Kamerstuk 34255-17

Amendement van het lid Omtzigt dat regelt dat de projectierentes gelijk worden getrokken tussen pensioenfondsen en verzekeraars waarbij wordt gekozen voor risicovrije rente

Dossier: Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verbetering van premieregelingen (Wet verbeterde premieregeling)

Gepubliceerd: 9 maart 2016
Indiener(s): Pieter Omtzigt (CDA)
Onderwerpen: ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34255-17.html
ID: 34255-17

Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT

Ontvangen 9 maart 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel Ib, wordt artikel 63a als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met negende tot derde tot en met achtste lid.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «vierde lid» vervangen door: derde lid.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt «en de hoogte van een periodieke vaste daling als bedoeld in het derde lid zijn» vervangen door: is.

4. In het zevende lid (nieuw) wordt «gebaseerd op de rendementsverwachtingen» vervangen door «gebaseerd op de risicovrije rente» en vervalt de tweede zin.

II

In artikel II, onderdeel K, wordt artikel 75a als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met negende tot derde tot en met achtste lid.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «vierde lid» vervangen door: derde lid.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt «en de hoogte van een periodieke vaste daling als bedoeld in het derde lid zijn» vervangen door: is.

4. In het zevende lid (nieuw) wordt «gebaseerd op de rendementsverwachtingen» vervangen door «gebaseerd op de risicovrije rente» en vervalt de tweede zin.

Toelichting

Verschillende projectierentes maken het variabele pensioen nodeloos ingewikkeld. Deelnemers kunnen moeilijk de consequenties overzien, want ze krijgen aanbiedingen waarvan sommige gelijke uitkeringen hebben en andere uitkeringen op- of aflopen in de tijd. Deelnemers zullen dan ook waarschijnlijk geneigd zijn te kiezen voor de hoogste rente, want dat levert in eerste instantie het hoogste pensioen op. Later levert dat mogelijk weer lagere uitkeringen op, want er is een voorschot genomen op toekomstige resultaten. Vallen die tegen, dan leidt dat tot extra kortingen op het pensioen.

Dit amendement regelt daarom dat de projectierentes gelijk worden getrokken tussen pensioenfondsen en verzekeraars. Hiervoor is gekozen voor de risicovrije rente. Op deze manier ontstaat een objectiveerbare rente en een betere vergelijkbaarheid. Laat iedereen beginnen op basis van dezelfde uitgangspunten. Dan kunnen deelnemers een eerlijke vergelijking en een verantwoorde keuze maken.

Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door wijziging van de voorgestelde artikelen 63a van de Pensioenwet en 75a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Omtzigt