Gepubliceerd: 18 januari 2016
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34300-IV-35.html
ID: 34300-IV-35

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2016

In het begrotingsdebat van 8 oktober jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 12, item 7) heb ik aangegeven een brief te zullen sturen over de actuele stand van zaken met betrekking tot de ISLA raffinaderij. Dit ook in relatie tot de aangenomen motie Hachchi/Van Raak (Kamerstuk 34 300 IV, nr. 24), waarin de regering wordt verzocht om proactief samen met Curaçao scenario’s te ontwikkelen op basis waarvan binnen afzienbare tijd een besluit kan worden genomen om de problemen bij de ISLA raffinaderij op te lossen.

Door middel van deze brief kom ik aan deze toezegging tegemoet en ingaan op de handhaving van milieunormen, de toekomstplannen van de raffinaderij en de inzet van steun en expertise uit Nederland. Daarbij staat voorop dat het ISLA dossier tot de autonome verantwoordelijkheid van Curaçao behoort.

Handhaving milieunormen

In het Kamerdebat van oktober 2015 hebben verschillende Kamerleden hun zorgen geuit over de veronderstelde overschrijding van milieunormen door de ISLA raffinaderij en de gebrekkige handhaving door de autoriteiten van Curaçao.

Het is een feitelijke constatering dat de laatste jaren de uitstoot van schadelijke stoffen door de ISLA en aanverwante installaties toeneemt. Sinds begin 2015 wordt tevens een groene aanslag op gebouwen en openbare werken waargenomen. De openbare website www.luchtmetingencuracao.org laat zien dat de uitstoot van onder andere zwaveldioxide de laatste jaren een sterke stijging vertoont. Uit in 2015 gepubliceerde gevalideerde meetrapporten van de GGD Amsterdam over de jaren 2011 t/m 2014 blijkt dat de uitstoot van het gehele complex toeneemt.

De ISLA raffinaderij opereert onder de Hinderwet vergunning van 1997. Zowel het vraagstuk van overschrijding van milieunormen als de handhaving door de landsregering is de afgelopen jaren veelvuldig door de rechter getoetst. Ik stel vast dat er tot op heden geen rechterlijke uitspraak is geweest die de landsregering of de vervuiler(s) hebben veroordeeld voor het schenden van milieuregels. Ten aanzien van de handhaving heeft het Hof geconstateerd dat aan de nationale autoriteiten ruime beoordelingsvrijheid toekomt over de vraag of er evenwicht is tussen de belangen die zijn gediend met het afzien van handhaving enerzijds en die met handhaving zijn gediend anderzijds. Die afweging tussen milieu en gezondheidsbelangen enerzijds en sociale, economische en financiële belangen anderzijds, wordt door de regering van Curaçao gemaakt. Dit blijkt uit de toekomstplannen die de regering van Curaçao met de ISLA heeft.

Toekomstplannen raffinaderij

In 2019 loopt het contract met PdVSA af. De Staten van Curaçao namen in 2013 in het debat over de toekomst van de raffinaderij een motie aan waaruit blijkt dat een meerderheid een plan om de raffinaderij te moderniseren steunt. Naar aanleiding van het debat heeft een Multidisciplinair projectteam (MDTP) van de regering de opdracht gekregen om scenario’s voor de toekomst van de raffinaderij op te leveren. Het MDPT bestaat uit twee deelgroepen. De ene houdt zich bezig met modernisering, ofwel het zoeken naar partners en mogelijkheden voor upgraden. De andere is bezig met herontwikkeling, dus slopen en ontmantelen van de raffinaderij en het nadenken over nieuwe bestemmingen. Herbestemming is, wat de regering van Curaçao betreft, de terugvaloptie.

Zonder modernisering zal de raffinaderij op Curaçao gezien de mondiale ontwikkeling van de oliemarkt niet concurrerend kunnen zijn. Gelijktijdig zal de raffinaderij dan geüpgrade worden om aan de huidige milieueisen te kunnen voldoen. Mogelijk kan op termijn worden overgeschakeld naar gas, zodat de uitstoot substantieel kan worden verminderd. Technisch en commercieel is dat waarschijnlijk haalbaar, maar met renovatie en modernisering zal zo’n 3 miljard dollar gemoeid zijn. De regering van Curaçao heeft aangegeven dat verschillende partijen interesse hebben getoond. De komende maanden zal naar verwachting meer duidelijk worden over de uitkomst van deze openbare aanbesteding en daarmee over de toekomstplannen van de raffinaderij.

Steun en expertise vanuit Nederland

Conform mijn toezegging in het Kamerdebat van 8 oktober 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 12, item 7) heb ik mondeling en schriftelijk aan de Minister-President van Curaçao toegezegd om, op zijn aangeven en op basis van onderlinge bijstand en samenwerking, alle assistentie en hulp te verlenen die nodig is. Minister-President Whiteman heeft positief gereageerd op dit aanbod, zo heeft hij mij per brief van 7 december laten weten. De vertegenwoordiger van Nederland in Willemstad is – in nauwe samenspraak met Nederlandse ministeries, in het bijzonder I&M – met de autoriteiten van Curaçao in overleg getreden om vorm, inhoud en omvang van de gewenste samenwerking te inventariseren. Dit vanzelfsprekend met inachtneming van de autonome verantwoordelijkheid van Curaçao in dezen, inclusief de eigen verantwoordelijkheid om eigen (budgettaire) keuzes te maken ten aanzien van de gewenste ondersteuning.

Concreet is de Minister van Infrastructuur en Milieu bereid om – naast continuering van steun in de sfeer van opleiding en werkervaring voor de milieu-inspectie – samen met Curaçao uitvoering te geven aan het in 2012 opgestelde plan van aanpak ter verbetering van de milieudienst en het verder brengen van de reeds opgestelde concept milieuvergunning. De Minister van Infrastructuur en Milieu ziet perspectief in een aanpak waarbij aan de hand van concrete casuïstiek stappen worden gezet. Nederland hecht eraan dat Curaçao hieraan voorafgaand goede afspraken maakt met de betrokken dienst van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu over uitgangspunten, maar ook over de wijze waarop de beoogde resultaten in samenwerking met Curaçao kunnen worden bereikt.

Nederland kan ook deskundigheid bieden dan wel contacten leggen met deskundigen op het gebied van (raffinage)technische expertise, zoals door mij benoemd in het gesprek dat ik op 3 november jl. had met Minister-President Whiteman over deze kwestie. De Minister van Economische Zaken is daarnaast bereid mee te denken over het vinden van alternatieve en schone energiebronnen voor het productieproces van de raffinaderij (zoals gas). Nederland zou ook mee zou kunnen denken over het door de regering van Curaçao genoemde terugvalscenario waarbij de raffinaderij sluit en er vervangende economische activiteiten worden ontwikkeld. In algemene zin is Nederland tenslotte bereid om juridische en beleidsmatige ondersteuning te verstrekken waar nodig.

Curaçao ziet zich gesteld voor een ingewikkeld vraagstuk, waarbij naast milieu en gezondheidsaspecten ook sociale, economische en financiële factoren een belangrijke rol spelen. Bij diverse gelegenheden, zoals mijn recente werkbezoek aan Curaçao, laat ik me door de Minister-President van Curaçao hierover informeren, en onderstreep ik dat Nederland desgewenst graag bereid is Curaçao met steun en expertise ter zijde te staan en zo bij te dragen aan het beperken van de overlast en een toekomstbestendiger raffinaderij.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk