrijksrelaties

Artikel 1 Waarborgfunctie

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

             
 

Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

4.008

           
   

Bijdragen aan medeoverheden

2.850

           
   

Subsidies

48

           
 

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Subsidies

 

60

60

       
   

Opdrachten

 

4.099

4.741

4.166

5.313

5.313

5.313

   

Bijdragen aan medeoverheden

 

7.602

1.998

1.380

1.380

1.380

1.380

VI Veiligheid en Justitie

Artikel 31 Nationale Politie

Bijdrage aan medeoverheden

21.200

18.213

18.056

18.056

18.056

18.065

18.056

 

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties en medeoverheden

5.658

5.012

5.005

5.005

5.005

5.005

5.005

 

Artikel 34 Sanctietoepassing

Bijdrage aan agentschappen

12.023

10.124

9.093

9.480

9.533

9.587

9.587

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.076

1.007

1.037

1.037

1.037

1.037

1.037

VII Binnenlandse Zaken

Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

 

0

           

Artikel 6 Dienstverlenende overheid

Bijdrage aan agentschappen

1.148

2.900

2.900

2.800

     
 

Artikel 7 Arbeidszaken overheid

Inkomensoverdracht

896

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

VIII Onderwijs, Cultuur en

Artikel 1 Primair Onderwijs

Bekostiging

14.558

12.924

12.888

12.888

12.888

12.888

12.506

Wetenschap

 

Subsidies

456

517

658

       
 

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

Bekostiging

15.741

15.494

15.375

15.389

15.375

15.375

 
 

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Bekostiging

6.600

9.129

6.933

6.933

6.933

6.933

7.050

   

Subsidies

342

           
   

Opdrachten

12.354

           
   

Bijdragen aan mede-overheden

920

13.084

20.637

16.287

16.287

1.067

476

 

Artikel 9 Arbeidsmarkt-en Personeelsbeleid

Subsidies

2.308

           
 

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdracht

3.013

3.013

3.013

3.013

3.013

3.013

3.013

 

Artikel 14 Cultuur

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

60

60

60

60

60

60

60

 

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Subsidies

0

           
   

Bekostiging

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

 

Artikel 25 Emancipatie

Subsidies

174

179

196

78

IX Financiën

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

17.897

16.483

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

 

Artikel 2 Financiële markten

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

1.010

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

X Defensie

 

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

             

XII Infrastructuur en Milieu

Artikel 12 Ruimtelijke Ontwikkeling

Bijdrage aan medeoverheden

             
 

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Opdrachten

0

95

95

95

95

95

95

   

Bijdragen aan medeoverheden

0

4.502

2.911

2.411

2.211

2.211

2.211

 

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Opdrachten

2.202

0

0

0

0

0

0

 

Artikel 17 Luchtvaart

Opdrachten

365

677

355

908

390

402

429

   

Bijdragen agentschappen

12.010

8.955

0

4.748

0

0

0

 

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Opdrachten

125

818

160

160

160

160

160

 

Artikel 21 Duurzaamheid

Opdrachten

417

275

1.826

1.874

1.921

1.970

2.328

 

Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's

Opdrachten

0

895

425

385

200

204

0

 

Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Bijdragen agentschappen

610

820

610

610

610

610

610

 

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Bijdragen agentschappen

672

672

672

672

672

672

672

 

Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen

Bijdragen IF

490

3.690

2.090

2.090

1.590

1.590

390

   

Bijdragen DF

702

400

400

400

400

400

400

 

Artikel 97 Algemeen departement

Opdrachten

10

50

100

100

100

100

100

XIII Economische Zaken

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Opdrachten

125

125

125

125

125

125

125

   

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

725

706

706

706

706

706

706

 

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: duurzaam en innovatief ondernemen

Opdrachten

472

638

1.044

1.044

1.044

1.044

1.044

   

Subsidies

69

100

100

100

100

100

100

 

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Subsidies

17.108

7.900

3.100

3.000

3.000

3.000

3.000

 

Artikel 8 Natuur en regio

Opdrachten

214

495

495

495

495

495

495

   

Bijdragen aan medeoverheden

1.313

2.006

1.504

       

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorzieining

Inkomensoverdrachten

1.878

2.066

2.668

2.964

3.263

3.591

3.916

 

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

703

752

787

809

832

867

902

 

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

25

100

100

100

100

100

100

 

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

Inkomensoverdrachten

3.213

3.439

3.620

3.719

3.820

3.971

4.121

 

Artikel 7 Kinderopvang

Opdrachten

1.000

           
 

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

18.274

19.137

20.409

20.109

20.798

20.492

21.237

 

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

1.110

1.199

1.253

1.288

1.324

1.377

1.429

 

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Inkomensoverdrachten

 

1.803

1.842

1.842

1.842

1.842

1.842

 

Artikel 98 Algemeen

Inkomensoverdrachten

3.295

4.967

3.089

3.089

3.089

2.773

2.773

XVI Volksgezondheid,

Welzijn en Sport

Artikel 1 Volksgezondheid

Bijdragen aan medeoverheden

882

900

900

900

900

900

900

   

Bijdragen agentschappen

242

300

300

300

300

300

300

 

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Bekostiging

106.717

116.427

113.008

116.047

119.158

122.188

125.888

XVIII Wonen en Rijksdienst

Artikel 2 Woonomgeving en Bouw

Subsidies

600

           
   

Opdrachten

124

           

Totaal

   

302.532

309.609

285.144

285.462

281.925

269.808

257.556

7.7 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

De Miljoenennota 2017 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2017. Dat overzicht bevat ook het totaal van de belasting- en premieontvangsten uit Caribisch Nederland. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2017 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2017 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.

Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2017 in miljoenen euro’s (op basis van Miljoenennota 2017)
 

Raming 2017

Indirecte belastingen

47,7

– Algemene bestedingsbelasting

37,4

– Accijnzen

6,0

– Overdrachtsbelasting

4,3

Directe belastingen

97,1

– Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen

87,8

– Inkomstenbelasting

– 1,2

– Vastgoedbelasting

8,0

– Opbrengstbelasting

1,6

– Kansspelbelasting

0,7

– Ontvangsten oude belastingstelsel

0,2

Totaal

144,8

7.8 Overzicht eilandelijke inkomsten

De eilandelijke belastingtarieven worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100 procent kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de begrote opbrengsten uit eilandbelastingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Voor de bekostiging van eilandelijke taken mogen de openbare lichamen ook enkele in de wet limitatief genoemde eilandbelastingen heffen en innen (vergelijkbaar met systematiek voor gemeenten). Het gaat op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen (van 2015).

Tabel A Opbrengsten lokale heffingen Bonaire (in $)
 

2013

2014

2015

2016

Motorrijtuigenbelasting

2.501.117

2.500.000

2.500.000

2.680.000

Logeergastenbelasting

1.769.749

1.700.000

1.700.000

2.037.000

Verhuurautobelasting

614.525

650.000

650.000

690.000

Grondbelasting

2.449.581

1.200.000

1.200.000

1.617.000

Opcenten

307.263

1.200.000

1.200.000

750.000

Precariorechten

675.978

700.000

700.000

610.000

Totale opbrengst

8.318.213

7.950.000

7.950.000

8.384.000

Tabel B Opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (in $)
 

2013

2014

2015

2016

Motorrijtuigenbelasting

259.000

259.000

   

Logeergastenbelasting

60.500

127.000

   

Verhuurautobelasting

6.000

6.000

   

Totale opbrengst

325.500

392.000

300.000

307.000

Tabel C Opbrengsten lokale heffingen Saba (in $)
 

2013

2014

2015

2016

Motorrijtuigenbelasting

126.000

130.000

130.000

136.000

Logeergastenbelasting

62.500

60.000

70.000

72.000

Totale opbrengst

188.500

190.000

200.000

208.000

De begrote opbrengsten uit eilandelijke belastingen bedragen gemiddeld circa USD 8,90 mln. In de tabellen A t/m C is te zien dat de openbare lichamen aanmerkelijk van elkaar verschillen wat betreft de samenstelling en inkomsten uit de eigen belastingen.

7.9 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

Conform artikel 89 van de wet Financiën BES kunnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) een verzoek tot een renteloze lening indienen bij een vakdepartement ten behoeve van het doen van investeringen die dienen voor de uitoefening van de publieke taak. Een dergelijk verzoek wordt door een openbaar lichaam ingediend door tussenkomst van het College financieel toezicht (Cft). Het Cft voorziet de aanvraag van zijn advies. Volgens lid 4 van artikel 89 stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. Deze vaststelling geschiedt bij de behandeling van het Besluitvormingsmemorandum in de ministerraad.

In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renteloze leningen en de bijbehorende aflossingsbedragen voor 2017, zoals die tot op heden aan Caribisch Nederland zijn verstrekt. Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het vakdepartement.

Tabel 1 Overzicht nieuwe renteloze leningen aan Caribisch Nederland (in mln. dollars1)

Eiland

Lening-verstrekkend departement

Onderwerp

Oorspronkelijke omvang lening

Looptijd Lening

Af te lossen in 2016

Af te lossen in 2017

Openstaand ultimo 2017

Saba

IenM

Infrastructuur Saba

2,5

2015–2026

0,3

0,3

2,0

X Noot
1

Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het departement.

Tabel 2 Overzicht reeds aangegane renteloze leningen aan Caribisch Nederland (in mln. dollars1)

Eiland

Lening-verstrekkend departement

Onderwerp

Oorspronkelijke omvang lening

Looptijd Lening

Af te lossen in 2016

Af te lossen in 2017

Openstaand ultimo 2017

Bonaire

OCW

Onderwijs-huisvesting

19,1

2013–2031

1,0

1,0

14,1

Sint Eustatius

OCW

Onderwijs-huisvesting

4,0

2013–2032

0,2

0,2

3,0

Saba

OCW

Onderwijs-huisvesting

1,3

2013–2018

0,3

0,3

0,1

 

OCW

Onderwijs-huisvesting

0,3

2019–2020

0,0

0,0

0,3

Totaal Caribisch Nederland

 

24,7

 

1,5

1,5

17,5

X Noot
1

Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het departement.

Infrastructuur Saba

In 2015 is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) een renteloze lening verstrekt aan Saba voor de weginfrastructuur.

Onderwijshuisvesting

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de leningen verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op korte termijn weg te werken. Met elk van de eilanden zijn door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat de scholen kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit.