Kamerstuk 34287-10

Amendement van het lid Van Veldhoven dat regelt dat wanneer er milieuaspecten aan de orde zijn waarvan een significant effect op het milieu en in het verlengde daarvan op de volksgezondheid te verwachten is er een verplichting bestaat tot monitoring van deze effecten

Dossier: Wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisis- en herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEU 2014, L 124) (implementatie herziening mer-richtlijn)


Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELDHOVEN

Ontvangen 25 mei 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel R, wordt in onderdeel 1, onder f, de zinsnede «waarvoor het bevoegd gezag monitoring noodzakelijk acht» vervangen door: waarvoor monitoring noodzakelijk is ter bescherming van het milieu en in het verlengde daarvan voor de volksgezondheid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat wanneer er milieuaspecten aan de orde zijn waarvan een significant effect op het milieu en in het verlengde daarvan op de volksgezondheid te verwachten is, er wel degelijk sprake is van een verplichting tot monitoring van deze effecten.

De indiener is van mening dat niet álle effecten van álle mer-plichtige activiteiten zonder meer gemonitord hoeven te worden. Echter, de indiener meent dat monitoring wel degelijk plaats moet vinden wanneer er significante effecten op het milieu en in het verlengde daarvan op de volksgezondheid te verwachten zijn. In zulke gevallen volstaat het niet dat de beslissing of monitoring noodzakelijk is enkel is voorbehouden aan het bevoegd gezag. In zulke gevallen wil de indiener dat er zonder meer wordt gemonitord.

Van Veldhoven