Kamerstuk 34251-43

Amendement van het lid Bisschop dat verheldert dat bestuurders op generlei wijze overwegende invloed mogen hebben in het bestuur van andere instellingen

Dossier: Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Gepubliceerd: 21 januari 2016
Indiener(s): Roelof Bisschop (SGP)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34251-43.html
ID: 34251-43

Nr. 43 AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP

Ontvangen 21 januari 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt de aanhef vervangen door:

Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag draagt er eveneens zorg voor dat bestuurders geen bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een school die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

II

In artikel II, onderdeel A wordt de aanhef vervangen door:

Artikel 28g wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag draagt er eveneens zorg voor dat bestuurders geen bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een school die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

III

In artikel III, onderdeel A, wordt de aanhef vervangen door:

Artikel 24d wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag draagt er eveneens zorg voor dat bestuurders geen bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een school die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

IV

In artikel IV, onderdeel D, wordt voor het eerste onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 01. In het tweede lid wordt na «andere instelling» ingevoegd: of bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een instelling die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

V

Aan artikel V, onderdeel A, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Een lid van het college van bestuur is geen bestuurder van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een instelling die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

VI

In artikel V wordt na onderdeel H een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ha

In artikel 10.2, tweede lid wordt na «van een andere hogeschool» ingevoegd: dan wel bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een instelling die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

VII

In artikel VII, onderdeel A, wordt de aanhef vervangen door:

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag draagt er eveneens zorg voor dat bestuurders geen bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een school die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

VIII

In artikel VIII, onderdeel A, wordt de aanhef vervangen door:

Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag draagt er eveneens zorg voor dat bestuurders geen bestuurder zijn van een rechtspersoon die in overwegende mate invloed heeft op een school die door een andere rechtspersoon in stand wordt gehouden.

2. In het tweede lid komt de eerste volzin te luiden:

Toelichting

In verschillende sectorwetten is geregeld dat het lidmaatschap van een college van bestuur onverenigbaar is met het lidmaatschap van het college van bestuur van een andere instelling. In de praktijk blijkt echter dat bestuurders soms niet formeel zitting hebben in verschillende colleges van bestuur, maar dat zij materieel wel dezelfde invloed kunnen hebben. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de verantwoordelijkheid van colleges van bestuur voornamelijk berust bij een koepelstichting. Ondergetekende vindt dat onwenselijk. Ook de inspectie heeft aangegeven moeite te hebben met dergelijke constructies. Dit amendement verheldert daarom dat bestuurders op generlei wijze overwegende invloed mogen hebben in het bestuur van andere instellingen.

Bisschop